Sunil wast stralend wit... „Werken en sparen" Koersverloop op de beurs in 1958 WITTER DAN DE Ons land heeft kwetsbare punten WITSTE POES en spaart uw linnenkast Fondsenwaarde steeg 6.8 miljard 07ste jaargang Vrijdag 2 januari 1959 Derde blad no. 29634 Voorzitter Verbond van Werkgevers Advertentie „Expansie zonder inflatie", was de titel van de nieuwjaarstoespraak die de heer T. J. Twijnstra, voorzitter van het Verbond van Nederlandsche Werkgevers gis teren heeft uitgesproken voor de AVRO in de rubriek „Uit het bedrijfsleven". De heer Twijnstra zei o.a. dat de door hem aan het opschrift van een hoofd artikel van het bekende Engelse tijdschrift „The Economist" ontleende titel van Eijn toespraak ook de korte formulering kon zijn van wat wij met enig optimisme voor ons eigen land in 1959 zouden mogen verwachten. „Vertaald in goed Nederlands zou die verwachting als volgt kunnen luiden: groei van ons bedrijfs leven, stijging van onze produktie, zonder dat wij weer vervallen in het euvel van overbesteding, dat wij zo juist niet zonder succes hebben bestreden. Wij hebben immers in het jaar 1957 een aantal maatregelen genomen, die nodig waren, omdat wij met onze nationale middelen wat al te royaal waren omge sprongen en gedurende een paar jaar is het woord „bestedingsbeperking" niet van de lucht geweest. Die maatregelen hebben succes gehad zowel door hun directe werking als door het psychologische effect. Situatie verbeterd „Gelukkig kunnen wij thans constate ren", aldus de heer Twijnstra, „dat er gedurende 1958 in die situatie een wij ziging ten goede is ingetreden. Uit bijna alle industriële bedrijfstakken kan men horen, dat de tweede helft van 1958 een verbetering te zien gaf ten opzichte van de eerste helft en in verband daarmee nam de werkgelegenheid weer geleide lijk toe. De werkloosheid is op dit ogen blik dan ook niet meer abnormaal hoog. Nederland kan economisch gezien op een aantal natuurlijke voordelen bogen: zijn gunstige ligging in het hart van Europa, de aard van zijn bevolking, de structuur van zijn interne organisatie, maar daartegenover kan het niet ge noeg worden herhaald, dat ons land zijn zeer kwetsbare punten heeft: de dichtheid en de snelle groei van zijn be volking en het feit dat het niet rijk is aan natuurlijke bodemschatten. In de tijd van een mensenleeftijd is onze be volking bijna verdrievoudigd. Per vier kante kilometer wonen er in Nederland 15 maal zo veel mensen als in de V.S. van Amerika, tweemaal zo veel als in Zwitserland (een land van vergelijkbare grootte) en onze bevolking neemt nog elk jaar met 130.000 zielen toe. Dat geeft extra problemen voor de werkgelegen heid van ons land. Men heeft berekend, dat in de komende vijf jaren alleen in de industrie 140.000 nieuwe arbeids plaatsen moeten worden geschapen wil len allen werk blijven vinden en dat daartoe tenminste voor een bedrag van 11 miljard gulden nieuwe fabrieken pullen moeten worden gebouwd. Het is zelfs de vraag of dat bedrag, hoe im posant ook, wel voldoende zal zijn, ge zien het feit, dat de zich zo snel ont wikkelende techniek de industrie nood zaakt, niet alleen tot uitbreiding, maar vooral ook tot verbetering en verdere automatisering van haar installaties, waardoor althans direct het aantal ar beidsplaatsen niet wordt vergroot, doch Integendeel verminderd. Het is evenwel duidelijk, dat aan passing aan de moderne techniek een noodzakelijke voorwaarde is voor de verdere uitbreiding van ons indus triële apparaat, dat immers de con- j currentie op de wereldmarkten het hoofd moet kunnen bieden". Exporteren! „Om de benodigde grondstoffen te kunnen invoeren, moeten wij onze produkten kunnen exporteren teneinde de invoer met de opbrengst daarvan te kunnen betalen. Van het Neder landse maatschappelijke inkomen wordt 43 uit de verkoop van onze produkten naar het buitenland ver kregen. Voor Duitsland is dat percen tage 21, voor de V.S. nog geen 3. Deze cijfers markeren hoe afhankelijk wij zijn van onze buitenlandse afzet, die daarenboven jaarlijks toenemen moet parallel met de stijging van onze pro duktie, die op zijn beurt weer nood zakelijk is om onze groeiende bevol king arbeid en inkomen te ver schaffen. Soebandrio naar Australië De Indonesische minister van Bui tenlandse Zaken, dr. Soebandrio, heeft medegedeeld begin februari naar Aus tralië te zullen gaan. „De Australische minister van Buitenlandse Zaken, Ca sey, heeft mij uitgenodigd en ik ga be slist", aldus dr. Soebandrio. Enkele dagbladen in Djakarta hebben de suggestie geopperd, dat dr. Soeban drio zijn reis zou uitstellen in verband met de houding van Australië in de kwestie-Nieuw - Guinea Een journalist uit Djakarta, die een reis naar Australië heeft gemaakt op uitnodiging der Australische regering, heeft in een causerie voor de journalis tenvereniging verklaard, dat tal van Australische leidende figuren de vrees koesteren, dat als Westelijk Nieuw-Gui- nea aan Indonesië zou zijn overgedra gen, Indonesië op een gegeven ogenblik een aanval op Australië zal doen. Zelfs figuren als de leider der Australische Labourparty, dr. Herbert Evatt, geven uiting aan die vrees. Agressieve woorden van minister Soedibjo De Indonesische minister van Voor lichting, Soedibjo, heeft gisteren te Djakarta in zijn nieuwjaarsboodschap o.m. gezegd dat de „materiële" uitda ging van Nederland met betrekking tot West-Irian beantwoord moet worden met mobilisatie van het gehele nationa le potenteel. „Wij verwachten van de Nederlanders dat zü niet zullen spelen met de gevoe lens van het Indonesische volk, dat de conferenties tussen Nederland en Aus tralië over de kwestie-West-Irian heeft opgevat als een uitdaging, aldus Soe dibjo, die ook van mening was dat de versterkingen voor de Nederlandse troe pen, die naar het omstreden gebied ge zonden worden, een uitdaging aan In donesië betekenen. „Voor de zoveelste keer begrijpen de Nederlandse soldaten niet waarom zij naar West-Irian zijn gezonden. Zij be seffen niet dat zij het werktuig zijn ge worden van reactionaire groeperingen in Nederland", aldus Soedibjo. Gouverneur Fcsuhus komt op voor een neger Orval Faubus, de gouverneur van Ar kansas, die het middelpunt was van de rassenkwestie in Little Rock, heeft ge zegd dat hij desnoods uit zijn eigen zak de kosten zou betalen voor een actie in hoger beroep tengunste van een negen tienjarige neger, die wegens het doden van een blanke boer ter dood is veroor deeld. De betrokken neger, Lawrence Smith, had vrijdag j.l. terechtgesteld moeten worden, maar gouverneur Fau bus verleende uitstel hangende hoger beroep. Deze onomstotelijke feiten leiden ons, ook voor het jaar dat zo even is aan gevangen, tot een aantal noodzakelijke gevolgtrekkingen. Wij zullen moeten zorgen dat onze nationale middelen de mogelijkheid blijven bieden om de grote uitgaven te doen, die de verbetering en uitbreiding van onze bedrijven zullen vragen. Daarbij zullen wij tevens de bouw van woningen, van scholen en andere gebouwen, de aanleg van wegen, de uitbreiding van onze havens, de uit voering van het Deltaplan en al die andere werken, die voorwaarde zijn voor onze nationale expansie, moeten kunnen financieren. Dit is eerste noodzaak, want daar van hangt in de toekomst het bestaan van onze groeiende bevolking af. Dat betekent dus werken en sparen! Streven near welvaart! Maar daarnaast zullen wij toch ook een ander economisch doel niet uit het oog moeten verliezen, namelijk om zoveel mogelijk ook de materiële om standigheden van onze bevolking ge leidelijk te verbeteren. Een land is immers eerst dan werkelijk welvarend, wanneer de gehele bevolking aan de stijgende welvaart merkbaar deel heb ben kan. Mijn wens voor 1959 is: economische groei, stijging van onze nationale middelen en wijsheid in de besteding daarvan", aldus besloot de heer Twijnstra. Hier is met Sunil gewassen.dat hemels blauwe Sunil, waarin al het wasgoed stralend wit wordt, werkelijk stralend wit! Bleken en blauwen kunt u zelfs ver geten, met Sunil hebt u minder was- werk, minder te wringen, dus... minder slijtage. Waar Sunil de was doet, blijft alles veel langer nieuw, ook wasmachine en wringer varen er wel bij Neem meteen het voordelige reuzenpak Met moetl en vertrouwen de toekomst in! (Van onze financiële medewerker) Het jaar 1958 is voor de beurs van New York en Amsterdam, waarbij de Nederlandse belegger voornamelijk belang heeft, een goed jaar geweest. Vooral wanneer men het ziet tegen de achtergrond van het tweede halfjaar 1957 waarin over de gehele linie van de aandelenmarkt onder invloed van de recessie een vrij scherpe koersdaling intrad, welke met afnemende omzetten gepaard ging. In New York liep het indexcijfer voor industriële aandelen, dat in juli 1957 met 526.77 zijn hoogste stand had be reikt, in december tot 425 terug, dat van de spoorwegaandelen van 153.81 tot 95.67. In Amsterdam daalde de gemid delde koers van alle ter beurze geno teerde aandelen van 420 in juni 1957 tot 292 in december, waarbij ook toen de internationale aandelen op de voorgrond stonden. Van 743 in juni 1957 ging de gemiddelde notering in december van dat jaar tot 500 terug. Bij de jaarwisseling van 1957-1958 was men algemeen diep onder de indruk van de terugslag in het bedrijfsleven, welke op de hoogconjunctuur van 1955/1957 was gevolgd en de beurzen werden in die tijd door de vrees voor een dieper ingrijpende economische depressie be heerst. Reeds toen kon worden geconstateerd dat er voor zulk een zwaar pessimisme feitelijk geen reden bestond, ook al moest met een verdere verzwakking van de industriële bedrijvigheid in de meeste landen rekening worden gehouden. In derdaad heeft het eerste halfjaar van 1958 daarvan de duidelijke sporen ge dragen, maar op de beurzen trad reeds spoedig een koersherstel in onder de invloed van moedgevende beschouwin gen, voor een deel gebaseerd op de be trekkelijke stabiliteit van de goederen- prijs en de groeiende overtuiging dat de zgn. ingebouwde stabilisator tegen een crisis als die van 1929/1930 of een ern stige depressie van lange duur een krachtige weerstand zouden betekenen. Het indexcijfer voor Amerikaanse in dustrials was in juli 1958 alweer tot bo ven 500 gestegen, in Amsterdam had de gemiddelde notering van alle aandelen zich weer tot 353 hersteld en in het tweede halfjaar is hierop een verdere koersstijging gevolgd, welke voor de aandelen op de Newyorkse beurs een nieuw hoogterecord heeft gebracht. Was de laagste stand van het indexcijfer voor de industrials in januari 438.68 en de hoogste in juli 502.99, terwijl we dit schrijven is het cijfer 577.31, een hoogte punt, dat nog niet eerder is voorgeko men. Dit koersherstel is met een grote verlevendiging van de beurshandel ge paard gegaan, zodat in oktober j.l. het hoogste maandcijfer sinds 1933 is voor gekomen, n.l. 95 miljoen shares. Voor de eerste tien maanden van het afgelopen jaar hebben de omzetten in aandelen op de Newyorkse beurs reeds 597 miljoen shares bedragen tegen 457 miljoen in dat tijdvak van het voorgaande jaar. terwijl ook in obligaties een veel groter bedrag werd omgezet dan toen. Op de Amsterdamse beurs was de ge middelde koers van alle aandelen, na in het eerste halfjaar van 292 tot 353 te zijn gestegen, in november tot 412 op gelopen en sedert is de notering nog verder gestegen. Ook hier ging dit met grote omzetten gepaard. Waren ze in het tweede halfjaar 1957 tot f. 23 a f. 30 miljoen per maand gedaald, in de loop van het jaar 1958 heeft een geleidelijke staging tot f. 72'/2 miljoen plaats gehad ei« voor de eerste elf maanden van het afgelopen jaar is de omzet geklommen toteen totaal van f. 488 miljoen tegen f. 390 miljoen in die periode van 1957. Ook in Amsterdam heeft de handel in obligaties een levendig karakter gedra gen, waarbij de omzetten gedurende de eerste elf maanden f. 625 miljoen heb ben bedragen tegen f. 524 miljoen in dat tijdvak van het voorgaande jaar. Zoals reeds in vorige artikelen is op gemerkt, was het niet in de laatste plaats de aanmerkelijke verruiming van de kapitaalmarkt en de grote belang stelling van Amerika voor onze interna tionale aandelen, welke een sterk stimu lerende invloed op de Amsterdamse aandelenmarkt hebben uitgeoefend. Het kan niet verwonderen dat de krachtige koersstijging op de aandelenmarkt een geleidelijke daling van het aandelenren- dement heeft veroorzaakt evenals op de obligatiemarkt na een tot 6% verhoogde rentevoet, allengs met een lager percen tage, thans met 4*6 genoegen wordt genomen. Eind december 1957 was het gemiddeld rendement op de Nederlandse aandelen tot 7.9 gestegen, waaruit wel blijkt dat men zich toen bij de koersda ling wel aan overdrijving heeft schuldig gemaakt. Want ook al was dit cijfer ge baseerd op de dividenden over 1957, welke naar moest worden aangenomen, voor 1958 wel niet alle gehandhaafd zouden kunnen blijven, een rendement van bijna 8 gaf toch blijk van een wel wat groot pessimisme. Eind maart was het rendement dan ook reeds tot 7.2 gedaald, eind juni tot 6.7 eind september tot 6.3 en thans zal het vermoedelijk niet meer dan gemiddeld 6 bedragen. Wat de algemene koersstijging op de aandelenmarkt voor de vermogenspositie van de Nederlandse belegger betekent, komt wel zeer duidelijk tot uitdrukking in de berekening van de koerswaarde der aandelen aan de Amsterdamse beurs door het CBS, waarvan wij hieronder enkele vergelijkende cijfers laten vol gen: Volledigheidshalve dient hierbij te worden opgemerkt dat deze waardever meerdering van de Nederlandse ter beurze genoteerde aandelen voor een gering deel ook is ontstaan doordat het aantal aandelen toenam. Het nominaal bedrag der uitstaande aandelen is hier door echter met slechts f. 163 miljoen toegenomen en als we deze correctie toe passen, blijkt de waardevermeerdering als gevolg van de koersstijging in de eerste elf maanden van het oude jaar rond f. 6.8 miljard te hebben bedragen door een stijging van de gemiddelde koers van 200.6 tot 412 pet. Uit deze laatste koers blijkt reeds welk een belangrijk aandeel de internationa le waarden in de gezamenlijke beurs waarde van de aandelen hebben. Want zonder meer is duidelijk dat de gemid delde koers van de aandelen op de Am sterdamse beurs niet boven 400 ligt. Iri de totale beurswaarde van alle aan delen ad f. 21.3 miljard, vertegenwoor digen de internationale aandelen ech ter een bedrag van f. 16 miljard en dienovereenkomstig delen zij in de waardestijging van f. 6.8 miljard voor niet minder dan f. 5% miljard. Zonder de internationale aandelen is de beurswaarde van de Nederlandse aandelen in de eerste elf maanden van 1958 dus met niet meer dan f. 1.3 mil jard gestegen. Voorts dient te worden bedacht dat van de internationale aandelen die van de Koninklijke weer de hoofdmoot vor men. Bij een koers van f. 175 voor de aandelen van f. 20 hebben ze een beurs waarde van rond f. 12 miljard, ofwel drie kwart van de beurswaarde van alle internationale aandelen en ook in de waardestijging hebben aandelen Ko ninklijke een groot aandeel. Toch zijn de aandelen Koninklijke in veel mindere mate gestegen dan de andere interna tionals. Eind 1957 was de notering ca. f 150, thans is ze ca. f. 175 per aan deel, in procenten dus 750 en 875 maar aandelen Philips stegen van 224 31 dec. '56 hoogste stand 1957 31 dec. '57 30 nov. '58 (in miljoenen guldens) Internationale aandelen 11.598 15.595 10.535 16.045 Industriële aandelen 2.562 2.855 2.102 2.884 Scheepvaartaandelen 710 873 652 773 Bandaandelen 715 690 582 747 Cultuuraandelen 236 242 148 250 Mijnbouw- en petrl.-aandelen 494 628 428 591 Spoor- en tramaandelen 20 19 13 15 16.335 20.902 14.460 21.305 Je Chu> chilis hebben in het Scala theater in Londer een voorstelling bijgewoond van Peter Pan, waar van de titelrol vervuld werd door Chuvchills dochter Sarah. Van links naar rechts Arabella (een dochter van Randolph Churchill) sir Winston Churchill, Sarah Churchill, lady Churchill en Julia Lockwood, dochter van de actrice Margaret Lockwood. die de rc in Wendy in het stuk speelde Op de voorgrond Jeremy en Emma Soamest kleinkinderen Winston. tot 475, aandelen Unilever van 306 tot ca. 500 (incl. de bonus) en aandelen AKU van 137 tot 245 Doordat een groot deel van de aande len Koninklijke (70 a 75 in het bui tenland wordt gehouden en in de loop van 1958 ook zeer grote posten Philips zijn geëmigreerd, komt een belangrijk deel van de waardestijging der interna tionale fondsen aan buitenlandse hou ders ten goede. Prof. Poslhuma, direc teur van de Nederlandsche Bank heeft er terecht op gewezen dat het buiten lands bezit en de recente buitenlandse aankopen van Nederlandse fondsen wel iswaar nog niet verontrustend is, maar dat zij toch langzamerhand een bedrei ging gaan vormen voor onze vermogens positie. Ook heeft het tot gevolg dat de Amsterdamse beurs in haar koersbewe- ging steeds meer van New York afhan kelijk wordt, gelijk reeds blijkt op dagen dat de Amerikaanse kopers verstek la ten gaan. Tenslotte komt natuurlijk de vraag op het koersverloop in het nieuwe jaar zal zijn. Een jaar geleden kon men zeggen dat de aandelenmarkt op een laag ni veau de nieuwe jaarkring inging, dit maal moet worden geconstateerd dat de beurs de goede verwachtingen, welke voor 1959 worden gekoesterd, in vrij sterke mate in de koersen tot uitdruk king heeft gebracht, met name wat de z.g. zware aandelen betreft De inflatie heeft hierbij ongetwijfeld een rol ge speeld. Hoezeer ook, zowel in de V.S. als in ons land thans van een duidelijke in flatie geen sprake is, zo is toch de vrees voor een verdere inflatie niet geheel ge weken, allerminst in de V.S., hetgeen op de aandelenmarkten ook van invloed zal zijn. Overigens valt niet te verwachten dat de algemene conjunctuur zich in zulk een mate omhoog zal richten dat een nieuwe scherpe koersstijging daardoor zou worden gemotiveerd. De jongste mo- Volgende week weer Nederlands-Duits overleg Dr. LAHR NAAR DEN HAAG (Van onze correspondent te Bonn) Het Nederlands-Duits overleg, dat en kele maanden heeft stil gelegen, wordt volgende week in Den Haag voortge zet. Een Duitse ambassadeur in alge mene dienst, dr. Lahr zal zich hiertoe naar ons land begeven. Van Neder landse zijde zullen de onderhandelin gen waarschijnlijk worden gelfeid door dr. n. R. van Houten, directeur-gene raal politieke zaken van het departe ment van Buitenlandse Zaken. Het Nederlands-Duitse overleg is de laatste maanden een soort martelgang geworden. Nadat in de vroege zomer van het afgelopen jaar aan dit overleg een eind was gekomen, besloten de mi nisters Luns en Von Brentano tijdens ontmoetingen in Kopenhagen en Den Haag de draad van het gesprek weer zo snel als mogelijk op te nemen. In de afgelopen herfst werd daarover opnieuw gesproken. Op 6 december zond Von Brentano aan zijn collega Luns een brief over de schadeloosstelling aan nazi-slachtoffers. Die brief wordt hier beschouwd als de gangmaker van het nieuwe gesprek, dat opnieuw zal gaan over kwesties als het Dollart-Eemspro- bleem, de Auslandsbonds, de grenscor recties en vooral de Nederlandse eis tot schadeloosstelling van slachtoffers van het nazi-regime. Over dit laatste onder werp is de afgelopen maanden uitvoerig door Bonn met Nederland en met zeven andere Europese staten gecorrespon deerd. De Duitse regering toonde zich enige weken geleden bereid om, in het licht van de menselijke betekenis van deze schadevergoeding, te helpen, maar wees er ook op. dat zij ten deze over beperkte mogelijkheden beschikt. Voor Nederland is dit probleem centraal ge steld: alleen een oplossing hiervan zal de zogenaamde Generalbereinigung. dus een oplossing van alle bestaande vraag stukken tussen beide landen, mogelijk kunnen maken. Het gaat hier voor ons land om schadevergoedingen voor 20.000 tot 25.000 mensen, voor wie een bedrag van zeker 150 miljoen mark zo niet meer kan worden geëist. Maar van Duitse zijde voelt men wegens nog te voeren onderhandelingen over dit on derwerp met de andere staten niet veel voor een bilaterale overeenkomst over de schadeloosstelling aan nazi-slacht offers. Geen contact met Atlas Het Amerikaanse leger heeft op oude jaarsavond vergeefs geprobeerd contact te krijgen met de Atlas-satelliet. Het was de bedoeling dat de satelliet een nieuwjaarsboodschap zou opnemen en heruitzenden, doch de satelliet ant woordde niet. Mogelijk zijn de batterijen van de Atlas uitgeput. Men zet niette min de pogingen voort. De Atlas zal naar raming nog anderhalve maand in zijn baan blijven. netaire maatregelen, tezamen met de ontwikkeling van de Euromarkt, mogen worden gezien als pogingen tot normali sering en activering van de wereldhan del, ze scheppen niettemin voor eerst een sfeer van onzekerheid, waarmee men ook ter beurze rekening zal willen rekening houden. Bemoedigend is dat de positie van de Amsterdamse beurs wegens de zeer ge ringe omvang van affaires met geleend geld, gezond is en dat de kapitaalvor ming in ons land weer toeneemt als eerste voorwaarde van nieuwe economi sche expansie. Anderzijds valt er mee te rekenen dat de dividenden over 1958 in vele gevallen lager zullen zijn dan die van 1957 en de concurrentie op de we reldmarkt toeneemt. Toch gaan de meeste directies blijkens de jongste bedrijfsberichten, de toe komst met moed en vertrouwen tegen etn de kwaliteit van de Nederlandse aandelen is. algemeen gesproken, zo dat de bezitter van een evenwichtige ef fectenportefeuille dat vertrouwen mag delen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1959 | | pagina 5