Beleggingsclubs rijzen in Amerika als paddestoelen uit de grond FILMS PLASTI COLOR Economisch ongevaarlijkmaar moreel zeker niet onschuldig Ongunstige visserij in februari Opgericht 1 maart 1860 Zaterdag 27 juni 1959 Met „gokkers" is de beurs niet gebaat (Van onze financiële medewerker) Behalve voor beleggen in het groot, een metier dat tegenwoordig veel door beleggingsmaatschappijen wordt beoefend, is er de laatste jaren een niet minder sterke drang naar het beleggen „en detail". Vooral in Amerika is dit het geval en het geschiedt door de als padde stoelen uit de grond geschoten z.g. „beleggingsclubs", die wel het woord „belegging" in hun naam voeren, maar in werkelijkheid zijn gericht op speculatie en wel op een winstgevende speculatie, zoals overigens begrijpelijk is. Het beginsel is zeer eenvouclng. Een niet te groot aantal mensen komt over een maandelijks een bedrag van tien, twintig of meer dollar te storten en dat gezamenlijk te gaan beleggen, het liefst in fondsen die kans bieden op een spoedig koersavans. Deze vorm van collectieve belegging, dan wel specula tie, heeft ,als gezegd, in Amerika een enorme opgang gemaakt, zodat thans meer dan 10.000 van zulke clubs in Amerika „opereren", waarvan het me rendeel niet ouder is dan vijf jaar. Dit is een cijfer van januari 1958, toen deze clubs tezamen een belegd vermogen hadden van omstreeks 180 miljoen gul den. Ruim 3.200 van deze clubs hadden zich toen aangesloten bij de National Association of Investment Clubs. Te zamen hadden deze clubs 45.000 leden, waaruit blijkt dat de clubs klein zijn. Dit bevordert vanzelfsprekend de ge makkelijkheid van handelen en ook de gezelligheid. Dikwijls zijn de clubs sa mengesteld uit gelijkgezinde mensen, lieden van eenzelfde beroep of bedrijf, of van enzelfde kerkgenootschap dat kèn in Amerika kortom het gezellig heidselement speelt ook een belangrijke rol. Nu moge het aantal olubs, dat sinds begin januari 1958 bij de opgaande beurzen van de laatste tijd nog belang rijk zal zijn uitgebreid, groot lijken, maar het aantal mensen, dat daarbij betrokken is, is toch maar zeer gering ten opzichte van de totale bevolking van de V.S. en het kapitaal dat zij be strijken .verzinkt in het niet, vergele ken bij het in Wall Street roulerend kapitaal. Ook tegenover het aantal aandeel houders in de V-S. dat in 1952 ca. 6.5 miljoen bedroeg, in 1956 8.6 miljoen en dat sedertdien nog belangrijk zal zijn gestegen de president van Wall Street raamt het cijfer voor 1965 op 15 miljoen is het aantal leden van de beleggingsclub onbetekenend. Geen gevaar Enig gevaar leveren zij dus niet op en daar de inlagen over het algemeen ook beperkt bijven. lijkt het lid zijn van een beleggingsclub, afgezien van mogelijke principiële bezwaren, een onschuldige bezigheid. Er moet ech ter wel bij in het oog worden gehou den. dat de markt niet altijd kan blijven rijzen. In 1956/57 hebben dan ook vele beleggingsclubs het hoofd in de schoot moeten leggen door de ver liezen, die na de voorafgaande rijzing ontstonden. De éigenschap van de meeste beleggingsclubs is n.l., dat zij van tijd tot tijd overgaan tot potverte ren en geen of weinig reserves kwe ken voor het opvangen van dalingen. Dit was ook het geval in de twintiger jaren toen na de eerste wereldoorlog de koersen de pot uitrezen. De speculatie stak in allerlei vormen de kop op. In 1929 volgde de grote keurskracht, die velen geruïneerd heeft en ook snel het graf heeft gedolven voor de toen be staande beleggingsclubs. Men zal zich herinneren dat ook de Amsterdamse beurs enorme dalingen had te verwerken. Aandelen Philips b.v. die tot ca. 950% waren gestegen, stort ten in enkele dagen tijds in tot 750%, tuimelden al verder naar beneden en bereikten in 1931 een dieptepunt van 50 (vijftig)! De oorzaken en aanleidingen van deze slump willen wij hier laten rusten zij lagen voornamelijk in het buitenland maar het is toch goed zich te realiseren dat zo ergens, dan wel op de effectenbeurs 's werlds goed eb en vloed is. Aandelen Philips zijn hiervan een sterk voorbeeld, want than6, na zoveel jaren, noteert Philips weer bijna 700%, terwijl aandeelhouders in de vorm van claims e-d. bovendien nog vele extraat jes hebben ontvangen. De beleggingsclubs hebben thans de wind in de zeilen. De New Yorkse beurs komt .zij het af en toe met enige on derbreking, geregeld met hogere koer een af en zij is de recessie, die zij in omgekeerde richting ook hevig ver werkte. naar het lijkt geheel te boven. Als steeds zijn de koersen op de ver beterde winstmogelijkheden vooruitge lopen en men ziet nu dagelijks publica ties van stijgende winsten en dito divi denden, die het verhoogde koerspeil min of meer rechtvaardigen. Lusten en lasten In zulk een tijd floreren de beleg gingsclubs bij uistek en de dames en heren bestormen de effectenhandelaren om adviezen niet alleen, maar ook om gegevens die tot een zelfstandige beoor deling van fondsen kunnen leiden. Daar de omvang van de zaken van de beleg gingsclubs in het algemeen niet op weegt tegen de hoeveelheid werk die de commissionair ervan heeft adviseren, instrueren en administreren van effec- tenzaken kost zeer veel tijd wordt de groei in getal van deze clubs niet met pnverdeeld genoegen gadegeslagen. An derzijds maakt het vele mensen, die anders nooit met de beurs in aanraking zouden zijn gekomen, met beurszaken bekend en raken wat op het bezit van effecten ingesteld met alle lusten en lasten daaraan verbonden, kortom, zij worden min of meer „effeotenminded" en dit moet de beurshandel weer op de een of andere wijze ten goede komen. Vrouwenclubs Het is opvallend dat er ook clubs zijn, die uitsluitend uit vrouwen bestaan en dat deze clubs het nog lang niet het slechtste doen. De Amerikaanse zaken vrouw weet zeer wel wat zij doet en zij vat het lid zijn van een beleggingsclub 6erieus op. Trouwens, het aantal vrou welijke aandeelhoudrs is in Amerika, waar men alles statistisch vast weet te leggen, althans men gelooft dat, nog even groter dan dat van de mannelijke. Of het waar is dat het hiervan komt, dat Amerika een groot aantal rijke we duwen kent, die de door hun aan de managersziekte gestorven mannen na gelaten vermogens moeten beheren, wil len wij in het midden laten. Maar een feit is dat b.v. een groot deel van de aandelen der grote staalmaatschappij- en in handen van vrouwen is. Dichter bij publiek Overigens zijn het niet alleen de be leggingsclubs die aan de popularisering van aandelenbezit dienstbaar worden gemaakt. Spaarsystemen en groot scheepse reclames, die het begrip aan deelhouder-afnemer propageren, bren gen de beurs dichterbij het publiek. Ook is de financiële berichtgeving in Amerika veel uitgebreider en gedocu- menteerder dan in ons land. Het zal in Amerika beslist niet voorkomen dat een aandeelhouder na de zeer genoeg lijke) jaarvergadering niets, maar dan ook niets hoort totdat de tijd van een volgend jaarverslag is aangebroken en dan vaak ook nog zeer gebrekkig wordt ingelicht. Het systeem van kwartaalcij fers zoals bij ons alleen door de gro te bedrijven wordt toegepast en vaak ook nog omdat zij door notering aan buitenlandse beurzen daartoe gedwon gen zijn en van kwartaaldividenden, welk systeem wij hier niet kennen, is daar geheel ingeburgerd. Bij iedere emissie van aandelen wordt men voorts overstelpt met gegevens over de betrok ken maatschappij, de prospectussen vor men soms complete boekdelen. Positie der aandeelhouders Of men daar nu naar moet verlangen is een andere kwestie, maar een feit is dat de aandeelhouder in Amerika werkelijk wordt gezien en behandeld als medebezitter, deelhebber, in het bedrijf en ten onzent min of meer als een potkijkende geldverstrekker. Er valt overigens bij enkele bedrijven zo wel ten aanzien van de pers als van de aandeelhouders in dit opzicht een sterke verbetering te bespeuren, die tot navolging moge strekken. Popularisering van effeotenbezit zoekt men in ons land meer in het creëren van kleine coupures, dus in stukken met kleine nominale waarde (f 100, f 50.of ook wel f 20,maar wij hebben de indruk dat dit streven nog niet zo succesvol is. De effectenhandel zelf is er niet gebrand op, want de klei- coupures veroorzaken veel meer werk dan de verdiennste rechtvaardigt. Toch lijkt ons popularisering langs deze weg een veel gezonder, vooral mo reel veel gezonder verschijnsel dan het propageren van beleggingsclubs, die maar al te gauw ontaarden in specula tieclubs (met de nodige teleurstellin gen! En behalve dat zij het in Ameri ka hoogtij vierende materialisme ook hier meer en meer binnenvoeren, kun nen zij de beurs uiteindelijk meer kwaad dan goed doen. In elk geval is het van groot belang dat de clubs onder goed en deskundig beheer staan. De beurs kan niet bui ten een gezonde speculatie, maar met gokkers is zjj beslist niet gebaat. Dichte mist bij uitvaren en binnenkomen In de maand februari was het weer vrij gunstig voor de uitoefening van de visserij in de zuidelijke Noordzee en het Engelse Kanaal. In de erste helft ondervonden de in- en uitvarende schepen, wel hinder van dichte mist, maar op zee kon de visserij normaal worden uitge oefend. In de noordelijke Noordzee hadden de schepen in de tweede helft veelal briezig tot stormachtig weer, waardoor 4 tot 5 etmalen de visserij gestaakt moest worden. De treilvisserij op verse vis werd uit geoefend door 3 stoomtreilers en 57 mo- tortreilers/grote motorloggers. Deze schepen visten tussen 56°-30' NB. en 61°-30' NB. en tussen 1° W en 4°OL., waar makreel, koolvis, schelvis, kabel jauw, wijting en haring werden gevan gen. Door schrale visserij en matige vis- prjjzen waren de resultaten nog net lonend tot slecht. Slechts een beperkt aantal vaartuigen behaalde besommin gen van ruim f. 20.000. De hoogste reis- besomming werd behaald door een stoomtreiler met f. 27.786 na een reis van 12 dagen. De reisduren bedroegen 5 tot 16 dagen. Een 93-tal loggers viste tussen 53° N en 58°-30' N en tussen 2° O en 6° OL en ving schelvis, kabeljauw, makreel, wijting, schol, tong en tarbot. De resul taten waren, matig tot niet lonend, de reisduren bedroegen 3 tot 15 dagen. Een 19-tal kotters van 240 pk en meer viste bij de Bruine Bank, Westhole, Tea Kettle Hole, „P"-boeienlijn en Witte Bank, waar schol, tong, wijting kabel jauw en tarbot werd gevangen. De re sultaten waren bevredigend; de reisdu ren bedroegen 311 dagen. Door 103 kotters met een vermogen van minder dan 240 pk werd gevist van de gronden langs de Nederlandse kust tot de „P"-boeienlijn en Witte Bank. Evenals in de voorafgaande maand wa ren de vangsten schraal vooral op de oostelijke visgronden. De maandresul- taten waren matig tot niet lonend. De kotters, die op de kust visten had den door schrale visserij soms ongunstige uitkomsten. De haringtreilvisserij werd in de eerste helft van februari in de Ierse Zee uitge oefend door 3 motortreilers. De resul taten waren zó gering, dat deze schepen vóór medio februari de haringtreilvis serij aldaar beëindigden en overscha kelden op de verse vis-visserij in de noordelijke Noordzee. SPANVISSERIJ De haringspanvissers, werden in februari gehandicapt door veel mist, waardoor zij gemiddeld slechts één reisje per week konden maken. In de eerste week namen 20 spannen (40 schepen) aan de visserij deel, gevist werd tussen de gronden by Boulogne en West-Hinden. De gemiddelde week- besomming per span bedroeg f. 4700. In de tweede week lag deze op f. 3850. In de 3de week zakte de gemiddelde week- besomming tot f. 3150 per span. Er werd ook nog in span gevist nabij de silverpit. Hier werd geen haring gevangen, doch een mengelmoes van toters, bliek en sprot. De vangsten bedroegen 12.000 tot 30.000 kg. Een klein gedeelte kon in IJmuiden verkocht worden en de rest werd afgevoerd voor vismeelfabrikage. De laatste week van februari gaf nog goede resultaten voor 4 spannen, welke om de Zuid visten. De besommingen va rieerden van f. 6200 tot f. 10.000 per span. SPROTVISSERIJ Eind februari werd door een aantal kotters van het rayon noord op sprot gevist. De eerste dagen gaven gunstige resultaten, daarna was deze visserij niet meer lonend. In het rayon IJmuiden hebben ook enkele schepen de sprotvisserij uitge oefend. Er werden besommingen ge maakt van f. 1100 tot f. 5800. Vanuit Scheveningen en het rayon Zuid werd deze visserij ook nog door enkele vaar tuigen uitgeoefend. De resultaten waren matig tot slecht. De garnalenvisserij was deze maand alleen gunstig voor die vaartuigen, welke benoorden Terschelling visten. Deze visserij hield spoedig op en ver plaatste zich naar Texel, 's Nachts had men hier nog de beste resultaten. De weekbesommingen bedroegen f. 800 tot f. 3800. In IJmuiden werd een kleine hoeveelheid garnalen aangevoerd. In Scheveningen niets. Van het rayon Zuid hadden alleen de schepen van Veere en Vlissingen lonende resultaten. TOTALEN In totaal is door de treilschepen in februari een hoeveelheid van 7.677.845 kg vis (incl. haring) aangevoerd met een opbrengst van f. 4.683.455. In febr. 1958 waren de cijfers; 6.246.349 kg voor f. 4.061.020. IJmuiden had het leeuwe- deel met een aanvoer van 6.279.855 kg voor f. 3.844.398. (v.j. 5.083.942 kg op brengst f. 3.399.015). „Dwars door de hel" Adembenemende vuurgevechten Rex De vooral bij jonge meisjes nogal populaire acteur Victor Mature speelt de mannelijke hoofdrol in „Escort West", een typisch Amerikaanse film bij het zien waarvan men zich nauwelijks op zijn stoel durft te verroeren. Met niet minder dan drie vrouwen, onder wie zijn eigen (film) dochtertje, achter zich aan waagt hij het erop een groep rebel lerende Indianen te bestrijden en zelfs onschadelijk te maken. Een gewonde negersoldaat, aanvankelijk deel uitma kend van het kleine gezelschap, wordt jammer genoeg al vrij spoedig het slachtoffer van de bloeddorstige en goed gewapende bende. Edoch ook een der vrouwen de lastigste! overleeft de verschrikkelijke strijd niet; zij sterf kort voordat het bange avontuur teneinde looptHet verhaal, dat zich afspeelt in het Nevada van ongeveer een eeuw geleden, heeft wel een gelukkig slot: de vrouw, die overblijft, is n.l. bereid als VAIN DEZE WEEK: iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiy iiiiiiiiiiiiii Advertentie. ZILFA PLEET modern bestek j. HOOGERVORST Morsstraat 9 P. J. MAARTENSE Hoogstraat 6 Fa. A. J. MANDERSLOOT Donkersteeg 14 I. du PON Breestraat 89 V. ROSSEM du CHATTEL Breestraat 95 DRIESSEN De gemiddelde prijs voor verse haring was deze maand f. 0,35 per kg (v.j. f. 0,39), voor gezouten treilharing f. 0,43 (v.j. f. 0,44) voor verse makreel f. 0,38 (v.j. f. 0,31), voor schelvis f. 0,57 (v.j. f. 0,58), kabeljauw f. 0,70 (v.j. f. 0,70). De gemiddelde prijzen voor wijting, schol, tong en tarbot lagen alle lager dan in februari 1958 en deze waren resp. f. 0,25 (v.j. f. 0.34), f. 0,51 (v.j. f. 0,62), f. 2,94 (v.j. f. 3,27) en f. 1,43 (v.j. f. 1,70). IN- EN UITVOER Er werd deze maand veel gezouten haring geimporteerd uit Ierland (Dun- more) en Schotland (Stornoway). In to taal 9083 ka. en 322 Schotse vaten steur- haring. Dit zelfde geldt voor verse ha ring. In totaal 687.335 kg. Deze haring was mager en hoofdzakelijk ijle, iets dodig en van binnen geheel zwart. Van de aangevoerde verse haring werd slechts 1% van de aanvoer naar de vis- meelfabrieken gedirigeerd. De uitvoer van gezouten haring bedroeg in februari 1959 28.302 vaten van 100 kg netto tegen 38.875 vaten in februari 1958. De verzen ding vond onder meer plaats naar Bel gië. Denemarken, W.-Duitsland, Frank rijk en Saargebied, Israël, Italië en Noor wegen. Dit is de Spaanse „volkswagen", de P.T.V. Het wagentje heeft een tweetaktstmotor van II pk, drie ver snellingen en een maxin.nn, heid van 75 km. per uur. Het ge wicht bedraagt slechts 280 kg. Deze sierhji.c uiig up de weg heeft plaats voor drie personen. een liefhebbende moeder voor de kleine Abbey, het dochtertje van de held, te blijven zorgen. Bovendien heeft zij de vader van het kind intens lief! Aan deze rozegeur en maneschijn gaat zo als uit het bovenstaande wel blijkt veel ellende vooraf. Het aantal schoten dat gelost wordt is bijna niet te tellen en ondraaglijk is de spanning wanneer men elkaar bespiedt en besluipt. Voor de op namen in cinemascope werd de adem benemende achtergrond van de San Fernando vallei gebruikt. Men zal zich deze week in het Rex-theater dus niet behoeven te vervelen! „De naakte Ma ja" Drama uit Goya's leven Trianon ,,De naakte Maja" is de tekening van een dramatisch- romantische episode uit het leven van de geniale Spaanse schilder Francisco Goya (17461828), levend in de tijd toen de inquisitie hoogtij vierde. Premier Manuel Coydo vervolgt de ketters op wrede wijze. Koning Carlos be moeit zich liever niet met politieke zaken. Napoleon staat aan de grens en Coydo betoont zich een verrader. In de eerste plaats ligt het accent op de grote liefde tussen Goya en de 13e Hertogin van Alba, een schitterende schoonheid aan het hof, die zich niet alleen in de geest nauw tot elkaar ver want voelen. Goya is de schepper van imposante fresco's en portretten. Meer nog van gruwelijke en fantastische satirische verbeeldingen: zijn serie etsen „Capri- chos", vervaardigd na zijn dramatische liefdesverhouding met de Hertogin van Alba, bracht hem in conflict met de kerk, doch zij wist hem voor het ergste te behoeden: het loopt slechts met een „berisping" af. Wat Goya niet weet, maar aan het slot van de film te weten komt, is dat de Hertogin een einde maakte aan hun omgang, om Goya van de ondergang te redden. Coydo had hem bevolen naar Madrid terug te kerenhij weigerde per tinent. Goya wilde bij Mar blijven. Nu veinst zij liefde voor een ander. Dit maakt Goya tot een gebroken mens, maar doet hem uitgroeien tot een der meest grandioze kunstenaars, die de we reld ooit gekend heeft! De film brengt, na velerlei spannen de episoden, tenslotte de dramatische dood van de Hertogin van Alba. Coydo heeft deze door het toepassen van een langzaam werkend vergif weten te be werkstelligen. Goya's smart is onbeschrijfelijk.... Zijn afscheid van haar is wanhopig. In prachtige, stijlvolle kleuren is het gegeven op het scherm gebracht, met een beeldschone Ava Gardner als de Hertogin van Alba (ideaal gekozen voor deze rol!) en Anthony Franciosa als Goya in de hoofdrollen, onder sugges tieve regie van Henry Koster. Een beeld uit een praalzuchtige, tevens verschrikkelijke tijd gaat voor U leven. Een beeld ook van de tijd, waarin Goya zijn meesterwerken schiep en waarvan in deze film een indruk gegeven wordt. Zij het een, die op de enorme kunst waarde van zijn scheppingen, vanzelf sprekend niet het volle licht kon wer pen, doch er wel enig idee van geeft. Vele magistrale massascènes verhogen de uitermate boeiende impressies. Hoe vertel ik het mijn dochter? Voor de derde week Luxor Men kent ons oordeel over dit werk: als film niet sterk, maar als voorlichting over een belangrijk onder werp van veel betekenis. Vele ouders zijn naïef genoeg om te denken, dat zii hun opgroeiende dochter wel kénnen. Ten onrechte menen zij, dat informatie over een zo vitaal onderwerp als de oorsprong van het leven nog wel even wachten kan. Misschien zijn zij huiverig om dit punt aan te snijden. Totdat zij, te laat of bijna te laat, tot de ontdekking ko men, dat de slecht voorbereide jeugd het slachtoffer is geworden van ver keerde inlichtingen of van het totaal ontbreken daarvan. Welnu, deze film be tekent een ernstige waarschuwing, dat men de gevaren niet onderschatten mag. Een zeventienjarig meisje begaat een misstap en maakt dat nog erger door zich in te laten met een vrouwspersoon, dat de gevolgen van die misstap teniet wil doen. Op het nippertje wordt haar leven gered door een dokter-huisvriend, een krachtig propagandist van tijdige en degelijke voorlichting van de jeugd op seksueel terrein. Als film-in-de-film ziet men het geboorteproces, dat de toe schouwers met diepe bewondering ver vult. Ook deze aangrijpende passage, alsmede de waarschuwing tegen be paalde ziekten, zullen deze film onge twijfeld in de derde week van haar ver toning veel belangstelling doen trekken. De kabinetszitting van gisteren werd bijgewoond door de premier van de Nederlandse Antillende heer E. Jonckheer, de gevolmach tigd minister van Suriname, mr. Pos en de gevolmachtigd mi nister van de Ned. Antillen, de heer W. F. Af. Lampe. De foto toont minister-president De Quay in ge sprek met de heer Jonckheer (beiden zittend) in gezelschap van de heren Pos (links) en Lampe middenen minister De Pous (rechts). TRAAS F0L0ER EN KLEURADVIES POSTBUS 8032 - AMSTERDAM PLASTIC010R: hl kwaliteitspiodott van PIETER SCHOEN - ZAANDAM Het Donkozakkenlied Zoete romantiek in muzikale omlijsting Casino Zoals de titel al doet be grijpen .vervult het befaamde Donko- zakkenkoor onder leiding van de kleine vergrijsde, maar nog vitale Serge Jaroff een belangrijke functie in dit zoetige verhaaltje, waarin we louter en alleen vriendelijke en lieve mensen, en mensjes tegenkomen. Hoofdpersoon is een ziekelijk jongetje met een lief stemmetje dat gek is op het Kozakken- koor omdat him weemoedige liederen hem herinneren aan zijn gestorven Rus sische moeder. Maar de opwinding van de herinnering en dus ook de muziek zijn hem verboden door zijn sympa thieke jonge dokter. Deze kan de aan trekkelijke dochter van de gezellige pro fessor èn diens fraaie kliniek krijgen, maar de jeugdige arts geeft de voor keur aan de lieftallige pleegmoeder van het jongetje en een praktijk op het platteland. Maar voor hij zich die voorkeur be wust is bloeien en verwelken de roman ces snel tussen de lieflijke decors als toeristisohe prentbriefkaarten, die re gisseur Geza van Bolvary heeft uitgeko zen. En natuurlijk ziet de jonge Peter voldoende kansen om door het medi sche net te glippen teneinde het koor der uitgeweken Russen te horen. Het zangertje (Stefan Haar) laat zich trou wens zelf ook niet onbetuigd. Het is jammer, dat al die inspanningen hem noodlottig worden, maar het past goed bij de weeë romantiek en zoetige sen timentaliteit waarmee de geschiedenis rijkelijk is overgoten. De vlam en de pijl Meeslepende avonturen in middeleeuws Lombardije Lido Burt Lancaster en Virginia Mavo spelen in deze op-en-top roman tische film (in technicolor) de hoofd rollen. En daarmede zijn de voornaam ste ingrediënten van dit werk aange duid: een overvloed aan avontuur ge mengd met een dosis liefde. „De vlam en de pijl" is een echte „Wat ben ik toch een kluns"-film. want de staaltjes van durf. die de rebellen onder leiding van Dardo in Lombardije tegen het ge hate regime van Ulrich van Hesse on dernemen grenzen aan het ongelofe lijke. Dit werk komt voor de volle hon derd procent tegemoet aan de behoefte aan heldenverering, waaraan de gemid delde toeschouwer of hij het nu wil toegeven of niet zijn hart ophaalt. Dardo is een wonder van atletische be gaafdheid: hij schiet met pijl en boog dat het een lust is, op de degen is hij een meester, rossen op prachtige paar den is voor hem de gewoonste zaak van de wereld en, als het er tenslotte op aankomt, blijkt hij ook nog een uit stekend acrobaat. Het is natuurlijk vrij gemakkelijk een film als deze min of meer belachelijk te maken, want de romantische achtergrond, waarin alles natuurlijk op zijn pootjees terecht komt, heeft niet zo heel veel met de harde werkelijkheid te maken. Maar daar gaat het in een brok amusement als dit niet om: de hoofdzaak is dat de toeschouwer zich opgenomen voelt in de spanning van het verhaal. En aan spanning ontbreekt het bepaald niet in deze film vol meeslepende avonturen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 11