GROENTEN EN
FRUIT UIT EIGEN TUIN
WAAROM BEN IK TOCH
VERLIEFD OP MARIANNE?
Een Zoeklicht
ZATERDAG 2 7 JUNI
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 2
Een glas wijn onderiveg (VII)
PEINZERIJTJE IN COLLIOURE
OP DE BOEKENMARKT
De landwijn, die onze mede
werker Hans Alma op Paas
maandag dronk in Collioure aan
de Cóte Vermeille, was niet best,
maar toch kwam hU er tot een
soort liefdesverklaring aan Ma
rianne.
boven de Spaanse grens worden aan
geduid. De met wijngaarden bedekte
bergen dalen hier als roodbruine rot
sen steil in zee af, de zandstranden
zijn verleden tijd en men is aange
wezen op drie schilderachtige haven
tjes, waarvan Collioure veruit het be
koorlijkste is. Echter niet op Paas
maandag, wanneer straatjes en kaden
boordevol ééndagsgasten zijn. wanneer
claxons en luidsprekers de boventoon
voeren, alle parkeerplaatsen boordevol
zijn, en men in de restaurants slecht
en duur wordt bediend. En wanneer
dan bovendien nog de tramontane
waait.
Bij een slechte maaltijd, die me zes
gulden kostte, dronk ik „vin du pays",
een jonge open wijn uit het achter
land. dat de Roussilon heet: een van
de grote wijnschuren van Frankrijk.
Zulk een land wijntje kan in combina
tie met een pittige brok kaas en dat
onvolprezen Franse waterbrood een
lafenis zijn. In het roezemoezige café
in Collioure echter zat er een dofrood
wrangzurig vocht in mijn karafje, dat
me 'n kwade dronk bezorgde. En toch,
zo realiseerde ik me, ondanks lawaai,
ondanks auto's, ondanks infereieure
wijn. was ik niet boos op Marianne.
Mijn verliefdheid of noem het des
noods liefde bleek tegen een stootje
bestand. Dit was het ogenblik, dat ik
mijzelf de moeilijke vraag stelde:
waarom? Met een stompje potlood
noteerde ik voor de vuist weg op een
servetje, wat ik nu voor u overschrijf.
1. Je kunt 's ochtends vroeg met 'n
stokbrood van een meter onder je arm
je hotel binnengaan zonder dat ie
mand vreemd naar je kijkt.
2. Tot zelfs in de kleinste dorpjes
wordt je getroffen door „het grote ge
baar". door het monument, de barok
ke pomp. de ruimte van een plein, het
smeedijzeren hek rond de kerk.
En evenzeer bekoort me de artistie
ke nonchalance, waarmee de bewo
ners een mesthoop, een kapotte trac
tor of een urinoir tegen dat „grote
gebaar" plaatsen.
3. Nergens ter wereld vind je zulk
een variatie en zulk een rijkdom aan
landschappen en cultuurschatten.
Zelfs in Italië niet!
4. Tot zelfs in de kleinste gaten
staan hotelletjes, die de onverwacht
opduikende gast binnen het kwartier
een diner presenteren met zes gan
gen. die menigmaal culinaire verruk
kingen zijn.
5. De knappe, koket geklede meisjes
contrasteren hartverwarmend plesant
met de versleten grijze huizen van
hun stadje of dorp. die ondanks ver*
waarlozing en ouderdom, veel van hun
vroegere allure behielden.
6. En dan bovenal geldt voor mij
bet feit, dat de meeste Fransen nog
een restje individualiteit beeitten. Ze
zijn geen brokstukjes maatschappij,
die angstvallig volgens programma
handelen, die allen dezelfde genoe
gens en dezelfde smarten hebben. Ze
lijken nog op zelfstandig denkende
mensen met eigen gebaren, eigen kle
ding, eigen denkbeelden. Daarom zijn
ze vaak zo fotogeniek en daarom ook
voel je je in dit land werkelijk vrij:
je hoeft je immers niet nauwkeurig
aan te sluiten by wat de anderen
doen, want dat doet niemand- Marian
ne zit nog niet in 't keursiyf van het
comfortabele veramerikaniseerde le
ven. De tendens van de massafieatie
is helaas aanwezig denk aan
Jacques Tati's film „Mon oncle",
waarin hy de volgens modern stra
mien levende rU kaard belachelijk
maakte maar ze overheerst geluk
kig nog niet. Bijna ieder mens. byna
ieder dorpje heeft nog persooniykheid
en is daardoor boeiend. Ik idealiseer
die Franse samenleving niet, want
misère is er volop, maar in onze naar
de massafieatie afgiydende wereld
verlies ik myn hart aan een land
waar je nog een vrijstaand zelfstandig
denkend mens kunt zyn.
Zo peinsde ik by dat glas miserabele
wyn in Collioure.
sMiéfr-1 jü
Bruiloft in Collioure
(Van onze medewerker Hans Alma)
In Collioure aan de Vermiljoenen Kust klopte ik aan bij mijn
oprechte-ik om te vragen: hoe komt het toch, dat ik ondanks alles
zo verliefd op Marianne ben en blijf? Het was het juiste, het eerlijke
ogenblik, want „ondanks alles" lag me toen een tikkeltje zwaar op
de maag. U dient namelijk te weten, dat het Paasmaandag was, dat
de tramontana los was gebroken en dat ik de voorafgaande dagen de
200 km. kuststrook tussen Montpellier en de Spaanse grens had ver
kend. Deze feiten bijeengenomen hielden enige teleurstellende erva
ringen in zich besloten. Zo had ik om te beginnen wel enkele surprises
aan die voor mij onbekende kust verwacht. Na een bestudering van
de kaart had ik tevoren in mijn fantasie enige zeer karakteristieke
landschappen gezien, dank zij de aanwezigheid van de zee, de pal
achter het strand gelegen zoutmeren en de geleidelijk hellende bergen
daar weer achter. Al deze zaken bleken inderdaad aanwezig en ik
wil zelfs niet ontkennen dat de meren onder een goede wolkenlucht
een eigen schoonheid kunnen hebben, maar als totaliteit had dit
gebied iets onheilspellends voor me. Waar nog bij komt dat de als
paddestoelen uit het zeestrand verrijzende villa's me werkelijk deden
schrikken. Half moorse, lunaparkachtige bouwsels, zo schreeuwend
miserabel van architectuur, dat ze de respectabele Franse architect
toch wel het schaamrood op de kaken moeten jagen.
die in hun vakantie genoeg hebben
aan een azuren zee. warm zand en
een bruinbakkende zon, ontstond er
een trek naar de strook Montpellier-
Perpignan. Niet zo mooi, niet zo duur,
niet zo vol en niet zo snobistisch als
de roemruchte Rlvièra, maar even
zonnig en met stranden zo uitgestrekt
als nauwciyks ergons anders te vin-
Ontstellend lelijk
DEZE kust is de laatste jaren ont
dekt. Men kwam tot de conclusie
dat hier nog tientallen kilometers
lange stranden met prachtig zand on
geëxploiteerd lagen. En daar er ook
in Frankryk miljoenen mensen zyn,
Nico Wijnen. „De nacht gaat de
dag vooraf". BakkerDaamen.
Den Haag 1959.
Nico Wynen had zyn boek met
evenveel recht .,De nachtmerrie van
het verleden" kunnen noemen. Want
wat hij getekend heeft, zijn de spoken
van twee perioden van oorlog: van de
Spaanse burgeroorlog en van de con
centratiekampen.
Opvallend van effect is de compo
sitie van deze herinnering. De man
Pico heeft kans gezien zowel granaten
als verhongering te overleven en is in
Nederland terug. Is het een wonder,
dat zyn gruwelijke ervaringen hem
achtervolgen? Hy heeft in de Spaanse
loopgraven gestaan onder het vuur
der nationalisten. Een jonge koerier,
die juist de troep bereikt heeft, wordt
voor zyn ogen dodelijk getroffen. De
kapitein geeft Pico het zakboekje van
de dode Martin Machin met daarin
een koj-t dagboek. Pico verlaat het
gevechtsterrein niet zonder zelf ge
wond te worden. In een hospitaal
wordt hy verpleegd door een Spaans
meisje Maria. Ook haar levensge
schiedenis staat in dit boek, want als
de oorlog voorby is, zoekt Pico haar op
en zy vertelt hem van haar vlucht en
haar ontmoeting met Martin Machin.
Het adres van Maria heeft Pico ge
kregen van een Italiaanse verzets-
strydster. Beide vrouwen zyn in Neder
land terechtgekomen. Het laatste
hoofdstuk is een aangrijpend kamp
drama, dat terecht „In de Schaduw
van de Galg" heet.
Hoewel het toeval een grote rol
speelt in het samentreffen van de
dramatis personae, hindert dit toch
niet. Men kan zich voorstellen, dat
een en ander zo zou gebeuren en het
zwaartepunt ligt in dit boek toch in
Pico's hallucinerende herinneringen.
Een werkelijk zwak punt is evenwel
de scène in de Golden Dragon, die in
verhouding tot het verdere verloop
ook te lang is. Hier had Wijnen beter
gedaan het toeval een andere weg te
laten kiezen, opdat Teresa het adres
van Maria aan Pico kon geven.
Nachtkroeg taf reien zyn nu eenmaal
weinig opwindend meer en zy doen
naast de hoogtepunten van dit boek
eigenlijk kinderachtig aan. Dan is de
dvnamiek van het eerste hoofdstuk,
een soort proloog getiteld „De Vryheid
gaat gekleed in Feestneus", heel wat
beter op zyn plaats. Maar ondanks
deze zwakte raakt de lezer in de ban
van de indrukwekkende eenvoud,
waarmee de verschillende aspecten
van de mens in gevaar worden be
schreven.
Weldon Hill. „Uienhoofd".
Donker Rotterdam^1958.
Sommige schryvers hebben wel ver
schrikkelijk veel woorden nodig om
niet te kunnen verbergen, dat zy wei
nig te zeggen hebben. Hy mag dan de
vreemdsoortige bynaam van Uienhoofd
hebben, het leven van de Amerikaanse
jongeman Alvin Woods is weinig in
teressant. Hy is een werkstudent en
de zoon van een rondzwervende kap
per. Hij neemt dienst by de marine en
wordt op den duur een goede kok. Hij
heeft een meisje genaamd Jo, dat hem
plotseling pleegt weg te duwen net
„als hy voelde, dat ze zwak en gewil
lig werd" en hij had dus weinig reden
om ter wille van haar aan land te
blijven. Bij de kustwacht vindt Al na
aanvankelyke miskenning vriendschap
en waardering en een provoost, die er
met een roeiriem (bedoeld is riem of
roeispaan) op los te slaan. Als kok op
de „Skedeelia" komt een en ander op
zijn pootjes terecht, evenals later op
het schip „Legume". Daar schiet Al
nog een U-boot in de grond en treedt
als redder van de scheepseer op in
een fraude-kwestie. Tot slot trouwt
hy met de eens onwillige, doch thans
in zijn armen huilende Jo. 441 blad-
zydlen.
Gonne Kemp. „Diabolo". De
Torenlaan. Assen. z.j.
Dat het huweiyk met een bekende
pianist niet altyd vol harmonie is,
ervaart mevrouw Maria Falkhof. Zo'n
musicus komt gewoon niet op tijd
beneden voor de gebakken aardappe
len. Hij levert zyn bijdragen voor een
tydschrift niet vroeg genoeg in. Hy
neemt geen notitie van de stemmin
gen van zyn vrouw. Een vriend van
vroeger daagt aan de horizon op. Hij
is niet verliefd, maar „hy wist, dat hij
het worden kon", want hy hield niet
van lieve vrouwen. Waarmee hy by
Maria dus aan het juiste adres was.
Maar de niet-lieve Maria werpt zich
niet „in de vergetelheid, die Koen
haar geboden had". Gelukkig maar,
want plotseling staat mynheer Falk
hof, die op tournee was in Engeland,
voor haar neus en neemt haar meg.
Dat is dan wel iets. Weg met Koen en
een kind is het resultaat. Dan biykt
zowaar, dat onze pianist niets voelt
voor kinderbadjes. Maria verlaat met
kind en bad het huis van zulk een
ontaarde echtgenoot. Evenwel blykt
dat het óók niet te zyn en Maria keert
naar huis terug om haar zwoegende
musicus thee te brengen en zyn
nachtkus in ontvangst te nemen,
waarbij „allebei keken in de tyd, die
voor hen lag". Dat moet bepaald geen
opwekkend schouwspel geweest zyn.
CLARA EGG INK.
Klimmende aardbeienfoto Moerheim.
den zyn. En zo treft men dan thans
op acht, negen plaatsen aan deze kust
badplaatsjes in aanbouw aan, die me
door hun architectonische lelykheid
een rilling bezorgden.
D'E tweede moeilijkheid was de
tramontana. een broertje van de
mistral, die men in Avignon, in
Marseille en verder in de Provence
kent. Dus een venijnig harde, vry
koude en vasthoudende wind uit het
noorden onder een klare blauwe lucht,
die drie, zes of negen dagen blaast en
vrijwel op ieders zenuwen werkt. By
my werd het drie dagen en daar be
hoorde ook genoemde Paasmaandag
in Collioure bij. Dit ronduit kostelyke,
eeuwenoude plaatsje is het beginpunt
«i tevens het beste plekje van de
Cote Vermeille (Vermiljoenen Kust),
waarmee de laatste twintig kilometer
Hlllilllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll^
Het haventje van Collioure aan de Cóte Vermeille, dat steeds meer toeristen trekt.
van de winter wel beschermd
worden. De takken bindt men zo
veel mogelyk by elkaar en dan
rolt men er een dubbele rietmat
omheen; onder aan de voet
komt een dikke laag molm.
Klimmende aardbeien kunnen
ook in eigen tuin geweekt wor
den. Heeft U er nog niet van ge
hoord? Ik maak geen grapjes: ze
bestaan heus. U moet daarvoor
echter ook wel een zeer zonnig
plekje zoeken. Laat ze maar te
gen gaas opklimmen: dat gaat
uitstekend. Aanvankelyk dragen
ze net als gewone aardbeien,
doch later vormen ze ranken en
jonge plantjes en daarop kun
nen zich 's zomers nieuwe
vruchten ontwikkelen. Persoon-
lyk is deze nieuwe aanwinst mij
echter niet mee gevallen; mis
schien hebben andere liefhebbers
betere ervaringen en dan hoor
ik dat graag.
In de moestyn is het nu ook
een drukte van belang; de tuin
bonen zullen nu wel de vereiste
hoogte van ongeveer tachtig
centimeter bereikt hebben en
dan kan men de top wel uit elke
plant of elke scheut nemen. Op
die hoogte ontwikkelen zich nog
wel bloemen, doch bonen zullen
zich toch niet meer vormen. Bo
vendien zitten die toppen altijd
onder de luis en dus kan men
ze beter wegnemen.
G. KROM DIJK
inn^^
Op Uw v akantietochten naar
het zuiden van Europa heeft U
gesnoept van de vijgen; de kos
telijke vruchten, die daar zo
maar vrij in de natuur groeien,
zij het dan ook, dat ze daar wel
gepoot zijn. U weet waarschyn-
lijk niet, dat het heel goed mo
gelyk is in eigen tuin rype vij
gen te kweken, doch dan moe
ten ze wel een zeer zonnig en
beschut plekje hebben. Lang niet
iedere boomkweker zal U aan
een goede vijgenstruik kunnen
helpen, doch ze zyn in ieder ge
val in ons land wel te koop.
Probeer nu maar reeds een
adres machtig te worden. Vijgen
kan men U als leiboom leveren,
doch ook als struik. De vijg
zelf geeft de meeste rype vruch
ten als hy als leiboom tegen een
muur of schutting op het zui
den gekweekt kan worden, doch
dat is lastig voor de amateur
om te snoeien. De struikvorm is
voor een amateur-tuinier veel
gemakkelijker en als men daar
voor maar een zonnige en be
schutte plaats kan vinden, gaat
het uitstekend. U zult er echter
wel steeds op bedacht moeten
zyn, dat er licht en zon by kan
komen; takken die dus in het
hart van de struik zitten, zal
men zoveel mogelyk moeten zien
te verwijderen. Vygen zijn in
ons klimaat niet winterhard en
ze moeten dus voor het invallen
VIJOEN
foto
Turkenburg