Beleggingsclubs rijzen in Amerika
als paddestoelen uit de grond
FILMS
PLASTI
COLOR
Economisch ongevaarlijkmaar
moreel zeker niet onschuldig
Ongunstige visserij in februari
Opgericht 1 maart 1860
Zaterdag 27 juni 1959
Met „gokkers" is de beurs niet gebaat
(Van onze financiële medewerker)
Behalve voor beleggen in het groot, een metier dat tegenwoordig
veel door beleggingsmaatschappijen wordt beoefend, is er de laatste
jaren een niet minder sterke drang naar het beleggen „en detail".
Vooral in Amerika is dit het geval en het geschiedt door de als padde
stoelen uit de grond geschoten z.g. „beleggingsclubs", die wel het
woord „belegging" in hun naam voeren, maar in werkelijkheid zijn
gericht op speculatie en wel op een winstgevende speculatie, zoals
overigens begrijpelijk is.
Het beginsel is zeer eenvouclng. Een
niet te groot aantal mensen komt over
een maandelijks een bedrag van tien,
twintig of meer dollar te storten en dat
gezamenlijk te gaan beleggen, het liefst
in fondsen die kans bieden op een
spoedig koersavans. Deze vorm van
collectieve belegging, dan wel specula
tie, heeft ,als gezegd, in Amerika een
enorme opgang gemaakt, zodat thans
meer dan 10.000 van zulke clubs in
Amerika „opereren", waarvan het me
rendeel niet ouder is dan vijf jaar. Dit
is een cijfer van januari 1958, toen deze
clubs tezamen een belegd vermogen
hadden van omstreeks 180 miljoen gul
den. Ruim 3.200 van deze clubs hadden
zich toen aangesloten bij de National
Association of Investment Clubs. Te
zamen hadden deze clubs 45.000 leden,
waaruit blijkt dat de clubs klein zijn.
Dit bevordert vanzelfsprekend de ge
makkelijkheid van handelen en ook de
gezelligheid. Dikwijls zijn de clubs sa
mengesteld uit gelijkgezinde mensen,
lieden van eenzelfde beroep of bedrijf,
of van enzelfde kerkgenootschap dat
kèn in Amerika kortom het gezellig
heidselement speelt ook een belangrijke
rol.
Nu moge het aantal olubs, dat sinds
begin januari 1958 bij de opgaande
beurzen van de laatste tijd nog belang
rijk zal zijn uitgebreid, groot lijken,
maar het aantal mensen, dat daarbij
betrokken is, is toch maar zeer gering
ten opzichte van de totale bevolking
van de V.S. en het kapitaal dat zij be
strijken .verzinkt in het niet, vergele
ken bij het in Wall Street roulerend
kapitaal.
Ook tegenover het aantal aandeel
houders in de V-S. dat in 1952 ca. 6.5
miljoen bedroeg, in 1956 8.6 miljoen en
dat sedertdien nog belangrijk zal zijn
gestegen de president van Wall
Street raamt het cijfer voor 1965 op 15
miljoen is het aantal leden van de
beleggingsclub onbetekenend.
Geen gevaar
Enig gevaar leveren zij dus niet op
en daar de inlagen over het algemeen
ook beperkt bijven. lijkt het lid zijn
van een beleggingsclub, afgezien van
mogelijke principiële bezwaren, een
onschuldige bezigheid. Er moet ech
ter wel bij in het oog worden gehou
den. dat de markt niet altijd kan
blijven rijzen. In 1956/57 hebben dan
ook vele beleggingsclubs het hoofd in
de schoot moeten leggen door de ver
liezen, die na de voorafgaande rijzing
ontstonden. De éigenschap van de
meeste beleggingsclubs is n.l., dat zij
van tijd tot tijd overgaan tot potverte
ren en geen of weinig reserves kwe
ken voor het opvangen van dalingen.
Dit was ook het geval in de twintiger
jaren toen na de eerste wereldoorlog de
koersen de pot uitrezen. De speculatie
stak in allerlei vormen de kop op. In
1929 volgde de grote keurskracht, die
velen geruïneerd heeft en ook snel het
graf heeft gedolven voor de toen be
staande beleggingsclubs.
Men zal zich herinneren dat ook de
Amsterdamse beurs enorme dalingen
had te verwerken. Aandelen Philips b.v.
die tot ca. 950% waren gestegen, stort
ten in enkele dagen tijds in tot 750%,
tuimelden al verder naar beneden en
bereikten in 1931 een dieptepunt van 50
(vijftig)! De oorzaken en aanleidingen
van deze slump willen wij hier laten
rusten zij lagen voornamelijk in het
buitenland maar het is toch goed
zich te realiseren dat zo ergens, dan wel
op de effectenbeurs 's werlds goed eb en
vloed is.
Aandelen Philips zijn hiervan een
sterk voorbeeld, want than6, na zoveel
jaren, noteert Philips weer bijna 700%,
terwijl aandeelhouders in de vorm van
claims e-d. bovendien nog vele extraat
jes hebben ontvangen.
De beleggingsclubs hebben thans de
wind in de zeilen. De New Yorkse beurs
komt .zij het af en toe met enige on
derbreking, geregeld met hogere koer
een af en zij is de recessie, die zij in
omgekeerde richting ook hevig ver
werkte. naar het lijkt geheel te boven.
Als steeds zijn de koersen op de ver
beterde winstmogelijkheden vooruitge
lopen en men ziet nu dagelijks publica
ties van stijgende winsten en dito divi
denden, die het verhoogde koerspeil
min of meer rechtvaardigen.
Lusten en lasten
In zulk een tijd floreren de beleg
gingsclubs bij uistek en de dames en
heren bestormen de effectenhandelaren
om adviezen niet alleen, maar ook om
gegevens die tot een zelfstandige beoor
deling van fondsen kunnen leiden. Daar
de omvang van de zaken van de beleg
gingsclubs in het algemeen niet op
weegt tegen de hoeveelheid werk die de
commissionair ervan heeft adviseren,
instrueren en administreren van effec-
tenzaken kost zeer veel tijd wordt de
groei in getal van deze clubs niet met
pnverdeeld genoegen gadegeslagen. An
derzijds maakt het vele mensen, die
anders nooit met de beurs in aanraking
zouden zijn gekomen, met beurszaken
bekend en raken wat op het bezit van
effecten ingesteld met alle lusten en
lasten daaraan verbonden, kortom, zij
worden min of meer „effeotenminded"
en dit moet de beurshandel weer op de
een of andere wijze ten goede komen.
Vrouwenclubs
Het is opvallend dat er ook clubs zijn,
die uitsluitend uit vrouwen bestaan en
dat deze clubs het nog lang niet het
slechtste doen. De Amerikaanse zaken
vrouw weet zeer wel wat zij doet en zij
vat het lid zijn van een beleggingsclub
6erieus op. Trouwens, het aantal vrou
welijke aandeelhoudrs is in Amerika,
waar men alles statistisch vast weet te
leggen, althans men gelooft dat, nog
even groter dan dat van de mannelijke.
Of het waar is dat het hiervan komt,
dat Amerika een groot aantal rijke we
duwen kent, die de door hun aan de
managersziekte gestorven mannen na
gelaten vermogens moeten beheren, wil
len wij in het midden laten. Maar een
feit is dat b.v. een groot deel van de
aandelen der grote staalmaatschappij-
en in handen van vrouwen is.
Dichter bij publiek
Overigens zijn het niet alleen de be
leggingsclubs die aan de popularisering
van aandelenbezit dienstbaar worden
gemaakt. Spaarsystemen en groot
scheepse reclames, die het begrip aan
deelhouder-afnemer propageren, bren
gen de beurs dichterbij het publiek.
Ook is de financiële berichtgeving in
Amerika veel uitgebreider en gedocu-
menteerder dan in ons land. Het zal in
Amerika beslist niet voorkomen dat
een aandeelhouder na de zeer genoeg
lijke) jaarvergadering niets, maar dan
ook niets hoort totdat de tijd van een
volgend jaarverslag is aangebroken en
dan vaak ook nog zeer gebrekkig wordt
ingelicht. Het systeem van kwartaalcij
fers zoals bij ons alleen door de gro
te bedrijven wordt toegepast en vaak
ook nog omdat zij door notering aan
buitenlandse beurzen daartoe gedwon
gen zijn en van kwartaaldividenden,
welk systeem wij hier niet kennen, is
daar geheel ingeburgerd. Bij iedere
emissie van aandelen wordt men voorts
overstelpt met gegevens over de betrok
ken maatschappij, de prospectussen vor
men soms complete boekdelen.
Positie der aandeelhouders
Of men daar nu naar moet verlangen
is een andere kwestie, maar een feit
is dat de aandeelhouder in Amerika
werkelijk wordt gezien en behandeld
als medebezitter, deelhebber, in het
bedrijf en ten onzent min of meer als
een potkijkende geldverstrekker. Er
valt overigens bij enkele bedrijven zo
wel ten aanzien van de pers als van
de aandeelhouders in dit opzicht een
sterke verbetering te bespeuren, die
tot navolging moge strekken.
Popularisering van effeotenbezit zoekt
men in ons land meer in het creëren
van kleine coupures, dus in stukken
met kleine nominale waarde (f 100,
f 50.of ook wel f 20,maar wij
hebben de indruk dat dit streven nog
niet zo succesvol is. De effectenhandel
zelf is er niet gebrand op, want de klei-
coupures veroorzaken veel meer werk
dan de verdiennste rechtvaardigt.
Toch lijkt ons popularisering langs
deze weg een veel gezonder, vooral mo
reel veel gezonder verschijnsel dan het
propageren van beleggingsclubs, die
maar al te gauw ontaarden in specula
tieclubs (met de nodige teleurstellin
gen! En behalve dat zij het in Ameri
ka hoogtij vierende materialisme ook
hier meer en meer binnenvoeren, kun
nen zij de beurs uiteindelijk meer
kwaad dan goed doen.
In elk geval is het van groot belang
dat de clubs onder goed en deskundig
beheer staan. De beurs kan niet bui
ten een gezonde speculatie, maar met
gokkers is zjj beslist niet gebaat.
Dichte mist bij uitvaren en binnenkomen
In de maand februari was het weer vrij gunstig voor de uitoefening
van de visserij in de zuidelijke Noordzee en het Engelse Kanaal. In
de erste helft ondervonden de in- en uitvarende schepen, wel hinder
van dichte mist, maar op zee kon de visserij normaal worden uitge
oefend. In de noordelijke Noordzee hadden de schepen in de tweede
helft veelal briezig tot stormachtig weer, waardoor 4 tot 5 etmalen de
visserij gestaakt moest worden.
De treilvisserij op verse vis werd uit
geoefend door 3 stoomtreilers en 57 mo-
tortreilers/grote motorloggers. Deze
schepen visten tussen 56°-30' NB. en
61°-30' NB. en tussen 1° W en 4°OL.,
waar makreel, koolvis, schelvis, kabel
jauw, wijting en haring werden gevan
gen. Door schrale visserij en matige vis-
prjjzen waren de resultaten nog net
lonend tot slecht. Slechts een beperkt
aantal vaartuigen behaalde besommin
gen van ruim f. 20.000. De hoogste reis-
besomming werd behaald door een
stoomtreiler met f. 27.786 na een reis
van 12 dagen. De reisduren bedroegen 5
tot 16 dagen.
Een 93-tal loggers viste tussen 53° N
en 58°-30' N en tussen 2° O en 6° OL
en ving schelvis, kabeljauw, makreel,
wijting, schol, tong en tarbot. De resul
taten waren, matig tot niet lonend, de
reisduren bedroegen 3 tot 15 dagen.
Een 19-tal kotters van 240 pk en meer
viste bij de Bruine Bank, Westhole, Tea
Kettle Hole, „P"-boeienlijn en Witte
Bank, waar schol, tong, wijting kabel
jauw en tarbot werd gevangen. De re
sultaten waren bevredigend; de reisdu
ren bedroegen 311 dagen.
Door 103 kotters met een vermogen
van minder dan 240 pk werd gevist van
de gronden langs de Nederlandse kust
tot de „P"-boeienlijn en Witte Bank.
Evenals in de voorafgaande maand wa
ren de vangsten schraal vooral op de
oostelijke visgronden. De maandresul-
taten waren matig tot niet lonend.
De kotters, die op de kust visten had
den door schrale visserij soms ongunstige
uitkomsten.
De haringtreilvisserij werd in de eerste
helft van februari in de Ierse Zee uitge
oefend door 3 motortreilers. De resul
taten waren zó gering, dat deze schepen
vóór medio februari de haringtreilvis
serij aldaar beëindigden en overscha
kelden op de verse vis-visserij in de
noordelijke Noordzee.
SPANVISSERIJ
De haringspanvissers, werden in
februari gehandicapt door veel mist,
waardoor zij gemiddeld slechts één reisje
per week konden maken.
In de eerste week namen 20 spannen
(40 schepen) aan de visserij deel, gevist
werd tussen de gronden by Boulogne en
West-Hinden. De gemiddelde week-
besomming per span bedroeg f. 4700. In
de tweede week lag deze op f. 3850. In
de 3de week zakte de gemiddelde week-
besomming tot f. 3150 per span. Er werd
ook nog in span gevist nabij de silverpit.
Hier werd geen haring gevangen, doch
een mengelmoes van toters, bliek en
sprot. De vangsten bedroegen 12.000 tot
30.000 kg. Een klein gedeelte kon in
IJmuiden verkocht worden en de rest
werd afgevoerd voor vismeelfabrikage.
De laatste week van februari gaf nog
goede resultaten voor 4 spannen, welke
om de Zuid visten. De besommingen va
rieerden van f. 6200 tot f. 10.000 per
span.
SPROTVISSERIJ
Eind februari werd door een aantal
kotters van het rayon noord op sprot
gevist. De eerste dagen gaven gunstige
resultaten, daarna was deze visserij niet
meer lonend.
In het rayon IJmuiden hebben ook
enkele schepen de sprotvisserij uitge
oefend. Er werden besommingen ge
maakt van f. 1100 tot f. 5800. Vanuit
Scheveningen en het rayon Zuid werd
deze visserij ook nog door enkele vaar
tuigen uitgeoefend. De resultaten waren
matig tot slecht.
De garnalenvisserij was deze maand
alleen gunstig voor die vaartuigen,
welke benoorden Terschelling visten.
Deze visserij hield spoedig op en ver
plaatste zich naar Texel, 's Nachts had
men hier nog de beste resultaten. De
weekbesommingen bedroegen f. 800 tot
f. 3800. In IJmuiden werd een kleine
hoeveelheid garnalen aangevoerd. In
Scheveningen niets. Van het rayon Zuid
hadden alleen de schepen van Veere en
Vlissingen lonende resultaten.
TOTALEN
In totaal is door de treilschepen in
februari een hoeveelheid van 7.677.845 kg
vis (incl. haring) aangevoerd met een
opbrengst van f. 4.683.455. In febr. 1958
waren de cijfers; 6.246.349 kg voor
f. 4.061.020. IJmuiden had het leeuwe-
deel met een aanvoer van 6.279.855
kg voor f. 3.844.398. (v.j. 5.083.942 kg op
brengst f. 3.399.015).
„Dwars door de hel"
Adembenemende
vuurgevechten
Rex De vooral bij jonge meisjes
nogal populaire acteur Victor Mature
speelt de mannelijke hoofdrol in „Escort
West", een typisch Amerikaanse film bij
het zien waarvan men zich nauwelijks
op zijn stoel durft te verroeren. Met niet
minder dan drie vrouwen, onder wie
zijn eigen (film) dochtertje, achter zich
aan waagt hij het erop een groep rebel
lerende Indianen te bestrijden en zelfs
onschadelijk te maken. Een gewonde
negersoldaat, aanvankelijk deel uitma
kend van het kleine gezelschap, wordt
jammer genoeg al vrij spoedig het
slachtoffer van de bloeddorstige en goed
gewapende bende. Edoch ook een der
vrouwen de lastigste! overleeft de
verschrikkelijke strijd niet; zij sterf kort
voordat het bange avontuur teneinde
looptHet verhaal, dat zich afspeelt
in het Nevada van ongeveer een eeuw
geleden, heeft wel een gelukkig slot: de
vrouw, die overblijft, is n.l. bereid als
VAIN DEZE WEEK:
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiy
iiiiiiiiiiiiii
Advertentie.
ZILFA PLEET
modern bestek
j. HOOGERVORST
Morsstraat 9
P. J. MAARTENSE
Hoogstraat 6
Fa. A. J. MANDERSLOOT
Donkersteeg 14
I. du PON
Breestraat 89
V. ROSSEM du CHATTEL
Breestraat 95 DRIESSEN
De gemiddelde prijs voor verse haring
was deze maand f. 0,35 per kg (v.j.
f. 0,39), voor gezouten treilharing f. 0,43
(v.j. f. 0,44) voor verse makreel f. 0,38
(v.j. f. 0,31), voor schelvis f. 0,57 (v.j.
f. 0,58), kabeljauw f. 0,70 (v.j. f. 0,70).
De gemiddelde prijzen voor wijting,
schol, tong en tarbot lagen alle lager
dan in februari 1958 en deze waren
resp. f. 0,25 (v.j. f. 0.34), f. 0,51 (v.j.
f. 0,62), f. 2,94 (v.j. f. 3,27) en f. 1,43 (v.j.
f. 1,70).
IN- EN UITVOER
Er werd deze maand veel gezouten
haring geimporteerd uit Ierland (Dun-
more) en Schotland (Stornoway). In to
taal 9083 ka. en 322 Schotse vaten steur-
haring. Dit zelfde geldt voor verse ha
ring. In totaal 687.335 kg. Deze haring
was mager en hoofdzakelijk ijle, iets
dodig en van binnen geheel zwart.
Van de aangevoerde verse haring werd
slechts 1% van de aanvoer naar de vis-
meelfabrieken gedirigeerd. De uitvoer
van gezouten haring bedroeg in februari
1959 28.302 vaten van 100 kg netto tegen
38.875 vaten in februari 1958. De verzen
ding vond onder meer plaats naar Bel
gië. Denemarken, W.-Duitsland, Frank
rijk en Saargebied, Israël, Italië en Noor
wegen.
Dit is de Spaanse „volkswagen",
de P.T.V. Het wagentje heeft een
tweetaktstmotor van II pk, drie ver
snellingen en een maxin.nn,
heid van 75 km. per uur. Het ge
wicht bedraagt slechts 280 kg.
Deze sierhji.c uiig up de weg
heeft plaats voor drie personen.
een liefhebbende moeder voor de kleine
Abbey, het dochtertje van de held, te
blijven zorgen. Bovendien heeft zij de
vader van het kind intens lief! Aan
deze rozegeur en maneschijn gaat zo
als uit het bovenstaande wel blijkt veel
ellende vooraf. Het aantal schoten dat
gelost wordt is bijna niet te tellen en
ondraaglijk is de spanning wanneer men
elkaar bespiedt en besluipt. Voor de op
namen in cinemascope werd de adem
benemende achtergrond van de San
Fernando vallei gebruikt. Men zal zich
deze week in het Rex-theater dus niet
behoeven te vervelen!
„De naakte Ma ja"
Drama uit Goya's leven
Trianon ,,De naakte Maja"
is de tekening van een dramatisch-
romantische episode uit het leven
van de geniale Spaanse schilder
Francisco Goya (17461828),
levend in de tijd toen de inquisitie
hoogtij vierde. Premier Manuel
Coydo vervolgt de ketters op
wrede wijze. Koning Carlos be
moeit zich liever niet met politieke
zaken. Napoleon staat aan de
grens en Coydo betoont zich een
verrader.
In de eerste plaats ligt het accent op
de grote liefde tussen Goya en de 13e
Hertogin van Alba, een schitterende
schoonheid aan het hof, die zich niet
alleen in de geest nauw tot elkaar ver
want voelen.
Goya is de schepper van imposante
fresco's en portretten. Meer nog van
gruwelijke en fantastische satirische
verbeeldingen: zijn serie etsen „Capri-
chos", vervaardigd na zijn dramatische
liefdesverhouding met de Hertogin van
Alba, bracht hem in conflict met de
kerk, doch zij wist hem voor het ergste
te behoeden: het loopt slechts met een
„berisping" af.
Wat Goya niet weet, maar aan het
slot van de film te weten komt, is dat de
Hertogin een einde maakte aan hun
omgang, om Goya van de ondergang te
redden. Coydo had hem bevolen naar
Madrid terug te kerenhij weigerde per
tinent. Goya wilde bij Mar blijven. Nu
veinst zij liefde voor een ander. Dit
maakt Goya tot een gebroken mens,
maar doet hem uitgroeien tot een der
meest grandioze kunstenaars, die de we
reld ooit gekend heeft!
De film brengt, na velerlei spannen
de episoden, tenslotte de dramatische
dood van de Hertogin van Alba. Coydo
heeft deze door het toepassen van een
langzaam werkend vergif weten te be
werkstelligen.
Goya's smart is onbeschrijfelijk....
Zijn afscheid van haar is wanhopig.
In prachtige, stijlvolle kleuren is het
gegeven op het scherm gebracht, met
een beeldschone Ava Gardner als de
Hertogin van Alba (ideaal gekozen voor
deze rol!) en Anthony Franciosa als
Goya in de hoofdrollen, onder sugges
tieve regie van Henry Koster.
Een beeld uit een praalzuchtige, tevens
verschrikkelijke tijd gaat voor U leven.
Een beeld ook van de tijd, waarin Goya
zijn meesterwerken schiep en waarvan
in deze film een indruk gegeven wordt.
Zij het een, die op de enorme kunst
waarde van zijn scheppingen, vanzelf
sprekend niet het volle licht kon wer
pen, doch er wel enig idee van geeft.
Vele magistrale massascènes verhogen
de uitermate boeiende impressies.
Hoe vertel ik het
mijn dochter?
Voor de derde week
Luxor Men kent ons oordeel over
dit werk: als film niet sterk, maar als
voorlichting over een belangrijk onder
werp van veel betekenis. Vele ouders zijn
naïef genoeg om te denken, dat zii hun
opgroeiende dochter wel kénnen. Ten
onrechte menen zij, dat informatie over
een zo vitaal onderwerp als de oorsprong
van het leven nog wel even wachten
kan. Misschien zijn zij huiverig om dit
punt aan te snijden. Totdat zij, te laat
of bijna te laat, tot de ontdekking ko
men, dat de slecht voorbereide jeugd
het slachtoffer is geworden van ver
keerde inlichtingen of van het totaal
ontbreken daarvan. Welnu, deze film be
tekent een ernstige waarschuwing, dat
men de gevaren niet onderschatten mag.
Een zeventienjarig meisje begaat een
misstap en maakt dat nog erger door
zich in te laten met een vrouwspersoon,
dat de gevolgen van die misstap teniet
wil doen. Op het nippertje wordt haar
leven gered door een dokter-huisvriend,
een krachtig propagandist van tijdige en
degelijke voorlichting van de jeugd op
seksueel terrein. Als film-in-de-film
ziet men het geboorteproces, dat de toe
schouwers met diepe bewondering ver
vult. Ook deze aangrijpende passage,
alsmede de waarschuwing tegen be
paalde ziekten, zullen deze film onge
twijfeld in de derde week van haar ver
toning veel belangstelling doen trekken.
De kabinetszitting van gisteren
werd bijgewoond door de premier
van de Nederlandse Antillende
heer E. Jonckheer, de gevolmach
tigd minister van Suriname, mr.
Pos en de gevolmachtigd mi
nister van de Ned. Antillen, de heer
W. F. Af. Lampe. De foto toont
minister-president De Quay in ge
sprek met de heer Jonckheer
(beiden zittend) in gezelschap van
de heren Pos (links) en Lampe
middenen minister De Pous
(rechts).
TRAAS F0L0ER EN KLEURADVIES
POSTBUS 8032 - AMSTERDAM
PLASTIC010R: hl kwaliteitspiodott
van PIETER SCHOEN - ZAANDAM
Het Donkozakkenlied
Zoete romantiek in
muzikale omlijsting
Casino Zoals de titel al doet be
grijpen .vervult het befaamde Donko-
zakkenkoor onder leiding van de kleine
vergrijsde, maar nog vitale Serge
Jaroff een belangrijke functie in dit
zoetige verhaaltje, waarin we louter en
alleen vriendelijke en lieve mensen,
en mensjes tegenkomen. Hoofdpersoon
is een ziekelijk jongetje met een lief
stemmetje dat gek is op het Kozakken-
koor omdat him weemoedige liederen
hem herinneren aan zijn gestorven Rus
sische moeder. Maar de opwinding van
de herinnering en dus ook de muziek
zijn hem verboden door zijn sympa
thieke jonge dokter. Deze kan de aan
trekkelijke dochter van de gezellige pro
fessor èn diens fraaie kliniek krijgen,
maar de jeugdige arts geeft de voor
keur aan de lieftallige pleegmoeder van
het jongetje en een praktijk op het
platteland.
Maar voor hij zich die voorkeur be
wust is bloeien en verwelken de roman
ces snel tussen de lieflijke decors als
toeristisohe prentbriefkaarten, die re
gisseur Geza van Bolvary heeft uitgeko
zen.
En natuurlijk ziet de jonge Peter
voldoende kansen om door het medi
sche net te glippen teneinde het koor
der uitgeweken Russen te horen. Het
zangertje (Stefan Haar) laat zich trou
wens zelf ook niet onbetuigd. Het is
jammer, dat al die inspanningen hem
noodlottig worden, maar het past goed
bij de weeë romantiek en zoetige sen
timentaliteit waarmee de geschiedenis
rijkelijk is overgoten.
De vlam en de pijl
Meeslepende avonturen in
middeleeuws Lombardije
Lido Burt Lancaster en Virginia
Mavo spelen in deze op-en-top roman
tische film (in technicolor) de hoofd
rollen. En daarmede zijn de voornaam
ste ingrediënten van dit werk aange
duid: een overvloed aan avontuur ge
mengd met een dosis liefde. „De vlam
en de pijl" is een echte „Wat ben ik
toch een kluns"-film. want de staaltjes
van durf. die de rebellen onder leiding
van Dardo in Lombardije tegen het ge
hate regime van Ulrich van Hesse on
dernemen grenzen aan het ongelofe
lijke. Dit werk komt voor de volle hon
derd procent tegemoet aan de behoefte
aan heldenverering, waaraan de gemid
delde toeschouwer of hij het nu wil
toegeven of niet zijn hart ophaalt.
Dardo is een wonder van atletische be
gaafdheid: hij schiet met pijl en boog
dat het een lust is, op de degen is hij
een meester, rossen op prachtige paar
den is voor hem de gewoonste zaak
van de wereld en, als het er tenslotte
op aankomt, blijkt hij ook nog een uit
stekend acrobaat. Het is natuurlijk vrij
gemakkelijk een film als deze min of
meer belachelijk te maken, want de
romantische achtergrond, waarin alles
natuurlijk op zijn pootjees terecht
komt, heeft niet zo heel veel met de
harde werkelijkheid te maken. Maar
daar gaat het in een brok amusement
als dit niet om: de hoofdzaak is dat de
toeschouwer zich opgenomen voelt in de
spanning van het verhaal. En aan
spanning ontbreekt het bepaald niet in
deze film vol meeslepende avonturen.