Sunil wast stralend wit... Het jazzorkest als lokmiddel tot een binding aan liet Evangelie KON. ONDERSCHEIDING VOOR TWEE L.B.F.-ERS F. Knaap en J. Ober veertig jaar broodbakker/bezorger WITTER DAN DE WITSTE POES Scooterrijders en bromfietsers maakten het weer te bont en spaart uw linnenkast Zuiverende werking tegen sleur Opgericht 1 maart 1860 Dinsdag 13 oktober 1959 Tweede blad no. 29871 Hier is met Sunil gewassen.dat hemels- Twee broodbakkers van de N.V. Leidsche Broodfabriek, die als bezorger ook dagelijks het contact met de afnemers onderhouden, zjjn gisteren Koninklijk onderscheiden. Het zijn de heren F. Knaap en J. Ober, die deze dag het feit herdachten, dat zij voor veertig jaar achter de bakkersoven plaats namen. Tijdens een gistermiddag in „Het Gulden Vlies" gehouden feestelijke bijeen komst deelde de burgemeester, jhr. mr. F. H. van Kinschot, mede, dat het H.M. de Koningin had behaagd hen de bronzen ere-medaille verbonden aan de Orde van Oranje Nassau te verlenen. I Helaas viel een schaduw over dit vro lijke feest, omdat de chefkoekbakker, de I heer D. Zaalberg, die zijn zilveren jubi- j leum bij deze N.V. herdacht, niet aan- I wezig kon zijn in verband met een hem i overkomen ongeval op de bromfiets. Hij I is gelukkig herstellende en is dan ook in de huldiging betrokken. In de loop van de dag heeft hij in zijn woning aan de Kabeljauwsteeg commissarissen, di rectie en een deputatie van de Perso- neelsvereniging ontvangen, die hun dank ook met enkele geschenken onderstreep ten. Bovendien kon zijn echtgenote de I huldiging in „Het Gulden Vlies'" bijwo nen. Na een inleidend woord van de direc teur, de heer J. Bosma, schonk de burge- meester aandacht aan de plichtsbetrach ting van beide jubilarissen, die steeds hebben gezorgd, dat het brood niet al leen werd gebakken, doch ook bij de af nemers thuis werd bezorgd, waardoor een rechtstreeks contact tussen produ cent en consument ontstond. Voorts wees spreker op de kwaliteiten van de heer Knaap als voorzitter van de personeels vereniging en van de Speeltuinvereni ging „Zuiderkwartier", in welke laatste functie zijn interesse vooral ook uitgaat naar de jeugd. Nadat de burgemeester mededeling had gedaan van de ver leende Koninklijke onderscheiding, be trok hij ook de dames Knaap en Ober in deze hulde. Mr. H. R. Goudsmit, president-com missaris van de LBF, die hierna het woord voerde, had eveneens grote waar waardering voor de trouwe dienstver vulling en vakkennis van de beide jubi larissen, die in het eens door hen geko zen vak „nog wel brood zagen". Namens commissarissen bood spreker beiden een enveloppe met inhoud aan. De directeur, die ook al vol lof was over de arbeidsprestaties en vakkennis van de heren Knaap en Ober. over handigde hen het diploma en de me daille van de Ver. van Werkgevers in het Bakkersbedrijf. De heer P. Woud- wijk, die ditmaal namens de Personeels vereniging het woord voerde de ju bilerende voorzitter moest zwijgen te kende beide jubilarissen als harde wer kers voor hun gezin, mede-opbouwers van het bedrijf en trouwe collega's. Bo vendien bezit de heer Knaap, aldus de heer Woudwijk een groot organisatiela- lent. Namens de Personeelsvereniging werden beiden met een geschenk verrast. Voor de dames Knaap, Ober en Zaalberg waren er bloemen. De lingsbestuur gelukwensen aanbood, wees notmiddelen, die namens hoofd- en afde lingsbestuur gelukwensen aanbood, wees op de plaats, welke de drie jubilarissen in het organisatieleven van deze Bond innemen. In het bijzonder richtte spre ker zich tot de heer Knaap, die sinds kort een functie in het afdelingsbestuur is gaan vervullen. Ook de heer v. d. Aar bood geschenken, aan. De heer K. Huizen, voorzitter van de Leidse Bond van Speeltuinverenigingen, in wiens gezelschap zich ook het afde lingsbestuur van „Zuiderkwartier" be vond, huldigde tenslotte de heer Knaap in wiens persoon de speeltuin jeugd een groot pleitbezorger heeft. Een prachtige bak met planten onderstreepte deze dank. Mede namens zijn collega/jubilaris sprak de heer Knaap een uitvoerig dankwoord, waarna men nog geruime tijd gezellig bijeen bleef. De burgemeester speldt de Konink lijke onderscheiding op de borst van de heer J. Ober. Links de heer F. Knaap, aan wie eveneens een Koninklijke onderscheiding werd uitgereikt. (Foto L.D./Holvast) Fikse boetes voor wegmisbruikers Demonstratie „Open deurvan ds. Julias Jubileum (40 jaar bij Van Wijk en Heringa Het is goed en nuttig, dat ook de jeugd beseft, dat trouw nog steeds een zeer belangrijke eigenschap is, die be wondering, hulde en respect afdwingt. Hierdoor zijn er mensen, waarop de maatschappij kan bouwen, aldus sprak vanmorgen dr. J. C. M. van Rhee, direc teur van de N.V. Van Wijk en Heringa tot de heer J. van der Poel tijdens de huldiging in verband met zijn veertig jarig jubileum bij deze N.V. De heer Van der Poel is als verkoop inspecteur werkzaam bij Van Wijk en Heringa en heeft zich in zijn veertig jarige loopbaan bijzonder verdienstelijk gemaakt. De heer Van Rhee prees in de jubilaris de trouw en de moed, die zich vooral openbaarde in de moeilijke jaren. De jubilaris is niet alleen een voorbeeld, doch ook een steun voor de jongere ver tegenwoordigers. Ook de echtgenote van de heer Van der Poel werd in de hul diging betrokken. De lasten van het commerciële beroep, aldus spreker, ko men immers voor een niet onbelangrijk deel op de schouders van de echtgenote te rusten. Behalve een cadeau in couvert, over handigde de heer Van Rhee de jubilaris de gouden legpenning van de Ned. Maat schappij voor Nijverheid en Handel met het daaraan verbonden vererend getuig schrift. De heer R. de Jong, adjunct-directeur, uitte zijn bijzondere bewondering voor het geduld, dat de jubilaris altijd op wist te brengen, zelfs onder de moei lijkste omstandigheden. Namens het administratief, het tech nisch personeel en de vertegenwoor digers bood de heer W. F. Feber zijn gelukwensen aan. Hij overhandigde een enveloppe met inhoud, evenals de heer A. K. van Leeuwen, voorzitter van de personeelsvereniging „De Spil". Advertentie LUm zonder klemmen met van Ceta-Bever Palestrina, Bach, Bruckner zijn licht bakens voor de eeuwen en wat het jazz orkest naast hen stellen kan is voorals nog schamel. Met het jazzorkest, zelfs in de godsdienstoefening, als „lokmiddel" bedoeld, gaan we gaarne akkoord. Ook uit muzikaal belang, omdat het zuive rend kan werken in de uitstoting en uit- zeving van al wat zichzelf heeft over leefd en tot sleur is gedegradeerd. V. Dat er nog steeds weggebruikers zijn, die voor de eretitel „heer in het ver keer" absoluut niet in aanmerking komen, bleek gisteren overduidelijk bij de behandeling van de zaak tegen een 30-jarige Leidse monteur, die verstek liet gaan. Deze passeerde op de Rijnzichtbrug met zyn auto twee jeugdige wiel- rijdsters, reed hen de berm in en vervolgde zijn weg, zonder zich om zijn slacht offers, die ten val waren gebracht, ook maar iets te bekommeren. Getuigen verklaarden, dat de inzittenden van de auto zich kennelijk nogal vermaakten over de situatie, die was ontstaan en hadden het nummer van de auto genoteerd. De wielrijdsters ondervonden gelukkig geen nadelige gevolgen van de valpartij, doch de rijwielen werden beschadigd. „Het is jammer, dat verdachte verstek1 laat gaan en ik hem niet persoonlijk kan onderhouden over zijn misdadig gedrag, waarvan de opzet hier duidelijk is be wezen", aldus de officier in een zeer scherp gesteld requisitoir. Hij eiste naast f. 100,boete subs. 30 dagen een onvoorwaardelijke intrekking van de rijbevoegdheid voor de tijd van één jaar, ondanks het feit dat de mon teur hierdoor vanwege zijn beroep ern stig gedupeerd zou zijn. De kantonrech ter noemde het gedrag van verdachte eveneens zeer laakbaar, doch liet het deze keer nog bij een voorwaardelijke intrekking, van het rijbewijs voor een jaar met een proeftijd van twee jaar. Dit om de monteur niet al te ernstig te du peren. De geldboete bleef echter conform ERNSTIG „Ik ben ervan overtuigd, dat hij de aanrijding wel heeft gemerkt en opzet telijk is doorgereden. Zijn daad is dan ook buitengewoon ernstig, aldus de offi cier in zijn requisitoir tegen een 63-jarige Leidse bromfietser, die op de Maresingel een bocht te ruim nam en een andere bromfietser aanreed. Ook deze verkeers- overtreder was doorgereden en werd na een wilde jaar door verschillende stra ten tot stilstand gedwongen. Hij ont kende toen iets van de aanrijding af te weten, doch deed even later de toezeg ging, dat de schade voor zijn rekening was en ging er weer vandoor. Het spel herhaalde zich en toen werd er, nadat hij weer was achterhaald, politie bijge haald. Ondanks overstelpende bewijzen, hield de bromfietser ook ter zitting vol, dat hij niets had bemerkt, hetgeen ech ter volkomen onmogelijk bleek te zijn. „Ik heb hier een vrijheidsstraf over wogen om verdachte in de gelegenheid te stellen in het Huis van Bewaring eens na te denken over zijn zeer laakbare handelingen. Een volgende keer kan hij hierop rekenen. Nu eis ik, dat fcem niet De zanggroep en het jazzorkest van ds. Julius. (Foto L.D./Holvast) alleen een geldboete van f. 75,subs. 10 dagen wordt opgelegd, maar dat hem tevens wordt verboden zich gedurende drie maanden per bromfiets op de weg te bevinden. De boete werd verlaagd tot f. 40,subs. 8 dagen, doch de drie maan den ontzegging werden, ondanks het protest van de bromfietser conform de eis inderdaad uitgesproken. BROMFIETSER „Ik zal bij de strafmaat rekening hou den met het feit, dat U er na de aanrij ding nogal ernstig aan toe is geweest, hoewel een ernstige straf hier zeker op zijn plaats is," aldus de officier tegen een 19-jarige bromfietser, die op de Haagweg met hoge snelheid enige wiel rijders passeerde en tegen een tege moetkomende fietser opreed. Zowel de bromfietser als zijn slachtoffer moesten naar het ziekenhuis worden vervoerd, waarna de fietser twee weken en de bromfietser, 5 weken op non-actief wa ren. De officier gaf de jongeman het ad vies de bromfiets aan de kant te zetten, daar hij er een volgende keer voor de balie minder mild van af zou komen. Hij eiste nu f. 30,boete subs. 10 dagen. De kantonrechter vond het feit ernstig en de eis nog te laag dus maakte hij er f. 40,boete subs. 8 dagen van. Een 26-jarige werktuigkundige uit Den Haag reed op een scooter zonder daartoe de rijbevoegdheid te bezitten. „Ik moest snel een boodschap doen, dus nam ik de scooter maar even hoewel ik wel wist, dat dit niet mocht", aldus het excuus. De scooter was zjjn eigendom. „U werd een maand later voor dezelfde overtreding bekeurd, dus kan hier moei lijk sprake zijn van een toevallige om standigheid", zo merkte de officier op. „Wel een scooter aanschaffen, maar geen geld willen uitgeven voor het behalen van een rijbewijs" voegde hij er nog aan toe en eiste f. 50,boete subs. 10 dagen. Na een waarschuwing voor de toekomst, vonniste de kantonrechter conform. „SAM-SAM" Een 48-jarige Voorhouter wist wel, dat hij met zijn bromfiets een straat te Voorhout niet mocht inrijden, maar ja het politiebureau is in die straat en hij wilde aangifte doen van het verlies van zijn loonzakje. Op 't politiebureau kreeg hij de bekeuring. „U had dus een dub bele pech", aldus de kantonrechter. .Heeft U het loonzakje al terug". Dat was niet het geval en verdachte had des tijds al gezegd, dat als het werd gevon den, de politie van het loon de boete maar af moest houden. De eis luidde f. 4 boete subs. 2 dagen. „Kunnen wij niet „sam-sam" doen", vroeg verdachte. Het werd inderdaad f. 2 subs, een dag. „Ik heet Joannes en niet Johannes, ben met vakantie uit Amerika, heb spe ciaal bfó de politie een lüst met de ver keerstekens gehaald en ben nu in over treding, omdat het bedoelde bordje niet op de lijst voorkomt. Dat is fout maar ik ben onschuldig," aldus het verweer van een 54-jarige landbouwer die met een bromfiets op een rijwielpad „verboden voor bromfietsen" had gereden. Het be wuste bordje stond inderdaad niet op de lijst. De landbouwer-toerist was nog al verontwaardigd over de toestanden in Holland ne werd na een eis van f. 5 subs. 2 dagen wel schuldig verklaard, doch zonder oplegging van straf. het voordelige reuzenpak sum u.eeo Doch schamele indruk naast „lichtbakens" Op het podium van de Stadsgehoorzaal stond gisteren ds. Julius uit Rotterdam met een zanggroep en een jazzband. Onder het motto „Open Deur" bracht hü in feite een voorlichtingsavond over zijn zending onder de Rotterdamse jeugd, waarbij hü bewust het moderne ritme in dienst stelt van het Evangelie. Aan te nemen is dat degenen, die de behoorlijk bezette zaal vulden, aan de kerk gehecht zijn of minstens gewonnen voor het Evangelie. Tegelijk dat zij met vrümoedig- heid en onbevangenheid het probleem onder het oog zien van de binding aan dit Evangelie door de tot onkerkelijkheid geneigde jeugd. Het grote thema van deze avond was wel dit: het Evangelie is belangrijker dan de kerkelijke binding. Dus is voor iemand, -de weg naar de kerk onbegaanbaar, de kerk moge dan ten offer vallen, maar de weg naar het Evangelie moet voor hem hoé ook ge ëffend worden. Ds. Julius gelooft daar aan, en indien moderne, onhistorische middelen de* jeugd lokken zullen, dan wil hij ze bewust als lokmiddelen gebrui ken. Blykt het, dat een in modern rit me zingend koor en een jazzband de op conventionele wijze niet te winnen jeugd terdege trekt, dan pleit hij voor deze moderniteit. Dit is niet helemaal uit drukkelijk zo verteld. Niet door ds. Schoonheim in zijn inleidend woord. Niet door ds. Julius, die in hoofdzaak de uitgevoerde muziek toelichtte. De door ons gegeven indruk vloeit logisch voort uit het totale beeld van de avond. Welke taak heeft nu een muziekre censent, die dit bijwoont? Hij weet hoe van vijf eeuwen her gewijd woord en ge wijde vocale en instrumentale muziek tot elkaar gestaan en elkaar doordrongen hebben. Het gaat altijd om de harmonie daartussen en om het waar en dienend blijven. Bovendien wordt een muzikaal verantwoorde verhouding geëist tussen zang en begeleiding. Hier ligt bij inschakeling van een jazzspelende band al dadelijk een gevaar °P de loer, de verleiding om de begelei ding een te zelfstandige en dominerende functie toe te kennen. Dit was zelfs bij de serieuze medewerkers nog merkbaar, die ds. Julius had meegebracht (met als mentor de componist-begeleider ds. de Bruine aan de vleugel)Met name in dat etCrf» greie lied „Mensen vragen een Godsbewijs"» een „blue" over de opstan ding met instrumentale soli, waarin lawaaierig snaterende uithalen en scher pe, schelle, snerpende stoten, die de aandacht van de tekst aftrokken, be paald geen dienend karakter bezaten. Tegen overdrijvingen en excessen van organisten hebben kerkelijke overheden in de loop der tüden talloze malen moe ten optreden. De k&ns op ontaarding bij het jazzorkest, als een combinatie van succes-instrumenten, lijkt oneindig gro ter. Het orkestje hier was samengesteld uit piano, gitaren, trompet, trombone, klarinet, bas, drum. In de overige liede ren, waarvan we „De rijke jongen", in ballade-trant en in beurtzang opge bouwd, speciaal noemen, is de orkest-rol een milde en bescheidene gebleven, een klankenspel achter de zang, en niets kon ons daarin als een ontwijding voorko men. Het ritme versterkte er juist de be zieling van de zang. De zang zelf bleek overal van een wel pittig en suggestief, maar nogal onschuldig karakter. Tame lijk wel eeh synthese tussen oud en nieuw en dat ligt voor de hand, omdat met een geringe inspanning ieder moet kunen meezingen, en dit dééd ook het Leidse publiek. Het is niet de bedoeling om prestaties te beoordelen, waarvan we slechts con stateren dat ze alle correct waren. Wat ons spijt is, het effect niet in een for- mele kerkdienst te hebben waargenomen. De religieuze draad moest men in de ge zongen teksten vinden. Met het geijkt gebed pleegt ds. Julius zijn evangelische samenkomsten niet te openen, hü meent dat het bidden in hefc zingen 13 pervat. Uit het geschrevene is duidelijk dat we de keuze van do hulpmiddelen niet es sentieel achten. In de omgeving hebben we tijdens orgelrestauraties fanfares plaatsvervangend zien optreden, een accordeonorkest zou dit o.i. ook op waar dige wijze kunnen doen. Maar de bete kenis van het historisch gewordene, en derhalve van het orgel, blijft desondanks ongerept, mits hier „zelfvernieuwing" niet uitblijft. De opvoeding van de bin ding aan de voorgeslachten valt niet te verkleinen. De „modern" voelende jeugd, ondanks alles bereid het Evangelie niet te ontlopen, doet goed niet te denken dat de geschiedenis op haar als einddoel is afgestemd. In haar zal minstens een even grote bron van fouten insluipen als in „de ouden". Op een generatie conflict mag zij in het Evangelie-licht, niet positief aansturen. Zij mag haar „ènders-zijn" doen gelden, het ver ouderde uitschiften, maar niet het oude omdat het „oud" is. blauwe Sunil, waarin al het wasgoed stralend wit wordt, werkelijk stralend wit! Bleken en blauwen kunt u zelfs ver geten, met Sunil hebt u minder was- werk, minder te wringen, dus... minder slijtage. Waar Sunil de was doet,blijft alles veel langer nieuw, ook wasmachine en wringer varen er wel bij i Neem meteen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 3