ZATERDAG 27 DECEMBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2 Canadese leven is niet geperst in keurslijf van voorschriften Een van de showtafels in de winkel van de heer Goemaat, ook anders. Vertel iets aardigs van het artikel dat je verkoopt". Dit zelfde zouden wij zeggen, doet hij als hij over Canada spreekt. Hij „brengt het anders dan gewoonlijk en vertelt er iets aardigs bij! Een beetje trots Wij hebben u het verhaal van de heer Goemaat niiet verteld, omdat 't zo bijzonder is. dat er iemand uit onze omgeving emigreert, dat geschiedt tientallen malen. Wij hebben het ook niet verteld, omdat de heer Goemaat voor enkele maanden naar ons land is gekomen en thans in Oegstgeest logeert. Het bijzondere van dit „emigratie- geval" ligt naar onze mening hierin dat een Nederlander de Europese kunstvoorwerpen (zijn winkel heet dan ook „European Art Gallery") in Canada heeft geïntroduceerd en dat hij die op een zeer bijzondere wijze aan de man brengt. De smaak van de Amerikanen en Canadezen blijkt niet zo slecht te zijn als men weieens ver onderstelt. De heer Goemaat mag er wel een beetje trots op zijn, dat hij dit zo goed heeft aangevoeld en onze nationale trots mag zich ook een klein beetje gestreeld voelen, omdat het toch maar weer een Nederlander is geweest, die in verre landen iets heeft weten te bereiken, dankzij zijn eigen inzichten en ook dankzij de artikelen, welke in het oude West-Europa worden ge maakt. Ongetwijfeld gaat er van deze winkel en van deze verkoop weer pro paganda uit voor ons werelddeel, dat een „invasie" van Amerikaanse en Canadese toeristen best kan ge bruiken Verkoper is „import" De heer Goemaat gelooft zelf dat zijn succes niet alleen te danken is aan de goederen, welke hij verkoopt. De winkel is namelijk ook een belang rijke factor, de uiterlijke vorm is apart en de inrichting eveneens enig in haar soort. Bovendien is de ver koper „import" en dat spreekt ook wel tot de Amerikanen; hij spreekt Engels, maar toch nog met een ander accent dan de Amerikanen of de Ca nadees en dat schijnt men toch wel graag te horen. Het geeft voldoening, vertelt de heer Goemaat. zelf iets geheel nieuws op te bouwen, iets dat men nergens an ders vindt. Het liefst zou hij nu weer iets geheel nieuws opzetten, maar daar is op dit ogenblik nog geen den ken aan, omdat de investeringen na tuurlijk niet gering zijn geweest. Nu komt men in Canada wel gemakke lijker grote investeringen te boven dan in Nederland, omdat de belastin gen er veel lager zijn dan hier. Enthousiast De heer Goemaat is enthousiast over zijn nieuwe vaderland. „Iedere vrijgezel, die in Nederland blijft, weet niet welke kansen hij ongebruikt laat liggen. Voor getrouwde mensen met kinderen liggen de zaken aiiders, maar de vrijgezel, die zijn handen en zijn hersens wil gebruiken, kan in enkele jaren tijd een stevige finan ciële basis voor zijn verdere leven leggen", zo zei de heer Goemaat ons. Er zou nog veel meer te vertellen zfln over Canada. De heer Goemaat is niet gauw uitgepraat als hij een maal van wal is gestoken maar daar is Hij waarschijnlijk ook zaken man voor. Over zijn zaak zegt hij „Breng iets anders, maar breng het liet fraaie exterieur van de winkel van de heet Goemaat in Grand Bend. mede was de gehele bemoeienis van de overheid afgelopen. Zoals de ves tiging in Canada geheel vrij is er is geen burgerlijke stand en huisves tingsbureaus kent men niet zo is ook de bouw en vestiging van zaken hoegenaamd vrij. In Grand Bend geen vestigingsvergunning, geen win kelsluitingswet. geen vakdiploma's: vrijheid - blijheid. Veel vraag Op 17 mei 1958 opende de heer Goemaat zijn winkel na van oktober 1957 tot april 1958 gewerkt te hebben aan de bouw van de winkel en de in- Fatshedera var. Lizei is de bonte vingerplant; althans de kleinbladige vingerplant zo ge noemd door de huisvrouw. Al is dit botanisch dan ook niet helemaal juist. U weet welke plant we bedoelen. Er komen over haar nog wel eens klach ten binnen: ze groeit vrij snel en kan dan wel eens hinderlijk worden binnenshuis. Doch er kan zonder bezwaar gesnoeid worden en het mesje heeft u zelf bij de hand. De groene Fatshedera groeit nog veel snel ler en die kan ook tamelijk veel kou hebben. Op een beschutte plaats kan men de plant 's winters zelfs wel buiten over houden, dooh het is en blijft riskant. Bij de bonte vorm be hoeft men dat niet te probe ren: diie heeft wel iets meer warmte nodig. Toch is een nor maal verwarmde kamer voor haar ook wel een beetje te veel van het goede; een zeer matig verwarmd vertrek is veel beter. De bonte Fatshedera houdt wel van een zonnig plekje, doch in het hartje van de zomer dient men haar toch wel een weinig te besohermen. Overi gens: als ze geleidelijk aan de felle zon gewend is. kan ze heel wat verdragen, doch de blad- kleur verbleekt en dat staat niet zo aardig. Voortkweken door middel van stekken gaat vrij eenvoudig: het is daarvoor nu niet de meest geschikte .tijd, dooh in het voorjaar kan men dat wel doen en zeker indien een te hoog opgegroeide plant toch terug gesnoeid moet wor den. Jonge topstekken kunnen in een flesje water of in een potje met zanderige grond vrij spoedig wortels vormen. Als ze dat gedaan hebben, dient men elk stekje afzonderlijk op te potten in zeer voedzame bloe- mistengrond. In de loop van de zomer zal men dan nog eens moeten verpotten: als ze het naar hun zin hebben, kunnen ze vrij snel groeien. Veel water hebben ze nodig. Het is ook wel eens nuttig hun zo nu en dan een beetje opgeloste ka- me rplantenkunstmest te geven. Los per liter water ongeveer één theelepeltje op en daarmee kunnen al wel twintig kamer planten bemest worden. Begiet echter eerst de potgrond met water: daarna dient men de vloeimest toe. O. KROMDIJK - De Fatshedera. een mooie kamerplant.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 12