Hoepelrok spijkerbroek? HET KIND VOOR HET AQUARIUM Leider van Guinea eist erkenning van de nieuwe staat door Frankrijk ol ZATERDAG 29 NoVEMBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 REIS DOOR FRANS WEST-AFRIKA (III) „Als Parijs ons erkentblijven (ivij graag in zone van de frank „Meerval behouden op basis teruggekeerd (Van onze reisredacteur) Conakry, november. „Het schijnt, dat ons „nee" Frankrijk zo gekwetst heeft, dat het Guinea nu probeert te hinderen en dat Frankrijk moeite heeft ten opzichte van Guinea zijn koloniale ge zichtspunt te verlaten. Wij hebben de hand naar Frankrijk uitge stoken, aangeboden als onafhankelijke staat ons met Frankrijk te associëren en in de zone van de frank te blijven, maar Frankrijk aarzelt. Als Frankrijk niet kracht maar vriendschap en wederzijds respect aan die nieuwe associatie ten grondslag wil leggen, dan kan zij bloeien. Als het daarentegen in loyaliteit en hulpvaardigheid tekort schiet, dan zou Guinea in de zone van de frank snel door Frankrijk gewurgd worden". De man die mij dit zegt in het moderne regeringsgebouw van Conakry, het vriendelijke havenplaatsje aan de Afrikaanse kust met veel palmen, bloemen, kleurige vogels en witte stranden, dat de hoofdstad is van 's werelds jongste republiek, is een 36-jarige, stevige Afrikaan: Sékou Touré. De enige premier van een gebied in de Franse Unie, die „nee" zei tegen generaal De Gaulle en in het referendum vrijwel zijn gehele volk meekreeg, be handelde in het exclusieve interview, dat hij mij toestond, de meest brandende kwestie waarvoor de pasgeboren staat zich gesteld ziet: het uitblijven van een „de jure" erkenning door Frankrijk, dat naast politieke ook ernstige economische problemen met zich meebrengt. ons is de onafhankelijkheid in de eer ste plaats een kwestie va-n menselijke waardigheid, hoe zwalk wij economisch en sociaal ook mogen staan. Na de er kenning van die on&fhiankelij khedd zou de versteviging van de economi sche banden op nieuwe basis de eerste taak geweest zijn". Hulp van Ghana en Liberia Hoe sterk staat Guinea economisch, zou het buiten de zone van de frank, zonder de voorschotten van de Franse schatkist zonder de voorkeursbehande ling van'zijn pnoduikten op die Franse markt kunnen leven? Sékou Touré zegït: „Guinea heeft geen financiële Itiquidlitett. Het is ails onderontwik keld land op vreemde kapitalen aange wezen. Het zal ook uit overweging van politieke zekerheid vreemde kapitalen moeten aantrekken. Zeker, in het uiterste geval kan Guinea zijn eigen geld aanmaiken, papieren geld zonder dekking, dat als conventioneel betaal middel 'dienst kan doen m een geslo ten nationale economie. Wij zwarten hebben geen banken, en geen industrie. In onze eenvoudige economie zou de staat met zulk geld zijn ambtenaren kunnen batalen, zouden de ambtenaren hun inkopen kunnen doen en de boe ren hun belasting kunnen betalen. De noodzakelijke importen zouden kunnen worden gefinancierd door onze, overi gens onvoldoende export, en verder met de deviezen, 'die de buitenlandse ondernemingen naar hier laten over komen om 'hiun tienduizenden arbei ders te 'betalen Da/t is één mogelijk heid. Een andere ligt in de solidaire hulp, die Ghana en Liberia ons al geboden hebben. Via hen zouden wij kunnen aanhaken bij de sterling- of dollargebieden. De republiek Guinea is er nu eenmaal, men kan haar moei lijk weer van dé 'kaart vegen, zij moet leven en zij zal hulp aanvaarden, waar zij die ook aangeboden krijgt. Een handelsakkoord met Oost-Duits- land ie niet onmogelijk zij hebben in teresse voor onze bananen, evenals Italië trouwens. Het heeft ons in ieder geval een hart onder de riem gesto ken, dat Engeland en Amerika ons erkend hebben". Wat is tenslotte zijn visie op de toekomst? Sékou Touré zegt: „De Afrikaanse éénheid in onaf hankelijkheid, de „Verenigde Straiten van Afrika" zo u wilt, zal uiteindelijk tot stand komenWij zullen de contacten met de andere gebieden van Frans Afrika niet verbreken, hoe graag enkele Afrikaanse politici dat oök zou den willen. Wij zijn vastbesloten om te slagen, het beter te doen dan de ge bieden die voorlopig in de gemeen schap blijven. Guinea zal de pool wor den waarnaar alle kompasnaalden van de Afrikaanse verlangens zich zullen richten". Oostduitse kapers op de Afrikaanse kust Vooral van belang is de vraag of Guinea in de zone van de frank zal blijven hetgeen voor de staat zelf en voor de buitenlandse investeerders en de Franse ondernemers een levens belang schijnt óf dat de nieuwe republiek zich bij een ander monetair en politiek blok zal aanslui ten. steun zoeken bij dol lars' of sterüing-gebied. Om van andere kwadere even tualiteiten maar te zwij gen. Sékou Touré somt zijn voorwaarden tenslot te bondig op: „Wanneer frankrijk door een ,4e Jiwa" erkenning de logi sche consequentie van «tfize volkomen grondwet tige keuze zijn aanvaar ding van het bestaan van «en onafhankelijke soeve reine republiek Guinea bewijst, dan blijven wij in de zone van de frank, dan willen wij samenwer king met Frankrijk. Kwadere eventualitei tten? Er loopt een Oost duitse handelsdelegatie Tond in Conakry met tas sen vol beloftes. En uit Franse bron verneemt men telkens weer, dat Sékou Touré communist flou zijn en in twee jaar achter het ijzeren gordijn een intensieve marxisti sche training zou hebben doorgemaakt. Ik stel hem die vraag. De premier haalt zijn schouders op: .^Frankrijk probeert ons in het buitenland te com promitteren. Welnu ik ben geen communist en ik ben het nooit geweest. Ik ben een Afrikaanse nationa list en zal dat altijd blij ven. Ik ben een eenvou dige jongen, die mij zelf alles heb moe ten leren. Jk ben in het vakbondswezen opgegroeid: en dat heeft mfl zeker een linkse kjjk op de dingen gegeven. Als communist geschoold? Samen met alle andere nationalis tische leiders uit Afrika hebben wij in het Franse parlement een tijdlang een coalitie met de communisten gevormd, een coalitie die uiteenviel toen wij be merkten dat wjj voor een heel ander karretje werden gespannen dan wij bedoelden. En die twee jaren achter het ijzeren gordijn? Welnu, ik ben zes jaar geleden twee keer voor twee we ken achter het gordijn geweest, name lijk op de vredescongressen van War schau en Berlijn. Dat is alles. Ik ben geen communist en ook geen anti communist. De communisten hebben mij niets misdaan. Voorlopig hebben wij Afrikanen het druk genoeg met de emancipatie en de onafhankelijkheid van ons eigen werelddeel Maar ik wil er u wel op wijzen, dat wij als regering van Guinea éérst er kenning van Frankrijk hebben ge vraagd, daarna van de Westelijke mo gendheden en tenslotte pas van de neutrale en de communistische landen. Dat die laabsten ons het eerst erkend hebben, is jammer voor het Westen Ik begryptrouwens niet waarom Neder land, dat wij onmiddellijk telegrafisch om erkenning hebben, gevraagd, zo lang treuzelt". Aarzeling uit beleefdheid Ik leg hem uit. dat die aarzeling als beleefdheid jegens Frankrijk moet worden uitgelegd en vraag hem, waar om Frankrijk naar zijn mening zo lang wacht, een vraag die trouwens alle Fransen in Guinea zich niet zonder bitfceiheid stelen. Sékou Touré zegt: „Gevolg van een verkeerde Franse waardering van de referendum-uitslag. In feite hebben de ja-stemmers de on afhankelijkheid geenszins verworpen, ten hoogste een andere weg naar dat doel bewandeld. Dat doel blijft een confederatie van gelijken op basis van vrijwilligheid. Deze dialectiek heeft Frankrijk niet begrepen. Volgens de Franse interpretatie betekent het Ja" toch een vorm van integratie, blijft de Franse regering en het parlement toch de beslissende rol toebedeeld. In dat abuis volhardend probeert Frank rijk Guinea, dat als enig gebied „nee" stemde, tot de orde te roepen. Waar Sékou Touré tevens op zinspeelt, is dat Frankryks betrekkingen tot Guinea nog steeds niet door het Franse mi nisterie van Buitenlandse Zaken wor den behandeld, maar dóór het mi nisterie van Overzeese gebiedsdelen. Waarom heeft Guinea „nee" ge stemd, insted"e van de geleidelijke weg te volgen die de constitutie openlaat, namelijk interne autonomie eerst, on afhankelijkheid op later datum? „Ten eerste", zegt Sékou. „zou dat oneerlijk zijn geweest. Had: men ons een werke lijke confederatie van vrije en gelijke sta.ten voorgesteld!, dan zoiuden wij zeker Ja" hebben gezegd. Het kolonia lisme mag politiek en moreel een SÉKOU TOURÉ kwaad zijn geweest, economisch en cul tureel heeft het een positief saldo ge toond, dat wij niet graag weg zouden willen gooien. Maar de gecamoufleerde eenwording die men ons nai voorstelde, was voor ons onaanvaardbaar. Voor Er is onlangs een héle strijd geweest over een jong meisje, dat er nogal vrouwelijk „nozem achtig uitzag. Dat wil zeggen een meisje dat er hoegenaamd niets om gaf, hóe ze gekleed was. U ként ze wel, die meisjes met vormloze jassen en spijkerbroeken (héél of half), of met pantoffel- schoenen aan en alle6 wat er méér bjj komt, om er bepaald héél nonchalant uit te zien. Kortom, totaal zonder enige typisch gracieuze charme. Nu moet er bij gezegd, dat dit meisje op zichzelf genomen een allerliéfst meisje was. Ze kon zich dus wat veroorloven! Ze had bovendien artistieke neigingen en zal heus wei geweten hebben, dat ze er ook zó zon der enig raffinement aantrekkelijk genoeg uitzag om anderen te bekoren. Nu was 't 100 jaar geleden gewoonte, om hoe pels niet voor hoela-hoepla te gebruiken, maar ze onder de rokjes te stoppen, een grapje dat ze naar ik me heb laten vertellen tegenwoor dig door middel van een koord bjj de petticoats uithalen. Al te waaierig, zoals vroeger, moet 't echter be slist ook al weer niet toegaan. Dat is niet in overeenstemming met het heden, dat voor het individu, geestelijk, noch wat 't rokje betreft, grote bewegingsvrijheid meer toelaat. Met een al te brede hoepelrok is 't te moeilijk in een auto te kruipen of op 't „werk" te zitten. Deze tijd laat dat niet toe: hij is er te gejaagd en te 6nel voor We willen hier niets onaardigs over sportieve meisjes zeggen, maar de crinolines van vroeger stonden haar waarachtig toch liever dan de halfslachtige spijkerbroeken van nu. Je komt er soms nauwelijks meer achter, of er met die kortgeknipte kopjes, die broeken en die zware truien van een jongen of een meisje sprake is. Dat zit psychologisch misschien een beetje in de tijd nu het mannelijke in de vrouw en het vrou welijke in de man lijkt te domineren, hoewel we even aan George Sand moeten denken, om te con stateren dat er ook op dit gebied niets nieuws onder de zon is. In Chopins tijd was dat echter een uitzondering. Nu is 't aan de orde van de dag Onlangs vierde een Parijs modemagazijn zijn 100-jarig jubileum. Toen zaten er vier schattige meisjes op het podium. Ze brachten hulde aan de mode van 100 jaar geleden: sierlijke hoepelrokjes aan, pijpekrullen op het hoofd, een charmant bloemenkransje in het haar der jongste. En inééns bloeide een ganse wereld van oudtijds open! Een wereld, waarnaar iedereen graag keek, om dat zü alle gratie omvatte van de tijd der crinoline. Ook hier broekjes, maar nog zonder spijkers en listig bedolven onder een wolk van zijde en tule. Daarboven een snoezig keurslijfje met een medaillon uit overgrootmoeders tijd. Waarom blijven U en ik, levend in een zakelijk nuchtere tijd, als we zó iets zien, toch altijd met één been in het verleden staan? Misschien omdat we diep in ons hart de hoepelrok boven de spijkerbroek prefereren FANTASIO. EEN kleine krullebol staat op zijn tenen vlak voor het aquarium. Zijn tenen zijn echter nog niet lang genoeg en daarom heeft hjj er een voetenbankje bij genomen. Zijn neusje komt net boven de grondlaag aan de voorkant uit en zo volgt hjj met grote belangstelling de geruisloze ver richtingen van de waterbewoners aan de andere zijde van het glas. Voor zo'n dreumes is er heel wat te zien in dat wereldje van planten en dieren, maar met zien alleen is hij niet tevreden. Hij wil het naadje van de kous weten, dus zijn de vragen niet van de lucht. Vragen waarop een antwoord nu niet bepaald altijd gemakkelijk kan worden gegeven. Trouwens het valt me dik wijls op, dat ook volwassenen vooral zij die geen aquarium gewend zijn, altijd weer worden geboeid door de stille sfeer in zo'n kleine ruimte, waar die ren geluidloos zich voortbewegen in het gesluierde licht, dat tussen al even stille waterplanten hangt. Nu kunnen die volwassen bezoekers en toeschouwers soms ook heel eigen aardig reageren op het wonderlijke en mooie, dat zij in het groen gezeefde water zien. Zo vertelde een meneer mij eens, terwijl we samen naar de leven de inhoud van het aquarium zaten te kijken, dait hij het altijd een beetje be nauwd kreeg als hij naar de almaar happende vissebekjes moest kijken. Ik wist niet goed wat ik daarop moest antwoorden, want de man meende het ook nog! ZO'N kleine bezoeker echter pijnigt zich gelukkig niet met van die diepzinnigheden. Zijn ogen schie ten heen en weer en hij trappelt van geestdrift telkens wanneer hij 'n nieuw wonder heeft ontdekt. En hij vraagt en vraagt! Hoe die ene 'heet met die gekke bek, daar achter die steen. En wat gaat-ie nou doen? O! kijk! ze zitten mekaar achterna! Inderdaad en met niet zo'n kleine vaart ook! Hup! roetsj dwars door do waterplanten, en dan staan ze plotseling doodstil. Alleen de door Sjouke van der Zee borstvinnetjes wapperen, het bekje ademt in en uit, open en dicht Het voetenbankje is al even geest driftig als de korte beentjes; ik zal het toch maar even in het vizier houden. Er zwemt één vis, die wel erg eigen aardig is gebouwd. Of eigenlijk zwem men, dat dioet hij niet. het dier ligt het grootste deel van de dag roerloos op de bodem, verstopt tussen de planten. Zo'n vis kan toch maar met een klein plekje van het heelal toe in zijn korte vissebestaan. Bij doet me alttdjd denken aan een duikboot, grijsachtig groen van kleur als hij is en net zo lang gerekt maar vooral zyn manier van doen herin nert me aan die stille sluipers onder de zeespiegel. Nu vind ik dit soort vaartuigen niet sympathiek, al was het alleen al, omdat ze wel eens niet meer boven willen komen. ONZE meerval -(dat is zijn naam) komt echter altijd boven, als hij dat wil. En een gevaar voor zijn omgeving levert hij niet op, tenminste zolang zijn groei binnen de perken blijft. Vijf centimeter lengte, dat gaat nog wel in een gezelschapsaquarium koud-waterbewoners, maar komt er wat schot in zün groei dan is oppassen de boodschap. Want meervallen zijn van huis uit echte rovers onder de wa terlijn, ze kunnen in de vrije natuur formidabele afmetingen krijgen, zelfs een lengte van 2 meter! Een meerval is eigenaardig opge tuigd, voor een vis althans. Voor op zijn boeg staan vreemde stijve dingen, tast- draden, waarmee hij de bodem afzoekt naar voedsel. Twee staan er als ho rentjes naar boven gericht twee zij waarts als roeispanen en vier korte, zwarte wijzen schuin benedenwaarts op de manier ma baanschuivers max een Amerikaanse locomotief „Hij lijkt op m'n opa", zegt de krullebol. Ik weet nu. dat zijn groot vader een rustig persoon is met een hangsnor. Gelukkig is opa niet ge tuige van de openhartige verklaring van zijn kleinzoon. Hij zou vast en zeker bezwaren hebben tegen de ge maakte vergelijking. De meerval pruimt namelijk! Telkens schiet er iets onzichtbaars van de ene mond hoek aan de andere, hetgeen aan de scherpe aandacht van de dreumes natuurlijk niet ontgaat. Hé. kereltje! sta stil, of je duikelt van je bankje! ER komt beweging in de Nautilus, Een fijn blank visje, losgeraakt van een spelend schooltje, is even over zijn grauwe rug heengedarteld en heeft hem een veegje over zijn rechter staartvin gegeven. Meteen begint opa zwaarder te kauwen, zijn voeldraden sprietelen heftig en daar glijdt het donkere ge vaarte langzaam uit zijn basis. Als hij in een streep licht komt. glanst het doffe grijs plotseling met een metalig groen, waar zelfs een prach tig roodbruin doorheen schemert. Het kind is nu niet meer te houden (ik zet toch maar even m'n voet op het bankje) en het danst van opwin ding. „O.-.o! nou gaat-ie zwemmen! hij gaat zwemmen!" Het lijkt wel het enthousiasme bij de tewaterlating van een H.M.'s Jan Evertsen of een Kortenaer. Inderdaad, de motoren komen op toeren, maar juist, als 't erop gaat lijken, dat hij 'm van Jetje zal geven, bedenkt hij zich en blijft 'n beetje scheef hangen tegen 'n dun waterplantsliertje. Zou kapitein Nemo zijn anker hebben uitgegooid? „Hij heeft een snor hè?" Daar kan ik antwoord op geven, inderdaad de meerval heeft een snor. ..Kan-ie snorren?" Hm, 't wordt moeilijk. „Nee, snorren kan hij niet, maar hij kan er wel mee langs de grond zoeken, of hij wat lekkers vindt". „Wat vindt-ie dan lekker?" Goeie morgen, wat vindt een meerval lek ker! Wacht, ik weet wat. Een dunne breinaald, waarop een stukje rauw vlees is gespietst, wordt voorzichtig aan bakboord naar de meerval ge dirigeerd. Hé daar! die andere vissen, houd jullie je er nou even buiten, hè! Je bemoeit je anders ook nooit met je eenzelvige watergenoot. Maar jawel, de hele bende vluggerds dwarrelt en draait al om het lekkere hapje, dat toch eigenlijk geen spek is voor hun bek. HET voetenbankje trilt van emotie. Het is ook een boeiend schouw spel voor kinderogen, die schie tende flitsende visselijfjes, die fon keling van kleuren. Een van de antennes van de mum melmond is even in aanraking ge komen met het vlees en nu is alles in een wip gebeurd. Een wilde drift vaart plotseling door de vis en met een niet vermoede lenigheid en een ver bazingwekkende lichtheid in het wen den en keren zoekt het dier zig-zag speurend langs de bodem. Dan een woeste zwaai en de brede bek. een ware muil!, rukt het vlees met één enkele zuigbeweging naar binnen. Weg! Op de tribune is de geestdrift tot het kookpunt geraakt. Men juicht, men trappelt... en dan kiept het bankje en met een bons komt de peuter tegen een tafelpoot aan. De rest kunt u wel raden. Uit de waterplanten wordt geseind: „Meerval behouden op basis terugge keerd".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 16