t L IJ IV Vj KALMPJES AAN. DAN 7f" BREEKT HET LUNTJE NIET! Abel Tasman GEEST Nylonlijn maakte hengelsport tot wetenschap s WOORD VAN BEZINNING Nederlandse .Columbus' stierf 300 jaar geleden Zaterdag 31 oktober 1959 sportvissers - l Voordat meneer Dupont in Amerika het nylon en de nylonlijn uitvond, moest de sportvisser zich feitelijk maar behelpen. Nu de nylonlijn er is in alle maten en lengten; een ragfijne, veerkrachtige en bijna onzichtbare draad, nu behelpen vele sportvissers zich nog. Omdat ze niet recht weten, hoe een bepaald evenwicht te brengen in de materialen onderling. Het is nog niet zo vreselijk lang geleden, dat de visser op brasem en witvis, zelf zijn tuig moest maken; met inbegrip van het knopen van de lijn. Die lijn bestond toen uit een aantal staartharen van een ruin, waarvan een snoer werd geknoopt. De sterke tuigen van meer haren, die met zeer veel geduld ineen werden gedraaid, de lichte tuigen eindigend op één haar. Want ook in die tijd begreep men, dat, hoe onopvallender men viste, hoe groter de kans op succes zou zijn. THOMAS Barker, een befaamde En gelse visser en publicist, schreef hierover al in het midden van de negentiende eeuw. Hü zei: „Gebruik één enkele haar bij je vlieg en je zult meer stijgende forellen zien en veel meer vangen". Ja best, maar het ging Barker om forel. Forel die met de vlieg moest worden gevangen en die dus nooit zo erg groot kon zijn. In ons land waren er ook grotere vissen te vangen. Kar per o.a. en van een reel, of zoals de ouderwetse vissers het noemden, van een haspel of ronsel, had vrijwel nog niemand gehoord. Daarom beviste men de karper met koord en gesmede ha ken, de snoek ook trouwens. Als de vis vastzat, dan moest hij er uit. Met ge weld en brute kracht; buigen of bar sten. Mét de lijnen veranderden de vistactiek en -techniek en ook de men taliteit van de sportvisser. Het gaat er niet meer om een vis te vangen, maar het gaat er om een vis te vangen op een sportieve manier. Een manier, die voor spanning en sensatie zorgt; de vis als vis is immers waardeloos. NA de geknoopte tuigen van paarde- haar, kwamen het erin en racine, het gut en het picivore. Gedrenkte zijden draden, die enigszins transpa rant* .maar zeer stug en onhandelbaar waren. En met een trekkracht, die veel geringer was dan die van de moderne nylonlijn, in verhouding tot de dia meter. Na de laatste wereldoorlog; de grote ramp die ontstellend veel ellende bracht, bleven er een paar goede din gen bestaan. O.a. de lijn van nylon: de lijn waarop alle sportvissers over de gehele wereld als het ware hadden ge wacht. Want er was al een werpmolen van het principe zoals we die heden kennen, maar dit principe kon niet tot zijn recht komen, omdat er geen ge schikte lijn Voor was. Silk en gut en erin waen te stug en zijde plakte en kringelde. Door de komst van de nylonlün ver overde de werpmolen de wereld. Tien tallen systemen van vissen, voordien ongekend, werden mogelijk. Bijna alle normen, voorschriften en formules, be trekking hebbende op het oude mate riaal, vielen weg en nieuwe, vaak be streden en soms verbijsterende begrip pen en verhoudingen kwamen er voor in de plaats. Het vissen begon een wetenschap pelijk tintje te krijgen; er werd met cijfers gewerkt. Met loodbezwaringen, werp- en arbeidsvermogens, met test bochten en trekkrachten. Er ontston den theorieën en stellingen, die zeer waardevol of erg waardeloos waren; die bijna allemaal belangrijk klonken. Maar de chaos werd zo groot, dat op het laatst iedereen, iedereen tegen sprak, het meest nog zichzelf. En het resultaat is, dat tot op heden nog geen enkele serieuze poging werd gedaan om licht te brengen in deze, feitelijk zeer simpele zaak. Evenwicht brengen in het materiaal wil zeggen; alle mo gelijkheden uitbuiten met inachtne ming van het gezegde: de ketting is precies zo sterk als haar zwakste schakel. meer kracht met zo'n hengel gaan uit oefenen dan mogelijk is, dan breekt hij. Op de top of op het tweede deel, dat is om het even, maar hij breekt. Zoals alles dat wordt overbelast ten gronde gaat. Het heeft dus niet de minste zin op zo'n hengel een lijn te gebruiken, die vier of vijf maal meer druk kan geven dan de hengel. Men vergroot er de kracht van de zwakste sphakel niet door, maar wel wordt de manier van vissen er op een ontstellende manier door benadeeld. Onverschillig of U nu op brasem vist of voorn, onverschillig of U nu toevallig een watertje weet waarin ze wel voorkomen van zes pond zwaar; op een Japanse hengel kan maximaal 18/100 mm nylon worden ge bruikt, want een zwaardere lijn kan men nooit en te nimmer uitbuiten. Het is nutteloze kracht; een kind met een waterhoofd; een proportionele over bodigheid. Maar om zwaardere vissen te vangen dan, of wanneer het „spul" te licht blijkt? Een zwaardere hengel nemen, waar mee meer kracht kan worden uitge oefend in combinatie met een lijn, die berekend is op die grotere kracht. Dat is het antwoord, maar het is een ant woord dat geen rekening houdt met het raffinement; geen rekening met het succes dat wij allen zo dolgraag willen behalen. Juist de grote vissen laten zich moeilijk verleiden; juist de grote vissen zijn schuw en argwanend; juist op grote vissen moet men zeer licht vissen. Hoe kan dat. dan? Door een technisch hulpmiddeltje aan te wenden van onschatbare waar de: een reeltje of een werpmolen. Een hulpmiddel waarmee de kracht van een vis niet direct behoeft te worden over wonnen, maar waarmee „de constante dodelijke druk of weerstand" kan wor den gegeven. Waarmee de kracht kan worden uitgesmeerd, als het ware, over tientallen meters. Voor zware brasem en karper, zeelt, snoekbaars of grote baars; voor alle vissen die te groot, te zwaar of te sterk zijn, om met een lichte hengel en lijn te worden overwonnen, moet een reeltje of een molen worden ge bruikt. Een instrument, dat voor de correctie van de algehele kracht kan zorgen, een veiligheidsklep; een soort „uithoudingsvermogen" op materiële basis. Wie de langste lijn heeft, bezit de langste adem en trekt daarom aan het langste eind. De werphengel De vaste hengel WANNEER men brasem- en voorn visser is en men gebruikt voor die tak van sport de lichte, bruine Japanse hengel, dan bezit men een uitstekend hulpmiddel, waarmee een bepaalde kracht op een vis kan worden aangewend. Een kracht die natuurlijk een grens heeft. Zou men BIJ vissen met de werphengel is evenwicht nog veel belangrijker. Met een vaste hengel wordt alleen maar een tuig te water gebracht en als dat tuig slecht is afgesteld of sa mengesteld, vangt men er niets mee. Maar men heeft het voordeel, dat men allen en alles de schuld kan geven, be halve zichzelf. Met de werphengel dient een lijn niet alleen, om voor de verbinding tus sen dobber en hengel zorg te dragen, maar om verschillende methoden van vissen te doen slagen, om te werpen, vast te slaan over grote afstand en om, wanneer men met kunstaas vist, het materiaal tot leven te brengen. Wan neer de lijn te dik is, kan met lichte gewichten niet worden geworpen, een schuifpen werkt niet, verschillende sy stemen vallen buiten het bereik, de hengel kan worden verminkt en de te leurstelling is enorm. Om tot een juiste lijnkeuze op een werphengel te komen, heeft men de zgn, epinhengela getest en hun werp- vermogen vastgesteld. In verhouding tot dat werpvermogen moet de lijn dikte zijn. Maar er zit ergens een klein schijnbaar onlogisch hiaatje. Een werp hengel die één pond druk kan geven (een zgn. 500 grammen, behoeft nim mer te worden gebruikt met een lijn die b.v. acht pond kan trekken, want dat is buiten verhouding. Maar toch ook weer niet met een lijn van eén pond trekkracht. Want hoewel de hen gel niet meer druk kan geven dan één pond, moéten we rekening houden met een andere factor, die bij het vissen met de vaste hengel niet ter sprake komt. Die factor is de afgestelde slip van de molen of reel. Men kan met een hengel waarmee een pond druk kan worden gegeven, meer druk uitoefenen, door de hengel tijdens het drillen in een bepaalde stand te houden, die hem flauw doet buigen. In dat geval wordt de druk bepaald door de sterkte van de lijn en de weerstand van de slip. Een drieéénheid van kracht dus, waarvan er één (de hengel) ten dele wordt uitgeschakeld. Of op een bepaal de wijze benut, zo zou men het ook kunnen zeggen. Het lijkt ingewikkeld en misschien is het dat ook wel, maar het is beslist de moeite waard er de gedachten eens over te laten gaan. In een blaadje lazen wij enige tijd gele den van een meneer, die een lichte werphengel gebruikte, met een lijn van 28'100 mm en daar vier loodhageltjes twintig meter mee wegwierp. Op deze wijze ving hij voorns van boven de twee pond. Het is aardig, maar derge lijke verhaaltjes maken de chaos nog groter, want het werpen van bepaalde gewichten en de afstand die men er mee bereikt, zijn uitsluitend een kwes tie van de lijndikte en het hengelver- mogen. En wanneer gesproken wordt over evenwicht in de materialen, moet daar ook de haak in betrokken worden. Een haak die uitbuigt, is geen haak die te zwak is, maar een haak die met een te dikke lijn wordt gebruikt. Het evenwicht is niet in orde. De haak is hier de zwakste schakel en wanneer men dit type haak zou willen gebrui ken, moet de lijndikte worden geno men, die er bij behoort. Eén pond druk geven met een hen gel, betekent: één pond druk geven met de lijn en één pond druk geven met de haak. En één pond druk geven op een vis, die zich zwevend in het water ophoudt, zich stuurt met een klein vinnetje en door geringe spier bewegingen reeds vooruit komt, kan al een dodelijke druk betekenen. De tijd dat hengels en lijnen voor hijs- werk werden gebruikt ligt achter ons. Een vis in het water weegt niets; we vechten tegen zijn kracht, maar voor we vechten moeten we hem vastkrij- gen. Ze zijn sluw en voorzichtig. Licht materiaal is het antwoord. Werpen en vissen met de werphen gel en ook met de vaste hengel is een kwestie van evenwicht in de materialen onderling. Evenwicht in de juiste attributen. Wij vallen bewust in herhaling omdat het zo veel kan bij dragen-tot uw succes. Een klein lijstje, waarin de juiste verhoudingen voorkomen, kan U mis schien een eindje op weg helpen. hengel vissoort lijn aas werp- gewicht 3- 5-gr. voorn 10-14 vlok 2- 4 gr. 3- 5 gr. baars 12-16 spinner 2- 4 gr. 3- 5 gr. brasem 12-16 made 2- 5 gr. 5- 8 gr. voorn 15-18 vlok 3- 5 gr. 5- 8 gr. baars 15-18 spinner 3- 4 gr. 5- 8 gr. snoek 16-18 spinner 3- 4 gr. 5- 8 gr. snoekb. 16-18 visje 5- 8 gr. 7-12 gr. snoek 20-22 spinner 3- 6 gr. 7-12 gr. karper 20-22 aardap. 7-12 gr. De lijndikte in verhouding tot het vermogen van zwaardere hengels geeft U een globaal overzicht, hengel 20gram; lijndikte 24-26 mm. 40 28-30 60 30-35 100 30-40 200 35-45 500 45-60 Waar gesproken wordt over lijndikte, is bedoeld de dikte uitgedrukt in hon derdste millimeters. Wij hopen dat deze tabel over even wicht in het materiaal, U zoveel suc ces zal brengen, dat U er van uit uw evenwicht geraakt. JAN SOHREÏNEB WOORDEN kunnen een diepe, onvergetelijke indruk maken. Woorden zijn dikwijls ook zwak en machteloos. Een woord, als woord heeft ook geen kracht. De achtergrond, de herkomst is beslissend. Met een variatie op het be kende spreekwoord: „Het is de toon, die de muziek maakt", zou gezegd kunnen worden: „Het is de geest, die aan het woord be tekenis en macht verleent". Anders gezegd: publiek weet onmiddellijk, ,of een spreke zelf overtuigd is van hetgeen hij zegt. Woord zonder persoonlijke achtergrond, zonder geest, is een holle, nietszeggende klank. De Bijbel wordt door velen Woord van God genoemd. Die aanduiding is vaak mislei dend, alsof Woord ook hier een klank is. „God sprak". Moet dat nu letterlijk opgevat worden? Of brengt de opvatting, dat Woord van God en Zijn „spre ken" symbolisch bedoeld is, een juiste oplossing? Mijns inziens doen geen van beide uitleggingen recht aan de Bijbel. Woord, in letterlijke zin naar ons gangbaar spraakgebruik, is niet van toepassing op de Bijbel. Maar symbolisch is evenmin juist. De Bijbelschrijvers, denk hier bij vooral aan de profeten, spre ken vanuit een sterke, persoon lijke overtuiging. Met alle kracht van hun geest, door middel van sprekende beel den, leggen zij beslag op de men sen van hun tijd. Voor ons zijn hun geschriften, ondanks ver schil tussen hun antieke en onze moderne wereld, nog altijd boeiend en indrukwekkend. De persoonlijkheid, de geest van de profeten wordt via het geschreven Bijbelwoord aan ons overgebracht. Bovenal verkondigen zij met stellige overtuiging, dat hun woord, hun persoon en geest, door het Woord, door de Per soon en de Geest van God be paald zijn. Hoe? Letterlijk is teveel gezegd. Symbolisch is beslist te wei nig. De binding en de verbinding: God en profeet, Woord en woord, Geest en Geest geven een aannemelijk en juist beeld. Vandaag, 31 oktober, is de be kende herinneringsdatum van het jaar 1517, toen Maarten Luther voor het eerst persoon lijk en openlijk met zijn denk beelden naar voren trad. Zijn woorden hadden een die pere en bredere werking dan hij zelf ooit had kunnen voorzien. Zijn persoon, zijn geest, gevoed en gedreven door de Heilige Geest van God, drongen via zijn preken en boeken de wereld in. Laten wij ook niet vergeten hoe nadrukkelijk Johannes Cal- vijn de noodzakelijke hulp van de Heilige Geest heeft verdedigd. Moge het protestanten, met de christenen van alle kerken en richtingen gegeven zijn in woord en daad te getuigen en te le ven vanuit de zuiverende en onweerstaanbare Macht van Gods Heilige Geest. P. L. SCHOONHEIM predikant voor het Bijzon der Kerkewerk der Ned. Herv, Gemeente. Maar wij vergaten hem Hij veranderde het aanschijn van het zuidelijk halfrond Terv/ijl de wind aanzwol wer-' den de golven hoger. Als gretige waterwolven wierpen zij zich op de ranke voorsteven en als symboliseerde de naam het schip schenen zij de sierlijke letters van het woord ..Heemskerck" weg te willen vegen. In de masten vochten de ma trozen om de zeilen te reven, nog voor de wind ze aan stukken ge reten zou hebben. Maar het was niet alleen de wind, die hun sneller deed wer kenBeneden hen, naast de roerganger, stond schipper Tas man .de armen gekruist voor de borst. afstand tussen de .Heemskerck" te verkleinen, staart sohipper Tasman in gedachten over de nog witkoppige wa tervlakte. Hij denkt terug aan z'n jeugd in zijn geboorteplaats, het Groningse Lutje- gast, aan de tijd dat hij met zijn eer ste vrouw, Claesgie Heijndrix, aan de Amsterdamse Teerkeetelsteech woonde. Aan de jaren, dat hij als jong „vae- rentgesel" vele landen bezocht. In gedachten maakt hij nogmaals de eerste reis naar Indië in 1633. Vanaf dat ogenblik was zijn carrière snel ge maakt. Een jaar na zijn vertrek uit Holland was hij reeds eerste stuurman en nog eens drie maanden later werd hij schipper op de „Mocka" Weken en weken De dagen en weken rijgen zich aan een. Van het Zuidland geen spoor te bekennen. De koers, die Tasman aan houdt is pal zuid. Van Batavia is hij naar Mauritius aan de oostkust van '|;==Dereis vonAbel Tosmon in 1642/'43 j- Weing waardering Abel Tasman heeft weinig waarde ring ondervonden voor zijn ontdekking. Zijn lastgevers meenden, dat hun op dracht slechts gedeeltelijk uitgevoerd was, Tasman had onder andere weinig of geen onderzoekingen gedaan naar de natuur, de bevolking en de handels mogelijkheden van de streken, die hu ontdekt had. In 1644 heeft Tasman nogmaals een reis naar Australië gemaakt, nu echter ter verdere verkenning van de noord en noordwestkust. Dit is wel ongeveer het laatste, wat wy over zijn leven weten. Hij maakte nog enkele minder belangrijke tochten, echter steeds op bekende routes. Nog eenmaal namelijk in 1649 ontmoeten we zijn naam. Ditmaal ech ter in de archieven van de Raad van Justitie van Batavia, welke Raad Tas man in verband met mishandeling van een schepeling van zijn rang vervallen verklaarde. Een jaar later werd hij op eigen verzoek weer in zijn rang hersteld, maar als zodanig heeft hij geen dienst meer gedaan. In oktober 1659, dezer dagen dus drie eeuwen geleden, overleed hij te Bata via. De beroemde „Encyclopaedia Britan- nica" noemt deze Hollander „De groot ste onder de Nederlandse ontdekkings reizigers"! Het zijn trouwens de En gelsen geweest, die het belang van Tasmans ontdekking het eerst inzagen. Niet alleen veranderden zij, zoals wij reeds zagen, de naam Anthoony van Diemensland in „Tasmanië", maar bovendien richtten zij in drie plaatsen op dit eiland een standbeeld voor onze landgenoot op. En wij Wij leerden zijn naam op school, sierden enige Straten hiermee en vergaten hem! Onbeweeglijk stond hij daar in de harde wind, als maakte hij deel uit van het schip. Maar zijn felle agressieve ogen schoten van de ene „vaerentgesel" naar de andere. De manschappen wisten wat dit betekendeEn in angst en beven wachtten zij het ogenblik af waarop schipper Tasman zelf naar boven zou klimmen, want dat wilde zeggen, dat er niet hard genoeg gewerkt werd naar zijn zin en dan zwaai de er wat! We schrijven oktober 1642. 's Nachts is de storm weer gaan lig gen en als schipper Tasman aan dek komt straalt de zon. De tijd gaat snel en de 14e augustus, de dag waarop zij Batavia verlieten, lijkt nog vlak achter hem te liggen. Eervolle taak Trouwenswat is het hele leven niet snel gegaan! Tasman is pas 39 jaar en toch is hü nu reeds schipper, belast met een eervolle opdracht: het nader bepalen van de grootte en de ligging van het Zuidland. Terwijl de „Heemskerck" de golven klieft en het tweede schip, dat deel neemt aan de expeditie, de Zeehaen, probeert om de door de storm opge lopen achterstand in te halen en de Afrika gevaren en als hij hier vandaan naar het zuiden voer, konden zij het onbekende Zuidland niet missen. Had den vroegere ontdekkingsreizigers im mers niet aangetoond, dat dit land zich vanaf de zuidpunt van Amerika af over het grootste deel van het zuidelijk halfrond uitstrekte? Nogmaals gaan er enkele weken voorbij, het Zuidland blijft echter als een groot vraagteken aan de horizon staan. Tasman geeft bevel om de koers te wijzigen en vaart nu zuid-oost, maar ook nu is het land, dat zy zoeken niet alleen onbekend maar ook onzichtbaar. Tenslotte vaart de .Heemskerck" in oostelijke richting. Tasman is er vast van overtuigd, dat men nu spoedig land in zicht moet krygen. Het onbe kende Zuidland loopt immers door tot Nieuw-Guinea, dac er de meest noor delijke punt van is. Eindelyk, zes weken nadat zij Mau ritius verlaten hebben, klinkt de kreet waar de gehele bemanning op wacht: „Land". Het is echter niet het Zuidland, dat aan de horizon als een smalle streep zichtbaar is, maar het eiland aan Australië's zuidoostkust, dat de Engel sen vele jaren later naar zijn ontdek ker „Tasmanië" doopten. Abel Tasman noemde dit land aan vankelijk Anthoonij van-Diemensland, naar zijn lastgever, de gouverneur- generaal van Indië. Langs de oostkust van Australië ver volgde Tasman zyn reis, ontdekte en passant Nieuw Zeeland en liep uitein- delyk de 15e juni 1643 weer de haven van Batavia binnen. Russische Tasmanstudie De Russische geograaf Wladi- mir Newski maakt een studie van het leven van de Neder landse ontdekkingsreiziger Abel Tasman. Hij heeft ontdekt, dat aan Tasman wetenschappelijke conclusies zijn toegeschreven, die deze nooit heeft getrokken. De voornaamste hiervan is wel, dat Tasman het in 1642 door hem ontdekte Van Diemensland (Tasmanië) zou hebben be schouwd als een deel van Aus tralië. Newski heeft het dag boek van Tasman bestudeerd, waarin de Nederlandse zeevaar der reeds dadelijk had ver klaard, dat dit niet het geval was. De Russische geleerde, die in Leningrad woont, is er voorts in geslaagd de route van Tas- mans tweede ontdekkingsreis vast te stellen. Deze reis heeft indertyd aangetoond, dat Aus tralië geen eilandengroep was, doch een nieuw continent. Newski, die dit heeft ver klaard op een speciaal aan Tas man gewijde bijeenkomst van het Sovjet-geografisch genoot schap in Leningrad, deelde mee, dat hij een monografie zal uit geven waarin deze feiten, samen met andere bijzonderheden over het leven en het werk van Tas man, zyn opgenomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 13