Urgente andere projecten
kunnen bijdragen tot een
veilig Leids wegennet
Waar het 0111 gaat
SANERING!
Steden schakels in Rijksivegen-net
97ste jaargang
Vrijdag 16 januari 1959
Tweede blad no. 29646
GEEN COMETS OP HET
VELDJE VAN GEBR. WRIGHT
Leiden zo snakt) de kosten daarvan
slechts voor een zeer gering deel
zien als lasten van verkeer en ver
keersveiligheid. Een sanering hier
wordt op deze wjjze economisch ge
zien een „koopje" wanneer men haar
tweeledige functie in aanmerking
neemt.
Vele tonnen schade
Uiteraard blijven bij dit alles de
financieringsmoeilijkheden bestaan,
maar economisch bekeken worden
door dergelijke combinaties en de
wijze van beschouwing de kosten heel
wat acceptabeler dan wanneer men
de plannen alleen zou zien als dienst
aan de verkeersbeveiliging, en de kos
ten daarvan alleen zou afwegen tegen
een min of meer idealistisch belang.
Want het persoonlijk welzijn van de
individuele mens geldt nu eenmaal
niet als een realistisch motief.
Er is in de sfeer van het duidelijker
sprekende algemeen economisch be
lang nog een ander zeer krachtig ar
gument te vinden voor verkeersbevei
liging. De jaarlijkse directe en indi
recte schade door verkeersongevallen
is zeer groot.
Hier begeven we ons enigszins op
het gebied van speculatie en gissing,
maar niet geheel zonder reële aanwij
zingen.
Aangenomen moet worden, dat al
leen reeds in Leiden het verkeer jaar
lijks een schade aanricht van hon
derdduizenden guldens. Daaronder
verstaan wij directe materiële schade
aan voertuigen en voorwerpen bij
ongelukken, schade aan gezondheid
voor zover die in geld is uit te druk
ken (medische zorg etc.), en schade
aan bedrijfsexploitatie en aan pro-
duktieverlies.
Het is, wanneer men de „schade"
nog verder zou willen uitbreiden,
(waaronder wij alleen maar willen
noemen schade aan bebouwing door
zwaar verkeer over daartoe volko
men ongeschikte straten zoals het
Rapenburg) niet overdreven om
voor Leiden een jaarlijks schade
bedrag van een half miljoen gulden
te schatten als gevolg van de be
staande verkeerssituatie.
In dit verband is het niet te ver ge
zocht om de mogelijkheid te overwe
gen, of hierbij ten nauwste betrokken
organisaties zoals het verzekerings
wezen als constitutionele beleggers
niet bereid gevonden kunnen worden,
bij te dragen tot gedeeltelijke oplos
sing van de financieringsproblemen
van projecten van deze grootte. Wordt
immers de schade, door het verkeer
aangericht, niet uiteindelijk direct of
indirect voor een belangrijk gedeelte
door deze ondernemingen gedragen?
Wij zijn van oordeel, dat het de
moeite zou lonen de mogelijkheden in
deze richting eens te onderzoeken!
In tegenstelling tot vorige artikelen
hebben wij in deze laatste beschou
wing slechts terloops de verkeersvei
ligheid als doorslaggevend argument
in het geding gebracht doch andere,
voornamelijk economische overwegin
gen op de voorgrond geschoven, om
dat deze misschien aanvaardbaarder
zijn in de harde-wereld-van-nu dan
de idealistische motieven die ons ver
leidden tot het schrijven van deze
artikelenreeks: verontrusting over het
dreigende onheil dat het verkeer (dat
zijn wij allen) over onze medemensen
dreigt uit te storten.
Die verontrusting geldt niet alleen
de situatie in Leiden, met vele duizen
den ongelukken en vele honderden ge
wonden per jaar (want vergist U zich
niet, in werkelijkheid gebeuren er heel
wat meer ongelukken en vallen er heel
wat meer gewonden dan de statistiek
aanwijst). Het geldt evenzeer voor ge
heel Nederland, waar in de eerste
helft van vorig jaar 17.872 ernstige
verkeersongevallen geregistreerd wer
den, meer dan 10.000 ernstig gewonden
en meer dan 650 doden te betreuren
waren.
Veel van wat over Leiden werd ge
zegd kan mutatis mutandis ook over
elders geschreven worden.
We willen het zeggen zonder het
oog te hebben op een bepaalde
plaats, zonder beschuldigend te
wijzen naar wie of naar toelke in
stantie dan ook: er moet iets GE
DAAN worden, desnoods met een
gedurfde brede geste in plaats van
met minutieus overwogen fantasie
loze incidentele plannen; want er
moet voor worden gezorgd, dat
onze kinderen en hun kinderen
krijgen waar zij recht op hebben,
en wat de wereld van nu dreigt te
verliezen.
Dat is de kans om zich vrij van
angst voor het leven rond te bewe
gen in een vrije samenleving, in-
plaats van angstig een behouden
doortocht te zoeken over een slag
veld.
Het zou een zegen zijn, wanneer
Leiden daartoe met spoed een bij
drage leverde.
De mogelijkheid daartoe bestaat.
Leiden grijpe die aan
Een typisch voorbeeld van een
saneringsgebied, waar de kos
ten van een beter wegennet
mede gedragen kunnen worden
door een hoogst noodzakelijk
ander openbaar werk: wonin
gen aan de te dempen Lange
Gracht, met links de hoge
schoorsteen van de licht
fabrieken.
(Foto L.D./Vlan Vliet)
oorzaken daarvan: het intensieve
vrachtautoverkeer in de binnenstad
door de lokalisatie van de veemarkten
de verschuiving van de voornaamste
huishoudelijke winkeldag van de za
terdag naar de vrijdag.
Verplaatsing van de veemarkt is
reeds lang in overweging. Economische
motieven (bevrijding uit een niet lan
ger draaglijk ruimtelijk keurslijf) spe
len daarbij een overwegende rol. Een
dergelijke verplaatsing zou tevens de
alleen zien als een kostbaar offer
ten bate van de veiligheid, maar
moet dit beschouwen als een verant
woorde uitgave voor een van de
hoofdpijlers van de Leidse economie:
de handel.
Zo zijn er meer in ander opzicht
noodzakelijke openbare werken aan te
wijzen die als nevenfunctie de gedeel
telijke verwezenlijking van een nieuw
wegennet tonen.
Een zeer belangrijke bijdrage tot een
nieuw wegennet zou een systematische,
in prioriteit weloverwogen uitvoering
van saneringswerken kunnen leveren.
Het is zonder meer duidelijk, dat de
Leidse binnenstad op vele plaatsen
(over)rijp is voor ingrijpende sane
ring. De Sleutelstad zit opgescheept
met de weinig aanlokkelijke erfenis
van een sociaal betreurenswaardig ver
leden, waarvoor de grondslag werd ge
legd bij de scherpe teruggang in de
indertijd op zichzelf reeds door maat
schappelijk erbarmelijke toestanden
getekende textielindustrie.
Links op deze foto een doorkijkje door de Pelikaanstraat, ook
voorbestemd voor een doorbraak als onderdeel van een nieuwe
noord-zuidverbindingHet staat reeds lang vast dat de R.-K.
school rechts op de foto en het winkelpand op de hoek voor deze
doorbraak het veld moeten ruimen.
(Foto L.D./Van Vliet)
aanleg van nieuwe royale wegen no
dig maken. Geeft men deze verplaat
sing een zekere prioriteit, boven an
dere kostbare openbare werken, dan
zou daarmede, bij een juiste conceptie
van het stadsbeeld als geheel, op
korte termijn een belangrijk deel tot
stand kunnen worden gebracht van de
centrale verkeersring om het stads
centrum en van het Gordelweg-tracé,
zoals wij deze in voorgaande artikelen
projecteerden.
Men kan dan de tot standkoming
van een gedeeltelijke verkeersverbe-
tering op deze punten niet meer
Een forse aanpak van krotoprui
ming (kostbaar maar onvermijdelijk
ook afgezien van wegenplannen)
kan, mits in fase en tempo goed uit
gebalanceerd, ruimte scheppen voor
een groot deel van de ringweg om
het stadscentrum, waarbij in het bij
zonder te denken is aan een tracé
via de Middelstegracht en gedempte
Langegracht, beide los van elkaar
reeds oude plannen.
Men mag, bij de verwezenlijking
van dit deel van de belangrijke cen
trale ringweg (waaronder een nieuw
royaal noord-zuid-tracé waarnaar
(Van een onzer
In onze voorgaande beschouwingen over de
Leidse verkeersveiligheid, de daarmee verband
houdende opbouw van een modern wegennet en
een doeltreffende reorganisatie en uitbreiding
van het openbaar vervoer in de Sleutelstad (resp.
op 6, 8 en 14 januari) hebben wij herhaaldelijk
suggesties gedaan over ingrijpende wijzigingen,
waarvan de kosten ongetwijfeld in de tientallen
miljoenen zullen lopen.
Vooropgesteld dat het leven van enkelen en de
gezondheid en het levensgeluk van vele honder
den de uitgave van talloze miljoenen op zichzelf
reeds rechtvaardigen, de werkelijkheidszin ge
biedt te erkennen, dat (helaas) in de zakelijke
wereld van vandaag deze motieven alléén niet
voldoende grondslag zijn voor verwezenlijking
van de grootscheepse plannen zoals wij die ont-
Op het Schuttersveld rijen zich de bakbeesten van vrachtwagens des
vrijdags aaneen. Hier doen ze geen schade, hier staan ze niet in de
weg, maar iedere vrijdag weer trekken zij ook door Leiden, waar zij
het verkeer onnodig belasten. Verplaatsing van de veemarkt zou het
stadscentrum van dit verkeer ontlasten en zou als nevenfunctie de
verkeersveiligheid bevorderen.
(Foto L.D./Van Vliet)
redacteuren)
vouwden. Deze plannen zouden dus waardeloos
zijn, wanneer er niet een hechtere basis voor ge
vonden kan worden, want plannen krijgen pas
waarde wanneer zij in alle opzichten verantwoord
worden gerealiseerd.
Nu doet zich de gelukkige omstandigheid voor,
dat uitvoering van de omschreven plannen naast
de veiligheid ook andere grote, meer materiële
tastbare belangen dient, ja zelfs dat deze uitvoe
ring voor een belangrijk deel plaats kan vinden
in andere kaders, waarvan de urgentie en het be
lang algemeen worden erkend.
Wij willen dus in dit slotartikel aanvankelijk
de idealistische motieven even terzijde stellen, om
in materiële overwegingen rechtvaardiging en een
bruikbare basis te zoeken voor financieel ontegen
zeglijk grote offers.
door de steden, de „landingsbanen"
van het wegverkeer. Het economisch
voordeel wordt niet geoogst langs de
buitenweg, maar in de stad!
Men zou het dus zo kunnen stel
len, dat Rijksbijdragen tot verbete
ring en aanleg van stedelijke hoofd
wegen het rendement van de investe
ringen in het Rükswegennet zodanig
zullen verhogen, dat dergelijke bij
dragen, over het geheel van de
nationale economie gezien, zichzelf
meer dan betalen!
Suggestie Nationaal Plan
Rijksbijdragen voor verkeersverbete-
ringen in de gemeentelijke sector zijn
op nationaal niveau reeds eerder ge
suggereerd. Men behoeft er maar de
in juni 1958 verschenen toelichting op
het rapport „Ontwikkeling van het
Westen des Lands" van de Rijksdienst
voor het Nationale Plan (pag. 153) op
na te slaan: „Daarnaast is te denken
aan traversen en stedelijke ringwegen.
Zowel het BELANG als de KOSTEN
van deze en dergelijke werken GAAN
boven HET GEMEENTELIJKE VLAK
UIT.
Uitvoering van grootscheepse (nood
zakelijke) werken zoals wij die in
voorgaande artikelen aanbevalen kan
nu eenmaal niet geschieden alleen uit
de Leidse kas, die thans per jaar drie
tot vier miljoen kan uitgeven voor
wegverbetering en onderhoud, afgezien
nog van de daarbij optredende brug
genbouw.
In de eerste plaats zouden wij willen
stellen, dat een aanpassing van stede
lijke hoofdverkeerswegen aan het mo
derne, huidige en toekomstige verkeer
niet alleen een plaatselijke aangele
genheid is, doch een zaak van natio
nale betekenis.
Het Rijk heeft direct of via de Pro
vinciale overheid in de loop der jaren
miljarden ten koste gelegd aan ver
betering en vergroting van het inter
lokale wegennet, doch heeft daarbij de
aanpassing van de stedelijke hoofd
verkeerswegen geheel aan de gemeen
ten overgelaten. Dat is wellicht
vooral gezien de krappe middelen
waarmee het Rijk moest werken aan
een mede door de oorlogsachterstand
zeer omvangrijke taak begrijpelijk,
maar in principe is dit een onjuist
beleid.
De snelle ontwikkeling van het in
terlokale verkeer door de sterke inte
gratie van dé nationale economie en
de stedelijke groei maken van de
stedelijke hoofdwegen schakels in het
algemeen wegennet, schakels die mede
de zorg van het Rijk behoren te heb
ben.
Men zou de tot dusver gevoerde
politiek van het Rijk kunnen verge
lijken met de opbouw van een voor
treffelijk luchtverkeersnet, b.v. met
Comet- of Boeing-straalverkeers-
vliegtuigen, waarbij men er zich
geen zorgen over maakt dat als
„landingsplaatsen" (waarmee de ste
den in het gemotoriseerde verkeer te
vergelijken zijn) de veldjes gebruikt
worden, waarop de gebroeders Wright
met hun eerste wankele vliegtuigje
experimenteerden. Men kan een nóg
zo mooi luchtverkeersnet opbouwen,
het blijft vrij waardeloos wanneer
men de gronddiensten niet in staat
stelt dit verkeer bij de kardinale
begin- en eindpunten te verwerken.
Een verwijt in dit opzicht aan het
Rijk is misschien niet op zijn plaats:
pas vrij kort geleden b.v. heeft de
KLM officieel deelgenomen aan de
ontwikkeling van Schiphol in een
stichtingsvorm, terwijl zij voordien
slechts de gastvrijheid genoot van een
„Amsterdamse luchthaven". De ver
houdingen liggen wel wat anders, maar
voor de bedoelde vergelijking doet dat
niet ter zake.
Hoger rendement van
oude investeringen
Er zijn talloze voorbeelden te noe
men, waarin het Rijk is overgegaan
tot wegenaanleg of -verbetering utt
het oogpunt van de verkeersveiligheid
(Rijksweg 4A, de Gooiweg, binnenkort
de verbeteringen van Zuiderzeestraat
weg en de beruchte Rijksweg Delft
Rotterdam etc.)maar bij vrijwel al
deze activiteiten (ook van de provin
cie) heeft naast de verkeersveiligheid
toch het economisch motief de be
langrijkste rol gespeeld.
Miljarden zijn in de laatste jaren
voor het wegverkeer uitgegeven (in
1959 wordt dit 200.000.000 door het
Rijk, waarvan 60.000.000 via de provin
cies en daarvan weer 27.000.000 in
Zuid-Holland) in hoofdzaak uit econo
mische overwegingen. De moderne tijd
vergt nu eenmaal uit dergelijke over
wegingen een goed wegennet.
Het rendement van deze investerin
gen wordt echter ernstig aangetast
wanneer het goede verbindingen be
treft tussen punten van geconcen
treerde verkeerschaos, waarin de voor
delen van snelheid (tijd is geld!)
teloor gaan in tijdverslindende routes
De hoek
Hogewoerd
(naar rechts)
Water steeg
(naar links op
de foto)
die voor een
doorbraak voor
de noord-zuid-
verbinding
zal verdwijnen.
De panden 24
(boekwinkel) en
26 zijn reeds in
gemeentehanden,
een voorstel tot
aankoop van de
bloemenwinkel
nr. 28 rechts op de
foto) komt
maandag a.s. in de
gemeenteraad in
behandeling
Gedeelde smart"
Nu mag er evenmin op worden aan
gestuurd, de kosten van de Leidse
verkeersverbetering dan maar geheel
op het Rijk af te schuiven. Het is
niet een kwestie van zo öf zo. maar
van zo èn zo.
Gelukkig heeft Leiden mogelijk
heden te over, om de kostbare ver
hoging van de verkeersveiligheid te
paren aan andere belangrijke pro
jecten, waardoor het spreekwoord
„gedeelde smart is halve smart" een
belangrijke rol kan gaan spelen in
het gemeentelijke huishoudboekje.
De verbetering van het Leidse ver-
keersnet laat zich namelijk voortref
felijk voegen in andere openbare wer
ken, waarvan de uitvoering nu of in
de nabije toekomst vrijwel vast staat.
Wij willen daarvan enkele voorbeelden
noemen.
Wanneer we nog even terugzien
naar ons eerste artikel over de Leidse
verkeers(on)veiligheid (6 jan.), dan
hex-inneren wij ons, dat de vrijdag met
angstwekkende zekerheid aan de spits
is komen te staan in de ongevallen
statistiek. Wij wezen toen reeds op de
(Foto LJ5./Von Vliet)