VREEMD EN TOCH WAAR: MERKWAARDIGE RIJENKORVEN Bewoners komen binnen cloor J voordeur van aardig landhuis ÉÉlS^fë^A' iw S&l /vV> ^PSjk KB§fV ivf/WW \L\ ft- piiff \f u \lr"'mT Mfcv% Wm/ x fm -y SKkftj ^eS^ÊUtn-dSf BEZOEK BIJ NEDERLANDERS OP CANADESE ST. LAWRENCE -t'WP'v -mirwiiBpj f t ■mhhh smBEBBBIB 't JrÉWK i rti-fira iv 1 I.fcxAxKV i LIL- v J bS-Ssf \>'w \v J jrStib'r H r' ;^K/ tVj! '.wiNir MM/giii»miTfoii MBMtW BfevK 1 Jk. i x -T* A r JBPr F^^mwnSKfe TM V T -J' W. ffft ft I J< Br v r - a?J- t p»~- AS.1 J m^.MTWiIi 11 ft o rsil 'iftr-r- (Bijzondere medewerking) Toen ik de foto's voor de eerste maal im handen kreeg, wilde ik het niet geloven. Ik heb er een paar autotochten voor over gelhad om van de waarheid overtuigd te gera ken. Het zijn heus bijenkorven! Het vriendelijke landhuis, de kast in de takken van een boom voor een herberg en, fantastischer dan de beide andere, het stenen kasteel op de rug van een sbenen olifant, alle drie dienen zij de bijen tot be huizing en tot stapelplaats van honig. De laatste tijd is het houden van bijen in Engeland zeer in trek, vooral in de landelijke streken. In het graafschap Essex alleen reeds zijn erop het ogenblik ongeveer 5000 bijenhouders, die in totaal 16000 bijenvolken bezitten. In ver reweg de meeste gevallen zijn de eigenaars tevreden met doodge wone korven. Sommigen echter kozen bijzondere, ja, bizarre vor men. Drie voorbeelden met foto's wil ik geven om mijn uit spraak kracht by te zetten. De „Kasteel op Olifantsrug"-korf kunt U bewonderen in de voortuin van een landhuis in Peckforton, niet ver van Chester. Dit zonder linge bouwsel werd bijna een eeuw geleden gehouwen uit steen door een arbeider, die werkzaam was in een steengroeve in de buurt. Het kasteel op de rug van de olifant was een getrouwe nabootsing van het Slot van Peckforton. Het kasteel is de eigenlijke korf. De olifant is slechts korfdrager.. De bijen krijgen toegang tot hun kasteelkorf via kleine gaatjes, die men kan zien vlak onder de ramen. Alle beschikbare ijsbrekers in de strijd geworpen om schepen te bevrijden Hoop maar geen zekerheid (Van onze correspondent in Canada) Montreal De avond viel in de grijze sluier van een nieuwe sneeuwbui en achter de ruiten van de zitkamer op de „Prins Frederik Hendrik" stond kapitein Frans Bodderij uit Rotterdam de St.- Lawrence-rivier af te kijken. Zo had hij de laatste weken wel honderd, mis schien duizend, keer gestaan, zich af vragend hoe zijn schip ooit nog door die kruiende ijsmassa heen moest komen. Het wachten was op de ijsbrekers, die nog verlossing konden brengen. Tegen het einde van het scheepvaart- seizoen, zo omstreeks begin december, is er elk jaar opwinding in de haven van Montreal. Het is steeds weer de vraag of de schepen het zullen „halen", dat wil zeggen, of ze kans zullen zien om tijdig van de Grote Meren af door de sluizen boven Montreal heen te komen. En elk jaar is er de mogelijk heid, dat koud winterweer een aantal de pas afsnijdt. Het is spannend, het is een wedstrijd, maar niemand rekent er eigenlijk op, dat het werkelijk zou kun nen gebeuren, dat schepen in Montreal zouden moeten overwinteren. En zo ook dit jaar. De winter viel vroeg in en da, nlang werd er geworsteld om centimeier na centimeter de sluizen te passeren. Maar deze keer betekende Montreal geen vrjj water. Aanhoudende kou van twintig, dertig graden vorst, felle sneeuwbuien en mist belemmerden de uittocht dusdanig, dat elf schepen beneden Montreal vastraakten in het ys en veertien andere in de haven zelf vastvroren. Er was geen denken meer aan om op eigen gelegenheid weg te komen. Het departement van Vervoer wierp alle beschikbare ijsbrekers in de strijd. Er zijn zware knapen onder, zoals de d'ïbervdlle naar men zegt de krach tigste ter wereld die tot taak kreeg om eerst de elf schepen achter een geweldige dam in de rivier te bevrijden. Na lang zwoegen gelukte dat eindelijk, maar toen moesten de vaartuigen nog een vijfhonderd kilometer van Montreal een rivier afvaren die tjokvol zat met zwaar ijs. Intussen wachtten in de haven van Montreal de bemanningen van de in gevroren schepen op hun beurt. Ze had den allang de hoop opgegeven om nog voor de feestdagen thuis te zijn en de vraag die hen nu ging bezighouden was: „Wordt het overwinteren?" Er was nog wel hoop, maar geen zekerheid, omdat niemand ooit iets dergelijks aan de hand had gehad. Sinds 1932 waren er geen schepen in de haven gevangen ge houden en toen had men nog niet de beschikking over ijsbrekers als de d'Iberville, de N.B. Mclean en de Ernest Lapointe Hofmeester schreef menu in stijl der omstandigheden Alle mogelijkheden werden haarfijn besproken: als we blijven zitten, wat. gebeurt er dan met de bemanning? De een vindt het maar beter om de hele bemanning op de komst van de lente te laten wachten, maar een ander voelt wel voor een vliegtocht terug. En als de ijsbrekers de zaak openbreken, komen wij er dan zonder kleerscheuren door heen? Waarop eerste stuurman Peter Onderwater uit Den Haag constateerde dat „we nog geen klagen hebben, dat we de zaak aardig warm kunnen houden en dat we blij mogen zyn, dat we voor de wal liggen en niet ergens midden in de rivier". Het zeemanshuis dat ook al langer dan gewoonlijk open blijft door de late gasten in de haven trekt veel bezoek. Er zijn gratis boeken, films en t.v. en hoofdmachinist J. C. Burrink uit Schie dam, die zijn oor blijkbaar op het ach terdek te luisteren heeft gelegd, zegt, dat de stemming goed is: een voortref- „Stop Traveller, this wondrous Sign explore, And say when thou hast view'd it o'er and o'er, Grantham now two rarities are thine, A lofty Steeple and a living Sign." In het Nederlands weergegeven staat er dus op dat schild: „Stop, Reiziger, en onderzoek dit wonderlijke Uithangbord, En zeg, als Gjj het uit en te na bekeken hebt: Grantham, je beschikt over twee merkwaardigheden. Een hoge Torenspits en een levend Uithangbord." Een derde belangwekkend voor beeld van een bizarre bijenkorf is de „Landhuis-Korf", die toebehoort aan de heer W. J. Tisdale in North Wembley in het graafschap Middlesex. De facade van deze bijenwoning is echter het meest bizarre deel er van, want het „in térieur" bestaat uit een normale bijenkorf. De bijen komen binnen door de voordeur. De heer Tisdale vertelde mij, dat er ongeveer 40.000 bijen in wonen, die met elkaar een kleine 20 kg honig per jaar ver zamelen. Bij zofc mooie opbrengst past een mooi huis!, besloot hij ons gesprek. (Nadruk verboden.) Een merkwaardige bijzonderheid is nog, dat alle ramen van glas zijn voorzien.. De korf heeft dus echte vensterruiten Vreemde bruiloftsgast Scherven brengen geluk Met grote snelheid is gisteren een personenauto, bestuurd door de heer Willigenburg uit Terneuzen, dwars door dc zijgevel van een café aan de provin ciale weg tussen IJzendijke en Schoon- dyke gereden. De wagen kwam terecht in de overvolle cafézaal, waar men juist de bruiloft vierde van de eigenaresse mej. Corijn met de heer C. van Acker uit Sluiskil. De wagen drong een meter in de zaal door, juist tot aan de brandende kachel. De chauffeur van de wagen, die waar- schijniyk gebroken ribben opliep en zijn passagier, de heer De Feijter uit Hoek, die een flinke hoofdwond kreeg, werden naar het ziekenhuis te Oostburg ver voerd. Wonder boven wonder werden slechts drie van de bruiloftsgasten licht gewond. De zijgevel was totaal vernield, evenals de auto. Nadat men van de schrik bekomen was werd het bruiloftsfeest in de aan grenzende zaal onder het motto „scher ven brengen geluk" voortgezet. Het tweede voorbeeld is in feite het uithangbord van de „Bijenkorf Herberg" („Bee Hive Inn") in Castlegate te Grantham in het graafschap Lincolnshire. Het is een levend uithangbord, zoals de eigenaar, de heer Charles met een tevreden lachje opmerkte, want in de korf, die „gemonteerd" is in de takken van een boom, woont in derdaad een bijenvolk. Vlak bij de bijenkorf in een schild met een rijmpje, dat de aandacht vestigt op het „Levende Uithangbord". Het versje luidt: felijk ding bij het opdoemend spook van een overwintering. Willem Barendsz is een geliefkoosd onderwerp van gesprek geworden en hofmeeseter G. v. Oostrum uit Rotterdam kon die gedachte ook niet van zich afzetten toen hij de kerst maaltijd op tafel bracht. We lazen: Pommes chateau Montreal style Poulet barbecue hiverné Compote mêlée du Canada Pommes brise glacé d'Iberville Fruits assorti Nova Zembla Intussen ging de strijd tegen de ele menten voort. Het verlies voor de scheepseigenaren beloopt reeds grote bedragen en de hoop is nu maar, dat de vaartuigen nog kans zien om „er uit" te komen. Zoals gezegd, er is nog hoop, maar geen zekerheid. Normaal begint de winter nu pas en de Canadese win ter kan streng zijn. Daar kunnen de mannen van de Prins Frederik Hendrik een woordje over meepraten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 19