OUDEJAARSAVOND IN SCHOTLAND: D; D' Hij schreeuwde tot de tijd EEN VAN UITGELATEN VROLIJKHEID WOENSDAG 31 DECEMBER 1958 een orgie van klokgetik ontketenend, een duizendvoudig weerkaatst spel van lichte, sonore, wemelende klank. Héél Rusland zou er over spreken dat in de winkel van Pjotr Stepanowitsj de tjjd uit alle klokken te voorschijn sprong, de tijd, die niemand tevoren bedwongen had, de tijd, die voort kwam uit de hand van Pjotr Stepa nowitsj door Michael Réty ALLES op zijn tijd, dat blijkt wel uit het geval van de klokkenmaker Pjotr Stepanowitsj. Hij woonde in het provinciestadje Okagrad, niet ver van de plaats waar de Wolga zich verenigt met de Oka. Hij bezat de reputatie een volmaakt vakman te zijn. Geen uurwerk verliet ooit zijn werk plaats zonder dat hij het had hersteld. Hij wekte ieder mechanisme tot leven, hij had verstand van alle soorten klokken, hij bracht ze, hoe ook beschadigd, in beweging. Zonder haperen gleden de wijzers, geleid door zijn vaardige hand, langs de wijzerplaat. Ze gaven altijd het juiste uur aan, de juiste minuut, ja tot op de seconde stelde Pjotr Stepanowitsj ze zuiver at. Wat hij maakte ging niet meer kapot. Natuurlijk, wanneer men er onvoorzichtig mee omsprong, een veer forceerde, het raderwerk uit elkaar haalde, dan kon Pjotr Stepanowitsj niet de houdbaarheid van een uurwerk, door hem gerepa reerd, garanderen. Maar daarvoor pasten de meeste mensen wel op. De klokkenmaker bezat ook een grote kennis van het slagwerk. Hij was daarin een onbetwist meester. Volgens zeggen kon hij zelfs zonder dat een klok sloeg, aangeven waar de fout school. Dat moge ongeloofwaardig klinken, het zegt toch wel iets omtrent de faam, die hij zich had verworven. Ook hield hij een winkel. Daarin kon men alle uurwerken van Rusland vinden. Hangklokken, staande klok ken, pendules, glazen klokken, klok ken met duikelaartjes in een stolp, klokken met balancerende engeltjes, klokken die wijsjes speelden, kleine carillons en horloges in niet te om schrijven hoeveelheden. Ook in de horloges waren weer vele variëteiten. Gouden, zilveren, eenvoudige nikke len, horloges met vergulde wijzers, horloges met muziekjes, met ver springende cijfers, die zelfs dag en maand aangaven, horloges zo klein als een cent en zo zwaar als en loden kogel. IedeTeen, die iets bijzon ders wilde kopen, kon in Pjotr Ste panowitsj' winkel terecht. Ieder jaar groeide de voorraad in omvang. Maar toch had Pjotr Stepanowitsj een grote omzet: het was moeilijk te zeg gen of hij nu meer uurwerken ver kocht dan hij repareerde of dat hij er meer repareerde dan hij verkocht. Altijd was hij bezig. Er waren men sen, die hem zijn verdiensten benijd den, zeggend dat hij er maar weinig voor hoefde te doen. Misschien ging het hem gemakkelijker af dan ande ren. Hij had er nu eenmaal een fijn ontwikkeld gevoel voor. Wie hem echter eenmaal aan zijn minuscule arbeid had bezig gezien, zou geen woord kwaad van de klokkenmaker zeggen. Men begreep meteen dat hij zijn vak met liefde uitoefende. Hij hield er van om klokkenmaker te zijn. Hij gaf er zioh met hart en ziel aan over. had gevoeld speciaal op Pjotr Stepa nowitsj te letten. Aller aandacht ging naar zijn klokken uit. Men bewon derde ze, zoals zij waren uitgestald in zijn etalage. Vooral kinderen kon men men er altijd aantreffen. Zij waren het ook. die de verandering in Pjotr Stepanowitsj' levenswandel het eerst ontdekten. Waaraan zij het merkten, valt niet precies te zeggen. Men mag aannemen dat zij zich over Pjotr's zenuwachtige manier van doen verbaasden. Was hij niet altijd de kalmte zelf, de rust in eigen persoon? Hij viel nooit op, hij had niets bui tenissigs, niets wat de aandacht gaande maakte. Maar van het ogenblik af dat zij Pjotr Stepanowitsj niet meer aan zijn werkbank zagen zitten, hem on rustig door zijn winkel zagen gaan, nu eens voor deze klok, dan weer voor gene stilstaande, in zichzelf pratend, niet merkend wat er buiten hem om geschiedde van dat ogenblik af was hun belangstelling gewekt. Zij herkenden het verschil tussen het normale en het bijzondere. Ze bleven langer dan ze gewoon waren voor de winkel van de klokkenmaker staan kijken. Zonder dat ze er nog iemand een woord over hadden gesproken verspreidde zich het gerucht dat er met Pjotr Stepanowitsj iets aan de hand was... Hij keek naar de wijzers tijd staat niet stil. Al was Pjotr Stepanowitsj dan ook heel vertrouwd met de tijd. hij had zijn beste jaren al achter de rug. Hij werd wat grijzer, zijn rug meer gekromd, zijn ademhaling moei lijk. Hoe oud was hij? Sommigen zei den vijftig, anderen al in de zestig. Niemand wist het preoies, omdat Pjotr Stepanowitsj nooit over zichzelf sprak. Hij woonde helemaal alleen, deed zelf zijn huishouden, kookte voor zichzelf en waste zijn kleren. Hij praatte maar heel weinig. Vandaar dat het aanvankelijk niemand opviel, dat er op de laatste dag van december een merkwaardige verandering in zijn ge drag plaatsgreep. Hoe vierde Pjotr Stepanowitsj eigenlijk die laatste dag, de overgang van oud naar nieuw, wanneer wij ons tegen middernacht opmaken de immer voortschrijdende tijd op het ogenblik te betrappen, waarop hij weer een nieuw jaar aan de onmetelijke reeks zijner voorgan gers toevoegt? Vermoedelijk vierde Pjotr Stepanowitsj die dag niet. Hij had immers niemand om hem mee te vieren. Iedere avond te tien uur pre cies doofd" de klokkenmaker de lich ten in zijn woning. Dan zag men nog even zijn schim voor het raam in zijn slaapkamer, 's Morgens te acht uur was hij weer present. Hij haalde de ketting van de deur van zijn winkel. Hij slofte naar zijn werkplaats en bleef er tot laat in de middag. Hij verwijderde zich alleen maar, wan neer het klingelen van de bel de komst van een klant aankondigde. Meestentijds zat hij diep gebogen over zijn werktafel, hij werkte ingespan nen en onverdroten voort. Hoe ver wonderlijk dus, dat dat plotseling veranderde op de morgen van de 31ste december. Het viel niet dadelijk op, amdat nfemaod ooit beboette maker? Hij schudde het hoofd om die gedachte te verdrijven. Iedereen zou begrijpen dat het ondoenlijk was alle uurwerken het juiste tijdstip te laten aangeven en ze iedere dag op te win den. Hij vond het een mal idee van hemzelf, hij wilde er niet meer aan denken. Toen zag hij de mensen voor zijn etalage, de kinderen. Hij ergerde er zich over, dat zij, terwijl zij hem toch zo bewonderden, van zijn klok ken niet konden aflezen hoe laat het was. Hij probeerde zich over die er gernis heen te zetten, maar nu erger de hij er zich over dat de gedachte door zijn hoofd bleef spelen. Overal immers waar hij keek. zag hij klok ken. Misschien was hij de verdwazing van zijn geest nog wel de baas geble ven als hem niet ineens te binnen was geschoten, dat het Oudjaar was. Oud op Nieuw! Er was geen groter triomf denkbaar dan dit nulpunt van de tijd, het enige moment, waarop alle mensen die een klok bezaten, tegelijk hun ogen ge richt hielden op de wijzers om maar precies te weten wanneer de klok het nieuwe jaar inluidde. Beseften ooit zoveel mensen tegelijk en op hetzelf de moment wat de tijd wel voor hen betekende? Hoe waren zij afhankelijk van het werk zijner handen! Het werd pas twaalf uur op het ogenblik dat hij het wilde! Maar wat moesten dan al die klokken en horloges in zijn winkel? Moesten zij zich de wet van de tijd laten voorschrijven door een ander of zouden zij op het door hem gekozen tijdstip de intrede van het nieuwe jaar aangeven? Lopen moes ten ze! In de nieuwjaarsnacht zouden ze eenstemmig en allen tegelijk op hetzelfde ogenblik twaalf uren slaan. tijd gaat snel, gebruik hem I wel. Pjotr Stepanowitsj gebruikte hem! Van het ogenblik af dat hij zich voornam zijn honderden klokken en horloges op te winden en ze alle het juiste uur te laten aangeven, ging hij een wedloop aan met de tijd. Hoeveel uren restten hem nog om zijn plan te volvoeren? Hij ging van klok tot klok. hij wond ieder horloge op, van het kleinste tot het grootste. In zijn hand hield hij zijn eigen hor loge en vergeleek de tijd, die het aan gaf met die. welk hij op de klokken aanbracht. Hij vergeleek ook de tijd. die hij nog over had. met de duur van zijn werk. Geleidelijk begonnen er meer klokken in zijn winkel te tikken. Het was een zaoht en tevreden ge luid, langzaam vorderend in helder heid tot men de ene klok niet meer van de andere kon onderscheiden. Het werd donker. Hij gunde zich nauwe lijks de gelegenheid de lampen aan te steken, hij werkte voort, voort. Hij wist niet dat er zoveel uurwerken in zijn winkel waren, hij had nog nooit zoveel tijd bij elkaar gezien. Voor zijn winkel dromden steeds meer mensen samen. Ze begrepen waarmee de klokkenmaker bezig was, ze riepen hem aanmoedigingen toe. ze lachten om hem. ze zeiden dat hij gek was. Het leek wel of heel het stadje was uitgelopen om de klokkenmaker te zien. Men kon over de hoofden lopen. Pas te elf uur in de avond leek het of Pjotr Stepanowitsj met zijn werk ge reed was. Hij zakte uitgeput voorover op zijn stoel. Hij wiste zich het zweet van het gezicht. Toen scheen hem iets in te vallen. Hij haalde onder zijn toonbank nog meer klokken te voorschijn, wond ze op en zette ze ge lijk. Het werd half twaalf. Hij begon zachtjes voor zich uit te zingen, hij praatte met het klokgetik mee. zijn winkel vulde zich met een koor van snellp luide klokkestemmen. hoge ijle en diepe stemmen, stemmen, steeds meer stemmen. Hij lachte naar die stemmen, hij draaide zich om naar de menigte en wierp de mensen een kushand toe. Een donderend ge juich was hun antwoord. Toen wérd hij ongeduldig. Waarom schoot de tijd niet op? Hij keek naar de wijzers en hoe langzaam ze verschoven. Meestentijds zat hij diep gebogen over zijn werktafel. Hij vond dat de tijd te langzaam ging, hij wilde niet dat hij lang zaam ging. De tijd moest voortma ken: hij kon het klokgetik niet lang meer verdragen, het maakte hem ziek! Vijf over half twaalf! Hij ging in de ivinkel met de tijd meelopen, sneller en sneller, hij zou de tijd ivel tot spoed aandrij ven, hij wilde dat de tijd met hem mee liep, vlugger, haastiger, het moest gauw twaalf uur zijn. Kwart voor twaalf! Het tikken van de klokken werd een gedaver van zware honkende keien in zijn hoofd, van zwaar bloed tegen zijn hersenen, van dronken tumultueus gebonk! Hij kon niet meer staan, hij moest gaan zitten. Vijf minu ten voor twaalf, vier minuten voor twaalf! Hij wilde niet achter zijn werktafel blijven zitten, hij moest de winkel in. Toen werd het bonzen het zware uitpuilende klokgetik van zijn hart. Hij schreeuwde de klokken toe. Hij schreeuwde naar de tijd. Hij schreeuwde hem toe stil te staan, op te houden, hem niet langer te kwellen met zijn oorverdovend la waai. Hij schreeuwde de tijd toe dat het genoeg was! Hij schreeuw de. Hij schreeuwde Te middernacht luidde de toren klok het nieuwe jaar in. Alle klok ken in Pjotr Stepanowitsj' winkel vielen haar bij. Maar Pjotr Stepa nowitsj schreeuwde stuk te gooien. Echte baldadigheid is eohter nooit te voorkomen en slechts een paar winkelruiten gaan gewoon lijk aan diggelen. Natuurlijk ont breekt de typisch angelsaksische ver broedering in de vorm van het arm in arm zingen van ,.For Auld Lang Syne" („Ter herinnering aan de oude tijd") ook hier niet. In Dundee wordt een menigte van De tijd zal het leren, wat mocht er toch wel met Pjotr Stepanowitsj wezen? Hij zat de middag van de 31ste december aan zijn werktafel, ijverig op de tast zijner vingers het defeot opsporend in een klein uur werk, dat men hem daags tevoren had bezorgd. Hij bedacht dat het wel wonderlijk was dat hij de tijd als een warm kloppend hart in de hand hield. Hij schonk de tijd het leven, hij was er eigenlijk heer en meester over. Ja. naar believen kon hij die macht be nutten, hij kon met de tijd doen wat hij wou! Die gedachte stemde hem aangenaam. Hij voelde zich sterkeT dan de tijd. Maar juist toen hij zo dacht, sloeg de torenklok drie gal mende slagen. De hoogmoedige ge dachten maakten plaats voor nede rige: hij besefte, dat niet hij heerste over de tijd maar de tijd over hem Zou hij Immers ooit weten hoe laat het was en er zijn horloge op ge lijk zetten als daar niet de toren klok was om het hem te zeggen? Het was een hele teleurstelling. Hij had. net als iedereen, maar te gehoor zamen aan de tijd! Toen keerden de hoogmoedige gedachten terug. Had hij, zo bedacht hij nu, ook niet de torenklok gerepareerd toen hij stuk was? Hij had haar gelijk gezet met de stand, die de wijzers op zijn hor loge aangaven. Wie regelde dus de tijd? Hij! De klokkenmaker begon te lachen. Hij stond op. Hij liep zijn winkel binnen. Hij betastte zijn klok ken, stuk voor stuk, alsof hij hen liefkoosde. Toen werd hij weer ern stig. Het was nu wel een mooi gezicht al die klokken, maar als hij dan de tijd naar zijn zin regelde, waarom stonden ze dan voor het merendeel stil? Waarom gaf er niet één het juiste uur aan? Waarom zwegen alle k it. d<* winked van de klokken - (Van onze correspondent te Londen: Arn. D. Lissauer) WANNEER op oudejaarsavond de klok naar twaalven loopt, maken de Schotten zich op voor hun jaarlijkse nachtelijke „Hogmanay", zoals het eeuwenoude gebruik heet, dat de intrede van het nieuwe jaar in het hoge noorden begeleidt. De betekenis van het woord Hogmanay is verloren gegaan, maar de klank ervan doet de ogen van elke rechtgeaarde Schot schit teren. Want dan mag hij een paar uur uitgelaten vrolijk zijn, iets dat tot voor kort in Schotland gedurende de plechtige kersttijd niet te pas kwam. De invloed van de reformatie in Schotland is van dien aard, dat zéker tot voor de laatste oorlog geen sprake was van de carnavalsstemming, welke het Engelse kerstfeest kenmerkt. Want twintig jaar geleden nog waren de beide kerstdagen doodgewone werkdagen. Langzamerhand komt daar echter verande ring in en wordt ook in Schotland Kerstmis op wereldlijke manier gevierd, hoewel niet zo uitbundig als in Engeland. Hogmanay wordt geleidelik door het kerstfeest verdrongen, maar nog altijd is Kerstmis in Schotland geen nationale feestdag! De industrie werkt normaal, de dagbladen verschijnen gewoon en zj) raken het onderwerp Kerstmis niet of nauwelijks aan Maar de tijd dat op Kerstmis alle winkels open waren, is nu wel voorgoed voorbij, want de meeste zijn nu inderdaad gesloten. Kerstbomen worden ook algemener, hoewel de Schotten er nog een zekere weerzin tegen koesteren, zodat men ze vorig jaar in een artikel betiteld kon zien als „import van Duitse senti mentaliteit Zoals men weet, is in Engeland zelf pas honderd jaar geleden de eerste kerst boom op het toneel verschenen, vooral door toedoen van de Duitse Prins Albert, de hoogstgeziene en invloedrijke echtgenoot van Koningin Victoria. Op Oudejaarsavond gaan op vele plaatsen in Schotland de kin deren zingend langs de huizen en worden dan onthaald op de ty pisch-Schotse havermoutkoekjes. En dan klinkt ook het vrolijke wijsje: „Hogmanay Trollolay Gie's o' your white bread And none o' your grey". (geef ons van je wittebrood en niets van je grijze). De naargeestigheid van de meeste Schotse steden wijkt op de laatste dag van het jaar even, vooral ook door het gebruik om een brandende kaars voor het venster te zetten Kort voor middernacht verlaten duizenden hun woning om het oude jaar uit en het nieuwe in te lulden op het voornaamste plein van de stad en altijd in de nabijheid van een klokke toren. In Edinburgh is de tra ditionele plaats het voorplein van de oude Tron Kirk (spreek uit: Troen Kirrek. Elke Schot weet. dat zijn woord voor kerk en het Nederlandse vrijwel gelijk zijn en heeft daarom een zwak plekje in zyn hart voor elke landgenoot, die Sohotland bezoekt!) In Glasgow stromen de mensen samen bij de kathedraal van St. Giles, waar een oudejaarsdienst wordt ge houden, de Night Watch Service. Vooral de jongeren tooien zich met papieren mutsen en maskers en ma ken lawaai met toeters en trommels Natuurlijk ontbreken doedelzakspelers niet, maar het is opmerkelijk hoe weinig, zelfs bij een nationale gebeur tenis als deze, de Schotse kilt ,de ka rakteristieke mannelijke klederdracht, gedragen wordt. Die ziet men meer buiten Schotland, waar de Schotten zich van anderen willen onderschei den en ook hun heimwee mee wilier uitdrukken. Maar iedereen, die naar deze Hog manay-reunie in de open lucht trekt neemt een fles wisky of minder kostbare alcoholica mee. Want Hog manay is een prachtige uitvlucht voor een algemene drink en vaak dron kemanspartij. De Schotten zijn altijd al harde drinkers, hetgeen nog be vorderd wordt door het feit. dat d« tavernes in Schotland veel vroege sluiten dan elders in Groot Brittan nië en op zondag helemaal potdich zijn. In de korte periode, dat er ge dronken mag worden ook Engeland is vele uren per dag drooggelegd probeert men zijn schade in te halen' Op Hogmanay mogen de drinkge- legenheden echter langer open blij ven, dwz. tot... elf uur! Iedereen wacht rustig tot de laatsti van de twaalf slagen is weggedreum en dan barst de vreugde los. Men toost elkaar toe en ruilt daarbij vaak van fles. Sommigen vinden het nodig om do lego flessen tegen do kelen tienduizend personen na afloop van de oudejaarsdienst in de kathedraal op het grote plein, waar een ver- liohte kerstboom prijkt, altijd toege sproken door de Lord-Provost, de burgemeester. Daarna ziet men over al de vrolijke Schotten volksdansen. In Stonehaven kent men het fol kloristische gebruik van het vuur- werpen, waarbij stoven met gloeiende kolen als bal gebruikt worden. „First Footing" (Het eerst over de drempel) In de meeste plaatsen verdwijnt de schare snel, omdat dan de „first footing" begint, een aloude gewoon te om gedurende de vroege uren van oudejaarsnacht familie en vrienden een „Guid New Year" (spreek uit: Gied met zachte g.) toe te wensen. Het lijkt dan wel of iedereen bij ie dereen op bezoek gaat. In de grote steden rijden de hele nacht extra bussen of trams om de .First Footers' (de eersten die in het nieuwe jaar een voet over de drempel zetten) te vervoeren. Het bijgeloof wil, dat een persoon met donker haar geluk aan brengt en daarom moeten de don- kerharigen het eerst de voordeur bin nengaan, tenminste als ze er zijn. Een blonde of rossige persoon mag dat alleen wanneer hij een stuk steenkool bij zich heeft, dat hij, zodra hij de huiskamer betreedt, op het open vuur moet werpen om op die manier zijn tol te betalen en zijn bij drage te leveren tot warmte, licht en Oudejaarsavondscène bij de Tron Kirk in Edinburgh, waar de "First Footers" (die tn het nieuwe jaar het eerst bij vrienden en familie over de drempel zullen gaan) zich verzamelen om elkaar op de twaalfde klokslag uit meegebrachte flessen toe te drinken en arm in arm "Foi Auld Lang Syne" te zingen. Velen dragen bonte papieren mutsen en maskers. Maar de grootste jool volgt later binnenshuis gezelligheid. Hij doet dat ook op een andere manier, want iedere groep „First Footers" heeft een fles whis ky of port bij zioh om een heildronk op de gastheren uit te brengen. Deze laten zich ook niet onbetuigd en le digen op hun beurt de fles. De vrouw des huizes trakteert daarbij op het Schotse „short bread", koekjes bereid van havermout, rijst, suiker en boter, alsmede op krentengebak met een korst van pastei er omheen. Het is 'n nogal zware, stevige hap, welke alleen maar de kelen dors tiger maakt. Olie bollen zijn op de Britse eilanden on bekend... Het ..For Auld Lang Syne" wordt binnenshuis herhaald, waarna een ander traditioneel lied wordt aange heven, n.l. „A guid New Year Tae ane and a' (to one and all) And money my ye see (money may you see) And during all the years tae come Oh, happy my yae be!" Dit jaarlijkse nachtelijke familie feest is een uiting van de algemene gastvrijheid, welke zo kenmerkend is voor de Schotten, die zoveel gemak kelijker dan de veel gereserveerder Engelsen hun woning voor anderen open stellen. Maar niet mag worden vergeten, dat naarmate men in Groot-Britannië noordelijker komt, het volkskarakter verandert en alles losser wordt. In die streken zijn de sociale verschillen ook minder groot en dat is een reden dat wij Nederlan ders ons in Lancashire, de Midlands en Yorkshire veel meer thuis voelen dan in het stijvere en afgemeten zuiden. Ook uit de tegenwoordige Hogma- nay-viering blijkt hoezeer de emanci patie van de vrouw in Schotland vor deringen heeft gemaakt. Nog niet zo lang geleden waren het vrijwel al leen mannen, die dit typisch Schotse nieuwjaarsfeest al een bach anaal vierden. In de Schotse wereld had in het algemeen de man het voor het zeggen. Op z'n huwelijksreis besloot een man bijvoorbeeld zijn golfclubs mee te nemen, ook al voelde zijn we derhelft helemaal niets voor het golf- spel. Thans is het heel gewoon als de man thuis helpt bij de vaat of op straat al of niet vergezeld van zijn vrouw achter de kinderwagen loopt, een typisch Engels-Amerikaans ver schijnsel. Enkele tientallen jaren ge leden was zo iets in Sohotland nog ongehoord. Ook Hogmanay heeft zich aange past bij de mildere atmosfeer van de moderne tijd en zo werd het een ge- zinsfeest. Het betekent, dat de politie, die vroeger gedurende de Hogmanay- nacht op volle sterkte tegen uitspat tingen moest waken, het thans kal mer aan kan doen. Toch worden er nog tientallen personen wegens open bare dronkenschap ingerekend, maar het is allemaal kalmer en beschaaf der geworden. IN Engeland is nieuwjaarsdag een gewone werkdag, maar voor de Schotten is het even als voor de continentale volkeren een na tionale feestdag, welke vaak de volgende dag onofficieel wordt voortgezet! Een zwemclub, ergens aan de westkust van Schotland, heeft zo bijvoorbeeld nog altijd de gèwoon- te om in open zee rond de pier te zwemmen. In elk geval brengt dit verkoeling na een al te verhit Hogmanay Ook de Schotten, die buiten hun eigen land vertoeven, zijn verwoe de Hogmanay-vierders In Londen alleen al zijn er een kwart miljoen. De talrijke Schotse verenigingen houden hun oudejaarsavondbal, ivaar steevast de Schotse volks dansen met vurige geestdrift wor den beoefend en de jongemannen, om van de ouderen maar niet te spreken, hun geplooide geruite rokjes dragen. Zeker op hoogtij dagen wil de Schot in het „buiten land" laten zien, dat zij anders zijn dan de Saskenachszoals hij enigszins hautain de Engelsman betitelt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 14