THUIS
Klinkende Handel-herdenking aan
de overzijde van de Noordzee
boekt opmerkelijk succes
met bloembollen
VEEL GUNSTIGER KLIMAAT,
SNELLE GROEI, HOGE WINSTEN
WOORD
VAN
BEZINNING
Duitse componist - universele
geest - werkte in Engeland
Blindheid en tegenwerking na grote roem
Zaterdag 31 Januari 1959
Produktie per
hectare is reeds
groter dan in
Nederland
Uitgestrekte velden in Galilea worden uit de lucht besproeid en door nieuwe immigranten
bewerkt
Van onze correspondent in
Jeruzalem
Nederland is niet het natuur
lijke vaderland der bloembollen".
Aan deze uitspraak van een hoge
functionaris in het ministerie van
Landbouw in Jeruzalem hebben wij
moeten denken, toen wij, enkele
kilometers van de kuststrook bij
Gaza, een der zes nieuwe proefvel
den voor irissen en gladiolen be
zichtigden. Op een tot voor kort
nog maagdelijke woestijn-vlakte
van ruim vijftig dunam (een du-
nam is circa een kwart hectare)
stojul het vrolijke groen van de
nog niet ontloken narcissen. Wij
hadden reeds in het noorden van
Galilea velden van omstreeks vijf
tig hectare gladiolen gezien, die
van uit de lucht besproeid werden,
en in de omgeving van Tel-Aviv
bewonderden wij herhaaldelijk de
in bloei staandevelden met
hyacinten, lelies, gladiolen, narcis
sen, irissen en rozen. Trotse kwe
kers hadden ons de nieuwste, in Is
raël gekweekte, gladiolen-soorten
getoond. Nederlandse machines,
planten, sproeien en sorteren op
vele plaatsen. Zij vervangen de in
Israël kostbare handenarbeid, waar
door de winstmarge vergroot ivordt
Israëlische deskundigen hebben ons
herhaaldelijk verzekerd, dat men in
iedere willekeurige streek en op ieder
willekeurig- tijdstip, in tegenstelling
met Nederland, de bollen kan planten
en het zaad kan uitstrooien. De zon
en de droogte zijn Israëls natuurlijke
bondgenoten in deze teelt. Men heeft
ons 'tevens verteld, dat de grote locale
consumptie en de hoge prijzen, die
men hier verlangt, een grote winst
marge verzekeren, zelfs indien men
voor lagere prijzen dan gewenst is,
moest exporteren. De Nederlandse
exportprijzen bepalen de Israëlische
export-aanbiedingen.
Toen wij een der arbeiders daar in
de Neg eb-woestijn het kraantje zagen
opendraaien, waardoor de water
sproeiers begonnen te werken, beseften
wij voor het eerst welke voordelen men
hier heeft boven de Nederlander, die
maar al te graag de regenval in deze
teelt zou willen reguleren. Wellicht is
dat ook het antwoord op de vraag
waarom de Nederlandse reus, die 93
procent van de wereldhandel in
(bloembollen opslokt, de ontwikkeling
van Israël, een der grootsten onder de
export-dwergjes, met meer dan gewone
belangstelling volgt. Iedere vakman in
dit bedrijf heeft ons op verscheidene
manieren en intonaties, al naar gelang
zijn temperament en aanleg, gewezen
op het feit, dat niemand hier gesteld
is op publiciteit in Nederlandse dag
bladen. Dat wij toch nog het een en
ander verteld of te zien gekregen heb
ben, ligt aan de uitwerking van onze
hardnekkig volgehouden bewering, dat
men in Nederlandse vakkringen zo
langzamerhand wel weet, hoe de zaak
jes er hier voor staan.
Concurrentiegevaar
Verscheidene Nederlandse experls
op dit gebied hebben gedeelten van de
rapporten over hun studie-reizen door
Israël in vakbladen gepubliceerd. Het
niet gepubliceerde is meestal eveneens
bekend. Men verzekerde ons herhaal
delijk, dat er blijkbaar een gevoel van
onbehagen in Nederlandse regerings-
en vakkringen bestaat, wanneer
Israëls plannen en hoop op een meer
intensieve Nederlands-Israëlische sa-
men'.verking op dit gebied ter sprake
komen.. De exportcijfers van snijbloe
men waren niet verkrijgbaar en wel
licht schuilt in deze bedrijfstak een
reëel concurrentiegevaar, aangezien
Nederland slechts 30 procent van de
wereld-export in snijbloemen beheerst.
Nederland heeft zijn, leidende plaats
ln de fcloemenboïlenhu-ndel ito danken
aan een ervaring van ruim 200 jaar,
zijn beste laboratoria ter wereld en
het voortreffelijk georganiseerde ex
port-apparaat. Wanneer de natuur
niet meehelpt, dan wordt deze gefor
ceerd met behulp van bijvoorbeeld
broeikassen en elektrische lampen. En
indien ook deze methoden niet altijd
helpen, dan richt men zijn blikken
naar het zonnige zuiden van Frankrijk,
Italië of Marokko, waar Nederlandse
kwekers hun zogenaamde contract-
teelten bezitten. Zodoende blijft Ne
derland in ieder seizoen op de markt.
De Nederlandse experts hebben ver
baasd gestaan over het ongelooflijke,
dat in snel tempo in Israël bereikt
werd. Men heeft met fanatieke energie
en een grote dosis optimisme doorge
zet en de strijd aangebonden met
andere produktie-landen. Het devies
„exporteren of sterven", heeft ook in
dit uiterst jonge bedrijf wonderen
verricht.
Pioniers werden experts
In Israël gaan de ministeriële in
stanties de particuliere sector herhaal
delijk voor in het verrichten van
pioniersarbeid. In deze tak van tuin
bouw heeft men weinig water nodig en
tegenover een betrekkelijk kleine im
port staan grote winsten.. Het zijn
beslist geen „koude ambtenaren", de
hoge regeringsfunctionarissen, die on
vermoeibaar met kleine budgetten en
vaak grote teleurstellingen, doorzetten.
De ex-Nederlander en oud-Wagenin-
ger, ir. Elja Vegha, directeur der
Israëlische proefstations voor sierteelt-
produkten, is een van hen.
De tulpen in de eerste regerings
proefvelden, ruim acht jaar geleden,
kwamen in verminkte toestand uit de
omgekeerde bloempotten vandaan,
waar men ze voor het te felle zonlicht
had trachten te beschutten. Met een
scheermesje werden de zieke bollen
ontleed.. Reeds spoedig bleek, dat tul
pen het hier niet doen. Nieuwe vak
literatuur, bollen en zaden werden uit
Nederland aangevraagd. Een stel
enthousiastelingen zette het werk zon
der salaris voort, aangezien het minis
terie van Landbouw voor deze eerste
experimenten geen budgetten bleek te
bezitten. Men ging gladiolen planten
en wel veel dieper in de grond dan
gebruikelijk. Men ging nog meer soor
ten in alle mogelijk klimaten en sei
zoenen planten. Ze werden om hun
enthousiasme een beetje uitgelachen,
die eerste pioniers. Ze werden in
luttele jaren Israëls leidinggevende
experts
Snel gestegen export
De produktie per hectare ls in Israël
groter dan in Nederland, de natuur-
DAAR stond het dan in een
lijst, eenvoudige, maar zeer
rechtstreekse vragen: „Is
vader regelmatig thuis, onder
meer bjj de maaltijden?"
Na enig wikken en wegen
schrijft de beantwoorder op de
stippellijn aan de rechterkant
van het papier: „Ja, zoveel
mogelijk".
Het antwoord van deze vader
is geen uitzondering. Misschien
is zijn antwoord nog vrij gunstig
vergeleken bij dat van anderen.
Maar de vraag blijft voor de
meeste vaders een vraag, voor
vele moeders eerf reden om zo
nu en dan eens te verzuchten:
„Ben je weer niet thuis?" Ter
wijl talloze kinderen met hun
rake openhartigheid eenvoudig
constateren: „natuurlijk is
vader vanavond weer weg".
De moeders kregen In de
vragenlijst ook een beurt. Voor
hen was de vraag: „werkt moe
der buitenshuis?"
Waarschijnlijk zullen de
meeste moeders „neen" kunnen
antwoorden en velen zeggen
daarbij wellicht, zonder dat het
vermeld wordt op de vragen
lijst: „Gelukkig niet".
Maar ook een groot aantal
moeders zal diezelfde vraag met
,Jafmoeten beantwoorden.Om-
standigheden noodzaken hen te
gaan werken. Ondertussen heb
ben zij hun plicht als moeder
en als huisvrouw. Een dubbele
taak. Maar het moet.
Alleenstaande en alleenwo-
nenden kunnen dikwijls verlan
gen naar het leven in een gezin.
Die ene kamer met alle per
soonlijke vrijheid kan zo eng
worden. De stilte en het dag-in,
dag-uit aangewezen zijn op je
zelf werkt op den duur benau
wend.
Dat alleen wonen is vaak
geen thuis.
Omgekeerd kunnen jongeren
in een druk gezin, waar ter
nauwernood ruimte en gelegen
heid is om rustig te werken,
verlangen naar een eigen
„hokje" waar je ongestoord
bezig kunt zijn.
Een eigen thuis, in een gezin
of in ieder geval een „home"
met anderen samen, heeft
'n merkwaardige aantrekkings
kracht.
Is het de vertrouwdheid van
de omgeving, de sfeer of een
besef van geborgenheid waar
door „thuis" nog altijd een
begrip en een diep ingegrifd
verlangen zijn?
Thuis heb ik eindelijk rust.
En als ik geen thuis heb, zoek
ik desnoods de gehele wereld af
om een thuis te vinden.
Talloos zijn de voorbeelden
om dit te illustreren.
De zeeman verlangt na weken,
maanden terug naar huis.
De student, vrij om te doen
en te laten wat hij wil, ver
zuimt niet naar huis te gaan.
De zakenman, op reis voor
het werk, dat hem steeds weer
trekt, wordt na een dag of een
week onweerstaanbaar naar
huis, naar zijn vrouw, naar zijn
gezin getrokken.
Vader kan op die vergadering
(beslist niet gemist worden,
maar als hij verzadigd ls van
de besprekingen en de plannen
zegt hij, misschien geeuwend
tegen de collega, die hem tot op
de hoek van de straat al rede
nerend heeft begeleid: „kom, ik
ga naar huis".
U kent het verhaal, dat Jezus
vertelde over die jongen, ver
weggedwaald van huis? Hij
gmg naar huls terug. Waar zou
je ook anders heengaan?
Als het kind, hoe jong of hoe
oud, er dan ook maar op kan
rekenen, dat ons huis een
thuis is.
P. L. SOHOONHEIM.
Herv. predikant voor het
buitenkerkelijke werk te
Leiden.
lijke vermeerdering zelfs aanzienlijk
groter dan in het natte Holland. Het
groei-tempo ligt ongeveer tweemaal zo
hoog. In ieder seizoen kan men hier
planten en zaaien. In het jaar 1956/57
exporteerde Israël ruim een en drie
kwart miljoen gladiolen-bollen naar
Duitsland, Zwitserland, Zweden, Noor
wegen, Engeland en Nederland. Dit
jaar overschrijden de export-cijfers
voor gladiolen-bollen de negen mil
joen! Teneinde met succes in de win
termaanden op de markt te komen in
een periode, dat de Nederlandse knol
len en bollen nog niet uit de grond
gehaald kunnen worden en de prijzen
op de wereldmarkt het hoogste zijn
(Kerstmis en Nieuwjaar) ging men
met verscheidene bloemsoorten bevrie-
zings-experimenten uithalen, die niet
steeds gelukten en tot teleurstellingen
in het verleden leidden. Vele van deze
beginnersmoeilijkheden heeft men
reeds opgelost en de export in bollen
en snijbloemen is aanzienlijk gestegen.
Nederland heeft herhaaldelijk bollen,
knollen en bloemen uit Israël geïm
porteerd, welke (van een Nederlands
etiket voorzien) werden doorverkocht.
Tegen dit driehoeksverkeer hebben de
Israëliërs niet de minste bezwaren. Zij
beseffen terdege, dat hun verkoop
apparaat door gebrek aan ervaring en
marktkennis over het algemeen nog
veel te wensen overlaat. Op deze drie-
hoekshandel met Nederland en het
ontvangen van grote opdrachten voor
contract-teelten, heeft de Israëliër zijn
grote hoop gevestigd.
Echter speciaal op dit punt schijnt
de Nederlands-Israëlische samenwer
king niet goed te vlotten. Juist omdat
de natuurlijke vermeerdering van
iedere bol of knol zo groot is in Israël
weifelt men in Nederlandse regerings
kringen, die voor ieder export-quotum
van bollen en knollen hun fiat moeten
geven, tot een uitgebreide „contract-
teelt" in Israël over te gaan.
De kleine bolletjes en knolletjes, de
zogenaamde „kraaltjes", soms niet
groter dan een centimeter, die tot
volwaardige bollen en knollen kunnen
uitgroeien, zijn immers kostbaar ma
teriaal. Mag men in Nederland ver
wachten, dat de Israëlische kweker,
volgens contract al deze minuscule, en
voor Israëls eigen produktie belang
rijke kraaltjes, trouwhartig terug
stuurt?
W(j hoorden met een soms te na
drukkelijke intonatie, dat men juist
door die ongelooflijke grote vermeer
dering in Israël, niet meer op import
uit Nederland aangewezen is. De im-
port-cijfers op dit gebied spreken
voorlopig nog een andere taal.
(Van onze Londense correspondent)
Het jaar 1959 belooft voor Engeland een „Handel-Purcell jaar" te
worden. Immers, men gaat tegelijkertijd twee gebeurtenissen
herdenken: het feit dat Handel 200 jaar geleden overleed (14 april
1759) en de 300ste verjaardag van de geboorte van Purcell. Vele
manifestaties staan dan ook in verband met deze herdenkingen op
het concertprogramma, waarvan de BBC een aantal voor haar reke
ning zal nemen.
Wat Handel betreft, deze maand wordt een studio-uitvoering ge
geven van „Josef en zijn broeders", terwijl men voorts een opname
kan horen van „Julius Caesar", vastgelegd op het vorig jaar in
Schwetzingen gehouden festival, alsmede een verkorte studio-uitvoe
ring van een produktie van Alcina van de Handel Opera Society.
Beide laatste werken zullen in maart in de ether komen.
Verder om de 14 dagen ln totaal
zes concerten van de Ohandos An
thems. welke elk een werk van Han
del zullen bevatten. Ook zal men kun
nen luisteren naar een reeks van vier
kamermuziek-uitvoeringen van de
componist en zijn tijdgenoten, te be
ginnen in de laatste week van januari.
Later in het jaar hoopt de BBC drie
programma's van orgelconcerten te
verwezenlijken, alsanede het oratorium
„Israël in Egypte" en enkele opera's,
waaronder „Rodeiina en Semele". Al
deze werken kunnen in het derde pro
gramma van de BBC worden gehoord.
Op 25 maart zal de Home Service
Handels „L'allegro ed il Pensieroso"
uitzenden ,als eerste van vier concer
ten gewijd aan Handel en Purcell.
De bijdrage van de Koninklijke
Opera Coverut Garden tot Handels
herdenkingsjaar bestaat uit de opvoe
ring van de opera „Samson" in Lon
den .Manchester en Oxford.
Elizabeth Sohwartzkopf heeft in de
Ro.val Festival Hall een recital gege
ven waarvan de eerste helft gewijd
was aan aria's uit verschillende van
Handels opera's.
Op 15 april geeft het Goldsbrough
Orchestra in hetzelfde gebouw een
Handel programma onder leiding van
de uit Amerika afkomstige dirigent
Charles Maokerras, met als soliste
Erna Spoorenberg, die aria's zal zin
gen.
Op 10 juni volgt dan een speciaal
aan Handel gewijd herdenkingscon
cert. te geven door het London^ Sym
phony Orchestra onder leiding van
Arthur Bliss en Benjamin Britten.
Ook vele andere concerten in de
Festival Hall gedurende juni zullen
werken van Handel bevatten.
In de Royal Albert Hall geeft de
Royal Choral Society op 27 maart, on
der leiding van sir Malcolm Sargeant
^en uitvoering van de Messias.
pende aotiviteit en componeerde hij
de Messias en de opera Samson. Daar
na keerde hij de opera de rug toe en
wendde hij zióh tot de oratoriums. De
Messias werd in 1742 voor het eerst in
Dublin opgevoerd, dezelfde stad zag
en hoorde een jaar later de première
van Samson.
Handel ging af en toe nog naar het
buitenland, maar verliet Engeland
nooit lang. In 1751 bracht hij een
bezoek aan Duitsland, toen hij reeds
ernstig door de blindheid werd be
dreigd, welke drie jaar later compleet
zou worden. Ondanks deze catastrofe
en de algemene achteruitgang van
zijn gezondheid bleef hij tot een week
voor zijn dood actief.
Internationaal
SIR Thomas Beecham, de thans
79-jarige en nog altijd grootste
Engelse dirigent, noemde op zijn
beurt Handel de grootste interna
tionale componist. Met het woord
„internationaal" bracht hij in feite
hulde aan Handels universaliteit.
In Engeland, waar men vooral ge
troffen werd door het diepe mense
lijke gevoel dat Handel in zijn wer
ken uitdrukt, wordt hij vaak met
GEORG FRIEDRICH HANDEL
Ir. Vegha is geen koude ambtenaar. Ook rijn devies luidti
„exporteren of sterven".
Keurvorst volgde cis koning
VANZELFSPREKEND heeft de
Handelherdenking in Engeland
een bijzondere betekenis, om
dat de componist daar het grootste
deel van zijn leven heeft gewoond
en gewerkt. Op 25-jarige leeftijd
in 1710 bracht hij zqn eerste be
zoek aan Londen en werd op slag
beroemd door zijn daar het volgend
jaar uitgevoerde Opera Rinaldo. Een
jaar later keerde hij naar Engeland
terug voor de produktie van „II
Pastor Fido". Zo populair werd
Handel dat hij zqn werkgever, de
keurvorst van Hannover, vier jaar
lang in de steek liet, totdat deze
zelf naar Engeland kwam als
Koning Qeecg* feei
In 1716 vestigde Handel zich voor
goed in Londen, hoewel hij nooit het
contact met het vasteland verloor. Drie
jaar was hij dirigent van de Hertog
van Chandos in Canons in Edgware,
ten noorden van Londen.
Tanende roeni
In 1719 werd Handel dirigent van
de Italiaanse Opera. Met de ups en
downs daarvan was hij de volgende 20
jaar nauw verbonden. In 1726 liet hij
zich naturaliseren en verengelste hij
zijn naam door de umlaut weg te la
ten. Zijn roem was echter toen al
tanende wegens de verandering van
smaak van het publiek. Heldhaftig
verzette hij zich tegen bittere aanval
len van zijn vijanden, maar op den
duur kon zelfs een man van zijn kali
ber het niet bolwerken tegen de krach
ten, die hem belaagden. Langzamer
hand werd zijn financiële positie
slechter, evenals zijn gezondheid. In
deze zware periode van zijn leven ver-
aame!d« hij nog eenmaal al zijn sohep-
S hak e.s pea re vergeleken. Handel on
derging zonder twijfel een sterke
invloed van Pureell en van de En
gelse kerkelijke koorzang in het al
gemeen.
Voor zijn opdrachtgever, de Hprtog
van Chandos, vervaardigde hij kerk
muziek, alsmede werken voor alge
mene ontspanning. De twaalf Chandos
Anthems zijn de belangrijkste uit de
eerste categorie. Het was een soort
hofmuziek. Vandaar dat deze op den
diuur uit de normale kerkdienst ver
dween. Men beschikte eenvoudig niet
over de instrumentale en vocale krach
ten om haar in gewone diensten uit
te voeren, terwijl de muziek boven
dien te ceremonieel en te exotisch was.
Alleen bij Koninklijke gelegenheden
zoals de kroning hoort men in de
Westminster Abdij nog ..Zadok de
priester". Om dezelfde reden raakte
Purcelte nobele kerkmuziek in on
bruik. totdat het moderne orkest en
koor concert en de radio haar opnieuw
tot leven brachten.