Slecht weer in binnenland van Nienw-Giiinea verhinderde start met volledig team STERRENGEBERGTE Sibillers wensen lucifers en ijzeren bijlen in hun loonzakjes Opgericht 1 maart 1860 Zaterdag 2 mei 1959 Zesde blad no. 29734 Sterrengebergte lokt wetenschappelijke expeditie (I) iwn*nimiii^|||i||nai|ii||fffMH'i|nMiitriitimiiiiit|iiiT-flrTIT» I 'HIIIIUI Hi I—IIMilllllllllll Ihlll IIIIIHIMI'lllllllllllnllil illl'I Sibil: eerste fase in mars naar Bij de bouw werken mariniers, politie, moejoe-koelies en de locale bevolking mee. De Sibillers mannen en jongens halen uit de rivier grind- en rolste nen om de paden te verharden en om de vloeren te verstevigen. Een man krijgt per dag twee doosjes lucifers, een jongen één doosje. Na ze ven en twintig da-gen werken krijgt een man een kleine ijzeren byl. Deze pe riode is zo gekozen, omdat de mensen schijnt, dat alle paden in het gebergte zo zijn en dat belooft dus wel wat voor de toekomst. Dit was nog maar een klein eindje zonder steile hellingen en dan zal het dus wel aanmerkelijk zwaarder worden. De filatelistenvereniging in Hollandia heeft speciale „eerste-dag-enveloppen" laten drukken voor de uitgifte van de nieuwe postzegel. Nu zijn die enveloppen niet op alle plaatsen te krijgen en op andere plaatsen waren zij spoedig uit- De ontscheping van de goederen in Tanah Merah. Het verdere vervoer geschiedt per vliegtuig of met een kleine motorboot, die op haar beurt weer door prauwen wordt afgelost. Een ware estafette dus met de tijd en het weer. hier tot 27 tellen. Zij beginnen te tellen bij de vingers van de linkerhand, dan de pols, de onderarm, de elleboog, de 1 bovenarm, biceps, schouder, linker oor, linker oog, neus en zo verder tot en met de vingers van de rechterhand. Sterrengebergte De Nederlandse wetenschappelijke expeditie op Westelijk Nieuw-Guinea j| is op 10 april van start gegaan. Per vliegtuig en kustvaartuig zyn de laadkisten met goederen opgevoerd naar het basiskamp Sibil (in de Sibilvallei) en de bevoorradingspost Tanah Merah aan de Digoel-rivier. Hier zwaait kapitein-luitenant ter zee-vlieger, overste Venema de scepter. Met assistentie van de plaatselijke bevolking is men thans bezig met j de inrichting van het basiskamp, het kappen van noodladingsterreinen voor de helikopters en de eerste verkenningen. Wij prijzen ons gelukkig onze stadgenoot dr. L. D. Brongersma, direc teur van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te dezer stede en wetenschappelijk leider van de expeditie, reeds vóór zijn vertrek naar Nieuw Guinea bereid te hebben gevonden onze lezers van tijd tot tyd op de hoogte te houden van de voornaamste wederwaardigheden der expeditie. Hiernaast geven wy het verslag over zijn eerste belevenissen in een gebied, waar een jeep tot aan de komst van de Nederlanders nog tot de ongekende vervoersmogelijkheden behoorde. likopters dezer dagen komen zijn onze verbindingen compleet. Op 30 maart arriveerde met de „Orion" ir. CQrtel te Tanah Merah; de dag daarna kwamen met de Catalina de heren Bar en Escher; op 2 april gingen zij per motorboot de rivier op tot Ka- wakit. Vandaar gaan de heren Bar en Cortel met prauwen nog een eind de rivier op, om dan verder te gaan lopen. Zij hebben als dekking 'twee mariniers en drie man politie bij zich. Verder nog vijfentwintig dragers, die uit Sausapor in de Vogelkop komen. Onderweg zullen zij om de vijf kilometer zogenaamde claerings (open stukken in de rimboe) kappen, die als noodlandingsterreinen voor de helikopters moeten dienen. Hun tocht tot de Sibilvallei zal 21 dagen duren. De botanicus liep met een poli- verkocht. Voor de deelnemers aan de expeditie waren er niet voldoende en dus hebben wij besloten om onze eigen .eerste-dag enveloppen" uit te geven, zij het dan ook in een zeer kleine op laag. Het poststempel voor Sibil is ook nog niet aangekomen en nu heeft de PTT toestemming gegeven om op 10 april een noodstempel te gebruiken. Voor het drukken van etiketten heb ik drukdoosjes meegenomen en zo heb ik enveloppen en stempel moeten maken. Wij mogen alleen brieven van de inwo ners van Sibil afstempelen en dat is maar goed ook, want er kwamen al aan vragen van andere plaatsen om grote aantallen hier te verzorgen. Nu zijn wij hier niet als hulppostambtenaar geko men en wij hebben dus geen tijd om aan die aanvragen te voldoen. Een klein deel van de kampeeruit rusting en voorraden werd van Tanah Merah per vliegtuig (Twin-pioneer) paar het basiskamp in de Sibilvallei ge- tlogen, zodat er voldoende is om de deelnemers behoorlijk te huisvesten en te voeden. De rest wordt met motorbo ten en een lichter nog een eind de ri vier opgevoerd, waar bij Kawakit aan de Oost-Digoel een doorvoerdepot wordt ingericht. Daar zullen de helikopters voor de verdere opvoer zorgen. Het geluk wilde, dat het in de bergen zwaar geregend had, zodat de Digoel flink hoog stond. Dat maakte het ver voer over de rivier gemakkelijker, want dere zaken behartigen. Hetdal van de Sibil is breedde rivier kronkelt er door en is omgeven door moerassen, die met hoog riet zijn bedekt. Bij helder weer heeft men een mooi uitzicht op de berg kammen er om heen, maar in de vijf dagen dat ik hier nu ben, waren de bergen byna steeds in de wolken ge huld. 's Ochtends om zes uur is het nog wel eens helder, maar als het wat war mer wordt, begint de damp uit de bos sen op te stijgen en uiteindelijk ver dwijnen de toppen weer in de wolken. Overdag als de zon schijnt (en dat komt wel eens voor), is het hier be haaglijk warm. s Avonds wordt het be paald fris en onze wollen truien en de kens zijn zeker geen overbodige luxe. Het wordt 'snachts erg vochtig: lakens en kleren voelen dan kil en klam aan, maar dai is iets waar je wel aan went. Ons bivak ligt op een heuvel bij het vliegveld. Hoewel ue bestuurspost Sibil is genoemd naar de rivier, heet de plaats van ons kamp bij de bevolking Mabiiaboi. Er staat en verrijst hier nu een aantal „woningenHet zijn meren deels eenvoudige barakken, die aan de kant van het dal open zijn en met alu minium golfplaten als dakbedekking. Voor de wanden wordt zeildoek gebruikt. Naast het huis van de bestuursambte naren staat aan de ene kant een barak voor het detachement mobiele politie; aan de andere kant nadert de onder zoekers-barak zijn voltooiing. Dan volgt een huis voor de helicopterbemanning en een barak voor de mariniers. Het mooiste huis is het hoofdgebouw van de expeditie, waarin behalve de leiders ook de gouvernementsarts Romijn zijn in trek zal nemen. Dit huis is geheel van aluminium golfplaten gebouwd. Behalve drie slaapkamers is er nog een grote ruimte, die als ziekenboeg kan worden gebruikt ,een magazijn voor de weten schappelijke uitrusting en voor de ver zamelingen, en een klein hokje, dat als toko voor de verkoop van kantinegoe deren en als postkantoor zal worden in gericht. De eerste dagen wonen alle deelnemers in het hoofdgebouw, totdat de verschillende barakken klaar zijn. Lucifers als loon tiepatrouille van Waropko (aan de zuidvoet van de bergen) in vijftien da gen naar Sibil. Zelf ging ik op 5 april met een Twin-pioneer naar boven. Op 8 april arriveerden uit Hollandia de he ren Anceaux (taalkunde), Pouwer (eth- nologie), Reynders (agrogeologie» en de marine-arts Tissing. De overste Venema bleef in Tanah Merah om daar de laat ste opvoer te regelen en om als gids voor de helikopters op te treden. Het wachten is nu verder op de deelnemers uit Nederland, die door slecht weer in Hollandia zijn opgehouden. Gisteren hebben wij een klein voor proefje gehad van hetgeen ons hier in het terrein te wachten staat. Wy maak ten een wandeling naar de kampong Kigonmendiep, drie kwartier lopen in een vrij hoog tempo. Afgezien van het waden door de rivier, waarby onze schoe nen behaaglijk vol liepen, ging onze weg over stenige bergpaadjes. Op de terug weg staken wij een stuk af en dat be tekende zwoegen door de modder. Vol gens de bestuursambtenaren was dit pad nog nooit zo droog geweest, maar voor ons betekende het tot over onze enkels en soms tot bijna aan de knieën ploeteren door zachte vette modder. Het Kaart 2: „De weg naar de sterren" is onbegaanbaai. Op Nieuw Guinea bereikt men hen slechts per helikop ter, vliegtuig of met behulp van het kapmesIn het gebergte in de binnenlanden ligt het uiteindelijk marsd o el. Al is het werk nog niet op volle gang, de eerste kleine zending insecten is al naar Leiden toe en een tweede volgt spoedig. Zolang hier nog niet voldoende droogapparatuur is, moet alles zo spoe dig mogelyk weg. Wij genieten hier 's avonds wel van onze elektrische ver lichting, die het werken veel gemakke lijker maakt. Voorlopig brandt het licht van zonsondergang tot negen uur in de avond. Iedereen gaat toch vroeg naar bed en staat om zes uur 's ochtends weer op. Als alle brandstof is opgevoerd zal het licht wat langer kunnen branden. Kaart 1: Van kust tot terrengebergtede totale pmarsweg van de Neder- indse wetenschappelijke xpeditie op Nieuw Güi- ea. Het basiskamp Sibil, e opslagplaats Tanah derafi aan de Digoel- 'vier en Kawakit, waar de lotorboten niet verder unnen en prauwen het erk doen zijn thans cen- a van bedrijvigheid. De Sibillers zijn vriendelijk van aard en men kan hier zonder enig bezwaar ongewapend rondlopen. Zoals de meeste Papoea's zijn zij goedlachs. Zo nu en dan komen er eens een paar op visite, wandelen door ons huis en bekijken alles vol verwondering. Het is alleen jammer, dat wij nog niet met hen kunnen con verseren. Wel zijn er al woordenlijsten, die door de bestuursambtenaren zijn i samengesteld en wij kregen ook gege- j vens van de zendelingen Greenfield en Heyblom. Deze zendelingen wonen een paar honderd meter van ons kamp in 1 een soort blokhut. Onze contacten met de buitenwereld zijn goed. 'sOchtens telefoonverbinding met Merauke en Hollandia en zo nodig 's middags nog eens met Tanah Merah. Behalve de luchtverbinding met de Twin-pioneer, komt hier ook zo nu en i dan de Cessna van de zending om de zendelingen te bevoorraden. Als de he- i (Door L. D. Brongersma, wetenschappelijk leider) Basiskamp Sibil, 10 april. Onze expeditie heeft verschillende begindata. Voor de twee leiders overste Venema en schrijver dezes was dat 4 maart, toen zij uit Nederland naar Nieuw-Guinea vertrokken om daar de laatste voorbereidingen te treffen. Men zocht echter naar een datum, die het officiële begin in Nieuw- Guinea zou aangeven, omdat op die dag een post zegel zou worden uitgegeven ter ere van de expeditie. Waar wij aannamen, dat op 10 april alle deelnemers in het veld zouden zijn, werd dus Verschil van opvatting omtrent 55 nat" en „droog" De „Mus! Lloyd" bracht de uitrusting van Nederland naar Sorong. Daar werd een deel overgeladen op de „Hans Fuhri" van het gouvernement en een ander deel op de „Orion" van de Nederlands Nieuw-Guinea Petroleummaatschappij. Deze beide coasters voeren rechtstreeks naar Tanah Merah aan de Digoel. Voor raden uit Merauke werden met de coaster „Cycloop" van de KPM eveneens daar heen gebracht. De „Cycloop" bracht ook een detachement mariniers en een jeep met aanhangwagen naar Tanah Merah. Het werd voor deze plaats een drukke tijd. De schepen werden aan de steiger gelost, de grote laadkisten ter plaatse uitgepakt en de inhoud gesorteerd. Met de jeep werden alle goederen naar een magazijn in de politiekazerne gebracht. Voor de bevolking was de komst van de jeep een evenement; de meesten hadden nog nooit een auto. gezien en vol bewon dering sloegen zy ons bedrijf gade. Vier jaar geleden kende Tanah Merah als enig vervoermiddel een fiets; nu zijn er een aantal fietsen, een scooter (van de Chinese tokohouder), een ossewagen en een jeep. Het zal niet lang meer duren of er moeten verkeersborden komen. er was nu geen gevaar voor stranding op de grintbanken. Een nadeel is ech ter, dat er veel boomstammen met de stroom worden meegevoerd en dat had weer enige schade aan de schroefas van de motorboten tengevolge. Toen de op voer per vliegtuig begon, speelde het weer goed mee. De pas naar de Sibil bleef open en in drie dagen tyds kon den negen vluchten worden gemaakt; elke vlucht met een passagier en 900 kg. vracht. Het is van Tanah Merah tot Sibil drie kwartier vliegen, zodat het vliegtuig telkens na twee uur weer terug was. Op het vliegveld van Tanah Merah hebben wij een aantal grote laadkisten neergezet om als opslagplaats te dienen. In elk daarvan ligt de nauwkeurig af gewogen lading voor één vlucht. Het laden van het vliegtuig kan dus in een minimum van tyd geschieden. VLIEGVELD IN DE RIMBOE De reis van Hollandia naar Merauke maakten de overste Venema en ik met een Twin-pioneer die voor ons een tus senlanding te Sibil maakte. Men was daar met volle energie bezig aan de bouw van het basiskamp. Het is wel een verrassing om op een vliegveld midden in de rimboe te landen en dan te zien, dat het geheel is afgezet met Afrikaantjes. Sibil is nu het enige vlieg veld in Nieuw-Guinea, dat zo met bloe men is versierd. Er wonen hier twee ambtenaren van het gouvernement, de heren J. Sneep en W. Herberts, die dit gebied besturen, voor het vliegveld zor gen, de meteorologisohe waarnemingen doen, injecties tegen framboesia geven, wonden verbinden en nog tal van an- Deze jeep van de Nederlandse wetenschappelijke expeditie is het eerste vierwielige motorvoertuig in de binnenlanden van Nieuw Gui- deze datum als begindatum aangenomen. Helemaal is dit niet gelukt, want vanochtend was het weer te slecht en het vliegveld te zacht om de laatste deelnemers in te vliegen. Niettemin is al een begin met het werk gemaakt. Na een kort verblijf op Biak reisden de leiders door naar Hollandia, waar zij ongeveer twee weken bleven. Daarna een week in Merauke en nog enige tijd in Tanah Merah aan de Digoel. Deze bezoeken maakten het mogelijk om nog allerlei zaken over bevoorrading en opvoer te regelen. De schrijver van dit artikel en wetenschappelijke leider der expe ditie, dr. L. D. Brongersma.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 15