driedoornige stekeltjes Wat is 't verschil tussen Holland en Nederland?, vragen Australiërs Een Zoeklicht BLOEMEN UIT EIGEN TUIN ZATERDAG 2 MEI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2 Nederlandse ambassade verricht belangrijk voorlichtend werk OP DE BOEKENMARKT Voorjaarsliefhebberij Ziezo, het voorjaar is met storm en regen gekomen, het ziet er met z'n gure vlagen op het ogenblik dat wtf dit schreven, nog niet erg innemend uit, maar het is er in ieder geval. We kun nen nu alleen nog vooruitzien, omzien naar wat is geweest, doen we niet meer, want iedere nieuwe dag brengt ons de een of andere verrassing. Ons voorjaarsaquarium staat op een tafeltje voor het raam, klaar voor het ontvangen van de gasten. Dat zyn de stekeltjes, onze jaarlijks weerkerende voorjaarskinderen. „O.." zucht een huismoeder „moet dat? Dat hele gedoe in de huiskamer?" Welja, moeder, en waarom eigenlijk niet? Een fles, dat is wat anders, maar een met zorg ingericht aquarium met een paar zeer levendige visjes erin (en dat zijn die stekelbaarsjes!) staat lang niet gek in Uw kamer, in ieder geval beter dan de poppetjes en stenen prul len, die nog zo vaak als „pronk" ach ter de ramen zijn te zien. En ik weet zeker, dat, als straks „de kweek" goed marcheert, moeder de vrouw er net zoveel plezier in heeft als man en zoonlief. Ook dochterlief neemt er dan een stoel bij, om op haar gemak de komende wonderen te bekyken. Want gelooft U me, als de zoon (want meestal zijn het de jon gens, die aan deze echte voorjaarslief hebberij doen) 'n beetje geluk heeft (en veel geduld!) dan kunt U en Uw hele gezin van zeer nabij een bijzon der interessant natuurverschijnsel waarnemen. WAT die stekeltjesvangery betreft, die onverwoestbare hartstocht van onze jeugd, het zal wel een overblijfsel zijn uit de oertijd, toen onze primitieve voorouders wel niet op stekeltjes visten, maar toch wel jagend en zwervend langs zee en rivieren aan hun kostje moesten komen. Ik geloof, dat het bij onze langs de waterkant snuffelende jongetjes een onbewuste reactie is op het leven in en tussen huizenblokken, in boomloze straten, in die wereld van steen en beton, waarin speciaal het stadskind zijn jonge jaren slijt. En al heb ik het niet erg begre pen op rondschuimende en vernielende oermensjes in onze al schaarser wor dende Nederlandse natuur, zo lang ze met overgave en op een behoorlijke manier bezig zijn aan een slootkant. laat ze hun gang gaan. En als ze dan thuis komen met hun vangst, bonjour ze dan niet naar de bijkeuken of het schuurtje, kraakzindelijke Nederlandse huisvrouw, maar ruim een plaatsje in door S jouke van der Zee voor datgene, waarvoor Uw kind zo'n belangstelling heeft. En met die rommel valt het heus erg mee. Als de glazen bak, voorzien van een bodem schoongewassen metselzand en aangekleed met wat waterplanten (en gedekt met een glasruit!) dan ein delijk z'n plaatsje heeft gekregen en de stekeltjes hun tijdelijke woning hebben betrokken, dan gaat U er zelf straks nog plezier aan beleven. MISSCHIEN zegt U: „Nou ja, een paar visjes in een bak, wat is daar voor bijzonders aan". Maar we hebben 't niet over goudvissen, die goeie lobbesen, die vandaag net eender zijn als gisteren en verleden week. Er is hier sprake van de driedoornige ste kelbaars, die in alle sloten in deze tijd van het jaar bij tientallen is te vin den, een zeer mooi gekleurd diertje, dat bovendien een uitzondering is in onze Nederlandse vissenwereld, omdat het een nestje bouwt. Wie hiervan nooit heeft gehoord, moet wel erg verbaasd zijn! „Een vis, die een nest bouwt! 't Is toch geen vogel!" Nee, dat niet, maar een vis legt wel eieren, honderden te- liek zien, want in zekere zin leeft ieder kind in een natuurstaat, waar het door het vlammende zwaard der be schaving uit verdreven wordt. Aange zien wij dus via Hughes en Helman ik laat Defoe, Kipling en Verne maar buiten beschouwing al weten hoe dat toegaat met kinderen in de wil dernis, plaatst mevrouw De Jong— Keesing haar Jack bijna onmiddellijk in contact met de buitenwereld. Deze iongen is minder strijdbaar dan de :inderen van Hughes, die onder el kaar zo voortreffelijk aan hun eigen logica en moraal vasthouden en ook minder dan de genoemde drie van Helman, die zich met harte en ziel in de politiek storten. Jack vertoont minder onverschilligheid en minder positieve verachting voor de maat- gelijk, die zo maar in het water van sloot, rivier of zee worden losgelaten. Het kleine grut moet zich dan zelf maar zien te redden. Dit is de alge mene gang van zaken in de vissenwe reld. En nu komt er de uitzondering, nl. bij ons stekeltje. Dat vertoont een zorg voor het broed, die wel zeer uniek mag worden genoemd en deze zorg nu is in een kameraquarium en het hoeft nog niet eens zo'n geweldige bak te wezen, van het begin af heel duidelijk waar te nemen. Het allermerkwaardigste bij het ste kelbaarsje is de omstandigheid, dat het mannetje hier in alle opzichten de lei ding heeft. Hij doet alles zelf, hij trekt aan de waterplanten, hy sleept lange slierten mee en duwt ze in een kuiltje, dat tevoren uit het bodemzand is ge hapt. Hij plakt het hele bouwsel vast met dunne lijmdraden, die hij zelf produceert en die voor een aandachtig waarnemer heel goed zichtbaar zijn. Onder de bedrijven door doet het driftige en met prachtige kleuren rood en iriserend blauwgroen overtogen heerschap verwoede uitvallen naar al les en iedereen, die maar naar zijn bouwwerk durft komen kijken. Als een razende Roelant gaat hij dan te keer en bijt naar alles, wat in z'n buurt komt, ook naar de wijfjes, die hij toch niet kan missen. Want eieren leggen oftewel kuit- schieten, dat kan het kereltje zelf niet, daar heeft hij nu eenmaal een van zijn harem voor nodig. Ualle handelingen beschrijven, die een stekelmannetje en het vrouw tje achtereenvolgens te zien ge ven, daarvoor ontbreekt nu de ruimte, want werkelijk, er zou een heel boek over zijn te schrijven. Bovendien, U moet dit zelf zien, ik verzeker U, dat U nog nooit zo iets wonderlijks en te gelijk boeiends in de dierenwereld hebt gezien. Als U het treft en juist op het goede tijdstip voor de glasruit zit te kyken, kunt U getuige zijn van een spel tussen twee dieren, een zwijgend dansspel, dat eindigt met een uitnodi gend vooruit zwemmen van het man netje in de richting van het wachten de nestje. Het siddert van drift, terwijl zijn kleuren op hun mooist zijn, dan duwt het met kleine kopstootjes zijn wederhelft in het kokervormige nest, waarin het klem komt te zitten: de enige manier, om daaruit te komen is de eieren er achter te laten. Als ze uit het nest komt, ziet ze er magertjes uit. Nu kruipt het mannetje door het nest je en bevrucht de eitjes, d.w.z. laat er zijn homvocht over lopen. De vrouw heeft haar taak hiermee volbracht, ze is in het verdere proces van de ontwik keling der eieren, alleen nog maar een lastpost, een overbodigheid, die als vij andige mogendheid wordt beschouwd. meen luidt het antwoord tegenwoor dig: „The Hague" (Den Haag) en dat is al een heel gewin. Per slot van reke ning ligt, naar Australische begrippen, Amsterdam er vlakbij. Veel van wat de Australiërs tegenwoordig weten over Nederland, is hun bijgebracht door kinderen van „Hollandse" immigran ten. Die hebben de weetgierigheid van hun Australische kameraadjes op school bevredigd. („Lopen er ook trei nen in Nederland? Hebben ze daar vliegtuigen? Is het niet angstig om „onder het water" te wonen?, enz.). Dikwijls komt het voor, dat de onder wijzer of leraar een „Hollandse" im migranten-leerling verzoekt de klas het een en ander over „Holland" te vertellen. Actieve informatiedienst Onze Nederlanders in Australië heb ben in de loop der jaren vriendschap pen met Australiërs gesloten en in onderlinge gesprekken over Holland de kennis van Australiërs over Neder land belangrijk vergroot. Een deel van de bredere kennis van Nederland moet echter worden toegeschreven aan de werkzaamheid van de Nederlandse in formatiedienst van de Nederlandse ambassade De ambassade is gevestigd in Canberra, de federale hoofdstad, maar de informatiedienst is in Syd ney. Deze staat onder leiding van een pers-attaché (de heer D J. van Wij nen, oud-journalist), die zijn vleugels verder uitstrekt dan het uur vliegen, dat Canberra van Sydney scheidt, en die met zijn voorlichting een gebied bestrijkt, dat zo groot is als van Am- NU volgt er een zeer drukke pe riode, want het nieuwbakken va dertje staat voor alles alleen. HIJ mpet zorgen voor de ventilatie, hij ver wijdert een beschimmeld eitje, verjaagt iedereen uit z'n territorium, zelfs die ren, die veel groter en sterker zijn dan hy. En dan komt het grote moment: de geboorte van de stekelkindertjes, aan vankelijk kleine glasvisjes, die al heel gauw reisneigingen vertonen, maar die door het waakzame vadertje onverbid delijk tot huisarrest worden gedwon gen. Maar het grut wordt al groter, de kleintjes beginnen zich te roeren, ze doen ontsnappingspogingen, maar papa is op z'n post! Hij achterhaalt zo'n uitbreker, hapt hem op en spuugt hem in de wieg weer terug! Dit spelletje van terugvangen en uit spugen duurt natuuriyk niet eeuwig, er komt een ogenblik, dat vader de smaak te pakken krygt van z'n eigen kroost, hU is per slot van rekening een baars, dus een roofvis. Voordat zyn kanniba lisme te ernstige gevolgen gaat veroor zaken, doen we daarom verstandig, naar de sloot terug te brengen, hem naar de sloot teruge te brengen, hem en z'n dames, dan kunnen wü ons ver der bezig houden met de jonge gene ratie. En zU kunnen het volgend voor jaar weer een ander jongetje gelukkig maken. De persafdeling van de Nederlandse informatiedienst geeft elke week een gestencild bulletin uit met het laatste nieuws uit Nederland. Uiteraard wordt ook veel gedaan om begrip te kweken voor Nederlandse politiek inzake Ne- derlands-Nieuw-Guinea. Studiebeurzen Grote indruk heeft gemaakt het feit, dat Ned. regering beurzen ter beschik king heeft gesteld voor Australische studenten om, met een toelage voor le vensonderhoud, enige tyd in Nederland te studeren. De eerste grote studiebeurs werd uitgegeven in 1955 aan de toen 29-jarige William Roth Smith, een geboren Tasmaniër. Muziekminnend Australië was aangenaam verrast, toen dezer dagen een 23-jarige Australische violist, Robert Retallick, uit Sydney, een Nederlandse studiebeurs werd toe gekend om een jaar te studeren aan het conservatorium te Amsterdam. Voorts is mej. Alison Linden, uit Ring- wood (Victoria) in staat gesteld haar theoretische en praktische muziekstu dies (piano) in Amsterdam voort te zetten en kreeg mej. Lesley Williams, uit Brisbane, een beurs om in Wage- ningen in plantenziekten te studeren. Begin mei komt dit drietal Australiërs met de „Waterman" in Nederland aan. (Van onze correspondent in Australië) Nederland trekt bij de Australiërs grote belangstelling sinds de stroom van Nederlandse immigranten de honderdduizend beeft over schreden. Die belangstelling zal blijven groeien met elk honderd duizend-tal, dat er méér naar „Nieuw Holland" trekt. „Holland" is „tops" bij de Australiërs, maar velen vragen mij: „Wat is bet verschil tussen Holland en The Netherlands?" Dat is dan het begin van een lang verhaal over de geschiedenis van de beide Hollanden en hun invloed op de vorming van het rijk der Nederlanden, maar al vindt de Australiër de historie interessant, hij blijft „Holland" zeggen en waagt het niet te vragen: „Are you from the Netherlands?" (Komt u uit Nederland?). De Nederlandse overheid volgt een beleid, waarbij in haar offi ciële publikaties in Australië niet de naam „Holland" wordt gebruikt, maar „The Netherlands". Deze laatste term veroorzaakt verwarring. De Australiër gebruikt namelijk nooit de woorden „The Nether lands", maar „Holland", kort, krachtig en duidelijk. Hij zegt ook „Hollander" of „Dutchman" (nog liever „Dutchie", op vertrouwe lijke toon), maar nooit „Netherlander" (Nederlander). Trouwens, dat doe ik zelf, en alle 99.000 andere „Hollandse" immigranten, Hella S. Haasse. „Een kom water, een test vuur". Moussaults Uitgeverij Am sterdam 1959. De romanschrijfster en dichteres, Hella Haasse. heeft zich in dit essayis tische werk bezonnen op het vrouwe lijke element in het maatschappelijke leven. Zy heeft dit gedaan op de wijze van de verstandige mens, die geneigd is over de problemen, waar mee hij of zij geconfronteerd wordt, na te denken. Met nadruk zegt zijdat dit boek van haar geen wetenschappelijke Eretenties heeft. Dat is ook juist. :ella Haasse is een veelzydig ont wikkelde en belezen vrouw met een helder verstand, zy staat wat men „midden in het leven" pleegt te noe men. Zij leeft vol belangstelling in haar tijd. Van deze heldere belang stelling beschouwt zij de rol, die de vrouw in het algemeen en de moder ne vrouw in het bijzonder speelt in de ontwikkeling van wereld en maat schappij. Uiteindeiyk concentreert zij zich op de Nederlandse vrouw en op dat, wat deze onderscheidt van vrou wen van andere landaard. In haar boek toont Hella Haasse zich in de eerste plaats een mens van deze tijd in haar opvatting betref fende de elementen ..mannelijk" en „vrouwelijk". Zij ziet de genera als twee gelijkwaardige helften van één geheel. „De mens is man én vrouw", is haar stelling. En waar dus de tradi tionele man-vrouw begrippen hebben afgedaan, dienen de geslachten elkaar te ontmoeten op het terrein van de humaniteit. Hoogst wonderlijk doet de moderne vrouw de hoeveelheid door de schrijfster geciteerde uitspraken uit vroeger en zelfs nog uit deze tijd aan. Wij vinden o.a. de vrouw be schreven als „niets" (Weniger), als on begrijpelijk monster (Amiel) en ten slotte als de „sexkitten" uit de mo derne realistische film Een mens heeft men blijkbaar nooit in de vrouw ge zien. Vervolgens beschouwt Hella Haasse de emancipatie en haar tekort. Dui delijk toont zij aan hoe de vrouw, be vrijd van haar traditionele taak, haar ware terrein nog af moet bakenen. In haar beschouwing over de Neder landse vrouw wijst de schrijfster er op, dat deze eigenlijk nooit de onder geschikte van de man geweest is. Zij heeft altijd min of meer buiten de officiële code gestaan, omdat in onze burgermaatschappij ook voor haar het werk een voorname rol speelde. Zij ziet de aohttiende-eeuwse galanterie in Nederland ook voornamelijk als een modeverschijnsel. De voornaamste moeilijkheid voor de Nederlandse vrouw bij haar aanpassing aan haar moderne status, is haar gebrek aan een culturele instelling. Met deze status bedoelt Hella Haasse niet de emancipatie, maar de status van een volgroeid mens. Want dit acht Hella Haasse de beste weg tot harmonie in de wereld: uitgaande van het gezin, man en vrouw als gelykwaardige, be wuste individuen, die „weten wat er aan de hand is" in deze wereld en die leven in het volle besef van him rol in deze tijd van kentering. Is het overdreven hier van een zachtmoedig existentialisme te spreken? Het lijkt my van niet. Elisabeth De JongKeesing. „Wennen aan de wereld". Querido. Amsterdam 1959. Kijk, daar komt de regelrechte af stammeling aan van Rien, Jan en Karei uit „Waarom niet" van Albert Helman. Jongelieden, die overigens zelf al f amilie waren van de gel ij k- geaarde kinderen uit „A high Wind in Jamaica" van Richard Hughes. Al deze kinders hebben hun jeugd in de wildernis doorgebracht en worden plotseling, hoewel lang niet onvoorbe reid ,in de bewoonde wereld neerge worpen .regelrecht uit hun natuur staat. Zo men wil, kan men in een dergel yke situering een zekere symbo- sohappij, waarin hij terecht komt. Hij doet wat heden ten dage als het sum mum van verstand wordt beschouwd je zo snel mogelijk proberen aan te passen. Dat dat niet lukt, komt waarschijnlijk eerder door de vreemde situaties, waarin hy geplaatst wordt bij een grootvader, die een kamer geleerde is, in een bohème-milieu in Amsterdam en tenslotte bij een joods gezin in Amerika dan door de z.g. wildheid van Jack zelf. Tot slot raakt hij op weinig aannemelijke wijze in het gevang alwaar hij zich afvraagt of het eiland toch het paradijs ge weest is. Neen .zegt hij, een paradijs was het niet. Hij wil wennen aan de wereld en zyn plaats innemen. Ik vind dat heel best. CLARA EGGINK. In deze voorzomertyd kunt U volop bloemen uit eigen tuin plukken; eigenlyk moet U ze niet plukken, doch snyden. Er wordt ook wel een schaar ge bruikt; die maakt echter grove wonden als zy niet voldoende scherp is en met een scherp mesje gaat het veel beter. U moet het snyden van bloemen met een beetje overleg doen. Als er in een snijbloemenbedje wordt gesneden, behoeft men niet zo precies te kyken, doch als bloemen uit een border gesne den worden, zal men hier en daar een paar bloemen moeten wegnemen en is het verkeerd en jammer indien een bepaalde plant helemaal leeg gesneden wordt. Er zullen dan kleurloze plekken in Uw border ontstaan en dat is niet prettig. Het is verleidelyk bloemen te snyden als het zonnetje heerlyk schijnt, doch het is niet goed het dan te doen. U kunt het veel beter vroeg in de morgen of te gen de avond doen. Zet ze dan ook niet direct in een nauwe vaas, doch liever eerst in een ruime kan of in een emmer water. Bloemen zijn alleen maar houdbaar als ze van de onderste bladeren verlost worden. Die moeten niet in het water ko men; ze gaan daar vry snel tot ontbinding over en verspreiden dan de bekende, onaangename geur. Die nare geur kunt U echter ook vermijden, indien chrysal wordt opgelost in het water; een soort kunstmest voor snybloemen, die ook voedsel no dig hebben als ze eenmaal in water staan. Dat poeder heeft niet alleen een desinfecterende werking, doch het heeft ook een goede invloed op de kleur van de bloemen. Speciaal rode bloe men zullen hun zuivere kleur be houden, doch het grootste voor deel is nog niet genoemd: de houdbaarheid. Speciaal bloemen met houterige stelen, doch ook vele andere soorten blijven zeker enkele dagen langer fris als ze op chrysal worden gezet. By het schikken van bloemen moet U ook een beetje rekening houden met de natuur. Grove bloemen worden niet in een fijn geslepen glas gezet, doch zullen veel beter tot hun recht komen indien ze in een grove stenen kan of pul kunnen staan. Het schikken van bloemen is 'n pret tig werkje en vooral de dames en jonge meisje hebben hier voor tegenwoordig belangstel ling. Zy kunnen dat leren, om dat in vele steden en dorpen lessen gegeven wox-den in het schikken en verzorgen van sny bloemen. Het is niet bedoeld als een opleiding tot bloembindster, doch eenvoudig om U te vertel- Foto Turkenburg len wat er met bloemen uit eigen tuin bereikt kan worden. De huisvrouw zal veel plezier van die enkele lessen hebben. In onze stad heeft K. en O. al meerdere van deze cursussen ge organiseerd. G. KROMDIJK. „Is het niet angstig" onder het water te wonen De tyd is voorby, dat zoals het my acht jaar geleden overkwam een leerlinge van een Australische middel bare school op myn vraag wat de hoofdstad van Nederland was, ant woordde: „Kopenhagen". In het alge sterdam naar Moskou en van Den Helder tot Casablanca. Nederland is voor de Australiërs niet langer het land van Volendammers en klompen alléén of van het jongetje, dat zyn vingers in het gat van de dyk stopte, hoewel deze legende nog altijd opgang doet in gesprekken met Austra liërs en in karikaturen (waarvan by- gaande uit een der Australische kran ten een aardige illustratie is). De Ne derlandse informatiedienst en de hon derdduizend Nederlandse immigranten, die hier wonen, hebben er wel voor ge zorgd, dat de kennis der Australiërs niet langer tot klompen en dykgaten is beperkt gebleven. Schering en inslag Acht jaar geleden riep ik alle ge zinsleden bij elkaar, als er een „Hol lands liedje" door de radio klonk. Tegenwoordig is zo'n lied geen verras sing meer. „Hollandse" volksliederen worden uitgezonden door zowel de officiële A.B.C.-zender als de commer ciële stations. Grammofoonplaten met Hollandse zang en muziek zyn sche ring en inslag geworden. De Nederlandse informatiedienst heeft een belangryk aandeel in de spreiding van Nederlandse cultuur, zo wel voor het grote publiek als de scho len, Australische culturele instellin gen, enz. Projectie-lantaarnplaatjes, films, boekjes, vouwblaadjes, enz. wor den op ruime schaal ter beschikking gesteld. De meeste indruk maken foto's van molenlandschappen en waterwe gen. Dikwijls worden exposities gehou den over Nederland. Wand-foto's, reprodukties van Nederlandse schilder stukken worden ook uitgeleend aan by voorbeeld lunchrooms. Lezingen wor den gehouden voor allerlei organisa ties. Karikatuur in een Australisch dagblad met Nederland als onderwerp. „De oude Hollandse dijk" luidt het opschrift op het bord. Het plaatje behoeft geen nadere toelichting. Let op de wonderlijke vorm van de dijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 18