:3!° Er kan niet van een achterstand in loonontwikkeling gesproken worden Onderzoek naar oorzaken en verloop van buitenkerkelijkheid Door huurcompensatie bedraagt loonverbetering al IV2 procent k: Kerkelijk Leven Wetenschappelijk bureau P.v.d.A. vóór rijkssubsidie bouw kerken Opgericht 1 maart 18d0 Vrijdag 17 juli 1959 Derde blad no. 29797 Olifantendieet „Wat gebeurt er op een top dag in de dierentuin?" Een van de abonnees van diergaarde „Blijdorp" wilde dat eens nauwkeurig uitzoeken. Hij vatte post bij een van de olifan ten, de oude gulzige Aida. Van het ogenblik af, dat Aida op het buitenterras kwam tot het mo ment, waarop ze 's avonds de stal binnenging, tekende hij nauwkeurig aan wat de olifant van de bezoekers te eten kreeg. Hij kwam tot het volgende re sultaat: 1706 maal pinda's, 198 hele bo terhammen, waarvan 16 belegd met ham, elf met kaas, 28 met hagelslag en 14 met suiker. Bo vendien 891 stukjes brood. Voorts 516 zuurtjes, 814 peper muntjes, toffees of dropjes, 811 koekjes of kaakjes, twee hele en vijf halve afgekloven ijsco's, 17 appels, 198 sinaasappelpartjes. Verder nog een balletje gehakt, een leren of kunstleren dames handschoen, 16 stukjes papier al dan niet met snoepjes, twee takken die waarschijnlijk in de tuin ergens waren afgerukt en als dessert een schoenve ter. Opgeteld komt dit ruw ge schat neer op niet minder dan 58 kg. eetbare waar. Dat is vol gens de directie precies evenveel als het normale zomerrantsoen van de olifanten, gras en hooi niet meegerekend, 's Winters, als er nauwelijks door het pu bliek ivordt gevoerd, krijgen ze 14 kg. meer. Zijn deze dieren 's zomers nu beter uit? Volgens de directie van „Blijdorp" zeker niet, want een deel van de verstrekte snoepjes wordt moeilijk ver teerd. terwijl het nauwkeurig uitgebalanceerde dieet van de dieren grondig in de war wordt gestuurd. En wat te denken van die bal gehakt voor een plan- tenetend dier, om van het pa pier, de handschoen en de schoenveter nu maar niet te spreken. Het voederen verbieden zou voor velen de attractie van het bezoek aan een dierentuin ver loren doen gaan. Er kan slechts op worden aangedrongen om met mate te voederen. Minister De Pons rekent Tweede Kamer voor: Subsidie voor prof. ten Have en dr. Faber De Nederlandse organisatie voor Zuiver-Wetenschappelijk Onder zoek heeft prof. dr. T. T. ten Have, hoogleraar in de sociale peda gogie aan de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam en dr. H. Faber, wetenschappelijk hoofdambtenaar aan de Rijksuniversiteit te Leiden en wonende te Wassenaar een subsidie verleend voor een onderzoek naar de oorzaken en het verloop der buitenkerkelijkheid. Dit onderzoek wordt zo breed opgezet, dat het representatief voor het Nederlandse volk zal zijn en dat het naar gehoopt wordt een inzicht zal geven in het thans zo ondoorzichtig geworden verloop van het kerkelijk leven. In een onderhoud vertelde dr. Faber, dat toen hij enige jaren geleden een on derzoek had gedaan naar het godsdien stig leven van psycho-somatische pa tiënten in de kliniek van het Wilhel- mina Gasthuis bij de Amsterdamse arts dr. J. Groen, het was hem opgevallen, dat deze mensen bepaalde gevoelens koesterden ten opzichte van de kerk en haar ambtsdragers. Deze gevoelens va rieerden van eerbied tot aversie en ran cune. Dit bracht hem er toe bij ZWO een subsidie aan te vragen om de so ciaal-psychologische aspecten der bui tenkerkelijkheid eens grondig te bestu deren, teneinde de achtergrond der be wuste gevoelens te leren kennen. ZWO liet hem echter weten, dat het Huma nistisch Verbond juist een subsidie aanvrage voor eenzelfde soort onder zoek had ingezonden en dat men zich nu op het bureau dezer organisatie af vroeg of een dergelijke enquete niet te combineren was en zelfs uitgebreid kon worden tot het Gereformeerde en Ka tholieke volksdeel. Dit gaf aanleiding tot een aantal besprekingen, waarvan het resultaat is geworden, dat er onder leiding van een curatorium een lande lijk onderzont naar de oorzaken en het verloop der buitenkerkelijkheid zal wor den ingesteld. In bedoeld curatorium hebben naast dr. Faber en prof. Ten Have zitting: prof. dr. J. P. Kruyt uit Utrecht, die indertijd reeds een disser tatie aan de buitenkerkelijkheid heeft gewijd, pater Goddijn namens het Ka tholiek Sociaal Kerkelijk Instituut en prof. dr. R. van Dijk, hoogleraar in de sociologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Bij het onderzoek zal allereerst nauw worden samengewerkt met de Stichting voor Statistiek te 's-Gravenhage. Deze instelling is op het ogenblik bezig met het opstellen van een „proefvragenlijst". Deze zal eerst op bruikbaarheid en waarde worden getest. Het ligt in de bedoeling, de vragen lijst aan een representatieve groep van de Nederlandse bevolking aan te bieden. In de tweede plaats zullen de levens geschiedenissen van plus minus 150 mensen worden verzameld. Het onderzoek, dat enige jaren du ren zal, strekt zich uit tot alle lagen en standen der maatschappij en de steden zijn er evenzeer bij betrokken als het agrarische- en het geïndus trialiseerde platteland. (Van onze parlementaire redacteur) De compensatie voor de huur- en melkprijsverhoging bedraagt 2.5 procent. Maar in werkelijkheid wordt in vele gevallen meer gegeven, omdat de 2.5 procent is gebaseerd op weeklonen van tenminste 160 tot 140 gulden. De arbeiders zullen als gevolg van de royale compen satie hun werkelijke inkomen daarom met tenminste anderhalf procent zien verbeteren. Aldus de minister van Economische Zaken, de heer J. W. de Pous, gisteren in de Tweede Kamer. Reële verbetering ongeveer 5V2 pet. De werkelijke (over-) compensatie voor de huur- en melkprijsverhoging leidt tot een stijging van de loonsom met 3.2 procent. Daarbij komt nog de verhoging van de kinderbijslag, die 0.8 procent van de loonsom uitmaakt. In totaal is dat vier procent. Daartegen over staan een stijging van de kosten van levensonderhoud als gevolg van de huurverhoging met 1.4 procent en een melkprijsstijging met 0.7 procent, te zamen dus 2.1 procent. Houdt men re kening met een doorberekening in de prijzen in enkele zwakke bedrijfstak ken, dan zou de stijging van de kosten van levensonderhoud in het kader van het compensatiecomplex ongeveer 2.5 procent bedragen. Er blijft dan nog al tijd over een gemiddelde werkelijke loonsverbetering van tenminste ander half procent. Maar daarbij blijft het niet, aldus minister De Pous, want dat is de loonstijging „zonder enige mu ziek", d.w.z. zonder dat daarbij het ef fect van de vrijere loonvorming in de beschouwing is betrokken. Daardoor zal het werknemersaandeel in het na tionale inkomen nog verbeteren, door dat de overige inkomenstrekkers iets afstaan aan de groep werknemers. Totaal 8 procent De nominale loonstijging over de ja ren 1959 en 1960 tezamen becijferde minister De Pous op in totaal 8 procent. De compensatie voor de huur- en melk prijsverhoging komt op 4 procent. Daarbij komt de verwerking van de huurbijslag -1957. Het effect hiervan op de loonsom is, indien in verschillen- Minister J. W. DE POUS .de uitkomst is 5/i procent. de bedrijfstakken niet tot volledige ver werking wordt overgegaan, ruim 1 pro cent. Voorts moet rekening worden ge houden met een aantal zelfstandige loonsverhogingen .die laag geschat voor beide jaren tezamen 3 procent zullen bedragen. Met zelfstandige loonsverho ging wordt bedoeld de loonstijging, die optreedt als gevolg van de verplaatsing van werkgelegenheid tussen de bedrijfs takken onderling, voorts als gevolg van de invoering van tariefsystemen, me rit-rating. prestatietoeslagen, winst deling. overwerkpremies .enz. In totaal bedraagt dan de loonstijging 4 plus 1 plus 3 is 8 procent. Rekening houdend met een stijging van de kosten van le vensonderhoud met 2.5 procent, resteert een werkelijke loonsverbetering met 5.5 procent. Voor 1959 en 1960 wordt de stijging van de produktiviteit per werknemer geraamd op 6.5 proeent. De bereken de nominale loonstijging van 8 pro eent gaat daar enigermate bovenuit. Er wordt dus op de stijging van de produktiviteit vooruitgelopen. Men moet er trouwens rekening meehou- den, dat de produktiviteitsontwikke- ling in de ene bedrijfstak vlugger verloopt dan elders. Daartoe is het ook verantwoord dat (zoals in het systeem van de vrijere loonvorming wordt beoogd) de werknemers delen in de gunstige resultaten van de zich snel ontwikkelende bedrijfstakken. Waarschuwing Het verbazend snel verloop van de conjuncturele ontwikkeling, de krach tige herleving van de bedrijvigheid, houdt echter weer het gevaar in van overbesteding. Er is reeds berekend, dat ook zonder de loonsverhogingen de po sitie van de betalingsbalans ongeveer 850 miljoen gulden slechter zou worden, ook als men rekening houdt met mee vallers en de grotere raming van de export. Elk procent loonsverhoging over de gehele linie verslechtert de beta lingsbalans met ongeveer 100 miljoen gufden. De ontwikkeling van de produktiviteit. van de betalingsbalans en van de in komensverhoudingen bieden echter een zekere speling voor de vrijere loonvor ming Alen mag deze speling echter niet overschatten, waarschuwde minister De Pous, omdat dit een gevaar zou opleve ren voor het economisch evenwicht. In de ene bedrijfstak zal er een wat rui mere mogelijkheid zijn dan in de an dere. Dat is het uitgangspunt van de vrijere loonvorming. Maar de econo mische ontwikkeling als geheel stelt een bovengrens. Gegeven de nominale loonstijging van 8 procent is de minis ter met enige zorg vervuld omtrent de economische mogelijkheden van de vrijere loonvorming. Zouden we door het economische leven gestelde grenzen overschrijden, dan leidt dit onvermij delijk tot prijsstijging met alle schade van dien voor de waarde van onze gul den ,voor de vergeten groepen en voor onze concurrentiepositie op de wereld markt. In ieder geval zullen de loonsverbe teringen in het kader van de vrijere loonvorming niet mogen leiden tot prijsstijgingen. In het midden- en kleinbedrijf zal in het algemeen vol gens de minister wel de ruimte aan wezig zijn de compenserende loonsver hogingen op te vangen door een ver groting van de omzet. Voor moeilijkhe den zal in overleg naar een oplossing in de betreffende sectoren worden ge zocht. Geen achterstand Telt men de verschillende loonsver- hogende factoren in 1959 en 1960 te zamen, dan komt men met uitsluiting van de invloed van de vrijere loonvor ming reeds tot een totale loonstijging van 8 procent. Wordt hierop in minde ring gebracht de stijging van de kosten van levensonderhoud door de huur- en melkprijsverhoging, dan blijft over een stijging van de werkelijke loonsom met 5.5 procent. Houdt men dan nog rekening met het effect van de vryere loonvorming, al dus concludeerde de heer De Pous, dan kan zeker niet van een achter stand in de loonontwikkeling worden gesproken. Integendeel. De lonen zul len in 1960 gemakkelijk een voor sprong op de gemiddelde inkomens ontwikkeling kunnen krijgen Tevens kan in het licht van deze cij fers onmogelijk staande worden gehou den dat een bepaalde groep (de huis eigenaren) wordt bevoordeeld ten kos te van de werknemers. In feite bete kent de huurverhoging een verschui ving binnen de categorie van zelfstan digen. Ruimte Minister Zijlstra onderstreepte dat do ruimte voor loonsverhoging moet wor den gevonden in de stijging van de pro duktiviteit. Indien de lonen daar bo venuitgaan, zien de ondernemers winst mogelijkheden, die verleiden tot grote investeringen, waarvoor het kapitaal dan echter niet aanwezig is. Minister J. ZIJLSTRA door stijging produktiviteit. Nadat minister Van Rooy (Sociale Zaken) had verklaard, dat de spelregels voor de vrijere loonvorming nog moe ten groeien, betoogde staatssecretaris Roolvink, dat het moeilijk valt uit te maken of er nog wel of niet een ach terstand in de lonen is door de beste dingsbeperking. De economische ruim te voor loonsverhoging zal per bedrijfs tak en o.-dememing zeer verschillend zijn en het valt dus niet te zeggen welk percentage loonsverhoging erin zit. Hij deed een beroep op het bedrijfsleven voor het slagen van de vrijere loonvor ming matiging te betrachten, opdat de loonsverhogingen werkelijke loonsver hogingen zijn en niet worden achter haald door prijsstijgingen. Minister Toxopeus (Binnenlandse Zaken) verklaarde, dat de extra loons verhoging voor het overheidspersoneel niet achteraf behoeft te komen. Zeer snel na het hei-zien van de eerste col lectieve arbeidsovereenkomsten zal het mogelijk zijn te bepalen hoe groot de extra loonsverhoging in het algemeen zal zijn. De gepensioneerde ambtenaren zullen weer een toeslag krijgen voor de huurverhoging. Voor dat de minister van Buiten landse Zaken van de Westduitse Bondsrepubliek, Von Brentano, zich aan ernstige zaken gaat wijden tijdens de ministersconferentie in óenève, zocht hij ontspanning op een wijnfeest in Heppenheim, waar hij een band leidde. NED. HERV. KERK: Beroepen, te Rotterdam .wljkgem. Prln- sekerk) (toez.) dr. G. Huls te Gouda. te Veessen (toez) J. Weernekes. vic. te Warnsveld. door de Gen. Synode als pred. voor buitengew. werkzaamh.) P. Verdam te Beetsterzwaag. te Hooge- veen W. Bloemendaal te Zevenhuizen. (Gr.) Aangenomen naar Streefkerk M. v. Rennes te Rouveen. Benoemd tot vic. te Capelle aan de IJssel I. Boot. prop. te Utrecht. Ds. J. Rlenstra, die sept. J.l. le raar werd aan het 6tedelijk gymnasium, de gem. HBS en de gem. middelb. meisjes school te Leeuwarden keert reeds thans weer naar de pastorie terug want hij heeft zich weer beroepbaar gesteld en het be roep naar Ureterp-Slegerswoude aange nomen, GEREF. KERKEN Benoemd tot hulppred. te Linschoten B. Hagenaar, as. em. pred. te Bolsward die deze benoeming ook aannam. CHR. GEREF. KERKEN Tweetal te Nieuwpoort B. Bij leveld te Noordeloos en P. v. Zonneveld, kand. te Bussum. Beroepen te Den Helder. T. Har der. kand. te Leeuwarden. te Leerdam DOOPSGEZ. BROEDERSCHAP Aangenomen naar Amsterdam (vac. dr. J. D. Dozy) H. D. Wlellnga te Dordrecht- Breda BAPT. GEMEENTEN Bedankt voor Almelo J. Ketelaar te Hoogezand Dr. E. Emmen naar Zuid- en Noord-Amerika Op 24 juli zal de secretaris-generaal van de Nederlandse Hervormde Kerk, dr. E. Emmen zich naar Sao Paulo in Brazilië begeven om daar de assemblee bij te wonen van de Wereldbond van Presbyteraanse Kerken, die om de vijf jaar, telkens in een ander land, gehou den wordt. Ook professor dr. A. J. Brinkhorst van de theologische faculteit te Brussel, zal namens de Ned. Herv- Kerk op de assemblee tegenwoordig zijn. Na afloop van de bijeenkomst in Sao Paulo zal dr. Emmen naar Rio de Janeiro gaan, waar het 100-jarig be staan van de Presbyteriaanse kerken in Brazilië gevierd zal worden. Daarna zal hij een bezoek brengen aan Suriname en Curasao, waar hij kennis zal nemen van de arbeid van de protestantse ge meenten, de Broedergemeente en de filantropische inrichtingen. Op 13 september zal hij tenslotte in de Ver. Staten de herdenking bijwonen van het 300-jarig bestaan van de Hei*v. Kerk in Kingston en van het 350-jarig bestaan van de Herv. Kerk in Albany. Predikant1 schoot in de roos... Het bestuur van een protestants kerkgenootschap in Verden (West- Duitsland) heeft de predikant Helmut Buck gevraagd zijn ontslag in te die nen, omdat hij zich liet kronen tot „schutterskoning", nadat hij bij een plaatselijke schietwedstrijd de eerste I prijs had gewonnen. De schietclub heeft daarna een reso lutie aangenomen, die naar de protes tantse bisschop van Hannover zal wor den gezonden. Hierin wordt gezegd, dat het tot aftreden dwingen van de pre- I dikant een inbreuk zou betekenen op 1 zijn constitutionele rechten als burger. De echte Engelse sigaret van distinctie en goede smaak Ook subsidie aan geestelijke organisaties De dr. Wiardi Beekman Stichting, het wetenschappelijk bureau van de P. v. d. A. heeft een rapport uitgegeven, waarin het vraagstuk van de overheids subsidie bij de bouw van kerken en bezinningscentra wordt behandeld. De samen stellers van het rapport zijn de heren mr. G. E. van Walsum (voorzitter), G. W. B. Borrie (secretaris), H. van Es, H. Molendijk, J. Reehorst, ds. L. H. Ruitenberg, dr. G. Stellinga, N. Stufkens en dr. Th. van Veen. Aanleiding tot het uitgeven van dit rapport was voor de stichting de publikatie van het rapport der Staats commissie-Sassen in april 1957, waarvan zü verwacht dat dit eerlang zal leiden tot het kenbaar maken van een regeringsstandpunt. FINANCIËLE NOODTOESTAND CONGRES JEHOVAH-GETUIGEN Enkele duizenden Jehovah-getuigen hebben gistermiddag in het Utrechtse stadion de opening van een vierdaags congres bijgewoond. De congresvoorzit ter, de heer F. Hartstang, sprak over het doel van dit congres. „Het zal ons helpen waakzaam te blijven", aldus spreker, „wij moeten op onze hoede blijven en de strikken van de duivel vermijden". De heer J. Nonkes sprak vervolgens over het onderwerp „Vol vertrouwen werken voor de prijs". In haar rapport komt de commissie van de Dr. Wiardi Beekman Stichting tot de conclusie dat een wettelijke rege ling voor de overheidssubsidie voor de bouw van kerken en bezinningscentra gewenst is en dat de rijksoverheid hier een primaire taak heeft te vervullen. Voor de PvdA is een discriminatie bij de betreffende subsidieregeling tussen de kerkgenootschappen en geestelijke organisaties op niet-godsdienstige grondslag onaanvaardbaar. Het is in strijd met het wezen van de overheid indien zjj zelf ten aanzien van de gods dienstige waarheidsvraag een standpunt zou innemen. Het rapport stelt als een eis van bil lijkheid en rechtvaardigheid dat zy, aie niet tot enig kerkgenootschap be horen. op overeenkomstige wijze door de overheid in staat worden gesteld hun geestelijk leven te ontplooien en te be vorderen. Uitdrukkelijk wordt daarom gesteld dat de rechtsgrond voor de over heid voor het verlenen van subsidies in de bouw van kerken, evenzo gesteld moet worden voor andere organisaties, die zich een bevordering van het gees telijk leven ten doel stellen, indien van hun kant subsidie wordt gevraagd voor de bouw van bezinningscentra. aanmerking komen, dan zal naast een minium totaal aantal leden van 10.000 leden, het genootschap een zeker aan tal jaren in de gemeente werkzaam moeten zijn. Te denken valt hierbij aan een periode van vijf tot tien jaren. Terwjjl de Commissie-Sassen alleen de kerkgenootschappen in de subsidie verlening betrekt, wordt in het WBS- rapport de voorkeur gegeven aan één algemene regeling waarin ook de subi- dieverlening aan niet-godsdienstige or ganisaties wordt geregeld. Hoewel de subsidiemethode van de Commissie-Sas sen inzake de „wettelijke stichtingskos- ten" wordt aanvaard, acht het WBS- rapport het voorgestelde percentage van 25 van de stichtingskosten op principiële gTonden onjuist. De WBS-commissie stelt derhalve voor in principe uit te gaan van een maximumbijdrage van 1/3 deel van de „wettelijke stichtingskos ten". Door een reeks van oorzaken zijn de kerken na de oorlog in grote financiële moeilijkheden geraakt. Was er reeds vóór de oorlog een aanzienlijke achter stand in kerkbouw, na 1945 hebben de snelle groei van onze bevolking en daarmee van de steden en dorpen, de styging van de bouwkosten, de uitbrei ding en verandering van de kerkelijke taken, de kerken voor zodanige finan ciële lasten geplaatst, dat ondanks vaak toegenomen offervaardigheid, voor vele kerkgenootschappen 'n financiële nood toestand is ontstaan. In het rapport van de Staatscommis sie-Sassen wordt een algemene regeling voorgesteld, waarbij de rijksoverheid in eerste instantie met de subsidieverle ning belast zal worden. De gemeenten en provincies zullen slechts bijdragen kunnen verlenen, indien zy aan de bouw bijzondere eisen stellen, waarmede ex- tra-lasten. zyn gemoeid. De Commissie-Sassen stelt voor een rijkssubsidie ten bedrage van 25 van de „wettelijke stichtingskosten" voor nieuw te bouwen kerken. Deze stich tingskosten, die ongeveer 10 tot 15 minder bedragen dan de werkelijke bouwkosten, worden bepaald op grond van objectieve normen, ontleend aan het bouwplan. SUBSIDIE TOT 1/3 In het WBS-rapport wordt een ver fijning voorgesteld van de algemene re geling, zoals in het rapport van de Com missie-Sassen naar voren wordt ge bracht. Wil een kerkgenootschap of geestelijke organisatie voor subsidie in OVERHEMDEN. Een ongelooflijk voordelige aan bieding in echt SAN FOR - poplin. Prima kwaliteit en onberispelijk gemaakt. Normale prijs 8 gulden. Nü als opruimings S,Un,,AUE MATEN (J'ip u yuiucu. LEIDEN: Haarlemmerstraat 25 ROTTERDAM: Korte Hoogstraat 11 Meent hk. Goudsesingel Katendr. Lagedijk hk. Dorpsweg West-Kruiskade 35

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 3