LEXINGTON
Residentie-Orkest introduceerde
„Symfonische Muziek" van Flotliuis
Op Vebo-show vleesbeest favoriet
Cora Canne Meijer ongeschikt
voor de Falla's „El Amor Brujo
opvoering op een hoog niveau
B. en W. van Leiden bevorderen
bouw overdekte veemarkt!
Livinus van de Bundt verrast met
nieuwe kunstvorm: foto-peinture
Opgericht 1 maart 1860
Vrijdag 13 maart 1959
Tweede blad no. 29694
99
Tsjaikowsky als een treffend besluit
Een compositie van Nederlandse bodem vroeg als eerste de aan
dacht op het zevende abonnementsconcert van het Residentie-Orkest:
het 59e opus van onze landgenoot Marius Flothuis, artistiek adviseur
van het Concertgebouworkest, diens „Symfonische Muziek"*
Nieuwsgierigheid ging al spoedig over in gespannen aandacht,
omdat inspiratie ten grondslag bleek te liggen aan het knap en door
zichtig geschreven Allegro, waarmee werd ingezet. Het legde getui
genis af van onze mening, dat in het huidige stadium gelukkig bij
vele componisten het hart weer de zege begint te behalen boven de
intellectualiteit.
Die warreling, waarin de sterk gerit
meerde paukerslagen ter afwisseling
Buiver zijn toegepast, was een inventief
en origineel begin. Weliswaar weet Flot
huis dit in t verdere verloop in de da a rop
volgende delen zeiker niet steeds te
oontinueren een veel voorkomend
euvel en kwam het met name in het
Adagio molto expressivo tot een te
langdradig uitgesponnen inzinking. Doch
het vibrerende en geëmotioneerde
karakber van het Allegro Agitato en de
suggestiviteit van het kernachtig opge
bouwde Andante maestoso met Pas-
sacaglia en zeven variaties, allen Flot
huis' compositorische begaafdheid ver
radend, vormden een interessant besluit.
Men kan opmerken, dat Flothuis geen
„hemelbestormer" is: daartoe is zijn
taal, na de, gelijk gezegd, oorspronke
lijke inzet niet persoonlijk genoeg. De
reminicenties aan César Franck bijv.
zijn in het laatste deel veelvuldig. Doch
het aangename van deze muziek is, dat
zij geen klankencaoofome meer inhoudt,
doch in een welbewuste geordendheid
haar verloop vindt en te „begrijpen"
valt. Bovendien door de knap gehouden
instrumentatie de aandacht gevangen
houdt. Wij zijn benieuwd of Flothuis er
op den duur in slagen zal, een geheel
eigen „geestelijk" idioom te vinden, dat
niet de kloof met de huidige generatie
verbreden zal, hetgeen zo menig com
ponist helaas tot schade in deze tijd
gedaan heeft.
Het werk, daterend van 1957 en opge
dragen aan Eduard van Beinum en het
Concertgebouworkest, kreeg een vitale
verklanking.
Wat de zangeres Cora Canne Meijer,
verbonden aan de Ned. Opera en bin
nenkort voor een engagement naar
Zürich vertrekkend, bewogen kan heb
ben zich te wagen aan de Falfla's suite
uit „El Amor Brujo", het oorspronkelijk
als ballet gedachte „De Liefde als tove
naar" (1915), is ons onbegrijpelijk.
Immers: nóch haar zang, nóch haar
wezen leenden zich voor deze hartstoch
telijk-verteren de bewogenheid, waarin
o.a. getuigd wordt van het „Ik ben de
stem van het noodlot", „Ik ben het
vuur, waarin }e zucht, de zee, waarin je
onder gaat".
Die stem vraagt gans andere accen
ten: warmbloedige, canailleuze, don-
kerruige, zoals deze misschien alleen
een zuivere alt geven kan. Een stem
ook met ontzaggelijke expressiemoge
lijkheden.
Dit alles schonk deze mezzo ons niet.
Afgezien van het feit, dat haar overi
gens wel fraai timbre niet vrij, doch
kelig klinkt, vele tonen onder druk
lijken te liggen en de stem weinig
„draagt", mist deze zangeres ten enen
male het temperament, dat de voor
dracht dwingend vraagt.
De sfeer van deze muziek is zó adem
benemend schoon, zo mysterieus ver
rukkend ook. dan weer fel brandend,
dat alleen een zangeres, die volkomen
daarmee verweven is, deze wonder
baarlijke zangen naar volle waarde
brengen kan. Onwillekeurig schoot ons
de naam van Nan Merriman in de
gedachte: zij zou daartoe zeer wcer-
schijnlük wel in staat geweest zijn.
Cora Canne Meijer slaagde er niet in;
het bleef helaas te onbewogen en
verstard.
De bijzonder veeleisende opgave heeft
zij echter naar de noten feilloos weer
gegeven: daaraan haperde het zeker
niet. Willem van Otterloo en het orkest
bleven ook verwijderd van het biologe
rende karakter van de Falla's meester
lijk geconcipieerde en geïnstrumenteer
de klankenwereld, die een ontstellende
geladenheid kan oproepen, mits noorde
lijke gedegenheid plaats maakt voor
zuidelijke gloed.
Gelukkig nam het orkest revanche in
Tsjaikowsky's nog altijd graag gehoorde
Zesde Symfonie (de Pathétique). Wel
iswaar legt Van Otterloo niet meer het
accent op gevoelsexcessen. zoals vroegere
dirigenten dat veelvuldig plachten te
doen. Weliswaar ook past hij veelvuldig
snelle tempi toe, waarbij wij ons afvrage,
of de componist ze zo bedoeld heeft en
waardoor deze symfonie thans op de
CORA CANNE MEIJER
kop af 45 minuten duurt tegen eertijds
zeker plm. 10 minuten langer, terwijl
hierdoor bovendien dikwijls de verzor
ging van het détail werk in de verdruk
king komt: van intense spanning ver
vulde geladenheid roept hij toch op. Dat
kan ook haast niet anders!
Na het derde deel met zijn marsachtig
karakter klonk zelfs spontaan applaus
op, een zeldzaam verschijnsel!
Bepaald grote ontroering ging uit van
de Finale: het klagend-smartelijke
Adagio lamentoso, waarin de componist
zijn lovenstragiek volkomen blootlegt en
zijn naderende dood sohijnt te voorvoe
len.
Dat was weer even de typisch roman
tische gevoelige aanpak, zoals wij ons
deze van vroegere grote voorgangers
herinneren.
En zij maakte in haar grenzeloos pes
simisme en uiterste melancholie de
diepste indruk.
Na de even aangehouden stilte barstte
dan ook een ovationeel dankend
applaus los, als ontlading van het
sterk getroffen gemoed!
H.
FEESTAVOND „DE OUDE GARDE"
Gisteren gaf de Bond van Gepensio
neerden van Spoor-, Tram- en ander
Verv-oerspersoneel „De Oude Garde",
afdeling Leiden, in de grote zaal van
„Den Burcht" een feestavond. Na een
inleidend woord van de voorzitter van
de feestcommissie, de heer J. Weeda,
voerde het gezelschap „De Stalen Band"
een vrolijk en gevarieerd programma op.
Het was reeds laat toen de voorzitter
van de „Oude Garde", de heer T. J. G.
Jansen, het gezelschap dank bracht voor
zijn medewerking. Ook de feestcommis
sie werd in deze dank betrokken.
BESTUUR V.V.SX.
Het bestuur van de Vereeniging van
Vrouwelijke Studenten te Leiden is voor
het jaar 19591960 als volgt samen
gesteld: M. de Vos tot Nederveen Cappel
praeses; O. A. J. Fasting, ab-actis; B.
E. E. Duyfjes, quaestrix; M. de Vos van
Steenwijk, assessor I; M. vati Ringele-
stijn, assessor II.
Gisterochtend is de 7-jarige Elisa
beth Hamaker, uit de Pakhuisstraat, in
de Gortestraat door een onbekend ge
bleven wielrijdster aangereden. Het
meisje brak haar linkerbeen.
Een „daad", welke volkomen geslaagd is
De Leidse Volksuniversiteit K. en O. stelde met de introductie van Sofokles'
„Antigone" door de Haagsche Comedie een daad die in volkomen overeenstem
ming is met haar beginselen: kunst en ontwikkeling te brengen onder de brede
lagen der Leidse bevolking. Uit de grote aandacht waarmede dit Griekse treur
spel door het in groten getale opgekomen publiek is gevolgd mag de conclusie
getrokken worden, dat deze daad ten volle is geslaagd!
Over de inhoud van „Antigone"
schrfjft de vertaler, ds. L. A. J. Burgers-
dijk in zijn inleiding:
„Eteokles en Polynikes, de beide zonen
van Oidiipus, hadiden elkaar in de
strijd om de heerschappij van Thebe
bekarrupt en waren in broedergevecht
door elkanders hand gevallenHun
oom Kreoon neemt, als de naast in 't
geslacht, nu de beugels van het bewind
in handen. Op de morgen van de dag
na de noodlottige strijd laat hij
Eteokles, die de verdediger van Thebe
geweest was, met de gebruikelijke eer
in het graf leggen, maar Polynikes, die
tegen zijn eigen vaderstad de wapenen
opgevat had. moest onbegraven blij
ven liggen als een buit voor honden
en roofvogels. Antigone, Oidipus'
oudste dochter, besluit niettegen
staande het strenge verbod van
Kreoon. haar ongelukkige broeder
Polynikes te begraven".
Deze wel zeer beknopte beschrijving
böhoeft de volgende aanvulling: Anti
gone heeft bewust hiermede haar eigen
doodvonnis getekend, zij wordt op bevel
van Kreoon in een grafgewelf ingemet
seld, waar zij zich door middel van een
koord van het leven berooft. Inmiddels
heeft de blinde ziener Teiresias zijn
invloed op Kreoon doen gelden, deze
herroept zijn vonnis en ijl't naar de
grafkelder. Daar treft hij zijn zoon
Haimoon, de verloofde van Antigone, die
in wilde vertwijfeling de dode in de
armen houdt. Op het zien van zijn
vader doet hij een uitval met zijn
zwaard, mist Kreoon en werpt zichzelf
in zijn wapen.
De Haagse Comedie heeft onder
leiding van Max Croiset van dit klas
sieke treurspel een artistiek op hoog
pei! staande voorstelling gegeven, die
ondanks de uiteraard bijzondere eisen,
die aan het auditorium gesteld wor
den van het begin tot het einde
boeide.
Elisabeth Andersen bewees de veel
zijdigheid van haar groot talent door
een uitbeelding van Antigone, die aan
zeggingskracht, houding en gebaar niets
te wensen over liet. Daarbij moest
Sigrid Koetse als Isimene, hoewel met
begrip gespeeld, wel iets terug vallen.
Frans van der Lingen had zich voor
de rol als leider van het koor een prach
tige, markante kop gemaakt en fasci
neerde door zijn fraai getimbreerd en
genuanceerd geluid. Hij werd voldoende
terzijde gestaan door Frans Vorstman
en Wim de Haas. Max Croiset gaf een
krachtige vertolking van d'e zich van zijn
macht bewuste Kreoon, die zich ver
plicht voel'de, die macht in het belang
van Thebe uit te oefenen. Zijn grime
leek niet gelukkig, missohien had de
belichting hier schuld aan. Gijsfbert
Terst-eeg speelde een wachter. De min
of meer vrijmoedige woorden, die
Sofokles hem bij zijn boodschap aan
Kreoon in de mond legt, kregen door
zijn manier van zeggen iets te veel. De
Terwijl de Vebo-Paasveetentoonstel-
ling 1959 hedenochtend op het vee
marktterrein al geruime tijd in alle le
vendigheid in bedrijf was en deskundige
jury-ogen en -handen de geëxposeerde
inzendingen naar juiste waarde toetsten,
vond in „Het Schuttershof" de officiële
opening plaats.
De waarn. voorzitter van de Vebo, de
heer G. J. v. d. Stoel, sprak woorden
van welkom tot de vertegenwoordiger
van de Commissaris van de Koningin in
Zuid-Holland, de heer J. Sillevis, secre
taris van de Adviescommissie voor
Landbouw en Veeteelt, tot burgemeester
jhr. mr. F. H. van Kinschot van Leiden,
mr. J. Drijber, wethouder van de Be
drijven, en de heer C. Burger, voorzitter
van het Bedrijfschap voor het Slagers-
bedrijf De heer Van der Stoel wees er
verder op, dat het deze week gepubli
ceerde aantal inzenders hedenmorgen
1 zelfs nog was gestegen.
Wethouder Drijber, die ditmaal de
opening verrichtte, gewaagde in zijn
toespraak van het omschakelen na de
spanningen van de verkiezingen van gis
teren er zal over het a! t meen een
zekere tevredenheid heersen - naar de
paasstemming, de tijd van hel feestelijk
versierde dier, bij welk feestelijk ver
toon het materiële zeker niet vergeten
wordt. De wethouder zei, dat het succes
van deze tentoonstelling een teken is
van de grotere welvaart in, deze sector.
Het slachtvee noemde hij van grote be
tekenis voor die welvaart. Hoe belangrijk
de export van vee- en vleesprodukten
is toonde spreker aan de hand van
enkele getallen aan; de uitvoer van deze
produkten beliep o.a. in 1958 f1560
miljoen.
BOUW VAN EEN VEEMARKT
Mr. Drijber achtte het een voorrecht
wethouder van het marktwezen te zijn.
Hij gaf de verzekering, dat het College
De jury tijdens de beoordeling van
het vee
(Foto L.D./Van Vliet)
van B. en W. die bouw van een overdekte
veemarkt met alle kracht bevordert. Het
is evenwel niet reëel, aldus mr. Drijber,
reeds over een openingsdatum te spre
ken: hij kon alleen 'toezeggen, dat er
gestreefd wordt de bouw van dit grote
project zo snel mogelijk door te zetten.
In verband met verzoeken hieromtrent
deelde de wethouder nog mede, dat, met
inachtneming van het beperkt finan
cieel mogelijke, uitzicht bestaat op meer
café's in de omgeving van het toekom
stige marktterrein. Tenslotte verklaarde
mr. Drijber de tentoonstelling voor ge
opend.
De heer C. Burger schonk in een
korte rede aandacht aan het belang van
deze paasvee-manifestatie voor het be
drijfsleven. Hij zei o.m., dat op een
paasveetentoonstelling steeds blijkt, dat
de slager bereid is grote bedragen uit te
leggen om een goed beest tegen Pasen
aan te schaffen. Voorts bracht hij hulde
aan de mesters, die deze prachtige die
ren op de ten'toonstie.Ctag brengen.
Advertentie.
Lexi's hoofd duizelt van de reacties op de
prijsvraag, beschreven in onze advertentie
van 5 maart j.l.
Intussen blijkt ons, dat, ten gevolge van een
misverstand, op een aantal sigaretten de
controlelettertjes ontbreken. Van de 9 letters (hoofd- zo
wel als kleine letters) op de sigaretten, die tezamen het
woord LEXINGTON moeten vormen, mag er daarom één
blanco zijn, indien men toevallig een sigaret zonder con
trole-letter aantreft. Denkt u er vooral aan, dat u óók een
slagzin of rijmpje van maximaal 4 regels, bij de sigaretten
verpakt, moet inzenden.
Wat U kunt winnen?
Zoals u weet worden iedere maand 58 slagzinnen of rijmpjes
door de jury uitgekozen. De 8 beste inzenders worden be
loond met een vliegreis van 2 dagen, inclusief verzorging
en sightseeing, naar Parijs, Londen of Kopenhagen. De
50 overige inzenders ontvangen een slof Lexington. Dit
gebeurt 6 maanden achtereen tot en met augustus a.s. Aan
het eind van deze periode wordt de allerbeste inzending
gekozen uit de reeds bekroonde en de inzen
der hiervan krijgt een reis per vliegtuig of
boot voor 2 personen aangeboden naar
Amerika met 10 dagen verblijf in New York,
eerste klas verzorging en onthaal als ere
gasten van Lexi.
Lees de voorwaarden!
Wij verwijzen naar onze advertentie van 5
maart j.l., waarvan op aanvrage, te richten
aan LEXINGTON. Postbus 305, Den Haag,
gaarne een exemplaar wordt toegezonden.
U vindt er alle bijzonderheden en voorwaar
den in. Lexi wenst u veel succes.
from America's Best Tobaccos
nog jeugdige Jules Croiset viel op door
een verrassend goede uitbeelding van
Haimoon. Jan v. d. v. d. Linden verving
Albert van Dalsum verdienstelijk als de
blinde ziener Teiresias, terwijl Joris
Diels een stijlvolle, met ingehouden
kracht gespeelde bode te aanschouwen
gaf.
Het sobere, in strakke lijnen gehouden
décor werd ontworpen door W. Hussem.
De kostuums zijn vervaardigd volgens
aanwijzingen van mevrouw A. Noord-
hoek Hegt.
Een voldaan en dankbaar publiek
huldigde de spelers met een warm* en
langdurig applaus!
B. H.
NATIONALE INZAMELING
LEGER DES HEILS
Volgende week wordt ook hier ter ste
de de nationale inzameling van het Le
ger des Heils gehouden. Een-huis-aan-
huis-collecte, welke volgende week za
terdag wordt besloten met een speldjes
dag. Gezien de grote sympathie voor het
werk van het Leger des Heils. onlangs
nog gebleken bij de televisieuitzending
over majoor Boshardts goodwillcentrum,
nemen wij aan, dat een ieder deze inza
meling royaal zal gedenken. Voor de
speldjesdag kunnen zich nog collectan
ten opgeven bij kapittin R. J. Schurink,
Hooigracht 30.
Interessante expositie in Prentenkabinet
Kunstenaar opent vergezicht
op absolute schilderskunst
Livinus van de Bundt (kortweg:
Livinus), directeur van de Haagse
Vrije Academie voor Beeldende
Kunsten, heeft zich in de loop der
jaren vooral naam gemaakt als een
uitnemend grafisch kunstenaar,
iviens lust en leven het was meester
werkjes van nauwkeurigheid ie
scheppen.
Thans heeft hij een nieuwe weg
ingeslagen: hij is terechtgekomen bij
een nieuwe, eigen vinding, de foto-
peinture Het resultaat van deze
hoogst interessante arbeid is tot en
met 11 april a.s. te zien in het Pren
tenkabinet der Rijksuniversiteit,
Kloksteeg 25, ivelks directeur, prof.
dr. H. van de Waal. wederom ruimte
gaf aan een verblijdende poging om
„iets nieuws" te brengen.
Na tal van experimenten, die overigens
nog niet voltooid zijn en nog vele moge
lijkheden in zich bergen, is livinus
steeds meer tot de overtuiging gekomen,
dat 't technisch mogelijk is „met licht
te schilderen". Het fotograferen-in
kleuren is eigenlijk vastgeroest in het
klakkeloos plaatjes maken, die dan door
gaans als dia's via de projector op het
witte doek worden gebracht. Dit is ech
ter bepaald niet het laatste woord bij
het „bewerken van kleurgevoelig mate
riaal". waaronder men het maken van
dia's kan rangschikken. Want dit mate
riaal kan het medium zijn, zoals Livinus
op deze expositie duidelijk Jaat zien, om
als het ware met licht te schilderen en
aldus aan de materie te ontstijgen naar
de „absolute" schilderkunst. Livinus
maakt daarbij gebruik van enige ver-
De heer Burger onderstreepte nadruk
kelijk het huidige streven naar een vee-
beslag dat meer en beter vlees oplevert;
het vleesbeest is favoriet boven het vette
dier. Aangaande de prijzen zei spreker
nog dat de consument niet over de prijs
moet klagen als hij om goed mesten
vraagt. Waaraan is het geld beter be
steed dan aan datgene dat het lichaam
sterkt en instandhoudt aldus de heer
Burger.
Na een dankwoord van de heer M.
Weima directeur van Markt, en Haven
dienst tot de heer Burger, verlieten de
genodigden „Het Schuttershof' voor een
rondgang over de welvoorziene tentoon
stelling.
Om halféén werden ih „Het Schut
tershof" de prijzen uitgereikt aan de
inzenders van de bekroonde paasdieren.
Morgen zal onze deskundige medewer
ker zijn visie over deze paasshow geven.
plaatsbare lichtbronnen, een kleursuft
en een vormstift. Hoe dat precies werkt,
is tenslotte zijn persoonlijk geheim,
waarvoor hij overigens patent heeft
aangevraagd. Een betrekkelijk uitvoerige
beschrijving van de technische kant
vindt men in „International Lighting
Review" 1958. no. 6, waarin E. Rijgers-
berg een artikel aan deze werkwijze
heeft gewijd. Men zou kunnen zeggen,
dat Livinus het kleurgevoelige materiaal
bewerkt met een door de hand geleid,
elektrisch burijn en dat het resultaat
een „chromogram" is. In het Prenten
kabinet worden thans enige tientallen
„dia's" vertoond, die. op het eerste ge
zicht. enige gelijkenis vertonen met
kleurenfoto's van abstracte schilderijen
maar in werkelijkheid dus een recht
streekse peinture zijn op fotografisch
materiaal. Het zijn directe „verbeeldin
gen", scheppingen van een kunstenaar,
die een totaal nieuw middel hanteerde
om zijn creatieve drift te verwezenlijken
in kleur en vorm. Vooral in kleur, want
oaarmee speelt hij een verfijnd spel. dat
tot verrassend-mooie „composities"
leidt. Zelf zegt Livinus ervan, dat hij,
zoals een pottenbakker nog vaak ver
baasd is over de kleurschakeringen, die
een glazuur in de oven gekregen heeft,
bij herhaling verwonderd is over het
geen zich na de bewerking van het ma
teriaal aan zijn oog vertoont.
Nu kan men hierin aanleiding vinden
om een uitvoerig debat te beginnen
over de vraag, of een kunstenaar wel
verrast mag zijn over hetgeen als schep
ping uit zijn handen komt. Moet hij de
stof niet zodanig beheersen, dat het
doel. dat hem voor de geest staat, nauw
keurig wordt verwezenlijkt? Livinus ge
looft zelf in het goed recht van het toe
val, om het zo te zeggen. Want wat wij
„toeval" noemen, is dat eigenlijk niet
iets. dat zich voltrekt volgens ons onbe
kende wetten? Hoe dit zij, Livinus gaat
voort met zijn foto-peintures, in kleuren
en óók in wit-zwart en niemand zal
kunnen ontkennen, dat deze waarach
tige kunstenaar wiens verleden borg
staat voor de diepe ernst, waarmee hij
deze nieuwe weg bewandelt tot zeer
schone resultaten komt. al zijn ze dan
ook niet „herkenbaar" en „ziet" men er
geen koeien of landschappen op. Wie
cat als onmisbare voorwaarde voor
kunst stelt, kan deze tentoonstelling in
het Prentenkabinet beter voorbijgaan,
maar wie gevoelig is voor schone kleu
ren en frappante vormen „op zichzelf"
en dus in de hoogste vrijheid, vercuime
haar onder geen beding. Vooral in de
gekleurde scheppingen heeft Livinus
uiterst subtiele variaties bereikt, voi tere
overgangen. Zelf meent hij. dat hij nog
slechts aan het begin staat en dat er
nog vele verrassingen kunnen volgen.
Dit begin is echter reeds zo treffend
zelfstandig als nieuwe kunstvorm, dat
het alleszins de moeite loont er lcennil
van te nemen.