er in
De floristen bleven met onverkochte
voorraden zitten, er werden dan ook
grote verliezen geleden en de eendags-
rijken, ofwel: de sotten, die haer
hoven bouwden voor één bloeme, en
anders geenwaren gedwongen
naar hun eenvoudiger levensstaat te
rug te keren.
Teelt ging voort
In 1554 zond dc Oostenrijkse ambassadeur In
Turkije zeer belangrijk nieuws naar huis» Ogier
Ghislain de Busbecq schreef naar Wenen, dat hij
in de buurt van Adrianopel bloemen had gezien
van een soort, die de Turken reeds jaren kweek
ten en door hen „lale" werd genoemd, maar in
Europa niet bekend was. Deze exotische „won
derbloem" viel op door haar schitterende kleuren
en de variatie waarin zij voorkwam. De „ontdek
king" van Busbecq had tot gevolg, dat al spoedig
het zaad van deze bloem in Europese bodem wor
tel schoot en in 1560 bloeide dan ook in ons land
de eerste tulp.
In Rotterdam wordt nu op hetzelfde terrein
waarop eens de E 55 werd gehouden 40 ha. grond
rijp gemaakt voor de Floriade 1960. Daar wordt
thans een bloementuin, een lusthof-voor-de-ogen
aangelegd, niet alleen ter gelegenheid van het
historisch feit: vierhonderd jaar geleden kwam de
eerste tulp in ons land, maar meer nog om het be
langrijke resultaat, het gevolg van één ingevoerd
Turks tulpezaadje: Vier eeuwen bloembollen
cultuur!!
Er is in deze vier eeuwen waarlijk geen andere
bloem te vinden, die zozeer de aandacht heeft ge
boeid door haar onuitputtelijke verscheidenheid,
uitgebreide sortering en onbeperkte kleuren-
variatie als juist de tulp. De eeuwen door hebben
kwekers en bloemenliefhebbers zich hierover ver
baasd en nog altijd is de tulp dé bloem onder de
tuinbloemen. Geheel anders dan de hyacint, die
toch tegelijk met de tulp in ons land kwam, maar
pas in de 17de eeuw populair werd en later zelfs
een tijdlang „modebloem" was. Maar de geurende
hyacint, in vakkringen protserig, stijf en eentonig
genoemd, mist nu eenmaal elke geheimzinnigheid,
en ookeen geschiedenis, waardoor een kun
stenaar zou kunnen worden geïnspireerd.
Ook zieke tulpen kunnen mooi zijn
De tulp daarentegen heeft de eeuwen door onverdeeld de aandacht getrokken,
en schrijvers, dichters en schilders vonden hierbij de inspiraties voor hun wer
ken. De roman „La tulipe noire" van Alexander Dumas en de toneelstukken
„L'admiral" van Norman en „La fleur merveilleurs" van Miquel Zamacois zijn
hiervan een voorbeeld. Schilders als Jan Brueghel en Hendrick Pot, Geröme en
Koster legden de bonte kleuren op het witte linnen vast. En het hart van de
schrijver Quérido sprak toen hij eens bloeiende tulpen op de uitgestrekte velden
tussen duinen en polderland zag en toen schreef: „....een felle duizel van
kleuren, een tulpenbrand, die het land te schroeien lei in laaiende kleuren.
Maar hoevelen onder ons zagen wel
licht zelf op een zonnige voorjaarsdag
't kleurige tafereel van honderddui
zenden bloeiende tulpen, die één le
vende kleurkreet vormen, wanneer de
felle kleurvlakken scherp afsteken te
gen de ijle lucht in? Het is dan by het
zien van de bloemige produkten van
eigen bodem moeilijk om zich voor te
stellen, dat er in ons land meer dan
vier eeuwen geledengeen enkele
tulp bloeide! Ongelofelijk ook, dat er
later in ons land mensen waren, die
voor één enkele tulpebol duizenden
guldens over hadden. Vreemd, dat on
ze kwekers meer dan drieeneenhalve
eeuw lang onbekommerd tulpen kweek
ten, die werden beschouwd als het
hoogst bereikbare in de tulpenteelt,
dochziek waren! En wonderlijk is
ook de historie van de tulp in ons
land, welke ongetwijfeld is begonnen
bij de Turk, die vierhonderd jaar ge
leen het eerste zaad tussen zijn vin
gers liet glijden!
Eigenaardig smakende uien
Maar, hoe kwam de eerste tulp in
ons land? Is het inderdaad waar, dat
in de hoven en tuinen van de middel
eeuwse kastelen en kloosters tussen
het bonte flora van sneeuwklokjes,
krokussen en winteraconieten de al
lereerste tulpen moeten hebben ge
bloeid? Of zou de Amsterdamse apo
theker Walich Ziwertsz de tulp naar
ons land hebben gebracht? Had wel
licht Busbecq reeds zoveel relaties,
dat door zijn toedoen de tulp in Ne
derland kwam? Of is er enig verband
met het feit, dat in 1559 in de tuin
van een bankier te Augsburg de eerste,
scharlaken rode tulp gesignaleerd
werd? Men weet niet precies wie de
tulp in Nederland bracht. Aanvanke
lijk heeft men omtrent de invoer eens
waarde gehecht aan het verhaal over
een Antwerpse koopman, bij wie men
by het afval in de tuin enkele bollen
aantrof. Maar dit gebeurde in 1570,
op een tijdstip, waarop de tulp de weg
naar ons land al had gevonden en bo
vendien wist de koopman toen blijk
baar (nog) niet. dat hij de tulpebollen
beter in de grond dan in zijn mond
had kunnen steken, want hij had ze
eenvoudig weggegooid, omdat hy vond,
datde uien een eigenaardige smaak
hadden
Alleen voor de rijken
Men neemt echter op goede gronden
aan dat in 1560 ook in ons land de
tulp bekend was en werd geteeld, zy
het dan hoofdzakelijk voor vermogen
de lieden, die de tulpen verzamelden
voor hun collecties. Pas na 1573 zou
de tulp een grotere bekendheid gaan
krijgen door de botanicus Carolus Clu-
sius, die in dat jaar als directeur van
de keizerlijke kruidtuin in Wenen in
contact kwam met ambassadeur Bus
becq.
Clusius ontving van hem later tal
rijke zaden en bollen van tulpen, die
hij daarop in ons land verspreidde.
Toen hij in 1593 benoemd werd tot
hoogleraar in de plantkunde aan de
Universiteit van Leiden zag hij al een
dankbaar resultaat, en hij zette daal
de teelt voort, waaronder vele kostbare
soorten. Later kon Clusius echter van
de door hem geteelde tulpen moeilijk
afstand doen, en toen men op een
nacht al zijn kostbare bollen uit zijn
tuin gestolen had liet hij de „bollen-
boel" in de steek, omdat hem de moed
ontzonk om met de teelt verder te
gaan
Inmiddels kocht men de zaden en
de bollen ook van de rondreizende
wortelsnyders, de rhizotoni's, die ze
in streken ten zuiden van de Pyre
neeën verzamelden en later, in het be
gin van de 17de eeuw kon men ook
by apothekers de bollen kopen! In die
periode kende men reeds een levendige
handel in wel meer dan vijfhonderd
verschillende soorten, in de meest ver
scheidene kleuren en in alle variaties.
In de eerste decennia van de 17de
eeuw waren er bepaalde bollen, die
vanwege hun zeldzaamheid en van
wege hun prachtige kleuren vermaard
heid genoten.
Dwaze prijzen
Onder deze tulpen was één matador,
de Semper Augustus, die regelmatig,
vuurrode strepen op witte grond en
een blauwe basisvlek hadden. In 1624
werd één enkele bol van deze unieke
soort verkocht voor de ongewoon hoge
prijs van duizend gulden! Een Jaar la-
De kas van de
Keukenhof toont
hoe grote ver
scheidenheid aan
tulpen er thans is
Foto's L.DJ
Van Vliet
In de 17e eeuw
gaf men duizenden
guldens voor één bol
prijs liep van negen cent tot ruim der
tig gulden per aas(!) op. De Semper
Augustus was toen ongeveer f. 27.000
waard, de Admiraal van Enckhuysen
bracht duizend gulden meer op en de
soort Schilder kostte maar vijftien
duizend gulden.
De transacties geschiedden vaak met
de bepaling, dat behalve de overeen
gekomen koopsom ook... koeien moes
ten worden geleverd, of meubelen, sie
raden, kalessen of schilderijen moes
ten worden afgestaan. De vrees voor
diefstal van de kostbare bollen, die in
open tuinen en slechts door heiningen
beschermd een gemakkelijke prooi
voor de inbrekers waren, verontrustte
'n enkele „florist" zozeer, dat hij zyn
kapitale „tulipaanen" door een uitge
dokterd alarmsysteem in bed beveilig
de! De handel duurde tot het voor
jaar van 1637 toen vrij onverwacht een
prijsdaling intrad, waardoor de handel
werd lamgelegd.
de bladeren en door, reeds genoemde
enting kan worden verkregen.
Het onomstotelijk wetenschappelijk
bewijs, dat door McKay werd geleverd
in 1924, gaf na het bekendworden voor
de export grote moeilijkheden, om
welke reden tegenwoordig hoofdzake
lijk eenkleurige of effengeikleurde
„Breeders" worden gekweekt. Er zijn
echter meerkleurige tulpen die beslist
niet virusziek zijn, waaronder de Hol
mes' King en de Prins Carnaval be
horen. Verder bestaan onder de tul
pen variëteiten nog afwijkingen, waar
van men niet zeker is dat zij virusziek
zijn. Het is mogelijk dat zij meerdere
viren hebben en in dit stadium van
onderzoek worden zy voorlopig tot de
„verdachte gevallen" gerekend.
nu het centrum vormen van de bloem
bollenindustrie en van de wijdvertakte
handel naar alle werelddelen.
Van de ruim zesduizend ha. opper
vlakte met bloembollenteelt wordt
meer dan de helft door tulpen ingeno
men. Men vindt thans de bollenvelden
evengoed in de Anna Paulownapolder,
als in Kennemerland en in West-
Friesland. De tulpen bloeien nu ook
op de klei van Noord-Brabant en aan
de oever van onze Dollart; in milde
voorjaarszon en in verwarmde waren
huizen onder het licht van fluorescen
tielampen.
De zorg van de kweker gaat daarbij
niet alleen uit naar een enkel tulpe
zaadje dat over een periode van zes
jaren zal moeten uitgroeien tot een le
verbare bol, maar richt zich ook de in
standhouding en op de ontwikreling
van elk ras. Hij heeft te doen met
grondbewerking, vruchtwisseling, be-
Een groepje vrolijke tulpennu
voor iedereen te koop.
ter werd vergeefs een bod gedaan van
twaalfhonderd gulden en de eigenaar
weigerde daarop ook aanbiedingen van
twee tot drieduizend gulden per stuk!!
Tien jaar later was de tulpenhandel
meer algemeen, en omdat ten slotte de
„kleine luyden" hierin ook een aan
trekkelijke vorm van geldbelegging za
gen, vormde het de negotie van velen
in ons land. Er was vooral een grote
vraag naar gestreepte of meerkleurige
tulpenvormen, waarvoor echter weldra
zulke grote sommen geld geboden wer
den, dat dit leidde tot de tulpomanie
van die jaren.
De gokzucht stak toen iedereen aan
en mensen, die niet wisten hoe zij
met tulpen moesten omgaan, deden
mee, waardoor woeker en bedrog niet
kon uitblijven. De prijzen liepen uit
een naar gelang de voorraad, de soort
en het gewicht der bollen was. Men
bediende zich toen van azen, waarvan
er duizend in een halfons gaan, welk
gewicht ovei-eenkomt met dan van een
volwassen tulpebol. De gemiddelde
Gelukkig bleef een financiële ineen
storting uit en evenmin betekende het
einde van de tulpenwinhandel ook het
einde van de teelt van tulpen in ons
land. Integendeel, de ervaren kwekers
gingen voort met de teelt, de handel
bloeide weldra op en enkele jaren latei-
kon reeds een begin worden gemaakt
met de uitvoer van de eerste tulpen
bollen. Het buitenland erkende spoe
dig. dat in Nederland tulpen en andere
bolgewassen met het beste gevolg kun
nen worden geteeld, een vroeg resul
taat, te danken aan de aanwezige
geestgrond en het milde klimaat, en
bereikt door de ervaringen van de
kwekers in die tyd. Sindsdien is het
winnen van nieuwe variëteiten in de
tulpenteelt, door het opsporen en
kunstmatig opkweken van muta
ties, in de loop der eeuwen met
wisselend succes toegepast, en is
ook nu nog altijd een speculatief ele
ment in de handel, in het bijzonder
waar dit een aanwinst in de bollencul-
tuur betreft en dit wordt bereikt door
de doelbewuste kruisingen van uitslui
tend eenkleurige tulpen. De meerkleu
rige tulpen, verkregen naar het „re
cept" van twee kwekers uit de jaren
van de tulpenwindhandel door enting
van effsngekleurde tegen meerkleurige
tulpenhelften, komen nu veel minder
voor, hoe mooi zij ook waren of zijn
en hoeveel geld daarvoor eens werd ge
boden.
Mooi, maarziek
Maar juist deze tulpen, drieeneen
halve eeuw lang gekweekt en door ve
len om hun schitterende kleurenbre-
king als „gebroken" tulpen bewonderd,
waren ziek!! Virusziek, welke ziekte
toen voornamelijk door de bladluis, de
insecvector Myzus Persiae werd ver-
preid, maar ook door inwryving van
Daarentegen zijn er onder de meer
kleurige (dus de gebroken-) tulpen
bepaalde vormen, die weliswaar be
smettelijk zijn, maar die men niet
gaarne uit de cultuur ziet verdwijnen.
Hiertoe behoort de Rembrandttulp o.a.,
een gebroken vorm van de effen Dar-
wintulp, die in 1885 in de handel
kwam. Onder de naam Rembrandttul-
pen worden nu ook andere, nog be
staande gebroken tulpen gerekend, die
oorspronkelijk roze's, bizarren en bij-
bloemen werden genoemd. Door de
komst van bovengenoemde Darwintulp
brak in de bloembollencultuur een ge
heel nieuw tijdperk aan, waarin vooral
de uitvoer belangrijk toenam.
Centrum rond Hillegom en
Lisse
Haarlem, dat aanvankelijk hiervan
het middelpunt was, werd later ver
drongen door Lisse en Hillegom, die
Een alleraardigste kleine tulp in
rode en witte kleur.
mesting, rooien en drogen en hij waakt
tegen voorkomende ziekten als schim
mel. draaiers, stekers en smetvuur. Hij
kweekt vroege en late tulpen, hij zorgt
voor „bloeiende bollenvelden", en
zendt zijn produkten naar de mijnen,
waarvandaan onze tulpen als bollen
naar het buitenland gaan en voorna
melijk als snijbloemen de weg naar
onze winkels, bloemenkarretjes en
huiskamers vinden! Ongetwijfeld, zou
zonder de komst van de tulp onze han
del in tulpebollen en andere bolgewas
sen nimmer zulk 'n wereldwijde vlucht
hebben genomen. Wellicht ook zou
zonder de tulp Nederland nooit die po
pulariteit hebben verkregen, waardoor
nu elke vreemdeling door de bollen
velden een trekpleister heeft.