KONING ALBERT I leeft voort in de dankbare harten der Belgen I RADIO Geliefd vorstdie dapper stand hield tegen de Duitse overmacht Zeeuwse vereniging beleefde in „Den Burcht" genoeglijke avond SIEMENS ek te&zvisLe. Onschuldig aan dodelijke aanrijding te Zoeterwoude Hartverivarmend spel van echtpaar Bouber, Sara Heyblom en Nell Knoop DINSDAG 17 FEBRUARI 1959 Geen legende, maar werkelijkheid Geen mysterieuze figuur Hy maande tot voorzichtigheid, toen er begin 1918 sprake was van een groot Geallieerd offensief om de Duitse linies te doorbreken, op een ogenblik dat de Amerikaanse troepen nog niet klaar, waren en generaal Ludendorff een nieuw (Van onze Brusselse correspondent) Ieder jaar wordt in de kerk op het Koningsplein te Brussel een mis gecelebreerd voor de over leden Prinsen van het Belgisch vorstenhuis. Het is geen toeval, dat die religieuze plechtigheid op 17 februari plaats vindt, de dag waarop thans 25 jaren geleden Koning Albert I de dood vond in het rotsgebergte van Marche les Dames, vlak bij de Maas. De Bel gische Koning was een ervaren alpinist. Hij kende de Alpen en de Dolomieten en menig alpengids was een persoonlijk vriend van de Ko ning. Maar een ongeluk maakte een eind aan zijn leven. Koning Albert verliet het paleis van Laken op de koude zaterdagmiddag van 17 februari 1934, in een kleine wagen, vergezeld van de bediende Van Dijck, die hem al 33 jaar trouw diende. Het wagentje werd in het dorpje Boninne bij Dinant gelaten en de Koning ging te voet verder naar de Rocher au bon Dieu (de rotsen van de goede God). Hij kende die rotsen. In juni 1933 had hfj bij Dinant de beroemde Bayard beklom men. de rots vlak naast de Maas. En kelevriend hadden hem toen gewaar schuwd. „Weet U", zo had Koning Albert geantwoord, „dat de auto's in Engeland per jaar méér mensen doden dan er onder de Franse revolutie op het schavot door de guillotine omkwamen?" Meer dan eens had hij boven op de rots een paar broodjes en enkele vruchten gegeten en een flesje melk gedronken. Van Dyck wachtte niet ver van de plaats waar de Koning die middag zfjn beklimming was begonnen. Tegen 5 uur had de vorst weer terug moeten zijn. daar hij des avonds in het Sportpaleis van Brussel de kampioensbeker van België zou overhandigen aan Jef Sche- rens. vier of vijf keer wereldkampioen sprint. Angst maakte zich van de trouwe be diende meester, toen Koning Albert niet tijdig terugkeerde. Met de chauffeur van een vrachtwagen en twee houthak kers werd de eerste tragische speurtocht begonnen. Rond 19 uur ging het eerste telefonische bericht naar Laken en en kele uren later zochten ook de ordon nansofficieren van de Koning in de diepe kloven en de dichte bosjes. Om streeks twee uur 's nachts werd het lijk gevonden. De Koning had zich boven op de rots gewaagd en naar een zwaar rotsblok gereikt om helemaal op de top te komen. Die rots kwam echter in be weging. Albert I. Koning der Belgen, stortte neer op de twaalf meter lager liggende scherpe rotswand. Heldhaftig èn voorzichtig Het ls voor de meeste Belgen, Jong en oud, en ook voor hen die hem niet hebben gekend, nog steeds alsof het gis teren gebeurde. De Koning is niet wat men een legendarische figuur noemt. Hij leeft temidden van het Belgische volk, Vlamingen en Walen, rijk of arm, de socialistische mijnwerker in de Bo- rinage of de visser van Oostende, de kleine kantoorklerk in het ministerie of de dokwerker in Antwerpen, allen weten verbazend veel over de persoon van ZWO-subsidie voor stofwisselingsonderzoek De Nederlandse Organisatie voor Zui ver Wetenschappelijk Onderzoek heeft voor het jaar 1959 wederom een subsidie verleend voor een onderzoek naar de eiwitstofwisseling bij de mens aan een aantal medewerkers van de afdeling voor stofwisselingsziekten en endocrino logie van het Leids Academisch Zieken huis waarvan prof. dr. A. Querido di recteur is. Het doel van het onderzoek, dat waarschijnlijk vele jaren in beslag zal nemen, is een inzicht te verkrijgen in de wijze waarop bij een aantal ziek tetoestanden veranderingen in de eiwit huishouding van de mens worden te weeggebracht. Dr. A. J. C. Haex lector Bij K b. is benoemd tot lector aan de Leidse Universiteit voor de gastro-ente- rologie dr. A. J. C. Haex, thans weten schappelijk hoofdambtenaar A aan deze Universiteit. Onlangs schreven wij over dr. Haex naar aanleiding van de ver wachting van deze benoeming. BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN GEBOREN Lucas Herman Henricus Maria, zn van H. P. Tulp en C. M. Berkhout, Ingrid Wll- helmlna Antonla Maria, dr van A. W. J. van der Heijden en G. W. Kromwijk. Trijn tje, dr van W. Hulsbos en J. Pellegrom. Theodora Maria, dr van J. P. Ouwerkerk en T. J. RIJsdam, Cornells Johannes, zn van J. J. de Wit en E. Straathof, Carla, dr. van S. van Heljningen en N. K. Ouwer kerk. Michael Laurens, zn van L. W. Ze venbergen en E. J. Schophulzen, Antje Elisabeth, dr. van I. J. GijzenlJ en S. E. EekooiJ. Johannes Theodorus, zn van C. J. de Bruin en J. M. T. de Jong, KlaarUe He- leen. dr van A. T. Schwelzer en R. C. Lin deman. Helltje, dr van J. Petlet en A T. van Elten, Deslrée Bernadette Johanna, dr. van J. Wernars en C. A. Revallier. Rei nout. zn van J. B. Bussemaker en H. J. Faber, Leendert Phillppus Daniël, zn van J. Hoek en D J. van Woerkom, Geertrul- da. dr van P. Rensen en M. van Brumme- len. GETROUWD H. L. Paas en J. Schouten, M. Keyzer en J. Sloos. J. A. Sloot en M. Honders, H. J. de Jongh en J de Fey. OVERLEDEN E H. van der Burgh, 86 Jaar, weduwe v. W F. Hemerlk. H E. M. van Egmond, 1 Jr zoon, G. J. M. Weimer, 10 maanden, dr. E. Verwer, 83 jaar, man. H, Koolstra, 63 Jaar, man. B. A. Klaren, 64 jaar, vrouw, J. van der Helde, 84 Jaar, man. Albert I. neef van de grote Leopold II. Men weet bijvoorbeeld dat zijn laatste gesprek met de minister van Justitie, de heer Janson, oom van Spaak, liep over de bescherming van de kleine spaarder. Koning Albert is in de wereldgeschie- de heldhaftige figuur van het Belgische leger van de eerste wereldoorlog. Aan het hoofd van zijn 160.000 soldaten hield hij stand op het laatste plekje niet be zet België, aan de smalle IJzer. Gedurende die vier bange jaren van 1914 tot eind 1918 was België beperkt tot een klein stukje West-Vlaanderen: Veurne, Nieuwpoort, Diksmuide. De Koning gaf bevel om de sluizen te ope nen en het zoute zeewater stroomde over de lage weilanden van het vrucht bare Veurne-ambacht, zoals dat gewest heet. Vier jaren lang bleef Koning Albert met zyn echtgenote, Koningin Elisabeth in dat kleine gebied. Koningin Elisabeth leidde het legerhospitaal in het kleine plaatsje De Panne, dat van dag een mooie Noordzee-badplaats is geworden. Joffre, Foch en Pétain stelden voor, dat het Belgische leger onder Frans opperbevel zou komen. Driemaal wei gerde de Koning, daar alleen hij vol gens de grondwet chef van het Belgische leger is. Zün hardnekkige houding tegen de Duitsers wekte in de gehele wereld bewondering. Maar in tegenstelling tot sommige heethoofdige Franse „patriot ten", was hü tevens een nuchter en voorzichtig staatsman. KONING ALBERT 1 in de uniform van luitenant- generaal van het Belgisch leger. doorbraaksysteem had ontworpen, na melijk het slaan van bressen in het front met hevig artillerievuur, waarna infanterie direct in de bressen werden ingezet. In het voorjaar van 1918 moes ten de Geallieerden inderdaad met man en macht stand houden tegen het laat ste Duitse offensief in het Westen. De Belgen klampten zich toen vast aan. het dorp Langemark, waar de bloem van de Duitse universitaire jeugd sneuvelde. Maar toen het Duitse front begon te wankelen, richtte Koning Albert een vlammende proclamatie tot zijn leger. In die nacht van 27 op 28 september 1918 laaide de hoop op. Het zijn de Bel gen geweest die Brugge heroverden. Het volk juichte en weende in de straten waar het leger van de IJzer voor de Koning defileerde. Ieder jaar buigen de vaandels van de IJzerregimenten voor de crypte van de Belgische Koningen te Laken, waar Koning Albert rust naast zijn grote voorgangers. Zijn soldaten en het ge hele Belgische volk blijven treuren. Hij is geen figuur voor met mysterie om hulde geschiedenisboeken. Hy lééft voort in de harten van miljoenen Belgen en de jeugd kent zijn leven en strijd. Er is géén legende, er is een solide Koning Albert-traditie. De sfeer op de Leidse Zeeuwse avond van gisteren laat zich gemakkelijk van gen onder één woord: genoeglijk. De grote zaal van „Den Burcht" was bijna tot de laatste plaats bezet. Dat uitge breide auditorium toonde zich goed lachs, het was gul in reactie en applaus erf mild in appreciatie van het gebodene op de planken. Daar stond een dapper groepje leden van de vereniging der Zeeuwen „Luctor et Emergo", dat op enthousiaste wijze gestalte gaf aan het door de heer H. Frieling geschreven to neelstuk „De klompe en de goudvis". Een klucht uit het Zeeuwse boerenleven, welke een cachet van authenticiteit kreeg door het sappige Zeeuws, waarvan de opvoerenden zich bedienden en de kleurrijke, schilderachtige Zeeuwse kle derdracht, waarin zij gestoken waren. Die „klompe" was een vrolijke vry- buiter, een marskramer. Van alle mark ten thuis, maar niet bepaald een ge schikt persoon om de liéfdesperikelen, waarin de hoofdpersoon van het ver haal de ongetrouwde boer Geschiere zich bevindt, aan zijn grote neus te hangen. Maar deze boer staat onder hevige druk van een rijke oom, die dreigt hem te onterven als hij niet'snel tot trouwen overgaat. En dan nog wel met de „goudvis", een rijke boerendoch ter. Nu mag Geschiere een handige boer zijn, maar waar het vrouwen be treft is hij byzonder onhandig en ver legen. Dus. zoekt hy steun en raad bij het toonbeeld van handigheid: „de klompe". Deze echter ziet het allemaal niet dramatisch, maakt er nog wat grapjes bij en schept daardoor de pot sierlijkste situaties, waarin het „stuk" zich verder beweegt. Wanneer we nu erg kritisch hadden gaan zitten kijken, zouden wij ongetwy- feld het tempo van de opvoering te laag hebben gevonden en zouden wij enkele haperingen hebben kunnen noteren, maar zulke geluiden pasten niet in de sfeer van deze gezellige avond. G. v. d. Graaf kon ondanks zyn val best uit de voeten als boer Geschiere. N. L. van Dalsen had de lachers meteen op zijn hand als de „uitgestreken" knecht Geert. A. K. Boogert had even nodig eer hij van Wullem Geschiere de knoe- C. Oosterom overleden OUD-ADJUNCT-DIRECTEUR SIKKENS LAKFABRIEKEN In de ouderdom van 77 jaar is van daag te Oegstgeest de heer C. Oosterom overleden, die jarenlang adjunct-direc teur van Sikkens was en tal van jaren zitting heeft gehad in de Oegstgeester gemeenteraad. De heer Oosterom is ruim 40 jaar aan Sikkens Lakfabrieken verbonden geweest, waarvan de laatste jaren als adjunct-directeur. Na zyn of ficiële pensionering stapte hy door een achterdeur het bedrijf weer binnen, want als adviseur bleef hy zyn gaven in dienst van het bedrijf stellen. Tot aan zyn overlijden bleef hij dit doen. Vele jaren was de heer Oosterom lid van de gemeenteraad van Oegstgeest, waarin hij zitting had voor de A.R. Partij. Voor de laatste verkiezing stelde hij zich niet meer kandidaat. Ook na zijn aftreden stelde hy nog veel belang in de gemeentezaken, want men heeft hem nog enkele malen op de publieke tribune de vergaderingen van de raad zien volgen. In de raad werd zijn oor deel altijd zeer gewaardeerd om de grote zakelijkheid, die daaruit sprak en om dat hij het algemeen belang voor het partijbelang stelde. Ook in de kerkeraad der Geref. Kerk van Oegstgeest heeft de overledene veel belangrijk werk gedaan. N.Z.H. kampt met personeels gebrek Naar wij van de directie der NZHVM vernemen, heeft de vervoersdienst te kampen met een ernstig gebrek aan personeel als gevolg van een nog steeds toenemend aantal zieken. Dientengevolge zal het noodzakelijk zyn tijdelijk een aantal versterkingsbussen uit de dienst te nemen, waaruit voor het publiek enig ongerief kan ontstaan. De directie streeft ernaar dit ongerief tot een minimum te beperken, doch zij doet een beroep op het publiek om in voorkomende gevallen begrip te tonen voor de situatie, welke het gevolg is van overmacht. Advertentie Leids Kantongerecht Verdachte van rechtsvervolging ontslagen Op 7 november, 's morgens om half zeven, stak een 72-jarige ingezetene van Zoeterwoude, op weg naar de kerk, plotseling de Hoge Ryndijk over en werd door een auto gegrepen. De man werd ernstig gewond en overleed kort daarna. De bestuurder van de auto, een 35-jarige grossier uit Hazerswoude stond gisteren voor het Leidse Kantongerecht terecht. Hem werd ten laste gelegd, dat hu schuldig was aan de dood van het slachtoffer, omdat hij te hard had gereden en niet voldoende zou hebben opgelet. Verdachte ontkende zyn schuld. Ge tuigen hebben verklaard, dat zyn snel heid circa 60 km. per uur was, terwijl de max. snelheid ter plaatse 70 km. per uur mocht zyn. Het slachtoffer was plotse ling op de ryweg verschenen en de aan rijding was, aldus verdachte, absoluut onvermijdelijk. Een buurman van het slachtoffer, een 51-jarige houtbewerker, verklaarde ter zitting, dat hij het slachtoffer zijn woning had horen ver laten en kort daarop een klap had ge hoord. In zyn requisitoir verklaarde de offi cier, dat hij afzag van de tenlastelegging „dood door schuld". Wel was hy van mening, dat verdachte, gezien de weg- verlichting ter plaatse, te hard had ge reden en daardoor de nodige voorzich tigheid niet in acht had genomen. Zyn eis was f. 75 boete subs. 20 dagen. De verdediger van verdachte was van me ning, dat zyn cliënt onschuldig is. Zyn snelheid was 60 k/u., doch deze was al leszins geoorloofd. Hoe kon myn cliënt, aldus spreker, erop verdacht zyn. dat een voetganger plotseling de rybaan oversteekt en het gevaar volkomen ne geert. Slechts een vrijsprekend vonnis zou in deze zaak moeten volgen. De plv. kantonrechter, mr. W. de Koning, vond, dat het slachtoffer door eigen schuld was verongelukt en ontsloeg verdachte van rechtsvervolging. Een 65-jarige bankdirecteur uit Den Haag stond terecht omdat hy, volgens de tenlastelegging, op 14 september by het passeren van enige wielryders op de Gooweg te Noordwijk, te veel naar links was uitgeweken met het gevolg, dat een bus van de NZH, welke werd bestuurd door een 30-jarige Lissenaar, tegen zijn auto was opgereden. In deze zaak, die 2 weken geleden reeds voor was geweest, had de buschauffeur en een passagier destijds verklaard, dat verdachte schuld had, omdat hij bij het passeren van de wielryders te veel naar links was uitge weken. Verdachte verklaarde, dat hy geen wielrijders was gepasseerd en dat de bus uit de bocht was gevlogen en te gen zyn auto was opgereden. Een getui ge décharge verklaarde conform. De eis was destyds f. 35 boete subs. 10 da gen. Aangezien de getuigen elkaar te- Toneelgroep .Puck' bracht Taloelah De Algemene Nederl. Grafische Bond heeft voor zijn leden te Leiden en omge ving de toneelgroep „Puck" in de Schouwburg laten optreden met „Taloelah", een komische thriller in drie bedryven van Arnold Ridley en Mary Cathcart Borer. Men had geen betere keuze kunnen doen. Het stuk zelf geeft niet alleen volop spanning, maar deze wordt regelmatig onderbroken door momenten van grote vrolijkheid, waaraan het publiek, dat de Schouwburg zo goed als geheel bezette, zich maar al te gaarne over gaf. Bovendien heeft „Puck" hiermede ben ieder een zolderkamer gehuurd van aan 'het echtpaar Bouber, Sara Heyblom en Nell Knoop gelegenheid gegeven op éclatante manier te bewijzen, dat zij hun plaats op de planken nog ten volle waard zijn. Taloelah" speelt zich af op kerstavond in een Engels provincie-stadje. Drie oude dametjes: Janet Bowering, Lavinia Goldsworthy en Ruth Prendirgast heb- stige oude oom kon maken, W. den Haan kon zich heerlijk uitleven als de luchthartige „klompe" en G. Rietmul der had een plezierig rolletje als de jongste knecht. Ook de dames in het gezelschap weerden zich uitstekend: mej. E. v. d. Graaf als huishoudster Ar- joantje, mevr. M. van Galen als het „goudvisje" en mej. T. van Dalsen als de aantrekkelijke Koatje. Deze laatste had maar drie dagen gehad om de rol in te studeren, men kon het nauwelijks merken! De voorzitter van „Luctor et Emergo", de heer J. Bromelow, die aan het begin van de avond een kort welkomstwoord had gesproken, haalde na het eerste be drijf mevrouw Van Katwyk even voor het voetlicht. Hy wilde in het openbaar uiting geven aan zyn spijt over het feit, dat mevrouw v. Katwijk na 27 jaar als secretaresse gewerkt te hebben, het tyd- stip gekomen achtte om zich terug te trekken. Hij dankte haar voor de vele diensten, die zij de vereniging heeft be wezen en deze dank kreeg tastbare ge stalte in enkele grammofoonplaten. Deze plezierige avond werd van een passende muzikale omlijsting voorzien door hel; Leids Kamerorkest o.l.v. de heer J. Trouwee. mrs Trellington, wat erop wijst, dat zy zich geen van drieën in weelde baden. Desondanks behelst de kerstboodschap, welke de inhalige verhuurster de dame tjes komt brengen, een verhoging van de huurprijs van vyf shilling per week, wat een grote ontsteltenis teweeg brengt. Deze wordt ten top gedreven als Lavinia tot de ontdekking komt. dat haar poes Taloelah door vergif om het leven is gekomen. Zij verdenken terecht mrs Trellington van deze wandaad. Dit ver gif èn twee flessen whisky, die Janet jaarlijks met Kerstmis door een oude vriend worden toegezonden, spelen een grote roi in de gebeurtenissen, die zich gaan ontwikkelen. De dametjes gieten de rest van Taloelah's drinkbakje in een karaf, en een gedeelte daarvan bij een inmiddels aangesproken fles whisky wetend, dat mrs Trellington niet zal nalaten daarvan te proeven zodra zy van huis zijn. Gelukkig komen zy vóór hun vertrek tot inkeer, gieten de ver giftigde whisky in de gootsteen er. laten de onaangebroken fles staan. Als zij terug komen, blijkt mrs Trellington plotseling overleden te zijn, en in grote angst halen de dametjes de volle fles voor den dag waaruit inderdaad ge bruikt is. Kan het zijn, dat zij de goede whisky hebben weggegooid?Moe dig onderwerpen zij zich aan de in hun ogen noodzakelijke proef, en drinken elk een paar glazenwaarvan zy niets dan een stevige kater overhouden. Dan komt de ontknoping: mrs Trelling ton heeft wei goede whisky gedronken, doch deze gemengd met het vergiftigde water uit de karaf, afkomstig van Taloelah's drinkbakje. Treinen van dit model worden binnenkort in Frankrijk in dienst genomen. De verdieping op het midden van de wagen geeft aan 44 eersteklas passagiers een prachtig uitzicht over het omringende land schap. Daaronder bevinden zich de motoren en de bagageruimten. Het. voorste en achterste gedeelte van de wagen bevat de 44 plaatsen tweedeklas. Het exposé in het eerste bedryf duurt wat lang, maar verder voldoet het stuk stellig aan de eisen, die men aan een komische thriller stellen mag. Het stuk wordt gedragen door Sara Heyblom als Janet, Aaf Bouber als Lavinia en Nell Knoop als Ruth. Wat deze drie geroutineerde actrices weten te bereiken is hartverwarmend. De een voudige menselijkheid, die Aaf Bouber aan Lavinia weet mee te geven, de aandoenlijke, nog altyd preutse en precieuze maniertjes, waarmede Sara Heyblom Janet voor ons deed leven, de intelligente, spitse geest, die dank zy Nell Knoop sprak uit de maatschappe lijk wat afgedaalde Ruth, wie zal het hen verbeteren? Herman Bouber dienen wij in één adem te noemen, hij gaf een treffende uitbeelding van de eenvoudige, goed gelovige provinciale goudsmid. Van de overigen noemen wij Marianne van Waveren, die ons een alleszins aan vaardbare Mary Trellington liet zien, en Stine Lerou, die de wel z^ér onaan trekkelijke mrs Trellington voor haar rekening nam en behoorlijk honoreerde. Bob Verstraete was een sympathieke dr. Brentwood en Egbert van Paridon een niet erg snuggere inspecteur. Eric van Ingen voerde met bekwame hand de regie en Herman van Elteren zorgde voor een decor, dat de juiste sfeer aangaf. Het publiek gaf wel eens te nadruk kelijk uiting aan zijn ingenomenheid met het vertoonde spel. B. H. genspraken en het proces-verbaal, voor al t.a.v. de remsporen niet erg duidelijk was, verzocht de verdachte destyds ver daging van de zaak, teneinde de beide verbalisanten te horen. Gisteren konden deze verbalisanten zich niet veel meer van het geval herinneren en moesten toegeven, dat zy het onderwerp „rem sporen" wel wat hadden verwaarloosd Ook t.a.v. de zgn. „stille getuigen" wa ren zy niet erg zeker in hun verklarin gen. De verdediger vroeg terstond vrij spraak. Ook het vonnis week hier niet van af. SCHADE WAS NIET AAN TE WIJZEN „De eigenaar van de autobus kon my niet aanwijzen, welke deuk ik in zyn bus had gemaakt. Er zaten n.l. zoveel deuken in dat oude vehikel, dat hij de tel kwijt moet raken. Ook ontbrak een koplamp en een bumper erf ik vraag mij af, of dat ding nog kan rijden. Mis schien staat hy er nog, om voor zyn baas de nodige schadevergoedingen te verdienen", aldus het verweer van een 51-jarige dame uit Reeuwyk, toen zy hoorde, dat de eigenaar van de autobus f. 41 schadevergoeding van haar eiste. Verdachte was met haar auto op 4 de cember, al achteruit rijdende, tegen een op het Stadhuisplein geparkeerde auto bus gereden en had deze, volgens de eigenaar, nogal wat beschadigd. „Ook al was de autobus, volgens U, een ve hikel, toch mag U er niet tegenop rij den, aldus de officier en eiste heel mild f. 5.- boete en toewijzing van de scha devergoeding. De kantonrechter vond echter, dat de schadevergoeding maar achterwege moest blijven en vonniste met de boete van f. 5. Tegen de eigenaar, die als ge tuige ter zitting had moeten verschijnen zou een vervolging worden ingesteld, omdat hij verstek liet gaan. Twee uur na de behandeling van deze zaak, verscheen de eigenaar/getuige toch nog ter zitting. Hij was door de mist opgehouden. De officier zag nu maar van de vervolging af, hetgeen niet wegnam, dat getuige ontevreden huis waarts keerde, toen hij vernam, dat hij de f. 40 niet zou ontvangen. „WILDE KOEIEN" IN ALKEMADE In de pachtovereenkomst stond, dat de gemeente Alkemade verantwoordelijk was voor een in goede staat verkerende afrastering om het weiland van een 51- jarige veehouder, die dit weiland aan de gemeente Alkemade had verpacht. Nu was er een gat in de afrastering ont staan en waren de koeien van verdachte de openbare weg op„gewandeld" en een auto beschadigd. De veehouder kon niet begrijpen, dat hij aansprakelijk was voor het gedrag van zijn koeien. Hij had de gemeente Alkemade meerdere malen verzocht de afrastering te laten repareren. Verdach te was van mening, dat hij niet dag en nacht voor dat gat op wacht kon staan om zijn koeien terug te jagen. „Zyn koeien waren, toen zij op de weg kwa men", aldus verdachte, „het eigendom van de gemeente geworden, dus was Al kemade ook aansprakelijk voor de door de koeien toegebrachte schade". De offi cier vroeg, of de gemeente nu ook do melk van deze koeien kreeg en merkte even later op, dat de koeien van ver dachte als „zeer wilde koeien" bekend stonden. De afrastering was inmiddels hersteld en de schade betaald. De protesterende verdachte hoorde f. 15 eisen. De kan tonrechter vond echter voldoende ter men aanwezig om verdachte, hoewel schuldig, toch zonder straf naar zijn „wilde koeien" te laten terugkeren. EEN P.K.-WAGEN Omdat de vrachtwagen van een 50- jarige koopman uit Voorschoten, hoe wel slechts getrokken door één P.K. (al dus de kantonrechter) door het chassis te veel leek (aldus de verd.) op een vrachtauto, had een 57-jarige verkoop leider zich in de snelheid van dit ver voermiddel vergist, hetgeen ernstige ge volgen had. Verdachte wilde op 8 no vember met zijn auto op de Veurseweg deze „vrachtauto" passeren. Verdachte moest inhouden voor een tegenligger en wilde weer achter de „vrachtauto" gaan rijden, doch kwam tot zijn schrik tot de ontdekking, dat het een,, één p.k.-wa- gen" was, die zo langzaam reed, dat verdachte er niet meer op tijd achter kon komen. Een botsing met de tegen ligger volgde, de auto van verdachte vloog tegen het gespan op. De voerman werd van de bok geslingerd en vrij ern stig gewond. Verdachte bekende zijn schuld, doch vond dat hij door het chas sis van de wagen, welke van rubberban den was voorzien, te veel was misleid. Hij meende, dat dergelijke wagens niet op de weg thuis horen. De officier dacht er anders over en meende, dat verdachte beter uit had moeten kijken. Zijn eis was dan ook f. 75 subs. 10 dagen. De kantonrechter vonniste met f. 60 of 10 dagen. BEIDEN HADDEN SCHULD In een volgende zaak stonden twee verdachten terecht, t.w. een 62-jarige wagenvoerder van de NZH en een 36- jarige bestuurder van een vuilnisauto uit Rijnsburg. De wagenbestuurder meende, dat hij met zyn tramstel door mocht ry- den, ook toen op 5 november de vuil nisauto op de rails te Rijnsburg stil stond voor het ophalen van huisvuil. Hoewel, volgens de verklaringen van getuigen, de wagenvoerder alle gelegen heid had gehad de tram tijdig tot stil stand te brengen, was hij toch boven op de vuilnisauto gereden. De materiële schade was aanzienlijk. Verd. meen de, dat de tram altyd voorrang had. een mening, die de officier en de kanton rechter niet met hem deelden. Ook aan de tram waren bepaalde beperkingen opgelegd. De bestuurder van de vuilnis auto was schuldig omdat hy op de tram rails was blijven staan. De boeten wer den eerlek verdeeld. Eis f. 50. Vonnis f. 25 voor ieder. Brunt mag uit ziekenhuis De secretaris-penningmeester van de KNVB, de heer Lo Brunt, die zes weken geleden in het St.-Elisabethsgasthuis in Haarlem werd opgenomen, zal het zie kenhuis aan het eind van deze week mogen verlaten. Hij zal evenwel thuis verder moeten rusten. Men schat die periode op zeker nog zes weken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 4