PAGINA 4 ZATERDAG 22 AUGUSTUS WEKELIJKS BIJVOEGSEL Zij lokken de mens H en slokken hem op Canada, een der grootste pro ducenten van papier, beschikt over reusachtige „papierreserves" in de vorm van beboste terrei nen met een oppervlakte van ten naaste by drie miljoen vierkante kilometer. Dag in dag uit doen houtkappers, zaagmolens en pa pierfabrieken daar hun best om de wereld aan papier te helpen. Hun bedrijf is boeiend, nuttig en zwaar. De romantiek van de wildernis en van de moderne techniek vloeien in dat bedrijf samen en verlenen het een by- Het laat zidh denken, dat het hout bedrijf aan vele handen werk en brood versohaft. Daar het werk in de bossen voornamelijk in de winter ge schiedt. versohaft het kapbedrijf dus aan velen een bron van inkomen, als in andere bedrijfstakken het werk schaarser wordt. Men kan dus zeggen, dat het Canadese hout de Canadese werkloosheidscijfers in gunstige zin beïnvloedt. Een zo grote rijkdom als de Cana dese wouden vereisen veel zorg en studie. De mannen van de praktijk staan dan ook schouder aan schoudei met de mannen van de wetenschap, als het geldt, de bossen te hoeden en de opbrengsten zo groot mogelijk te maken. Enige proefstations doen voor treffelijk werk. Herbebossing, insek- tenbestrijding, bosplannen op lange termijn, kartering, kortom, alles wat met bos en boswezen te maken heeft, wordt daar in studie genomen. De ..proefbossen" beslaan gezamenlijk een oppervlakte van bijna 600 km2. een bosterrein dus. zo groot als wij het in Nederland niet kennen. Nu ja. als een land over drie miljoen vier kante kilometer bos beschikt, kan het zich wel enige „tuintjes" ter grootte van een paar honderd vierkante kilo meter veroorloven! (Van een bijzondere medewerker) Ottawa, Canada's hoofdstad, dankt zijn ontstaan aan het hout. Dat kwam zo. In 1827 besloten de Britten (toen nog koloniale heersers in Canada) een kanaal te graven tussen het bevaarbare deel van de Rideau rivier en het Ontario meer. Het werk werd begonnen bij Bytown. een houtkappersnederzetting. Het kanaal kwam enige jaren later gereed. Bytown nam toen gestadig in betekenis en bloei toe. Hierdoor kreeg de nederzetting andere bewoners en een ander aspect dan een houtkapperscentrum pleegt te hebben. En toen in 1854 Bytown de naam Ottawa aannam en een grote stad begon te worden, verplaatsten de houtkappers zich naar het binnenland. Hout wordt nu eenmaal gehakt in de rauwe, ongerepte wouden. Niet bij een grote stad. Dit neemt echter niet weg, dat Ottawa's „jeugd" die was van een houtkappersnederzetting in Canada's onmetelijke bossen. Waar de bergstromen falen, moeten andere middelen gezocht worden om het hout te transpor teren. Zuchtend en steunend zoekt deze locomotief zich met zijn zware last een weg door het onherbergzame landschap. Economische betekenis Niet sledhts de exploiteerbaire bos sen worden bestudeerd en verzorgd, ook de houtbestanden zonder com merciële waarde en die. welke om verkeerstechnische redenen nog niet voor „papier" in aanmerking komen, verheugen zich in de belangstelling der autoriteiten. Immers, ook zij heb ben grote economische betekenis voor Canada. Bossen zijn niet slechts hout- leveranciers. zij zijn ook nodig om de landbouw mogelijk te maken, want zij zijn een bescherming, een afweer tegen uitdroging en erosie. Elders in de wereld heeft men kunnen zien. welke funeste gevolgen bos-roofbouw met zich brengt. Bovendien, de niet- commerciële bossen zijn bruikbaar als jachtterrein en als vakantieoorden. Zij bieden een levenskans aan tallo ze pelsdieren met kostbare vachten- En zij verlenen aan het Canadese land een zeer bijzondere schoonheid, zodat zij ook als trekpleisters voor toeristen wel degelijk economische be tekenis hebben. Ja, die Canadese bossen! Wekenlang kan men er ronddolen en van uur tot uur voor nieuwe en verrassende schoonheid komen te staan. Maar wie zo'n zwerftocht onderneemt, moet zich verzekeren van een goede ervaren gids, liefst een trapper van de oude soort, die de bossen kent als zyn vestzakje. Want zonder hulp is het gevaar groot, dat U de Canadese wouden van hun wrede kant leert kennen. Zy slokken U dan op, ruisend en wuivend als steeds. Velen zyn er reeds voor eeuwig verdwenen in die geheimzinnige, lokkende wouden. voortdurend tuurt hij over zijn domein. Ook hij is een dergenen, die staan „bij de wieg van onze kranten en boeken"! Zware stammen komen bij de fabrie ken. zy worden daar tot planken -Me over de gehele wereld hun weg zoeken of zy worden er tot papier, dat Canada jaarlijks tot een hoeveelheid van vele miljoenen tonnen produceert. Ottawa dankt zijn bestaan aan het hout. De wereld dankt aan Canada's hout een belangryk deel van zyn papier. Enige cijfers Wie begint met cyfers te geven over de houtwinning in Canada, loopt ge vaar, dat de lezer belandt in een nul- lenschemering. Ten naaste by, wy we zen er reeds op, drie miljoen vierkante kilometer grond is in Canada met bos sen bedekt. Dat is 37% van de opper vlakte des lands. Niet al dat hout kan Om de papiermolens te kunnen voorzien wordt het hout stroom afwaarts gedreven. Met speciale bootjes voorkomen handige vak mensen, dat het hout in het wa ter opstapelt. Dof weergalmen de berghellingen, die gebogen en gebukt gaan onder hun last van bomen, het gedreun van een trein, die steunend en zuchtend zyn weg zoekt over 'n brug. Platboomde wagens, opgetast met zware stammen, zeult de locomotief voort. Last na last voert hy weg. van de beboste heuvels, naar zaagmolen of papierfabriek. Boom na boom valt in die groene wouden. De houthakkers, ruwe klan ten. wetten hun bylen. Zij zagen en kappen, dat het een lust is. Krakend wankelt de boom, met een smak komt hij neer op de aarde. Rappe handen staan gereed om tak en twijg te ver- wyderen. Takken en twygen hebben daar, in die wuivende bossen, geen waarde. Het gaat om stammen, om tastbaar hout! Wit en oneindig Wit en oneindig is het landschap. Sneeuw alom. De rivieren zijn bevro ren, een dikke laag ys torst en tart de zwaarste lasten. Dan is het tijd om uit de bossen de gekapte stammen per slede te voeren naar de oevers van de rivieren. Soms zyn het slede-treinen, getrokken door een sterke vrachtauto, die zich glijdend voortbewegen over zo'n bevroren rivier tot aan het punt waar het hout neergelegd wordt en blijft totdat de voorjaarsdooi inzet en de rivier, bruisend, kolkend en stro mend. de stammen meevoert naar de plaats, waar zij verwerkt worden, naar zaagmolen of papierfabriek. Als de dooi is ingevallen gaat de winteroogst aan hout op transport. Schynbaar wild en ongecontroleerd bruisen de stammen omlaag, maar de houtvlotters zorgen ervoor, dat niet te veel verloren gaat, dat geen opstoppiu- gen ontstaan. Levensgevaarlyk is hun taak: hout en rivier in bedwang te houden, de kracht van het stromende water uit te buiten en te richten. Ge wapend met lange, van haken voor ziene stokken bewegen zy zich van boom tot boom, van glibberige stam naar glibberige stam .Wateroppervlak te-acrobaten, die houtvlotters! Rauwe kerels zijn het, bang voor duvel noch dood. Met de houthakkers staan zy aan de bron van de papierfabricage, met de houthakkers trotseren zy de wildernis oun de lezende mens van kranten en boeken te voorzien. Brandtoren Midden in de bossen verheft zich een toren. Een brandtoren! In die toren bevindt zich een man. Gestadig tuurt hij over het golvend oppervlak der bomen om en beneden hem. Een hout hakkerskamp kan niet „even" de plaatselyke brandweer opbellen als er gens de vlam in het hout is geslagen. Houthakkers zyn aangewezen op eigen kracht voor verdediging tegen het vuur. Zy weten, welk een ontzettende verwoesting zo'n bosbrand kan aan richten .hoeveel schade hy toebrengt en vooral ook hoe levensgevaarlyk hy kan zijn. Voorkomen is beter dan ge nezen. Vandaar die, strategisch opge stelde. brandtorens. Telefonisch of per radio komen de brandmeldingen door en dan geldt het, de brand zoveel mogelijk te lokaliseren. Ja, zo'n hout hakker boven op een toren is verant- woordelyk voor honderden mensenle vens en miljoenen dollars. Strak en

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 14