BRYLCREEM VISSERSSCHEPEN GEBRUIKEN VEEL TE VEEL BRANDSTOF BRYLCREEM BRYLCREEM Jan Olof Traung: rompmodel met midscheepse waterverplaatsing tijdelijk een royale „Junior pot" Een interessant, maar vermoeiend koninklijk bezoek aan T.H. Delft Honderdduizend Chinezen werken aan een kanaal van 100 km lang 97ste jaargang Vrijdag 21 november 1958 Vierde blad no. 29601 Het werk van de F.A.O. (Speciale berichtgeving) Jan Olof Traung, de rijzige chef van de scheepsbouwafdeling van de F.A.O. in Rome, is een man, die er van houdt zo nu en dan de knup pel eens stevig in het hoenderhok te gooien. „Het merendeel van de vissersvaartuigen gebruikt ongeveer dertig procent meer brandstof dan nodig is bij rustig weer en zelfs zestig procent meer dan beslist noodzakelijk is tijdens ruw weer". Met zo'n opmerking raakt hij meteen de kern van het belangrijkste probleem, waarmee het visserij bedrijf overal ter wereld worstelt: de hoge kosten van het brandstofverbruik. Deze opmerking van Jan Olof Traung is gebaseerd op wetenschappe lijke onderzoekingen, die hij in vele landen met zijn medewerkers heeft verricht. Een van zijn onderzoekingsmethoden is het testen van alle daagse scheepsmodellen en van nieuwe modellen van schepen in proeftanks. Het gebruik van modellen stelt de experts van de F.A.O. namelijk in staat om de vreemdste scheepsrompen te gebruiken; rompen, die nauwe lijks nog de vorm van een schip hebben. De resultaten van deze proefnemingen hebben echter aangetoond, dat schepen met een romp waarbij de grootste waterverplaatsing midscheeps plaats vindt, minder brandstof gebruiken dan schepen, waarbij door de vorm van de romp de waterver plaatsing over de gehele lengte van het schip is verdeeld. Het merendeel van de vissersvaartuigen in West-Europa behoort tot de laatst genoemde categorie schepen. Vissersschip moet doelmatiger worden Jan Olof Traung noemt het verbazingwekkend, dat zo weinig reders belang stelling tonen voor de onderzoekingen, die door de F.A.O. worden verricht en waaraan veel geld wordt besteed. „De visserij-departementen van de Westeuropese landen geven te weinig bekendheid aan de resultaten van onze proefnemingen. De reders realiseren zich blijkbaar niet, dat er een belangrijke brandstofbespa ring kan worden verkregen door een verandering in het ontwerp van een nieuw te bouwen schip. Vooral als men weet, dat de brandstofkosten vaak dertig tot negentig procent van de totale bedrijfskcsten van de vissersvaartuigen bedragen". Scheepsbouwer Traung noemt uit dit oogpunt de introductie van het laag primatisch-type vaartuig het schip dus, waarbij de waterverplaatsing voor namelijk midscheeps plaats vindt voor de Westeuropese landen uitermate belangTjjk. Hij wijst erop, dat zo langzamerhand astronomische bedragen in vissersvloten zijn geïnvesteerd. „Er varen meer dan 250.000 geregistreerde vissers vaartuigen voor de toonaangevende visserijnaties. Alleen al in België, Denemarken, Frankrijk, Duitsland, IJsland, Italië, Nederland, Noorwegen, Portugal, Spanje, Zweden en Groot-Brittannië heeft men miljarden guldens in visserijvaartuigen geïnvesteerd". Kleine schepen De vissersvloten bestaan voor het merendeel uit kleine gemechaniseerde eenheden. Tachtig procent van de vis sersvaartuigen is tien tot dertig meter lang. Voor het grootste deel zijn dit vaar tuigen, die volgens Jan Olof Traung veel te veel brandstof verbruiken. .Daarom zal een verandering van het rompont- werp voor een vissersvaartuig van grote betekenis blijken te zijn voor de uitkom sten van het visserijbedrijf". Als reden voor de onbekendheid met de grote in vloed, die de vorm van de scheepsromp heeft op het verbruik van brandstof, noemt scheepsbouwer Traung het feit, dat pas sedert kort de hoogleraren aan de technische hogescholen het ontwer pen van vissersvaartuigen in hun leer programma hebben opgenomen. „Het zal overigens nog wel eventjes duren, voor dat dit onderwijs enig nut op praktisch terrein zal gaan opleveren". Een andere moeilijkheid om te komen tot werkelijk economisch verantwoor de typen vissersvaartuigen noemt Jan Olof Traung het feit, dat veel scheeps bouwers en veel vissers geloven, dat hun schepen de beste zijn, die er be staan". Zij geloven ook niet, dat de kosten van het in dienst nemen van een scheepsbouwkundige voor het ont werpen van specifieke plannen voor de bouw van vissersvaartuigen, vruchten afwerpt in de vorm van lagere be drijfskosten". 's Werelds beste boot Hij zegt het lachend, maar het klinkt ironisch„Of je nou in Zweden of Duitsland of Frankrijk of in Engeland komt, overal denken de scheepsbouwers en reders, dat hun schepen de beste ter werld zijn. En hetzelfde zeggen de scheepsbouwers in Ceylon, India, Thailand, Indonesië en Pakistan ook". Hij wordt echter ernstig als hij zegt: „Maar ik moet nu nog steeds een schip vinden, dat niet verbeterd kan worden. Dat geldt zowel voor de moder ne treilers van West-Europa als voor de kano's, die ze in Afrika gebruiken". „Er zijn landen, waar men het nor maal vindt om ballast te gebruiken om het slingeren van het schip tegen te gaan, terwijl ballast zulks juist bevordert. Er zijn bouwers en vissers, die geloven, dat een stompe boeg het stampen tegen gaat, terwijl een scherpe steven op dat terrein veel meer effect geeft". Een laag prismatische boot is zeewaar diger, volgens Jan Olof Traung, en dus een comfortabeler schip bij ruw weer. Dat betekent ook, dat zo'n schip nog kan vissen, wanneer schepen van het thans gangbare type gedwongen worden om te gaan steken met de kop op de wind. „Japanse deskundigen zijn overigens tot dezelfde conclusie gekomen. Ik ben dus niet alléén eigenwijs. Een van de hoog prismatische modellen gangbare type vaartuig van thans ging bij het na bootsen van stormweer dermate te keer, dat het de test-instrumenten vernielde. De Japanse proeven leerden ook, dal het brandstofverbruik van de laag prisma tische schepen vijfendertig procent lager was dan het verbruik van de hoog pris matische schepen". De achtersteven Er zjjn meer onderdelen van het hui dige vissersvaartuig, waarop Jan Olof Traung kritiek heeft. Met de vorm van de achtersteven van de fabrieksschepen een achtersteven, die vergelijkbaar is met de „glijbaan" van de walvisvaarder „Willem Barendsz" is hij het ook on eens. „Op die manier schept het schip te veel water. Dat kan anders en beter worden gemaakt". Daarnaast vindt hij, dat vooral de Denen teveel hout gebrui ken bij de bouw van vissersvaartuigen. „Er kan met dunnere planken worden volstaan, zonder dat de stevigheid van het vaartuig er ook maar iets onder lijdt". Ook vindt hij. dat de scheepsbou wers zich vooral dienen te bezinnen op de vorm van het dek, de plaats van de machines en de plaatsen, waar veel werk moet worden gedaan aan boord van het schip. „Aan boord van vele Italiaanse treilers moet de bemanning de gevangen vis van het achterschip naar het voordek brengen, waar het visruim yoor de stuurhut ls gebouwd". Afleren „Op de Noordzeeloggers en -treilers moet men voorts veel ouderwetse ge woonten eindelijk eens gaan afleren", vindt Jan Olof Traung. „Waarom moe ten de vissers op de loggers zich voor het kaken en zouten van haring bijvoor beeld altijd over de manden bukken? Die manden kunnen toch ook op een tafel worden geplaatst en in elk geval op een comfortabele en efficiënte werkhoogte? En klinkt het nu echt zo gek, als ik zeg, dat het werkdek aan boord van de trei lers door infra-rode stralen verwarmd kan worden bij kil en koud weer? En zouden de kooien van de vissers niet eens een keer zodanig verbeterd kunnen worden, dat de arme vissersman al bij een beetje slecht weer niet meer heen en weer vliegt in dat ding zoals thans veel al het geval is?" Ideeën uitwisselen Jan Olof Traung is een warm voorstan der van het uitwisselen van resultaten van onderzoekingen en ideeën tussen scheepvaartdeskundigen, scheepsbou wers en reders: dat spreekt vanzelf. „De FAO heeft daarmee een succesvol begin gemaakt, toen deze organisatie haar eerste internationale congres over vis sersvaartuigen hield in Parijs en Miami (Ver. Staten). En straks gaan we er in Rome weer over praten. Ik wil echter graag de aandacht erop vestigen, dat dit congres niet alleen gehouden wordt voor de delegaties uit de verschillende landen. Praktiserende scheepsbouwers en reders moeten naar Rome komen. Eigenlijk ho ren alle mensen, die onmiddellijk belang hebben bij het ontwerpen en bouwen van vissersvaartuigen, afgevaardigden naar Rome te zenden. Dan kunnen we praten. En geloof me, het laatste woord over de uiteindelijk vorm van het zeewaardigste en rendabelste schip is nog lang niet gezegdzegt hij tenslotte. Werk van de F.A.O. Een van de, nuttigste organi saties, die na de tweede wereld oorlog is opgericht, is de FAO, de voedsel- en landbouworgani satie van de Ver. Naties. Een organisatie, die overal op deze aardbol actief is en ondermeer de vissers van vele landen leert veel méér vis te vangen. De re sultaten van dit werk zijn al leen al op het gebied van de visserij zonder meer indrukwek kend. De wereldvisproduktie is in weinige jaren met miljoenen tonnen gestegen, dank zij het toepassen van moderne vis- methoden, die door de deskun digen van de afdeling vis van de FAO zijn gepropageerd. Vanuit Rome, waar de afde ling vis van de FAO haar hoofdkwartier heeft, reizen de visserijdeskundigen naar alle landen, die voor modernisering van hun visserijbedrijf in aan merking komen. Zo werken er deskundigen in Israël en Tune sië, maar ook in de dorpen en gehuchten aan de Braziliaanse rivier de Amazone en in India. Deze deskundigen verrichten een boeiend stuk werk. De FAO, afdeling vis in Rome, doet echter veel meer. Zij orga niseert namelijk de congressen, die regelmatig in de grote we reldsteden worden gehouden over allerlei visserij-onderwer pen. In Parijs hield zij een con gres over het bouwen van sche pen, in Hamburg over vistuig en binnenkort houdt zij in Rome opnieuw een congres over het bouwen van moderne schepen. Het Nederlandse standpunt Wat zeggen nu de Nederlandse reders van vissersvaartuigen en de scheeps bouwers van de ideeën van Traung? Over het algemeen is men het er wel over eens, dat het ideale type nog niet is gevonden, maar tevens wijst men erop, dat men dan ook goed onder scheid moet maken tussen de verschil lende typen schepen. Een ideale treiler is nog lang geen ideale logger, en ook geen ideale treillogger. Telkens zijn er weer verbeteringen aangebracht op de Nederlandse schepen, zodat men wel kan stellen, dat er in ons land goede schepen worden gebouwd, hetgeen dus niet wil zeggen, dat er niet meer ver beterd kan worden. In Wageningen heeft men in proef tanks ook proeven genomen met model len, die door een aantal scheepswerven waren ontworpen. Welk schip het beste is gebleken, is nooit bekend gemaakt, maar wel hebben de betreffende wer ven aanwijzingen gekregen ter verbete ring van hun model. Overigens bestaat er in de kringen van de scheepsbouwers bij aankoop van de handige voordelige tube van f. I.8S voor mooi, gezond haar De inhoud van de GRATIS Junior pot is ruim voldoende om dat te bewijzen. Haast u dus naar uw winkelier om van dit unieke voordeel te profiteren. the perfect hairdressing for the famil/ Bcecham (Nederland) KV. Vaat Enpta: hot Mat KV. Amsterdam (Van onze Haagse correspondent) De Technische Hogeschool heeft vandaag de eer genoten van een officieel bezoek van Koningin Ju- liana en Prins Bernhard in gezel schap van een klein gevolg. Er was voor deze dag een afwisse- geen grote belangstelling voor deze proe ven. De praktijk zegt in dit verband nJ. veel meer, terwijl bovendien de smaak van een reder een niet onbelangrijke rol speelt. In Wageningen gaat men zuiver theoretisch te werk en daarbij let men meer althans dat is de indruk van de scheepsbouwers op snelheid dan op trekkracht. Nu is snelheid een goed ding voor de uit- en thuisreis, maar op de visgronden is snelheid secundair en is de trekkracht van een treiler veel be langrijker geworden. Voor de drijfnet visserij ligt het weer anders. In de kringen, zowel van de reders als van de scheepsbouwers bestaat er uiteraard wel belangstelling voor het werk van de F.A.O. En met Jan Olof Traung is men het er over eens, dat het ideale schip nog niet is gevonden in die zin dan dat er aan de huidige schepen nog wel wat valt te verbete ren. Dat de huidige scheepsmodellen echter zo verkeerd zijn als Traung doet voorkomen, wil er bij de Neder landers niet in! lend programma vastgesteld, waar bij gepoogd was in het korte tijdsbestek van enige uren zoveel mogelijk aspecten van de Hoge school te tonen. Ongetwijfeld was de excursie vermoeiend, maar zij was ook in hoge mate interessant. De ontvangst had vanmorgen om on geveer elf uur plaats bij het gebouw voor werktuig- en scheepsbouwkunde in de nieuwe T.H.-wijk aan de Rotter- damseweg. Het hoge gezelschap werd ontvangen door dr. C. H. van der Leeuw, president-curator der Technische Hoge school, dr. ir. F. Q. den Hollander, ir. A. G. Maris en de heer D. de Loor, cu ratoren. In de hal van het gebouw bood mejuffrouw H. J. J. A. de Maar, presi dente van de Vereniging van Vrouwe lijke Studenten, de Koningin bloemen aan. Hier werden aan de vorstelijke gasten voorgesteld de rector-magnificus prof. dr. O. Bottema, de conrector prof. R. Roelofs, de secretaris der T.H. dr. H. A. Bakels en een aantal hoogleraren. Het gezelschap bezichtigde daarna on der leiding van prof. dr. ir. J. W. H. Uytenbogaart het laboratorium voor vezeltechnologie. Veel belangstelling werd hier aan de dag gelegd voor het restaureren en conserveren van waarde volle kunsthistorische textilia, zomede leder en behang. Er werden onder meer getoond vaandels. Koptische weefsels, tafellinnen uit 1370, een primitief schil- derij „Hieronymus verzoeking" en leer- behang. De Koningin bezocht vervol- l gens het laboratorium voor scheeps- constructies, waar Prins Bernhard in dertijd met Prins Philip van Engeland al was geweest. De Prins ging nu naar het laboratorium voor vervoerstechniek. Aan het slot van dit bezoek aan dit laboratorium werd de sleeptank bezich tigd, waarbij met de sleepwagen een rit boven het plastic model van een vracht schip werd gemaakt. Na de lunch in het gebouw van scheepsbouwkunde en in gezelschap van een dertigtal hoogleraren, werd het be zoek voortgezet met een kijkje in het nieuwe studentensportcentrum. In de kantine van de sporthal werd de ma quette bezichtigd van de kernreactor, die hier voor het hoger onderwijs zal wor den geplaatst. In het laboratorium voor technische natuurkunde bezichtigden de vorstelijke gasten daarna, onder leiding van prof. ing. J. B. Westerdijk de elektronen microscoop. Ook werd nog een bezoek gebracht aan een elektronische tafel rekenmachine, waarvan het principe nog geheim is. Van dit laboratorium uit be gaven de Koningin en Prins zich nog naar een der studentenflats aan de Oudraedtweg, waar zij zich lieten voor lichten over de beheersvorm van deze vier flats. Na de rondleiding begaven Koningin en Prins zich naar het Mu seum het Prinsenhof waar een af- scheidsthee werd aangeboden. Irak boycot Frankrijk De Iraakse regering heeft besloten Frankrijk economisch te boycotten, zo meldt het blad van de Istikial-party. Irak verbrak de diplomatieke betrekkin gen met Frankrijk ten tijde van de Suez- katiaalcrisis in 1956. Sedert de revolutie in Irak vain juli jl. is het de Franse luchtvaartmaatschappij Air France ver boden in Bagdad te la nden. Eindelijk water voor kurkdroge heuvels van de afgelegen arme provincie Kansoe Een leger van 100.000 Chinezen zeggen dan ook, hoogland van oostelijk Chinese boeren en landar- dat zij „de Tao naar de Kansoe. beiders zwoegt op het bergen brengen", want het Men heeft berekend, dat ogenblik aan de aanleg traject van het nieuwe 500 miljoen kubieke meter van een nieuw groot ka- kanaal loopt over berg- grond en steen moet wor- naal, dat de rivier de Tao plateaus met een hoogte den uitgegraven voor het goed. o[ niet goed (Foto L.D./Van Vliet) „naar de bergen" moet brengen. De communis- tisch-Chinese pers noemt dit project „een van de grootste en belangrijkste irrigatie-werken, ooit in China ondernomen. Het nieuwe kanaal, dat ruim 1100 km lang zal worden, zal in twee jaar gereed zijn. Vergeleken met het andere beroemde kanaal in China, hét grote ka naal tussen Pekmg en Tangtsjou (een lengte van .600 km», is dat een bij zondere korte tijd. De werkzaamheden aan het „grote kanaal" hebben... 2Ö00 jaar geduurd. Men begon met de aanleg in ie zesde eeuw vóór Chris tus, en het kanaal was klaar in de veertiende van onze jaartel- ng. Het nieuwe kanaal zal iet water van de Tao en belangrijke zijtak van de Gele Rivier naar de oostelijke heuvels van de afgelegen provincie Kan soe leiden, waar het land zeer droog en arm is. De van meer dan 2000 m. In de bergen van Kan- 39 meter brede kanaal. De totale aanlegkosten wor- soe wonen 4,4 miljoen den op 80 miljoen Yoean mensen, die vanouds een geschat, dat is ongeveer kommervol bestaan lijden, daar hun oogsten telkens 125 miljoen gulden. Voor dit enorme werk weer mislukken door de is een leger arbeiders ge- grote droogte. De autori- mobiliseerd. Uit alle delen teiten in Peking menen, van de provincie Kansoe dat een gebied van 80.000 heeft men boeren en vierkante kilometer van landarbeiders weggehaald, om aan het kanaal te werken. Het zijn er thans de nieuwe bevloeiing zal profiteren. Bovendien maakt men van het soms ongeveer 100.000,, maar grote verval in het kanaal gebruik voor de opwek king van elektrische energie. Op deze manier wil men 300 000 kw produceren, hun aantal zal verdubbeld worden. In de meer afgelegen streken heeft men hele tenten-steden voor de ar beiders opgericht. De ar beiders, die tot dit werk waardoor een deel van gedwongen worden, moe- China, waar de bewoners het nog altijd met petro leumlampen stellen, voor het eerst elektrisch licht zal zien. Dit jaar nog zal het kanaal over een afstand ten hun eigen gereed schappen meebrengen, zy werken, behalve aan het kanaal, ook in de „nood- fabrieken", die men langs het traject heeft opge richt en waar cement, ge- van ruim 350 km gereed reedschappen, machines komen. namelijk van en dynamiet worden ver- Minsjien, waar de Tao vaardigd. Bij de tenten- naar het noorden buigt, kampen kweken de arbei- alvorens in de Gele Rivier ders ook uit te stromen, naar het groenten. hun eigen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 13