Merkwaardig museum aan
schilderachtig Nemi-meer
Veel van Noordwijks volksleven is
verdwenen; de herinnering blijft
ZATERDAG 8 AUGUSTUS
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 4
Met veel moeite geborgen oude schepen werdén
door jeugdige dwaas in brand gestoken
Herinnering
Caligula
aan de keizers
en Tiberius
Oud - Leidenserieuitgebreid
met een boekje over Noordwijk
Zo moeten de tempelschepen eruit
hebben gezien, toen zij tweedui
zend jaar geleden op het meer
van Ne mi voeren. Als hoge ga
leien, die door slaven op de
riemen werden voortgedreven.
Rijk versierd met beelden. Gouden
nagels. Eén en al pracht en praal
en ook voor die tijd wonderen van
scheepsbouwkunst.
hen pleegde de krankzinnige daad. Hij
stak de schepen in brand.
Het nageslacht mag tevreden zijn
met de geschiedenis van de schepen,
sommige in andere Italiaanse musea
opgeborgen beelden van de schepen
en de op de werf van Castellammare
di Stabia met groot geduld en vak
manschap vervaardigde modellen. De
ruïne van de hal, die aan de buiten
kant keurig is opgelapt, zal blijven
staan. Als een aanklacht tegen de
oorlog. Als een schrijnende wond èn
een bittere les..
ingezetenen van Noordwijk op zijn vis
sersschepen ziet. Vlaardingen, dat
vroeger een zeer grote vloot had, was
toen ook zeer in trek, doch Vlaardin
gen heeft de concurrentie tegen de in
dustrieën langs de Waterweg niet kun
nen volhouden, zodat de vloot belang
rijk is ingekrompen. Merkwaardig is
het dat er geen enkele Noordwijker op
een Schevenings vissersvaartuig is te
vinden.
De visserij heeft haar stempel ge
drukt op het gehele leven van Noord-
wijk aan Zee, dat tot in de tegenwoor
dige tijd streng gescheiden was van
Noordwijk-Binnen, hoewel men toch
één gemeente vormde. De tegenstelling
vervaagt tegenwoordig meer en meer.
In de woningbouw van het zeedorp
kan men nog hier en daar sporen aan
treffen van typische vissershuisjes,
waarvan er enkele in de oorspronke
lijke vorm zijn bewaard. Noordwijk
Binnen is méér oude gebouwen rijk.
De band met de zee is dus niet ver
broken, hetgeen o.m. blijkt uit de ro
kerijen, die men nog vindt aan zee.
Velen vinden hierin een bestaan en
menige buitenlander eet bokking die
in Noordwijk is gerookt. De vis wordt
veelal in Katwijk gekocht.
Eigen klederdracht
Evenals andere vissersplaatsen heeft
Noordwijk zijn eigen klederdracht ge
kend, doch veel is er niet meer van
overgebleven. Slechts enkele oude
vrouwen dragen nog het originele kos
tuum, terwijl de kleding voor de man
nen reeds zo sterk gemoderniseerd is,
dat men nauwelijks meer van een
„eigen" klederdracht kan spreken.
Evenals overal elders had men apar
te dracht voor hoogtijdagen, voor
rouw, voor „door-de-week", terwijl er
een verschil was in de mutsen en
hoofdtooi van de protestantse en
rooms-katholieke vrouwen. De oor
ijzers en bijpassende spelden waren in
vele gevallen zeer fraai versierd. Het
kostuum van de mannen vertoonde
veel overeenkomst met dat van de an
dere kustplaatsen.
Omstreeks de eeuwwisseling droegen
de vissers nog oorringen, doch spoedig
raakte ook dat in onbruik. Het ver
dwijnen van de eigen kostuums is
mede beïnvloed door de trek van de
stad naar de badplaats, waardoor men
meer in aanraking kwam met de mode.
Niet alles verdwenen
Naast veel dat verdwenen is, is er
ook nog wel iets bewaard gebleven.
Daartoe behoren zeker ook de gebrui
ken van de Sint-Joris Doelen, waar
het schuttersgilde van Sint Joris re
gelmatig schietwedstrijden houdt op
de houten gaai, gebruik makend van
de voet- of kruisboog.
Het gilde is officieel opgericht in
1477, doch moet een vijftig jaar eerder
reeds bestaan hebben. Tot nu toe zijn
vele oude gebruiken in ere gehouden,
terwijl vele oude voorwerpen, waaron
der de originele stichtingsacte, zorg
vuldig bewaard worden. De St.-Joris
Doelen bewaart nog meer oude voor
werpen, die geen verband houden met
de schutterij, doch met de rederijkerij.
Vijf blazoenen of wapenborden kan
men er vinden.
Lange jaren is Noordwijk tot ver
over de grenzen bekend geweest door
de kruiden, die gebruikt werden door
apothekers. In het begin van de vorige
eeuw werd 70 ha grond met genees
krachtige kruiden beteeld, doch steeds
meer kwam de bollenteelt opdringen
en de kruidenteelt verdween steeds
meer. Thans zijn er nog slechts twee
kwekerijen, met een oppervlakte van
7 ha. Beide zijn gemengde bedrijven
voor kruiden, groenten en bloembollen.
De bedrijfskosten voor de kruiden zijn
zeer hoog en de prijzen laag. Een
kruidenkwekerij is thans niet meer
rendabel te maken.
De vereniging „Oud-Leiden" is een
strijdbare vereniging, die grote activi
teit ontplooit, wanneer er mogelijkhe
den zijn om geschiedkundig waarde
volle dingen te behouden. Men kan er
„Oud-Leiden" geen verwijt van ma
ken, dat Noordwijks volksleven goed
deels verloren is gegaan; men kan
haar wel dankbaar zijn dat zij met het
boekje „Noordwijks Volksleven" al
thans de herinnering aan wat voorbij
ging, heeft vastgelegd en zodoende le
vendig houdt. Hierboven hebben wij
enkele punten uit het boekje aange
stipt; wie er meer van wil weten, neme
het boekje zelf ter hand: het is inte
ressante lectuur, smakelijk opgedist
met vele foto's.
De Italianen lieten het water in het meer tweeëntwintig meter zakken. Toen kwamen de twee
duizend jaar oude schepen droog. Met oneindig veel moeite werden ze geschraagd en in een museum
gebracht, dat aan de oever van het meer werd gebouwd.
wolvenkoppen met ringen in de bek
ken. een prachtig Medusahoofd, bron
zen leeuwen en panterkoppen, hek-
werk versierd met bustes van satyren
en bacchante's, delen van fresco's uit
het inwendige van de schepen, stuk
ken marmer, mozaïk van vloeren en
dekken van de schepen.
De belangstelling van de technici
werd echter vooral getrokken door een
ijzeren anker met beweegbare stok en
delen van een platform, dat op ko
gels met bronzen pennen of op co
nische houten rollen kon draaien. Er
werd ook een bronzen kraan gevon
den. die als een stukje verbazingwek
kend precisie-werk uit de grijze oud
heid kon gelden. Men kon aan de
vorm afleiden, dat de Romeinen het
autogenisch lassen bij temperaturen
van duizend graden al beheersten!
Het gebruik van de kogels met
lbronzen pennen als lagers ging de
uitvinding van het huidige kogellager
zeventienhonderd jaar vooruit! Het
ijzeren anker met beweegbare stok
kwam pas in 1800 op de Hollandse
vloot in zwang. Het anker was 3.65
meter lang en woog 417 kilo. In 1852
werd het gebruik van deze uitste
kende ankers op de Britse oorlogsvloot
bindend voorgeschreven. Daarom
noemt men deze stokankers ook wel
Admiraliteitsankers. Kortom de ber
ging van de twee schepen was een
wetenschappelijke sensatie van de
eerste orde.
De kolder
„En in die nacht van 31 mei 1944
kreeg een jonge..", zegt de gids tegen
de bezoekers, die naar de verwrongen
stalen skeletten in de vernielde hal
staren. Een hal, die in verbinding
staat met de nieuwe hal, waarin op
schaal van één op vijf gloednieuwe
modellen van de schepen prijken.
Die nacht van 31 mei 1944 brak er
brand uit in het museum. Duitse sol
daten, leden van een eenheid lucht
afweer, die hun geschut al eerder in
het. museum hadden gestald, voelden
zich bedreigd door optrekkende Ame
rikaanse troepen uit de vesting An-
zio. Zij trokken zich terug en één van
Een verkoolde balk van tweeduizend jaar oud, dat is alles wat er
is overgebleven van de rompen van twee prachtige schepen, die
keizer Caligula, Claudius Caesar Germanicus, liet bouwen en keizer
Tiberius, Claudius Caesar Augustus Germanicus, liet voltooien. Won
deren van scheepsbouw als drijvende tempels voor Diana en Egeria
Nemorensis. Een balk in het museum aan het meer van Nemi achter
Rome. Een museum met twee grote hallen. De ene hal is nieuw. De
andere een ruïne. Kogelgaten in de muren. Duitse kogels. Verwron
gen en zwart geblakerde stalen skeletten op de vloer. De „bedden"
van de met zoveel zorg en vrijwel eindeloze moeite van de bodem
van het meer geborgen rompen van de Caligula-schepen.
Een merkwaardig museum. Een jankende hond, vastgebonden aan
het stalen skelet. Een meesterlijk staaltje van Italiaanse regie? Een
verkoolde balk als een indrukwekkende veroordeling van het gebruik
van het middel oorlog voor het oplossen van geschillen. De Duitsers
fotograferen het met hartstocht. Klik, zeggen de camera's.
De gids zegt het diplomatiek. „En in die nacht van 31 mei 1944
kreeg een jonge Duitse soldaat blijkbaar de kolder in zijn kop. Hij
stak de schepen in brand.Buiten trekt de ondergaande zon een
laaiende oranje streep over het rimpelloze water van het meer.
Het is goed om over de weg langs
de opgegraven stad Ostia en door het
prachtig herbouwde Anzio aan de
Middellandse Zee naar het meer van
Nemi te gaan. Mediteren over de oude
Romeinen tussen de resten van de
muren van Ostia. Vis eten, kleine rode
visjes en gebakken inktvisjes in de
restaurantjes van Anzio, waar het le
ven goed is voor de reizende Europe
aan. Kleine vissersvaartuigen lopen
er binnen. Soms een kleine treiler.
Soms een Nederlandse kustvaarder,
die voorzichtig de haven binnenvalt,
omdat er niet meer dan vijf meter
water staat.
De Italiaanse vissers boeten hun
dunne netten of schilderen hun
kleine boten. Boten met grote schijn
werpers erop. In de nacht trekken zij
er op uit om met de schijnwerpers de
vis te lokken. Een beproefde visserij-
methode aan de Middellandse Zee.
Aan de haven staan stalletjes vol met
trossen mosselen. Een bloem sierlijk
in de trossen geschikt.
Op het strand spelen de jongens en
aan de boulevard gapen zij naar bui
tenlandse meisjes, die sneller glim
lachen dan de donkerogige Italiaan-
sen. Op het plein dromen de oude vis
sers onder de bomen..
Het is goed om de prachtige flat
gebouwen aan de boulevard van Anzio
te bewonderen en pas daarna naar de
kraterketel uit het quartair te gaan.
De weg naar Nemi slingert zich
door een rijk landschap. Druivengaar-
den, zonnige velden, kleurige dorpen.
Langs haarspeldbochten gaat de weg
hoger en hoger. En dan ineens ligt
het meer daar beneden. Als een goud
vissenkom, die schittert in de zon.
Remmend en gierend glijdt de auto
bus omlaag naar het museum, dat
meer lijkt op twee grote hangars van
een vliegveld. Het museum van de
Caligulaschepen.
Prachtige schepen
De geschiedenis van de schepen
begint in het rijk van Caligula. Hij
gaf opdracht om de schepen te bou
wen ter verering van Diana. Tiberius
liet ze voltooien en wijdde de tempel
schepen aan Egeria. Dat neemt men
aan, geheel zeker weet men dat echter
niet.
Het moeten schitterende schepen
zijn geweest: een dek met marmeren
mozaïken, vloeren van marmer, met
goud belegde metalen voorwerpen.
Zelfs de nagels van de bekleding van
de kiel waren met goud belegd. Sche
pen in de vorm van galeien en rijk
voorzien van beelden.
Op een dag zonken zij door onbe
kende oorzaak bij de westelijke meer-
oever. Het ene schip lag hellend op
een diepte van vijf tot twaalf meter
en het andere op een diepte van zes
tien tot eenentwintig meter. Honder
den jaren hebben zij op de bodem
van het meer gerust. Daarna trokken
zij weer de aandacht van de méns.
Kardinaal Prospero Colonna, leen
heer van Nemi en Genzano, komt de
eer toe de eerste te zijn geweest, die
poogde om de schepen te bergen. Hij
nam daarvoor Leon Battista Alberti
in de arm. Deze liet door duikers op
geregelde afstanden in de romp van
de schepen haken slaan. Aan de haken
werden sterke touwen vastgemaakt.
Met door manskracht voortbewogen
houten spillen probeerde Alberti de
schepen boven water te halen. Een
hopeloze onderneming.
De militair Francesco De Marchi
waagde in 1535 een poging met be
hulp van een reusachtig bergingsvlot
voorloper van een bergingsvaar
tuig waarop houten kranen en hou
ten spillen stonde^In het midden
van het vlot was een gat gemaakt,
waardoor men een heuse en door Gu-
glielmo di Lorena uitgevonden duiker
klok liet zakken
De voorname Romein Annesio Fus-
coni probeerde het in 1827 en de an-
tiqair Elisco Borghi in 1895.
Wel kwamen er prachtige beelden
boven water. Maar het resultaat van
al deze pogingen was toch, dat er aan
•het houtwerk van de schepen veel
schade werd toegebracht door het af
rukken van delen.
De zeespiegel daalde
De ontwikkeling van de techniek in
deze eeuw bracht eindelijk de midde
len voor het bergen van de schepen.
Op 20 oktober 1928 werd tijdens 'n
officiële plechtigheid een aantal hy
draulische pompen op een ponton in
werking gesteld. Men liet het water
van het meer tweeëentwintig meter
dalen. Voor de afvoer van het water
benutte men' een ondergronds kanaal,
dat al in de oudheid dienst deed voor
het regelen van de waterstand in het
meer. Een 1653 meter lang onder
gronds kanaal, dat het water naar het
dal van Vallericcia loodste.
Het eerste schip kwam in 1929
boven water. Een vaartuig van 71.30
meter lengte en 20 meter breedte. Het
tweede schip kwam in 1932 droog.
Een schip van 73 meter lengte en 24
meter breedte. Mensen stroomde toe
om de schepen te zien en de vakmen
sen bewonderden vooral de prachtige
en logische vorm van de kiel.
Met veel moeite kon men de rom
pen van de schepen schragen en on
derbrengen in een speciaal voor dit
doel gebouwde hangar aan de meer-
oever.
Waardevol archeologisch materiaal
werd geborgen: de beroemd geworden
(Van een onzer redacteuren)
Noordwijk is een moderne badplaats, die misschien niet kan wed
ijveren met de allermondainste badplaatsen elders in Europa, maar
toch wel voorzichtig een stapje in die richting heeft gedaan. Er is
een duidelijk merkbaar verschil tussen een plaats als Katwijk en een
als Noordwijk. In Katwijk vindt men nog iets terug van het oude,
al wordt dit steeds minder, terwijl in Noordwijk het oude Noord-
wijkse volksleven vrijwel geheel is verdwenen. Wie als vreemdeling
Noordwijk bezoekt, zal nauwelijks iets bespeuren van het Noordwijk
van een vijftig jaar terug en vele jonge Noordwijkers zullen daar
ook weinig weet van hebben.
Het Is te betreuren, dat veel van de
folklore reeds Is verdwenen en nog
steeds verdwijnt. De typische kleder
drachten, die men vroeger overal in
ons land aantrof, worden steeds min
der gedragen, wat natuurlijk niet zo
vreemd is, daar de oude kleding lang
niet altijd even praktisch was. Jonge
mensen willen vrij zijn, ook in hun be
wegingen en daartoe geeft de kleder
dracht meestal geen gelegenheid. Het
is niettemin goed, dat het oude volks
leven niet in het vergeetboek raakt,
maar dat men nog altijd ergens kan
vinden hoe het vroeger was. In dit
verband kan men veel waardering heb
ben voor de Vereniging „Oud-Leiden",
die een speciale commissie voor volks
kunde heeft ingesteld, die reeds en
kele voortreffelijke boekjes heeft ge
publiceerd betreffende de geschiedenis,
oudheidkunde en volkskunde van Lei-
Volledige oorijzerdracht: „mop
muts" met oorijzer en bijpassende
spelden, gedragen bij een jak met
„berta".
vele Rijnlanders met hun vee naar
deze hogere streek trokken. Noordwijk
aan Zee werd wel verwoest door de
Spanjaarden, die dit deel van het
dorp wilden straffen voor het „geu
zen". De gevolgen vindt men tot op
de huidige dag: Noordwijk aan Zee is
protestant en Noordwijk-Binnen is
overwegend rooms-katholiek gebleven.
Van de oudste geschiedenis is eigen
lijk alleen het verhaal van de priester
Jeroen bekend: de man, die in 856
(volgens sommigen in 857) werd ver
moord door de Noormannen.
den en Rijnland. Thans is het vierde
deel in deze serie verschenen, dat tot
titel draagt „Noordwijks volksleven",
uitgegeven bij A. W. Sijthoff's Uitge-
versmij N.V. te Leiden.
Oudste geschiedenis
Bij het doorlezen van dit boekje
vindt men vele interessante gegevens
over het leven van vroeger in Noord
wijk. De geschiedenis van Noordwijk
gaat ver terug, al kan men dan niet
met zekerheid zeggen wanneer er voor
het eerst een nederzetting is geweest.
In de middeleeuwen echter moet er ze
ker al iets bestaan hebben. In de eer
ste jaren van de opstand tegen Spanje
was de huidige badplaats al een flin
ke plaats, die door de Spaanse bezet
ting niet heeft geleden, doch er eerder
voordeel van heeft getrokken, daar
Eens belangrijke
vissersplaats
Noordwijk is vroeger een belangrijke
vissersplaats geweest, doch in 1926
werden de laatste Noordwijkse schepen
naar elders verkocht. Er zijn echter
jaren geweest, dat Noordwijk een aan
zienlijke vloot bomschuiten had, de
platte vaartuigen, die geen haven no
dig hadden en gewoon op het strand
gezet konden worden. Reeds in de
vijftiende eeuw was er een vloot van
ongeveer veertig schepen.
Het vertrek van de laatste schepen
uit Noordwijk wilde niet zeggen, dat de
Noordwijkers nu ook de zee de rug
toekeerden. Integendeel, nog heden ten
dage vindt men op de vissersvloot tal
rijke Noordwijkers; in de eerste plaats
kan men hen vinden op de Katwijkse
schepen, terwijl ook IJmuiden heel wat