KONING ALBERT I leeft voort
in de dankbare harten der Belgen
I
RADIO
Geliefd vorstdie dapper stand
hield tegen de Duitse overmacht
Zeeuwse vereniging beleefde in
„Den Burcht" genoeglijke avond
SIEMENS
ek te&zvisLe.
Onschuldig aan dodelijke
aanrijding te Zoeterwoude
Hartverivarmend spel van
echtpaar Bouber, Sara Heyblom
en Nell Knoop
DINSDAG 17 FEBRUARI 1959
Geen legende, maar
werkelijkheid
Geen mysterieuze figuur
Hy maande tot voorzichtigheid, toen
er begin 1918 sprake was van een groot
Geallieerd offensief om de Duitse linies
te doorbreken, op een ogenblik dat de
Amerikaanse troepen nog niet klaar,
waren en generaal Ludendorff een nieuw
(Van onze Brusselse
correspondent)
Ieder jaar wordt in de kerk op
het Koningsplein te Brussel een
mis gecelebreerd voor de over
leden Prinsen van het Belgisch
vorstenhuis. Het is geen toeval,
dat die religieuze plechtigheid op
17 februari plaats vindt, de dag
waarop thans 25 jaren geleden
Koning Albert I de dood vond in
het rotsgebergte van Marche les
Dames, vlak bij de Maas. De Bel
gische Koning was een ervaren
alpinist. Hij kende de Alpen en de
Dolomieten en menig alpengids was
een persoonlijk vriend van de Ko
ning. Maar een ongeluk maakte
een eind aan zijn leven.
Koning Albert verliet het paleis van
Laken op de koude zaterdagmiddag van
17 februari 1934, in een kleine wagen,
vergezeld van de bediende Van Dijck,
die hem al 33 jaar trouw diende. Het
wagentje werd in het dorpje Boninne
bij Dinant gelaten en de Koning ging
te voet verder naar de Rocher au bon
Dieu (de rotsen van de goede God). Hij
kende die rotsen. In juni 1933 had hfj
bij Dinant de beroemde Bayard beklom
men. de rots vlak naast de Maas. En
kelevriend hadden hem toen gewaar
schuwd. „Weet U", zo had Koning
Albert geantwoord, „dat de auto's in
Engeland per jaar méér mensen doden
dan er onder de Franse revolutie op het
schavot door de guillotine omkwamen?"
Meer dan eens had hij boven op de rots
een paar broodjes en enkele vruchten
gegeten en een flesje melk gedronken.
Van Dyck wachtte niet ver van de
plaats waar de Koning die middag zfjn
beklimming was begonnen. Tegen 5 uur
had de vorst weer terug moeten zijn.
daar hij des avonds in het Sportpaleis
van Brussel de kampioensbeker van
België zou overhandigen aan Jef Sche-
rens. vier of vijf keer wereldkampioen
sprint.
Angst maakte zich van de trouwe be
diende meester, toen Koning Albert niet
tijdig terugkeerde. Met de chauffeur
van een vrachtwagen en twee houthak
kers werd de eerste tragische speurtocht
begonnen. Rond 19 uur ging het eerste
telefonische bericht naar Laken en en
kele uren later zochten ook de ordon
nansofficieren van de Koning in de
diepe kloven en de dichte bosjes. Om
streeks twee uur 's nachts werd het lijk
gevonden. De Koning had zich boven
op de rots gewaagd en naar een zwaar
rotsblok gereikt om helemaal op de top
te komen. Die rots kwam echter in be
weging. Albert I. Koning der Belgen,
stortte neer op de twaalf meter lager
liggende scherpe rotswand.
Heldhaftig èn voorzichtig
Het ls voor de meeste Belgen, Jong
en oud, en ook voor hen die hem niet
hebben gekend, nog steeds alsof het gis
teren gebeurde. De Koning is niet wat
men een legendarische figuur noemt.
Hij leeft temidden van het Belgische
volk, Vlamingen en Walen, rijk of arm,
de socialistische mijnwerker in de Bo-
rinage of de visser van Oostende, de
kleine kantoorklerk in het ministerie of
de dokwerker in Antwerpen, allen weten
verbazend veel over de persoon van
ZWO-subsidie
voor stofwisselingsonderzoek
De Nederlandse Organisatie voor Zui
ver Wetenschappelijk Onderzoek heeft
voor het jaar 1959 wederom een subsidie
verleend voor een onderzoek naar de
eiwitstofwisseling bij de mens aan een
aantal medewerkers van de afdeling
voor stofwisselingsziekten en endocrino
logie van het Leids Academisch Zieken
huis waarvan prof. dr. A. Querido di
recteur is. Het doel van het onderzoek,
dat waarschijnlijk vele jaren in beslag
zal nemen, is een inzicht te verkrijgen
in de wijze waarop bij een aantal ziek
tetoestanden veranderingen in de eiwit
huishouding van de mens worden te
weeggebracht.
Dr. A. J. C. Haex lector
Bij K b. is benoemd tot lector aan de
Leidse Universiteit voor de gastro-ente-
rologie dr. A. J. C. Haex, thans weten
schappelijk hoofdambtenaar A aan deze
Universiteit. Onlangs schreven wij over
dr. Haex naar aanleiding van de ver
wachting van deze benoeming.
BURGERLIJKE STAND
VAN LEIDEN
GEBOREN
Lucas Herman Henricus Maria, zn van
H. P. Tulp en C. M. Berkhout, Ingrid Wll-
helmlna Antonla Maria, dr van A. W. J.
van der Heijden en G. W. Kromwijk. Trijn
tje, dr van W. Hulsbos en J. Pellegrom.
Theodora Maria, dr van J. P. Ouwerkerk
en T. J. RIJsdam, Cornells Johannes, zn
van J. J. de Wit en E. Straathof, Carla,
dr. van S. van Heljningen en N. K. Ouwer
kerk. Michael Laurens, zn van L. W. Ze
venbergen en E. J. Schophulzen, Antje
Elisabeth, dr. van I. J. GijzenlJ en S. E.
EekooiJ. Johannes Theodorus, zn van C. J.
de Bruin en J. M. T. de Jong, KlaarUe He-
leen. dr van A. T. Schwelzer en R. C. Lin
deman. Helltje, dr van J. Petlet en A T.
van Elten, Deslrée Bernadette Johanna,
dr. van J. Wernars en C. A. Revallier. Rei
nout. zn van J. B. Bussemaker en H. J.
Faber, Leendert Phillppus Daniël, zn van
J. Hoek en D J. van Woerkom, Geertrul-
da. dr van P. Rensen en M. van Brumme-
len.
GETROUWD
H. L. Paas en J. Schouten, M. Keyzer
en J. Sloos. J. A. Sloot en M. Honders, H.
J. de Jongh en J de Fey.
OVERLEDEN
E H. van der Burgh, 86 Jaar, weduwe v.
W F. Hemerlk. H E. M. van Egmond, 1 Jr
zoon, G. J. M. Weimer, 10 maanden, dr. E.
Verwer, 83 jaar, man. H, Koolstra, 63 Jaar,
man. B. A. Klaren, 64 jaar, vrouw, J. van
der Helde, 84 Jaar, man.
Albert I. neef van de grote Leopold II.
Men weet bijvoorbeeld dat zijn laatste
gesprek met de minister van Justitie,
de heer Janson, oom van Spaak, liep
over de bescherming van de kleine
spaarder.
Koning Albert is in de wereldgeschie-
de heldhaftige figuur van het Belgische
leger van de eerste wereldoorlog. Aan
het hoofd van zijn 160.000 soldaten hield
hij stand op het laatste plekje niet be
zet België, aan de smalle IJzer.
Gedurende die vier bange jaren van
1914 tot eind 1918 was België beperkt
tot een klein stukje West-Vlaanderen:
Veurne, Nieuwpoort, Diksmuide. De
Koning gaf bevel om de sluizen te ope
nen en het zoute zeewater stroomde
over de lage weilanden van het vrucht
bare Veurne-ambacht, zoals dat gewest
heet. Vier jaren lang bleef Koning
Albert met zyn echtgenote, Koningin
Elisabeth in dat kleine gebied. Koningin
Elisabeth leidde het legerhospitaal in
het kleine plaatsje De Panne, dat van
dag een mooie Noordzee-badplaats is
geworden. Joffre, Foch en Pétain stelden
voor, dat het Belgische leger onder Frans
opperbevel zou komen. Driemaal wei
gerde de Koning, daar alleen hij vol
gens de grondwet chef van het Belgische
leger is. Zün hardnekkige houding tegen
de Duitsers wekte in de gehele wereld
bewondering. Maar in tegenstelling tot
sommige heethoofdige Franse „patriot
ten", was hü tevens een nuchter en
voorzichtig staatsman.
KONING ALBERT 1
in de uniform van luitenant-
generaal van het Belgisch leger.
doorbraaksysteem had ontworpen, na
melijk het slaan van bressen in het
front met hevig artillerievuur, waarna
infanterie direct in de bressen werden
ingezet. In het voorjaar van 1918 moes
ten de Geallieerden inderdaad met man
en macht stand houden tegen het laat
ste Duitse offensief in het Westen. De
Belgen klampten zich toen vast aan. het
dorp Langemark, waar de bloem van de
Duitse universitaire jeugd sneuvelde.
Maar toen het Duitse front begon te
wankelen, richtte Koning Albert een
vlammende proclamatie tot zijn leger.
In die nacht van 27 op 28 september
1918 laaide de hoop op. Het zijn de Bel
gen geweest die Brugge heroverden. Het
volk juichte en weende in de straten
waar het leger van de IJzer voor de
Koning defileerde.
Ieder jaar buigen de vaandels van de
IJzerregimenten voor de crypte van de
Belgische Koningen te Laken, waar
Koning Albert rust naast zijn grote
voorgangers. Zijn soldaten en het ge
hele Belgische volk blijven treuren. Hij
is geen figuur voor met mysterie om
hulde geschiedenisboeken. Hy lééft voort
in de harten van miljoenen Belgen en
de jeugd kent zijn leven en strijd. Er
is géén legende, er is een solide Koning
Albert-traditie.
De sfeer op de Leidse Zeeuwse avond
van gisteren laat zich gemakkelijk van
gen onder één woord: genoeglijk. De
grote zaal van „Den Burcht" was bijna
tot de laatste plaats bezet. Dat uitge
breide auditorium toonde zich goed
lachs, het was gul in reactie en applaus
erf mild in appreciatie van het gebodene
op de planken. Daar stond een dapper
groepje leden van de vereniging der
Zeeuwen „Luctor et Emergo", dat op
enthousiaste wijze gestalte gaf aan het
door de heer H. Frieling geschreven to
neelstuk „De klompe en de goudvis".
Een klucht uit het Zeeuwse boerenleven,
welke een cachet van authenticiteit
kreeg door het sappige Zeeuws, waarvan
de opvoerenden zich bedienden en de
kleurrijke, schilderachtige Zeeuwse kle
derdracht, waarin zij gestoken waren.
Die „klompe" was een vrolijke vry-
buiter, een marskramer. Van alle mark
ten thuis, maar niet bepaald een ge
schikt persoon om de liéfdesperikelen,
waarin de hoofdpersoon van het ver
haal de ongetrouwde boer Geschiere
zich bevindt, aan zijn grote neus te
hangen. Maar deze boer staat onder
hevige druk van een rijke oom, die
dreigt hem te onterven als hij niet'snel
tot trouwen overgaat. En dan nog wel
met de „goudvis", een rijke boerendoch
ter. Nu mag Geschiere een handige
boer zijn, maar waar het vrouwen be
treft is hij byzonder onhandig en ver
legen. Dus. zoekt hy steun en raad bij
het toonbeeld van handigheid: „de
klompe". Deze echter ziet het allemaal
niet dramatisch, maakt er nog wat
grapjes bij en schept daardoor de pot
sierlijkste situaties, waarin het „stuk"
zich verder beweegt.
Wanneer we nu erg kritisch hadden
gaan zitten kijken, zouden wij ongetwy-
feld het tempo van de opvoering te laag
hebben gevonden en zouden wij enkele
haperingen hebben kunnen noteren,
maar zulke geluiden pasten niet in de
sfeer van deze gezellige avond. G. v. d.
Graaf kon ondanks zyn val best
uit de voeten als boer Geschiere. N. L.
van Dalsen had de lachers meteen op
zijn hand als de „uitgestreken" knecht
Geert. A. K. Boogert had even nodig
eer hij van Wullem Geschiere de knoe-
C. Oosterom
overleden
OUD-ADJUNCT-DIRECTEUR
SIKKENS LAKFABRIEKEN
In de ouderdom van 77 jaar is van
daag te Oegstgeest de heer C. Oosterom
overleden, die jarenlang adjunct-direc
teur van Sikkens was en tal van jaren
zitting heeft gehad in de Oegstgeester
gemeenteraad. De heer Oosterom is
ruim 40 jaar aan Sikkens Lakfabrieken
verbonden geweest, waarvan de laatste
jaren als adjunct-directeur. Na zyn of
ficiële pensionering stapte hy door een
achterdeur het bedrijf weer binnen,
want als adviseur bleef hy zyn gaven
in dienst van het bedrijf stellen. Tot
aan zyn overlijden bleef hij dit doen.
Vele jaren was de heer Oosterom lid
van de gemeenteraad van Oegstgeest,
waarin hij zitting had voor de A.R.
Partij. Voor de laatste verkiezing stelde
hij zich niet meer kandidaat. Ook na
zijn aftreden stelde hy nog veel belang
in de gemeentezaken, want men heeft
hem nog enkele malen op de publieke
tribune de vergaderingen van de raad
zien volgen. In de raad werd zijn oor
deel altijd zeer gewaardeerd om de grote
zakelijkheid, die daaruit sprak en om
dat hij het algemeen belang voor het
partijbelang stelde.
Ook in de kerkeraad der Geref. Kerk
van Oegstgeest heeft de overledene veel
belangrijk werk gedaan.
N.Z.H. kampt met personeels
gebrek
Naar wij van de directie der NZHVM
vernemen, heeft de vervoersdienst te
kampen met een ernstig gebrek aan
personeel als gevolg van een nog steeds
toenemend aantal zieken. Dientengevolge
zal het noodzakelijk zyn tijdelijk een
aantal versterkingsbussen uit de dienst
te nemen, waaruit voor het publiek enig
ongerief kan ontstaan. De directie streeft
ernaar dit ongerief tot een minimum te
beperken, doch zij doet een beroep op
het publiek om in voorkomende gevallen
begrip te tonen voor de situatie, welke
het gevolg is van overmacht.
Advertentie
Leids Kantongerecht
Verdachte van rechtsvervolging ontslagen
Op 7 november, 's morgens om half zeven, stak een 72-jarige ingezetene van
Zoeterwoude, op weg naar de kerk, plotseling de Hoge Ryndijk over en werd door
een auto gegrepen. De man werd ernstig gewond en overleed kort daarna. De
bestuurder van de auto, een 35-jarige grossier uit Hazerswoude stond gisteren
voor het Leidse Kantongerecht terecht. Hem werd ten laste gelegd, dat hu
schuldig was aan de dood van het slachtoffer, omdat hij te hard had gereden
en niet voldoende zou hebben opgelet.
Verdachte ontkende zyn schuld. Ge
tuigen hebben verklaard, dat zyn snel
heid circa 60 km. per uur was, terwijl de
max. snelheid ter plaatse 70 km. per uur
mocht zyn. Het slachtoffer was plotse
ling op de ryweg verschenen en de aan
rijding was, aldus verdachte, absoluut
onvermijdelijk. Een buurman van het
slachtoffer, een 51-jarige houtbewerker,
verklaarde ter zitting, dat hij het
slachtoffer zijn woning had horen ver
laten en kort daarop een klap had ge
hoord.
In zyn requisitoir verklaarde de offi
cier, dat hij afzag van de tenlastelegging
„dood door schuld". Wel was hy van
mening, dat verdachte, gezien de weg-
verlichting ter plaatse, te hard had ge
reden en daardoor de nodige voorzich
tigheid niet in acht had genomen. Zyn
eis was f. 75 boete subs. 20 dagen. De
verdediger van verdachte was van me
ning, dat zyn cliënt onschuldig is. Zyn
snelheid was 60 k/u., doch deze was al
leszins geoorloofd. Hoe kon myn cliënt,
aldus spreker, erop verdacht zyn. dat
een voetganger plotseling de rybaan
oversteekt en het gevaar volkomen ne
geert. Slechts een vrijsprekend vonnis
zou in deze zaak moeten volgen. De plv.
kantonrechter, mr. W. de Koning, vond,
dat het slachtoffer door eigen schuld
was verongelukt en ontsloeg verdachte
van rechtsvervolging.
Een 65-jarige bankdirecteur uit Den
Haag stond terecht omdat hy, volgens
de tenlastelegging, op 14 september by
het passeren van enige wielryders op de
Gooweg te Noordwijk, te veel naar links
was uitgeweken met het gevolg, dat een
bus van de NZH, welke werd bestuurd
door een 30-jarige Lissenaar, tegen zijn
auto was opgereden. In deze zaak, die
2 weken geleden reeds voor was geweest,
had de buschauffeur en een passagier
destijds verklaard, dat verdachte schuld
had, omdat hij bij het passeren van de
wielryders te veel naar links was uitge
weken. Verdachte verklaarde, dat hy
geen wielrijders was gepasseerd en dat
de bus uit de bocht was gevlogen en te
gen zyn auto was opgereden. Een getui
ge décharge verklaarde conform. De
eis was destyds f. 35 boete subs. 10 da
gen. Aangezien de getuigen elkaar te-
Toneelgroep .Puck' bracht Taloelah
De Algemene Nederl. Grafische Bond heeft voor zijn leden te Leiden en omge
ving de toneelgroep „Puck" in de Schouwburg laten optreden met „Taloelah",
een komische thriller in drie bedryven van Arnold Ridley en Mary Cathcart
Borer. Men had geen betere keuze kunnen doen. Het stuk zelf geeft niet alleen
volop spanning, maar deze wordt regelmatig onderbroken door momenten van
grote vrolijkheid, waaraan het publiek, dat de Schouwburg zo goed als geheel
bezette, zich maar al te gaarne over gaf.
Bovendien heeft „Puck" hiermede ben ieder een zolderkamer gehuurd van
aan 'het echtpaar Bouber, Sara Heyblom
en Nell Knoop gelegenheid gegeven op
éclatante manier te bewijzen, dat zij
hun plaats op de planken nog ten volle
waard zijn.
Taloelah" speelt zich af op kerstavond
in een Engels provincie-stadje. Drie
oude dametjes: Janet Bowering, Lavinia
Goldsworthy en Ruth Prendirgast heb-
stige oude oom kon maken, W. den
Haan kon zich heerlijk uitleven als de
luchthartige „klompe" en G. Rietmul
der had een plezierig rolletje als de
jongste knecht. Ook de dames in het
gezelschap weerden zich uitstekend:
mej. E. v. d. Graaf als huishoudster Ar-
joantje, mevr. M. van Galen als het
„goudvisje" en mej. T. van Dalsen als
de aantrekkelijke Koatje. Deze laatste
had maar drie dagen gehad om de rol
in te studeren, men kon het nauwelijks
merken!
De voorzitter van „Luctor et Emergo",
de heer J. Bromelow, die aan het begin
van de avond een kort welkomstwoord
had gesproken, haalde na het eerste be
drijf mevrouw Van Katwyk even voor
het voetlicht. Hy wilde in het openbaar
uiting geven aan zyn spijt over het feit,
dat mevrouw v. Katwijk na 27 jaar als
secretaresse gewerkt te hebben, het tyd-
stip gekomen achtte om zich terug te
trekken. Hij dankte haar voor de vele
diensten, die zij de vereniging heeft be
wezen en deze dank kreeg tastbare ge
stalte in enkele grammofoonplaten.
Deze plezierige avond werd van een
passende muzikale omlijsting voorzien
door hel; Leids Kamerorkest o.l.v. de
heer J. Trouwee.
mrs Trellington, wat erop wijst, dat zy
zich geen van drieën in weelde baden.
Desondanks behelst de kerstboodschap,
welke de inhalige verhuurster de dame
tjes komt brengen, een verhoging van
de huurprijs van vyf shilling per week,
wat een grote ontsteltenis teweeg brengt.
Deze wordt ten top gedreven als Lavinia
tot de ontdekking komt. dat haar poes
Taloelah door vergif om het leven is
gekomen. Zij verdenken terecht mrs
Trellington van deze wandaad. Dit ver
gif èn twee flessen whisky, die Janet
jaarlijks met Kerstmis door een oude
vriend worden toegezonden, spelen een
grote roi in de gebeurtenissen, die zich
gaan ontwikkelen. De dametjes gieten
de rest van Taloelah's drinkbakje in
een karaf, en een gedeelte daarvan bij
een inmiddels aangesproken fles whisky
wetend, dat mrs Trellington niet zal
nalaten daarvan te proeven zodra zy
van huis zijn. Gelukkig komen zy vóór
hun vertrek tot inkeer, gieten de ver
giftigde whisky in de gootsteen er.
laten de onaangebroken fles staan. Als
zij terug komen, blijkt mrs Trellington
plotseling overleden te zijn, en in grote
angst halen de dametjes de volle fles
voor den dag waaruit inderdaad ge
bruikt is. Kan het zijn, dat zij de goede
whisky hebben weggegooid?Moe
dig onderwerpen zij zich aan de in hun
ogen noodzakelijke proef, en drinken
elk een paar glazenwaarvan zy
niets dan een stevige kater overhouden.
Dan komt de ontknoping: mrs Trelling
ton heeft wei goede whisky gedronken,
doch deze gemengd met het vergiftigde
water uit de karaf, afkomstig van
Taloelah's drinkbakje.
Treinen van dit model worden
binnenkort in Frankrijk in dienst
genomen. De verdieping op het
midden van de wagen geeft aan 44
eersteklas passagiers een prachtig
uitzicht over het omringende land
schap. Daaronder bevinden zich de
motoren en de bagageruimten. Het.
voorste en achterste gedeelte van
de wagen bevat de 44 plaatsen
tweedeklas.
Het exposé in het eerste bedryf duurt
wat lang, maar verder voldoet het stuk
stellig aan de eisen, die men aan een
komische thriller stellen mag.
Het stuk wordt gedragen door Sara
Heyblom als Janet, Aaf Bouber als
Lavinia en Nell Knoop als Ruth. Wat
deze drie geroutineerde actrices weten
te bereiken is hartverwarmend. De een
voudige menselijkheid, die Aaf Bouber
aan Lavinia weet mee te geven, de
aandoenlijke, nog altyd preutse en
precieuze maniertjes, waarmede Sara
Heyblom Janet voor ons deed leven, de
intelligente, spitse geest, die dank zy
Nell Knoop sprak uit de maatschappe
lijk wat afgedaalde Ruth, wie zal het
hen verbeteren?
Herman Bouber dienen wij in één
adem te noemen, hij gaf een treffende
uitbeelding van de eenvoudige, goed
gelovige provinciale goudsmid.
Van de overigen noemen wij Marianne
van Waveren, die ons een alleszins aan
vaardbare Mary Trellington liet zien,
en Stine Lerou, die de wel z^ér onaan
trekkelijke mrs Trellington voor haar
rekening nam en behoorlijk honoreerde.
Bob Verstraete was een sympathieke dr.
Brentwood en Egbert van Paridon een
niet erg snuggere inspecteur.
Eric van Ingen voerde met bekwame
hand de regie en Herman van Elteren
zorgde voor een decor, dat de juiste
sfeer aangaf.
Het publiek gaf wel eens te nadruk
kelijk uiting aan zijn ingenomenheid
met het vertoonde spel.
B. H.
genspraken en het proces-verbaal, voor
al t.a.v. de remsporen niet erg duidelijk
was, verzocht de verdachte destyds ver
daging van de zaak, teneinde de beide
verbalisanten te horen. Gisteren konden
deze verbalisanten zich niet veel meer
van het geval herinneren en moesten
toegeven, dat zy het onderwerp „rem
sporen" wel wat hadden verwaarloosd
Ook t.a.v. de zgn. „stille getuigen" wa
ren zy niet erg zeker in hun verklarin
gen. De verdediger vroeg terstond vrij
spraak. Ook het vonnis week hier niet
van af.
SCHADE WAS NIET AAN
TE WIJZEN
„De eigenaar van de autobus kon my
niet aanwijzen, welke deuk ik in zyn
bus had gemaakt. Er zaten n.l. zoveel
deuken in dat oude vehikel, dat hij de
tel kwijt moet raken. Ook ontbrak een
koplamp en een bumper erf ik vraag mij
af, of dat ding nog kan rijden. Mis
schien staat hy er nog, om voor zyn
baas de nodige schadevergoedingen te
verdienen", aldus het verweer van een
51-jarige dame uit Reeuwyk, toen zy
hoorde, dat de eigenaar van de autobus
f. 41 schadevergoeding van haar eiste.
Verdachte was met haar auto op 4 de
cember, al achteruit rijdende, tegen een
op het Stadhuisplein geparkeerde auto
bus gereden en had deze, volgens de
eigenaar, nogal wat beschadigd. „Ook
al was de autobus, volgens U, een ve
hikel, toch mag U er niet tegenop rij
den, aldus de officier en eiste heel mild
f. 5.- boete en toewijzing van de scha
devergoeding.
De kantonrechter vond echter, dat de
schadevergoeding maar achterwege
moest blijven en vonniste met de boete
van f. 5. Tegen de eigenaar, die als ge
tuige ter zitting had moeten verschijnen
zou een vervolging worden ingesteld,
omdat hij verstek liet gaan.
Twee uur na de behandeling van deze
zaak, verscheen de eigenaar/getuige
toch nog ter zitting. Hij was door de
mist opgehouden. De officier zag nu
maar van de vervolging af, hetgeen niet
wegnam, dat getuige ontevreden huis
waarts keerde, toen hij vernam, dat hij
de f. 40 niet zou ontvangen.
„WILDE KOEIEN" IN ALKEMADE
In de pachtovereenkomst stond, dat
de gemeente Alkemade verantwoordelijk
was voor een in goede staat verkerende
afrastering om het weiland van een 51-
jarige veehouder, die dit weiland aan de
gemeente Alkemade had verpacht. Nu
was er een gat in de afrastering ont
staan en waren de koeien van verdachte
de openbare weg op„gewandeld" en een
auto beschadigd.
De veehouder kon niet begrijpen, dat
hij aansprakelijk was voor het gedrag
van zijn koeien. Hij had de gemeente
Alkemade meerdere malen verzocht de
afrastering te laten repareren. Verdach
te was van mening, dat hij niet dag en
nacht voor dat gat op wacht kon staan
om zijn koeien terug te jagen. „Zyn
koeien waren, toen zij op de weg kwa
men", aldus verdachte, „het eigendom
van de gemeente geworden, dus was Al
kemade ook aansprakelijk voor de door
de koeien toegebrachte schade". De offi
cier vroeg, of de gemeente nu ook do
melk van deze koeien kreeg en merkte
even later op, dat de koeien van ver
dachte als „zeer wilde koeien" bekend
stonden.
De afrastering was inmiddels hersteld
en de schade betaald. De protesterende
verdachte hoorde f. 15 eisen. De kan
tonrechter vond echter voldoende ter
men aanwezig om verdachte, hoewel
schuldig, toch zonder straf naar zijn
„wilde koeien" te laten terugkeren.
EEN P.K.-WAGEN
Omdat de vrachtwagen van een 50-
jarige koopman uit Voorschoten, hoe
wel slechts getrokken door één P.K. (al
dus de kantonrechter) door het chassis
te veel leek (aldus de verd.) op een
vrachtauto, had een 57-jarige verkoop
leider zich in de snelheid van dit ver
voermiddel vergist, hetgeen ernstige ge
volgen had. Verdachte wilde op 8 no
vember met zijn auto op de Veurseweg
deze „vrachtauto" passeren. Verdachte
moest inhouden voor een tegenligger en
wilde weer achter de „vrachtauto" gaan
rijden, doch kwam tot zijn schrik tot de
ontdekking, dat het een,, één p.k.-wa-
gen" was, die zo langzaam reed, dat
verdachte er niet meer op tijd achter
kon komen. Een botsing met de tegen
ligger volgde, de auto van verdachte
vloog tegen het gespan op. De voerman
werd van de bok geslingerd en vrij ern
stig gewond. Verdachte bekende zijn
schuld, doch vond dat hij door het chas
sis van de wagen, welke van rubberban
den was voorzien, te veel was misleid.
Hij meende, dat dergelijke wagens niet
op de weg thuis horen.
De officier dacht er anders over en
meende, dat verdachte beter uit had
moeten kijken. Zijn eis was dan ook f. 75
subs. 10 dagen.
De kantonrechter vonniste met f. 60
of 10 dagen.
BEIDEN HADDEN SCHULD
In een volgende zaak stonden twee
verdachten terecht, t.w. een 62-jarige
wagenvoerder van de NZH en een 36-
jarige bestuurder van een vuilnisauto uit
Rijnsburg. De wagenbestuurder meende,
dat hij met zyn tramstel door mocht ry-
den, ook toen op 5 november de vuil
nisauto op de rails te Rijnsburg stil
stond voor het ophalen van huisvuil.
Hoewel, volgens de verklaringen van
getuigen, de wagenvoerder alle gelegen
heid had gehad de tram tijdig tot stil
stand te brengen, was hij toch boven op
de vuilnisauto gereden. De materiële
schade was aanzienlijk. Verd. meen
de, dat de tram altyd voorrang had. een
mening, die de officier en de kanton
rechter niet met hem deelden. Ook aan
de tram waren bepaalde beperkingen
opgelegd. De bestuurder van de vuilnis
auto was schuldig omdat hy op de tram
rails was blijven staan. De boeten wer
den eerlek verdeeld. Eis f. 50. Vonnis
f. 25 voor ieder.
Brunt mag uit ziekenhuis
De secretaris-penningmeester van de
KNVB, de heer Lo Brunt, die zes weken
geleden in het St.-Elisabethsgasthuis in
Haarlem werd opgenomen, zal het zie
kenhuis aan het eind van deze week
mogen verlaten. Hij zal evenwel thuis
verder moeten rusten. Men schat die
periode op zeker nog zes weken.