K2r verwijdert vlekken L DOMINEESGEZIN VERHUIST VAN MELBOURNE NAAR THORNBURY zonder kringen Zelfs de laatste wol- restjes zijn bruikbaar ZATERLAG 10 JANUARI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 3 Spiegeltje, spiegeltje aan de wand het gesprek van de dag inwrijven laten drogen afborstelen MEVROUW GEURSEN VERTELT VERDER „Koor lie het wistenhadden we het beroep DE MAN, DIE Amerika de naam Verenigde Staten gaf Parijs, januari '59 Heeft u ook zo'n doos vol restjes breiwol staan restjes, knotjes, bolletjes, strengetjes, die u al sinds jaren verzameld heeft, maar waarmee u eigenlijk nooit iets doet? U vond het „zonde" om al die kleurige eindjes weg te gooien je weet nooit. En elke keer als er een nieuwe trui, een nieuw vestje van de naalden komt, belandt er in de doos met restjes weer een knotje bij. Intussen groeit de voor raad van winter tot winter en de inhoud van de restendoos weegt inmiddels misschien wel ponden! Alleen, die ponden zijn zo heterogeen van kleur en soort, dat u niet weet wat u er mee kunt doen. En toch kimt U er heel wat meer mee doen dan er al en toe eens een draadje voor een borduurwerkje uit plukken. Wat denkt U bijvoorbeeld van een mat, een „lappendeken," een wandkleed voor achter de kinderkap stok (1) indien uw wolrestjes-voor raad imposant is? Zo'n mat, zo'n de ken of zo'n wandkleed haakt U met een dikke haaknaald. Het is een vlug en gemakkelijk werkje, niettegen staande de afmeting van het geheel. U haakt namelijk een hele serie vier- I kante stukjes van 10 centimeter, zo lang uw restenvoorraad maar strekt en I zonder U te bekommeren om de kleur. Voor een mat gebruikt U twee draden heel dikke wol tegelijkertijd, en van dunnere wol haakt U tegelijk drie of vier draden op. opdat alle stukjes van gelijke dikte worden. Voor een deken of een wandkleed kunt U met een en kele dikke draad werken. Als alle wol is opgebreid. rangschikt U uw vier kantjes zó, dat U een aardige kleurver- deling krijgt en naait ze aan elkaar. De rand wordt eventueel met effen stof geboord. Hetzelfde soort „lapwerk" kunt vanzelfsprekend ook voor een kussen of een poef gebruiken. Een andere suggestie voor het op maken van uw breiwolrestjes: kleuri ge bolletjesfranje waarmee U een sohoudersjaal, een kussen, een loper, een das. een strandtas. een rok en wat al niet meer van een 'grappige garne ring kunt voorzien (2). U maakt met behulp van twee ronde kartonnetjes een eindeloze serie even grote bolletjes van verschillende kleur. En al die bol letjes, die U aan een klein stukje wol koord laat 'bengelen, zet U naast elkaar aan de te garneren sjaal, rok, das of wat U er ook maar mee opfleuren wilt. Wanneer U zorgt, dat alle bolletjes even dik en vast worden, kunt U zon der onderscheid dikke en dunne wol verwerken. Bezit U een goede voorraad wol restjes van precies dezelfde dikte, dan kunt U daaruit al naar gelang de'hoe veelheid waarover U beschikt, een aar dige das voor by het schaatstenue, een tafelloper of een aller grappigste rok breien (3). U heeft er twee lange naal den zonder knop voor nodig en breit in tricotsteek of gerstekorrel. U breit de eerste naald met de een of andere kleur wol, schuift daarna alle steken naar de andere kant van de naald en, zonder het werk om te keren, breit U de tweede naald op dezelfde kant met een andere kleur wol. Zo gaat U steeds door zonder het werk om te keren. Aan het eind van iedere naald knipt U de draad op 10 centimeter afstand, af. en wanneer het breiwerk voltooidis, knoopt U al die draadjes twee aan twee aan elkaar, waardoor de franje garnering ontstaat. Beschikt U over breiwol in veel verschillende kleuren, dan breit- U maar zonder fantasie, net naardat de wol U onder handen komt. Is uw kleuren voorraad beperkt, dan is een meer overdachte en gelijke klem- verdeling aan te bevelen. Afhankelijk van de kleuren, die U combineert, kunt U met dit werk alleraardigste effecten verkrijgen. Ofschoon de wol voor dit breiwerk van één dikte moet zijn, kunt U wel op gelijke afstanden, een draad angora of mohairwol inbreien, hetgeen een goed resultaat geeft. Wie schrikt er nog van een vlek! Etensvlekken, vet, teer, smeer, olie, vruchten, wijn, gras, lip stick, parfum, stempelinkt elke vlek In een wip verdwenen met Royale tube f. 1.95 LAHNEMANN Laren (N.H.) Postbus 18 Imp. van Polycolor - K2r - Placentubex-Margret Astor - Mouson Blendax De vierde mogelijkheid om uw wol restjes rendabel te maken is een hand werkje, dat U zowel in dienst van uw interieur als van uw garderobe kunt stellen en waarmee U grappige resul taten kunt bereiken. Het is tiameiyk smyrnawerk, van breiwol op fyn gaas geknoopt. U kunt er modieuze garni- tuurtjes (kraag, manchetten, een smal, langwerpig dasje) uit maken, of het voor een muts gebruiken maar ook is het voor een kussen, een kleedje of een lopertje geschikt (4). By al de voorgestelde werkjes hangt het resultaat natuuriyk vooral af van de kleuren, die U combineert en, tenzy U nieuw koopt, heeft de doos met restantjes hier natuuriyk het laatste woord. Doch of U nu de bontste en meest gevarieerde kiemen byeenvoegt, ofwel een mooie, gedekte klemencombinatie van twee tot vier tinten weet te ver- krygen, uw braakliggende wolrykdom is de moeite van het werk zeker waard. J. V. „Deze dominee heeft wat te zeggen Melbourne, 30-12-'58. Op een zaterdagavond, toen er een stuk of 25 Hollanders om de tafel in onze pastorie het wel en wee van de Nederlandse gemeente zaten te bespreken, ging de telefoon en een Australische collega vroeg me „Zeg, preekt jouw man morgen ergens in het Engels?" „Ja", zei ik, „z'n maandelijkse beurt in de Erskine Church. Voor zes stokoude dames en één meneer". „Zeg dan tegen hem dat de vacante gemeente, waarvan ik con sulent ben, hem morgen komt beluisteren". Hmmm.met een hoofd vol gedachten ga ik weer verder met koffie zetten. Die vacante gemeente, dat is Thornbury, een reusachtig aardige arbeidersgemeente ongeveer 20 minuten rijden van Carlton af. Zoveel weet ik wel van de Australische kerk, dat een heleboel collega's, die in de country zitten en graag in Melbourne komen wonen vanwege hun studerende kinderen, Thornbury graag willen hebben. Zou zo'n gemeente een vreemdeling willen beroepen? Die ze bovendien moeten beluisteren in een schemerige, naargeestige holle kerk met zeven mensen en een piepend harmonium? bleem. Toen we er tweede kerstdag even gingen kyken, waren er een man of twaalf uit de gemeente bezig om drastische veranderingen aan te bren gen. „Wat leuk dat U komt kyken. zeiden ze. Dit is meneer Miller, die is lood gieter van beroep, onder zijn leiding wordt de badkamer verbouwden hier is meneer Jones, die is aanne meronder zyn leiding worden die gaten in de muren gebroken, want daar moeten vensters komen, en we zijn allemaal gemeenteleden van U". Zo gaat het hier. ze geven allemaal gratis een paar vrije dagen op om dit werk voor him kerk te doen En ze kyken er allemaal enthousiast by. Ik moet U zeggen, we werden er wel een beetje stil van. „Wilt U met die meneer de kleuren uitzoeken, waarin U het huis geverfd wil hebben, en wilt U dan ook even zeggen hoe hoog U de boekenkast wilt hebben?" Ik denk aan de ruïne, die we hier vonden .toen we hier acht jaar gele den kwamen en ik zeg maar zo: „het kan verkeren". ALS alle mannen weg zyn, vertel ik het aan myn man. En na tuuriyk vraagt hy waar ik al bang voor was: „Kom jy die avond in de kerk?" U zult me wel een rare dominees vrouw vinden, maar ik ga, behalve in de Hollandse dienst, nooit by myn eigen man naar de kerk. U moet we ten, dat ik na een jaar of vyf zó ziek 1. Op 30 november 1774 voer Thomas Paine van Engeland naar Philadelphia, waarheen hij was uitgenodigd door Ben jamin Franklin, die hem met open ar men ontving. Paine was in 1737 in het Engelse dorpje Thetford geboren en had in zijn gehele jeugd hard voor het dage lijks brood moeten werken. Hij ivas ra dicaal en voelde zich derhalve in het toenmalige Engeland niet erg thuis. En toen 13 Amerikaanse koloniën de Engel se overheersing moe werden, schaarde Paine zich van ganser harte achter hun vrijheidsstrijd. 2. In 1776 publiceerde Paine zijn ge schrift „Gezond mensenverstand", dat in 300.000 exemplaren verspreid werd en een sterk propagandamiddel voor de vrijheidsstrijders betekende. Deze publi- katie droeg er veel toe bij, dat de revo lutionaire krachten zich in één gemeen schappelijke actie verenigden, welke op 4 juli 1776 resulteerde in een onafhanke lijkheidsverklaring. Gedurende de beslis sende strijd publiceerde Paine een twee de artikel „De crisis", waarin hij de on sterfelijke woorden schreef: „De naam Verenigde Staten van Amerika zal spoe dig in de gehele wereld zo trots klinken als Groot-Brittannië". Paine had daar mede zijn nieuw vaderland gedoopt en zichzelf tot peet van Amerika geprocla meerd. 3. Paine reisde vervolgens door Europa om de Amerikaanse vrijheidsgedachte te verspreiden. Maar toen hij in 1792 in Engeland zijn boek over de mensenrech ten uitgaf, veroorzaakte dit zulk een op winding, dat hij genoodzaakt was om te vluchten. Hij toog naar Parijs, waar men hem een geweldige ontvangst bereidde maar toen hij zich tegen de terechtstel ling van Lodewijk XVI verzette, liet Ro bespierre hem gevangen nemen. Terwijl hij zijn terechtstelling afwachtte, schreef hij zijn derde hoofdwerk, ,flet tijdperk van de Rede". Daarin riep hij Amerika te hulp, maar de president keurde hem geen antwoord ivaardig en alleen door het ingrijpen van de Amerikaanse ge zant Monroe werd hij op vrije voeten ge steld. 4. „Geen boek heeft zoveel indruk op mij gemaakt als „De mensenrechten" zei Bonaparte in 1802 tegen Paine. „Uw standbeeld verdient in alle grote steden ter wereld in goud te worden opgericht". Maar toen hij in Amerika terugkeerde bleek men hem te hebben vergeten. Bij zijn dood op 10 juni 1809 schreef een courant: „Mr. Paine heeft lang genoeg geleefd, veel oproer gesticht en leed veroorzaakt". Op 30 mei 1925 werd in Nieuw Ro ebelle een standbeeld voor hem ont huld. Onder de redenaars bevond zich de beroemde uitvinder Thomas Edison, die o.a. zei: „Thomas Paine was Ameri ka's edelste burger en grootste intellec tueel. Zijn boek over de mensenrechten behoort in alle scholen ter wereld het belangrijkste leerboek te zijn". was van de koppige houding van die paar ouwe juffrouwen, die een Pres- bytrian Church by hun eigen huis opzetteiyk voorby strompelen, omdat ze nu eenmaal dol zyn op de „gehei ligde muren" (het is geen gekheid, ze noemen het echt zo) van de Carlton kerk, dat ik me, met de jongens, die op deze manier ook een niet bepaald florisante indruk kregen van de Pres byterian Church, heb laten inschry- ven by een collega, die een kwartier verderop preekt. „Je bedoelt als bankvulling", zeg ik. „Ach nee, schat, dat moet je echt niet van mij en de jongens vragen. We gaan nooit meer naar deze kerk en ik zou me verschrikkelyk opgelaten voe len, als ik er nu wel was". Dus toog hy er die avond in z'n zwarte toga helemaal alleen heen, en hy keek zo somber en verwytend en het regende zo naargeestigik voelde me helemaal niet zo lekker. En toen hy na een uur terug kwam en zei: „Nou, er waren er zeven, maar maak je niet bezorgd, ze zijn stillekens langs me heen de duisternis ingescho ten", voelde ik me wel een erg hard vochtig vrouwmens. Nu moet U niet denken, dat we om een beroep zaten te springen. We heb ben dit werk met grote vreugde ge daan al die jaren. Vooral na het moei- ïyke begin. Maar we dachten de laat ste tyd wel eens: „als we ooit Austra lisch dominee willen worden moeten we dit werk toch niet al te lang meer doen, anders raken we er nooit meer helemaal in thuis". Bovendien, laten we maar eeriyk constateren, dat het een gemeente ook wel eens goed doet, als ze na acht jaar weer eens een nieuw geluid hoort. Op die avond schreven de Thorn bury af in onze gedachten. MAAR de volgende dag was onze collega weer aan de telefoon en zei: „Waarom hebben jullie die lui niet mee naar huis genomen?" „Wat" zeiden wy, „maar ze vroe gen niks". „Nee, dat doen ze ook niet. Maar jullie hadden hen moeten vragen. Ze waren onder de indruk van je preek en zouden graag kennis met Je ma ken". Nou, en toen ging alles in sneltrein vaart. Voor we het wisten, hadden we het beroep. Het is hier de gewoonte dat je, vóór je beroepen wordt, duidelyk te kennen geeft of je het van plan bent aan te nemen. Wat de zaak heel wat vereen voudigt. Onze collega had de gemeente ge vraagd: „Vinden jullie het geen be zwaar, dat je aan deze man toch al tijd nog zijn accent zal horen?" Nee", zeiden ze eenstemmig, „he has got a message"(hy heeft wat te zeggen)). En dat antwoord heeft ons toch wel enorm biy gemaakt. En ook be schaamd, omdat we vroeger zo dik- wyis gezegd hebben: „Wat wordt hier toch moralistisch gepreekt en wat weinig echte prediking". Deze arbei dersgemeente had die boodschap dan toch maar gehoord, ondanks al de factoren die tegenzaten. EN zo gaan we dan 12 februari naar onze nieuwe gemeente. Het is een mooie, eenvoudige kerk. keurig onderhouden en gelukkig zon der vlaggewimpel, zoals je hier zo dik- wyis ziet. Het huis is enig. Vriendeiyk en ruim. met een verrukkeiyke tuin. Er was één kamer te weinig, maar dat vindt een Australiër nooit een onoplosbaar pro- Ds. M. W. J. GEURSEN HIER in Melbourne moet weer een nieuwe Hollandse dominee komen. Men zit 'n beetje in moeilijkhe den hoe dat financieel voor elkaar te brengen. U weet, myn man heeft nog al wat van de handelsgeest in zich. we hadden hier enorm veel relaties gekregen en zo kwam er altijd weer genoeg geld op tafel om het Neder landse werk gaande te houden. Maar is men van oordeel, dat dit Neder landse werk doorgang moet vinden, dan komt het geld er natuuriyk ook Niemand neemt het ons kwalyk, dat we weggaan. „U heeft het acht jaar volgehouden, zeggen ze. we kunnen be grijpen dat U nu wel eens een gere gelder leven wilt hebben. Anderen zeggen tegen me: „Wat ben ik toch biy, dat U nou eens weduwe è,f bent". Nou. zo erg was het helemaal niet, maar veel van mekaar zagen we niet. De jongens (ze werken allebei in hun vakantie op een boterfabriek, hier 200 km. vandaan en verdienen geld als water, de schurken), zeggen: ,.Als jul lie nou maar geen ruzie krygen als je mekaar zoveel ziet". Dat wagen we er dan maar op. We zullen het werk, dat we achterlaten, dikwyls missen, het èiste veel. maar het g&f onszelf ook veel. We zijn elk jaar meer doordrongen geraakt van de noodzaak van dit werk. We hebben nog helemaal geen idee hoe het nieuwe werk ons zal liggen. Maar de kennismaking is plezierig ge weest en we gaan vol moed en ver wachting beginnen aan de nieuwe taak. We wensen onze Leidse vrienden van harte dat het nieuwe jaar ook U weer nieuw perspectief brengt! J. A. GEURSEN—BORST. VARIA Voor hen. die doorlopend een natte neus hebben, is er maar één oplos sing: op naar de Noordpool. De ontdekkingsreiziger en Poolvo: r Ralph Lenton kan het weten Hij staat op het ogenblik te trappelen van ongeduld om uit Engeland p.: ar de koudere streken terug te keren En dat alleen omdat hy steeds ver kouden is. „Sinds lk in Engeland terug ben. loop ik constant met een zakdoek voor myn neus", klaagt hy. ..Daar had ik aan de Pool to taal geen last van".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 15