KNUT HAMSUN,
Wereldpremière van Hochwalders
„Donderdag" stelde teleur
DE EENZAMEWERD EEN EEUW7
GELEDEN IN NOORWEGEN GEBOREN
In 1920 Nobelprijs letterkunde -
Lofzang op boeren-pioniers
GESLAAGDE MONUMENTENZORG
WOORD
VAN
BEZINNING
Salzburger Festival in mineur
Zaterdag 8 augustus 1959
(Van een bijzondere medewerker)
Op 4 augustus 1859 aanschouwde een kunstenaar van groot for
maat het levenslicht. Zijn naam luidde Knut. Zijn vader was een
Noorse kleine boer. Niets wees er bij zijn geboorte op, dat Knut
voorbestemd was, een gevierd schrijver, winnaar van een Nobelprijs
en tot besluit van zijn leven een verguisd man te worden.
Later noemde Knut zich Knut Hamsun. Waarom? Toen de jongen
vier jaar oud was, verhuisde zijn vader naar het gehucht Hamsund
op het eiland Hamaröy in het noorden van Noorwegen. Daar
groeide de knaap op temidden van een wilde, indrukwekkende en
mystieke natuur. Daar ging hij zichzelf een brok van die natuur
voelen. Die jeugdjaren in het noorden drukten levenslang een stempel
op hem en op zijn werk. En als het ware om zijn hechte verbonden
heid met de natuur bij Hamsund blijvend vast te leggen, noemde
Knut zich (later) Knut Hamsun.
Ondanks vervreemding van
zijn volk toch een uitgave
van zijn verzamelde werken
Het is alom bekend, dat de
houding van Knut Hamsun in
de oorlogsjaren een diepe kloof
schiep tussen het Noorse volk
en hem. Niettemin verschijnt er
ter ere van het feit, dat hij een
eeuw geleden geboren werd, bij
de uitgeverij Gyldenhal Norsk
Forlag een vijf tiendelige uit
gave van Hamsuns verzamelde
werken en speciale edities van
enige zijner romans. Hoe is dit
mogelijk? De Noorse cultuur kan
(aldus de literatuur-historicus
dr. Hjalmar Christiansen) Ham
suns oeuvre niet afschrijven
zonder wezenlijk armer te wor
den.
Reeds op jonge leeftijd ontpopte
Knut zich als een onrustige knaap,
een geboren trekker en zwerver. In
1875 begonnen zijn grote zwerftochten.
Hij trok de wyde wereld in. In de
Jaren tachtig der vorige eeuw bracht
hij tweemaal twee jaren door in de
Verenigde Staten. Daar hield hij le
zingen, maar hij verdiende er verder
de kost als winkelbediende, houthak
ker, landarbeider en tramconducteur.
Hij stond uiterst kritisch jegens de
Amerikaanse samenleving. Ja, eigen
lijk beschouwde hij de civilisatie en
de materialistische tendenzen in dat
land als onnatuurlijk en enigszins
ziekelijk. In felle artikelen en korte
geschriften hekelde hij de Ameri
kaanse samenleving. Reeds toen bleek,
dat Hamsun, als hij sprak of schreef,
beslist geen blad voor de mond nam.
Werk van werkelijke waarde begon
hij te publiceren in 1888. Toen ver
schenen namelijk in Kopenhagen
fragmenten van zijn roman „Sult".
In 1890 kwam dit boek gereed. Al da
delijk baarde het veel opzien. Onder
de titel „Honger" zag het in vertaalde
vorm in een aantal landen het licht.
.Honger" maakte Knut Hamsun be
roemd en bewees, dat hy een begena
digd kunstenaar was. Ongetwijfeld
behoort „Honger" thuis in de rij der
meesterwerken van de wereldlitera
tuur. „Onsterfelijk", aldus kenschet
ste de Weense schrijver Alfred Polgar
het boek „Honger" in de jaren "20
onzer eeuw.
Iets nieuws
Hamsun bracht iets nieuws. Een
nieuwe stijl en nieuwe opvattingen.
Auteurs van tendens - romans, als
Tolstoi en Ibsen bijvoorbeeld, lagen
hem niet, ja, hij keerde zich soms fel
tegen hen. Maar Dostojewsky en
Strindberg, dat waren de mannen, die
hem naar Hamsun zelf verklaarde
zeer sterk beïnvloedden. Zyn eerste
romans vooral getuigen van gevoel
Voor de natuur, grote levenskracht en
besef van de dynamische levensdrift,
die in de liefde schuilt („Pan" ver
schenen in 1894 bijv.). Hamsun
izoekt niet naar een rationele verkla
ring van de menselijke ziel en het le
ven. Beide acht hij onoplosbare ge
heimen, die spotten met ieder stre-
(fen naar „begrijpen" („Mysteriën",
gepubliceerd in 1892). Hij was een ir-
rationalist, wilde dat althans zijn.
ïn een aantal zijner romans is de
hoofdfiguur een opstandige, enigszins
Verwarde, eenzame man. een avontu
rier, een romanticus, kortom, een af
spiegeling van Hamsuns eigen ziel en
gemoed. Die hoofdfiguren houden van
de natuur, weten zich met haar ver-
fcant en honen de burgelij kheid,
paar zij die maar tegenkomen. Even
als Nietzsche plaatste Hamsun zich
in zijn werk „jenseits von Gut und
Böse". En evenals Nietzsche meende
hij, dat het mensdom een klein aantal
jgeboren heersers voortbrengt en dat
jalle overigen slavenzielen hebben.
Misschien nog meer dan Nietzsche be
wonderde hij de „Übermensch". Kan
het verbazing wekken, dat een zó vi
taal en dynamisch man als Hamsun
)iet klimmen der jaren als een pro-
jbleem. misschien zelfs als een wan
hopig probleem beschouwde? In zijn
pp ryper leeftyd geschreven werk wor
stelt hij met het probleem van ouder
porden. Ja, wij zijn geneigd te schrij
ven, dat Hamsun het vlieden zyner
jeugd jarenlang als een kwelling
ondervond.
Voorbeeldig beheer
Knut Hamsun trouwde in 1909 met
de 22 jaar jongere Marie Andersen,
die als onderwijzeres was begonnen,
maar later als actrice en schrijfster
van kinderboeken naam maakte. In
1918 werd Hamsun eigenaar van het
landgoed Nörholmen bij Grimstad in
het zuiden van Noorwegen. Met hart
en ziel wijdde hij zich aan de exploi
tatie van die bezitting. Na enige jaren
reeds gold Nörholmen als een model
landgoed, voorbeeldig beheerd en ge
ëxploiteerd.
Inmiddels was in 1917 zyn roman
„Markens Gröde" (in het Duitse ver
taald onder de titel „Segen der Erde")
verschenen. Voor dit boek een lof
zang op de boeren, die in noeste ar
beid woeste landstreken in cultuur
brengen kreeg hy in 1920 de Nobel
prijs voor de literatuur. Hieruit blijkt,
dat zyn verdiensten groot geacht
werden.
Toen Hamsun ouder werd, trad zijn
neiging om het geheimzinnige in de
mens en de natuur niet te analiseren
of te ontrafelen, steeds duidelijker aan
de dag. Hij zaait als het ware de han
delingen en gevoelens zijner figuren
als nu eenmaal bestaande, doch on
verklaarbare verschijnselen door zijn
werk. Die figuren ontleende hij bij
voorkeur aan de bevolking van het
noorden van Noorwegen. Evenals in
zijn Amerikaanse jaren beschouwde
hij ook nog vele jaren nadien de ci
vilisatie en de botsing met de moder
ne techniek als fataal voor de mens.
En evenals in zijn jeugd was hij,
ouder geworden, een eenzame, een
„lone-fighter" temidden van de men
sen van zijn tijd.
Aan de zijde der Duitsers
Het slot van Hamsun's leven was
tragisch. Tragisch voor hem, maar
ook voor het Noorse volk. Krachtens
zijn aard en levensbeschouwing was
Hamsun wars van de liberale en de
mocratische opvattingen.
Hij neigde tot een autocratische en
autoritaire regeling der dingen. Het
was voor zijn volk een bittere ontgoo
cheling, dat hy zich openlijk aan
Duitse zijde schaarde, toen de Duitse
troepen Noorwegen in april 1940 had
den bezet. Hij verloor hierdoor de ach
ting van zijn landgenoten en werd in
1945 na de bevrijding gearresteerd.
Hamsun was toen de 85 al gepasseerd.
Na enige tijd in gevangenschap te
hebben doorgebracht, werd hij tot een
geldboete veroordeeld. Na eerst nog te
hebben vertoefd in een tehuis voor
ouden van dagen kreeg hij toestem
ming, weer op zijn buiten Nörholmen
te gaan wonen. Daar schreef hij een
boek ter verklaring en rechtvaardi
ging van zijn houding. De meeste
Noren wezen dit af. hoe navrant het
geschrift ook was. Zo kwam het, dat
hij. toen hy op 19 februari 1952 voor
immer de ogen sloot, een door velen
vergruisd man en vervreemd van
zyn volk was.
Pas in de allerlaatste tijd, nu de
scherpste kanten van de oorlogsher
inneringen gaan slijten, is men zich
in Noorwegen weer gaan bezinnen op
Hamsun de Eenzame. Men beseft, dat
zijn werk een integrerend deel is van
het Noorse beschavingsbezit en dat
men het dus niet mag elimineren.
Daarom besloot een grote Noorse uit
geverij, thans een eeuw na Ham
sun's geboorte Hamsuns verzamel
de werken en enige zijner romans
opnieuw uit te geven. Er zijn Noren,
die dat afkeuren. Anderen hebben
zich verzoend met het plan. Immers
zeggen zij Hamsuns figuren zijn
evenals Ibsens personages waarde
volle elementen der Noorse, ja, der
Europese beschaving. Daarom ware
het onjuist, hen te verdoezelen of,
sterker, te liquideren.
HET gerestaureerde Gra-
vesteen mag wel een van
de belangrijkste beziens
waardigheden van onze stad
genoemd worden. In deze
zomermaanden zien wij dan
ook telkens vreemdelingen er
voor stil staan en horen wij
over het stille Gerecht het
zacht suizen van het filmappa
raat, dat straks in den vreemde
de roem van Hollands steden
schoon zal reproduceren. Wat
de oppervlakkige toerist mis
schien ontgaan zal, is het feat,
dat het hier een restauratie be
treft, die in elk opzicht meer
dan geslaagd genoemd mag
worden. Naar het uiterlijk: er
is een bouwwerk tot stand ge
komen, dat weer gezien mag
worden, dat op waardige wijze
het roemruchte verleden van
het Gravesteen in herinnering
roept, maar odk naar het in
nerlijk: het bouwwerk is niet
alleen een monument, het
functioneert weer voortreffe
lijk; als juridisch centrum
heeft het weer een actieve
plaats in het academiebes tel.
Het komt mij voor, dat juist
omdat het herstel van een
historisch bouwwerk op zo
knappe wijze is tot stand geko
men en tevens voor dit gebouw
een doelmatige functie werd
gevonden, wij hier werkelijk
mogen spreken van een wel
zeer geslaagde monumenten
zorg.
Bij het passeren van het
Gravesteen moet ik dikwijls
denken aan een wat moeilijke
tekst uit de bijbel: „Daarom is
iedere schriftgeleerde, die een
discipel is geworden van het
Koninkrijk der hemelen, gelijk
aan een heer des huizes, die
uit zijn voorraad nieuwe en
oude dingen te voorschijn
brengt". In dat samengaan,
daarin zit nu juist de moeilijk
heid. Godsdienstige mensen
hebben de reputatie conserva
tief te zijn, dat wil zeggen, dat
men meent, dat ze bij voorkeur
oude vormen vasthouden en o
zo bang zijn om uit hun voor
raad eens iets nieuws te voor
schijn te halen. Misschien heb
ben zij het er ook wel naar ge
maakt, dat men dikwijls zo
oordeelt. In godsdienstig en
kerkelijk leven is dikwijls een
sterk traditionalisme, het kost
vaak veel moeite de bakens te
verzetten. Wanneer wij in het
kerkelijk denken van restaura
tie spreken, dan denken we aan
het oplappen van wat eigenlijk
al niet meer up-to date is: er
zijn in de kerkelijke wereld nog
altijd allerlei discussies gaande,
die door de loop der gebeurte
nissen in veel gevallen al lang
achterhaald zijn. Gelovige
mensen zullen zich echter niet
op het Evangelie kunnen be
roepen, wanneer ze te zeer op
het verleden zijn ingesteld.
Neen, juist zoals in ons tekst
woord, daar gaan beide samen:
het oude. waardevolle blijft in
de volle zin des woords van
kracht, maar daarnaast krijgt
het nieuwe, soms zelfs het
revolutionaire, een kans.
Er zijn veel mensen, die in
hun leven zitten met het dilem
ma, dat in ons tekstwoord be
sloten ligt. Oudere mensen, die
als ze verstandig waren, een
kleine nieuwe woning zouden
betrekken, maar het oude meu
bilair niet kunnen opruimen.
Jonge mensen, die experimen
teel willen leven, maar vroeg of
laat moeten ontdekken, dat er
in de traditie waarden gegeven
zijn, die je niet zonder meer uit
je leven weg kunt laten zonder
dat leven op een uiterst gevaar
lijke wijze uit te hollen. Men
sen, die leiding moeten geven
in de maatschappij en in de
politiek, die beginnen te begrij
pen, dat we er niet komen met
alleen maar conservatief of
alleen maar progressief te wil
len zijn.
Het Evangelie kan ons hel
pen te leven in de spanning,
die in het samengaan van oud
Foto LU.ATan Vliet
en nieuw is gegeven. De predi
king van een levend geloof be
hoedt ons voor verzuiling naar
de ene of naar de andere zijde.
We moesten als gelovige men
sen, maar eens niet zo bang
zyn om uit de rijke voorraad,
die wij in ons geloof hebben
ontvangen, oude en nieuwe
dingen te voorschijn te halen.
Misschien zouden we de ont
dekking doen, dkt het dan net
gaat als met dat voorbeeld, dat
mij voor ogen staat: geslaagde
monumentenzorg, die leidt tot
een nieuw functioneren in het
heden.
De wereld wacht op mensen,
die dit waagstuk zullen durven
te ondernemen. Ons geloof kan
ons helpen onze vrees te over
winnen. Gelooft ge, zo zei
Luther reeds, dan hebt ge,
dan hebben we het ook gekre
gen om er in deze tijd iets mee
te doen!
Dr. S. L. VERHEÜS,
Doopsgezind predikant
te Leiden.
(Van onze Weense correspondent)
Salzburg, de stad aan de Salzach, is met zijn festival ook ditmaal weer een
verkwikking voor het hart, dat in onze tyd meer en meer verschrompelt. Zelfs
de natuur heeft dit jaar meegewerkt om de dramatische spanning te verhogen
en het hart angstiger te laten kloppen. Op het einde van het jaarlijks opge
voerde mysteriespel „Jedermann" veroorzaakten onweer, regen en stormwind een
zodanige huivering, dat de deftige festivalbezoekers even angstig werden als
Jedermann zelf op zyn laatste tocht naar de eeuwigheid. Aan deze stemming in
mineur kon zelfs de luchtige en speelse toon van Mozarts „Zauberflöte" de vol
gende dag niet veel veranderen. Ook daarbij traden de natuurelementen zo sterk
in actie, dat een algehele kortsluiting het gevolg was en de voorstelling onder
broken moest worden.
Het heeft er de schijn van alsof alles
samenwerkt om die stemming in mineur
te handhaven. Er hangt een gevoel van
afscheidnemen in de lucht, nu het pu
bliek weet dat het dit jaar waarschijn
lijk voor het laatst toeschouwer is in het
oude Festspielhaus, dat volgend jaar
door een nieuw gebouw zal zijn vervan
gen. Dit geweldige complex zal nog meer
toeschouwers kunnen herbergen, maar
alle pogingen om nu reeds de indruk te
wekken, dat het nieuwe grootser en in
drukwekkender zal zyn, worden scep
tisch opgenomen, zelfs dan nog wanneer
Karajan als gids optreedt en alle voor
delen aanprijst. Men neemt niet graag
afscheid van iets, waaraan de mooiste
en meest verheven herinneringen zyn
erbonden.
Mozart gerationaliseerd
Daartoe werkte ook de stijl van de
.Zauberflöte" mee, die weliswaar fout
loos onder leiding van G. Szell werd op
gevoerd, doch waaraan de warme, men
selijke en speelse toon ontbrak. Het is
.'en gerationaliseerde Mozart, een com
ponist van de chronometer, die hier aan
net woord is gekomen en niet de vertol
ker van gevoelens, die aan het onbere
kenbare menselijke hart ontspringen
Szell is een grootmeester van de nauw
keurigheid en het gelukte hem zelfs om
soms een geheel onverwachte glans te
geven aan bepaalde details, die een
Krips, Furtwangler of K. Böhm mis
schien over het hoofd hadden
Maar in haar geheel genomen beant
woordde deze Mozart niet aan de voor
stelling, die zich sinds 1945 heeft inge
burgerd.
Wereldpremière van
„Donderdag"
Echt Salzburgs, Weens of typisch Oos
tenrijks is de tekst van het mysterie
spel „Donderdag", dat hier zijn wereld
première beleefde. De Oostenrijker
Hochwalder heeft hier bewust terugge
grepen op een bekend middeleeuws mo
tief. Een mens krijgt van de duivel de
toezegging, dat hij zijn gehele leven
lang en ook daarna nog zonder zorgen
zal zyn, wanneer hij afstand doet van
zijn ziel. Het document wordt op zondag
ondertekend, de drie daarop volgende
dagen leert de mens alle heerlijkheden
van de technische wereld kennen, doch
eerst op donderdag zal het contract in
werking treden, omdat de mens dan op
grond van zijn laatste ervaringen nog
eens uitdrukkelijk moet verklaren, dat
hij zyn besluit niet intrekt. Evenals in
het middeleeuwse mysteriespel, maakt
hy ook hier op het laatste ogenblik zyn
besluit ongedaan, omdat hij in de ge
stalte van een arm meisje de onbaat
zuchtige liefde heeft leren kennen.
Het nieuwe van dit mysteriespel be
staat daarin, dat het niet direct op een
religieus-moralistische principe is opge
bouwd. Er is geen spraken van zonde of
van een zondig, luxueus of misdadig le
ven, waarvoor de mens zijn ziel en zalig
heid op het spel zet. Wat in Hochwal
ders stuk door de duivel wordt aange
boden is een wereld van de systemati
sche doorgeorganiseerde techniek en de
prijs hiervoor is het hart, de liefde of
de persoonlijkheid van de mens, die on
der de technische „vooruitgang" geheel
ten gronde gaat.
Het stuk is geheel in de stijl van het
oude Weense tovertoneel opgebouwd. De
personen hebben namen, die aan de fi
guren van Nestroy en Raimund herin
neren. De hoofdpersoon heet Pomfrit, de
duivel Wondra en zijn knecht Birngru-
ber. De meeste personen spreken het
sappige Weense dialect, maar de inge
nieurs en technici drukken zich in het
knetterende Duits van een Berlijner uit.
Terwijl het oude Weense spectakel-to-
neel zich bediende van donder en blik
sem, van verschuivende rotswanden en
andere natuurveranderingen, bestaat
het spectakel in Hochwalders stuk uit
de verworvenheden van de moderne
techniek, bijvoorbeeld uit een klein een
heidshuisje met alle comfort en zelfs
met vogelgefluit na een druk op de
knop.
De vertolking is in handen van een
aantal uitstekende spelers, zoals Qual-
tinger, Louise Martini, Aglaja Schmid
en vooral Hugo Gottschlich, bekend van
het Holland Festival. Als geheel echter
stelde het stuk teleur, en het beste be
wijs daarvoor was wel het voortdurend
hoesten van het premièrepubliek - en
dat in de zomer.
De spanning ontbrak, ondanks een
paar goede gags en woordspelingen.
Hoeveel sterker is nog altyd het werk
van een Nestroy of de „Jedermann" van
Hofmannsthal, dat het nog altyd „doet".
Hochwalders „Heilige experiment" was
indertijd een succes, maar in zyn „Don
derdag" ziet men een mislukt experi
ment.
In verband met vakantie van
mevrouw Clara Eggink zal er
gedurende de eerstvolgende we
ken geen boekbespreking van
van haar hand verschijnen.
KNUT HAMSUN