Een Zoeklicht
TRAITAL 3
Natuur duikt in donkere seizoen
Een hoofddeksel van eigen
ZA TER DAG 15 NO VEMBER
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 3
In éen nacht
Uw handen
gaaf en zacht
v.
OP DE BOEKENMARKT
DE VROUW, DIE
het radium ontdekte
Mijn tuin schikt sicli in onvermijdelijke
ONS MENU VAN DE WEEK
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand
(Advertentie)
Medicinale handcrêma
vend, er ontbreken een paar zaden aan
en in de plaats daarvan is er een lichte
plek Als een glurend oog. Zouden die
zwartkopjes mu even rust nemen? Even
op adem komen? Hoe zou dat zijn, een
mees. diie niets te doen heeft?
Hup, daar zijn ze alweer! De een,
pieniter en monter, boven op een nog
laat bloeiende zonnebloem de ander
bengelend onder aan de gedekte tafel,
dat zonnepitgezidht met het ene oog.
Driftig hakt het priemsnaveitje in de
grijze zaden, toe maar! Laat de stuk
ken maar in het rond springen. Toch
houdt de grote bloem zich goed, be
weegt niet eens bij de vlinderlichte
aanraking van de kleine driftkop.
Het liicht klimt hoger, de dag ver
glijdt. Er schuift een wolk voor de zon
en dompelt de tuin in een naargeestig
grijs. Door de kastanjes vaart een sid
dering, bladeren tollen om en om, de
natuur trekt haar mantel dichter om
zich heen.
De natuur gaat in de dut, de zonne
bloemen gaan dood.
En de mezen? De weerlichtsnielle
zwartkopjes? Die hebben geen tijd voor
meditaties. De mezen hebben aange
nomen werk!
Vladimir Nabokov. „Pnin".
Hollandia, Baarn 1958.
De schrijver van dit kostelijke ver
haal met zijn curieuze naam, Vladimir
Nabokov, is in 1940 naar Amerika ge
ïmmigreerd na van 1919 af in Parijs
gewoond te hebben als uitgeweken Rus
Hij heeft verscheidene romans en ver
halen, die in Rusland spelen, geschre
ven, welke om politieke redenen
aldaar verboden zijn. Thans bedient
hij zich zowel voor zijn essayistische
werk als voor zijn verhalen van de
Engelse taal.
Professor Timofey Pnin is evenals
zijn schepper naar de V.S. getrokken
en doet aldaar zijn best Amerikaan te
worden. Hy doceert Russisch. Dat
aanpassen doet hij echter niet op de
slaafse wijze van de imitatie, maar
met volkomen behoud van de
eigen persoonlijkheid. Pnin is een
klein en onaantrekkelijk mannetje
naar het uiterlijk, maar hij is begaafd
met een groot aangeboren verstand,
een sarcastische kijk op zijn omge
ving, een fikse dosis moed en een
groot hart. Zijn ervaringen in het
Amerikaanse „college"-milieu, waar
het snobisme en de onna tuur welig
tieren, waar de kinderen de „vinger
komtest" moeten ondergaan en waar
men boeken als studiemateriaal hoopt
te verbieden om over te gaan op „op
de band opgenomen taal", zijn even
roerend als vermakelijk. Pnin moge
dan belachelijk gemaakt worden en
het onderwerp zijn van talloze anecdo
tes en imitaties van zijn collega's, hü
is met zijn stuntelige avonturen en
zijn eigenaardige zegswijze de ware
held van het verhaal aan wie men zijn
genegenheid van harte geeft. Want hij
is in het moderne Amerika voor
Europa, wat Don Quichot was voor de
ridderschap van de zestiende eeuw.
Friedrich Sieburg. „Napoleon. De
honderd dagen". Querido Amster
dam 1958.
De figuur van Napoleon, even aan
gebeden als verguisd, zal wel een nooit
geheel opgelost probleem van alle
tijden blijven. Het is dus geen wonder,
dat er voortdurend weer min of meer
op de historie gegrondveste romans
naast biografieën en beschouwingen
over deze Franse keizer geschreven
worden, waarin iedere auteur zijn
steentje wil bijdragen tot de volle be
lichting van deze uitzonderlijke ver
schijning.
Friedrich Sieburg heeft zijn leven
gewijd aan het bestuderen van nage
noeg alle belangrijke geschriften over
Napoleon. Dit boek, dat de ondertitel
„De Honderd Dagen" draagt, is het
resultaat van veertig jaar studie. Daar
merkt men gelukkig niets van. Sie-
burgs beschrijving, die men geen bio
grafie kan noemen evenwel stellig
ook geen roman is van een dynami
sche levendigheid. Hij tekent Napoleon
als een onvermijdelijk verschijnsel, dat
op welhaast natuurlijke wijze uit de
tijd is voortgekomen. Door gebruik te
maken van de z.g. „flashback", de
greep in het verleden, geeft hij de
volledige mens, ondanks het feit, dat
hij zich bepaalt tot de befaamde hon
derd dagen tussen Elba en St..-Helena.
Een zeer interessant en aanbevelens
waardig werk.
A. Jurriaan Zoetmulder. „Storm
over het Sticht". Nijgh en Van
Ditmar. 's-Gravenhage z.j.
Utrecht in de eerste helft van de
vijftiende eeuw. De bisschop is gestor
ven en de Hoeksen en Kabeljauwsen,
hier de Lokhorsten en de Lichtenber
gers. intrigeren over de opvolging.
Schepen Beernt Proys heeft ook hui
selijke moeilijkheden aan het hoofd,
want zijn zoon Aernt is met een
vreemdsoortige vrouw getrouwd, die
het verstand verliest als haar kind
dood geboren wordt. Deze Aleid sterft
echter, zodat Aernt nog een korte
spanne van echtelijk geluk gegund
wordt met Elisabeth Braem van Lans-
croon; een gang van zaken, die men
overigens al vóór de twintigste blad
zijde ziet aankomen.. Maar „er hingen
duistere wolken genoeg boven het
Sticht" en Aernt vindt zijn einde in
het gevang. Zonder deze roman geheel
te verwerpen, moet ik toch zeggen,
dat ik aan de oude Van Lennep de
voorkeur geef.
CLARA EGO INK.
Uw haar - vrl) van rees - met
anti-roos
Traital 3 bevat het pas-ontdekte apelium met
de sterke van roos bevrijdende eigenschappen.
Na 6 wekelijkse haarwassingen is de roos verdwenen.
Vraag TRAITAL 3
Voor de handel: N.V. HANDELMIJ. R. F. M. WERNEKINCK, A'dam
bloem (3a) of een bijou. En ook past
het model haar, die een randloze hoed
boven een chignon prefereert, waartoe
ze de angorarand terugslaat en de bol
van de hoed in de rand druikt (4). Wie
een zwarte wol en zwarte angora voor
dit model gebruikt, heeft een hoofd
deksel voor waarlijk universeel ge
bruik: als muts bij de sportmantel. als
12. In september 1885 kreeg het 17-
jarige Poolse meisje Maria Sklodowska
een betrekkingals lerares voor 40 roebel
per maand. Het was evenwel niet het
baantje, dat haar aanlokte, maar de
mogelijkheid, welke dit opende op een
wetenschappelijke loopbaan. Enkele ja
ren later werd bij aan de Sorbonne te
Parijs ingeschreven als studente in de
scheikunde. Hier leerde zij de 35-jarige
Franse fysicus Pierre Curie kennen, die
toen reeds als een groot geleerde werd
beschouwd. Zij traden weldra in het
huwelijk en nog nooit heeft de wereld
een vruchtbaarder wetenschappelijke
samenwerking beleefd dan van dit echt
paar wetenschapsmensen.
23. In 1895 ontdekte Röntgen de
naar hem genoemde stralen en spoedig
daarna ontdekte de Franse natuurkun
dige Becquerel de radio-actieve straling.
Dit bracht het echtpaar Curie ertoe de
4. Deze ontdekking veroorzaakte in de
gehele wereld enorme beroering. Het
echtpaar Curie werd tezamen met Paul
Becquerel onderscheiden met de Nobel
prijs. Maar midden in de vreugde werd
de arbeid van mevrouw Curie wreed ver
stoord door de grootste tragedie in haar
leven. Op donderdag 19 april 1906 werd
haar geliefde echtgenoot en trouwe me-
oorzaak daarvan op te sporen. Vooral
Marie Curie was onvermoeibaar. Vele
tonnen pekblende werden in de loop
van jaren uit Bohemen gestuurd en on
telbare proefnemingen gedaan, alles
onder primitieve omstandigheden in een
onverwarmde vliegtuigloods. Maar ein
delijk werd het onderzoek met succes be
kroond. In maart 1902 slaagde Marie Cu
rie erin eentiende gram zuiver radium
met het atoomgewicht 225 te produ
ceren.
dewerker bij een verkeersongeval op de
Pont Neuf gedood
5. Marie Curie trachtte haar leed in
het werk te vergeten. Zij zette haar on
derzoek voort en onderhield contacten
met de gehele natuurkundige wereld.
Aan eerbetoon ontbrak het haar niet.
Zij ontving 24 ridderorden en 116 uni
versiteiten verleenden haar een ere
doctoraat. In 1911 ontving zij voor de
tweede maal de Nobelprijs. Maar het
voortdurende contact met de dodelijke
stralen kostte haar het leven, temeer
waar zij bij haar arbeid niet de voor
zichtigheid betrachtte, welke zij haar
leerlingen voorschreef. Haar beenderen-
stelsel werd aangetast en op 4 juli 1934
kwam het einde van haar zeldzaam
vruchtbaar leven.
Recept: Julianapasteitje.
Blokjes oud brood 3cm. dik, 5 cm.
breed en 7 cm. lang) van boven een
rechthoekige inkerving geven en daar
na aan alle kanten in boter goudbruin
bakken.
Het ingesneden kapje er af lichten
en de broodjes voorzichtig uithollen.
Voor de kaasragoüt: 50 g. boter, 50
g bloem, liter melk of liter water,
2 bouillonblokjes en 200 g. in blokjes
gesneden kaas (belegen), zout, peper
en aroma.
De boter smelten, droog de bloem
er door roeren en met het vocht tot
Het pleit is beslecht. Het is herfst,
de zomer heeft ons verlaten, er is niets CIOÖF
meer aan te veranderen. Op de drem- C- L 1 y
pel van het nieuwe jaargetijde heeft Vdll 1ICI ZjCC
de vertrekkende nog geaarzeld, heeft
ons vriendelijk toegeknikt en dan leek
het op zo'n mooie stralende dag of het
najaar nog heel ver van ons was, maar
het was slechts een stille groet ten af-
scheid.
NA een afscheid valt er altijd een
stilte. Het is de stilte van die
ontspanning na de inispanming,
ook van de berusting, van het zich
schikken in het onvermijdelijke.
De natuur om ons heen vertoont on
geveer een zelfde beeld zij het dan,
dat we haar niet met menselijke maten
kunnen meten. Is onze tuin geen dui
delijk voorbeeld van die overgave aan
iets, waaraan eenvoudig niet is te ont
komen? Staan er de bomen niet gro
tendeels ontbladerd, terwijl de rest van
hun vracht slechts wacht op de eerst
volgende herfststorm, die dan korte
metten met ze zal maken? De linden
dragen prachtige gele bladeren, maar elk
bladsteeltje zit nog maar met een heel
dun kur klaag je aan de tak verbonden
en maar weinig is er nodig om hun la
biel evenwicht te verbreken. Onze
krentebomen wachten zelfs niet op dat
laatste zuohtje en laten hun goudgele
blaadjes zo maar los en als onze tuin-
merel zich met een sprongetje van zijn
tak afzet, dwarrelt er een hele verza
meling van die leikleurige dingen naar
omlaag.
IEDER wingerdblad aan de muur is
nu een wonder van tinten rood en
geel, door lichte nerven tot kleurige
eilandjes gegroepeerd. Telkens breekt
er een van zijn ankerplaats, duikelt
naar beneden en laat een armzalig
rood steeltje achter. Een muur vol
dunne rode vingertjes, schamele rest
van wat maanden lang een prachtig
kleurenpatroon was. De geluidloze val
len accentueert de grote rust, die thans
over de natuur is gekomen. De tuin ligt
in alle vroegte onwennig te knipperen
tegen het doorbrekende daglicht, zijn
donkere gras is nat. het is kil en onze
voetstappen blijven 'erin staan.
De laatste oosmeeën, wit en roze, en
de chrysanten hebben nog stand ge
houden, maar hun dagen zijn geteld.
Alleen de co taneaster heeft zich ge
kleed in het uitbundige rood van zijn
bessen en trotseert alle narigheid van
koude, mist en motregen.
Maar ln een hoek van de herfsttuin
daar waar het gros de border raakt,
bloeien nog de laatste echte zomerkin-
deren. Daar rankt de oostindisohe kers
tot boven de schutting uit met bloemen
geel en rood en oranje en verlevendigt
het prachtige mozaïek der grote ge
zonde bladeren. Zoet is hun zomerse
geur en veel gezocht zijn ze zelfs nu
nog, als de ochtenzon de al schaarser
wordende bijen lokt. Tot boven in de
herfstasters slingeren zich hun frisse
stengels en weten zelfs te reiken naar
de oude zonnebloemen, die het moede
hoofd laten hangen.
hoed bij de middag japon. Met ge
kleurde wol bol en rand van
dezelfde tint of van contrasterende
kleur zijn de aardigste effecten te
verkrijgen. U heeft er 25 gram dunne
twee draadswol en een bolletje (14 15
gram) angorawol voor nodig, plus een
dikke haaknaald.
Werkwijze. Het hele mutsje wordt in
vasten gehaakt. Zet drie losse op en
steek in de eerste steek in. Haak al
meerderend in *t rond, totdat u een
vlak rondje van 16 centimeter middel
lijn heeft Vouw het rondje dubbel
door het 'middelpunt en de laatste
steek, die u gehaakt heeft. Steek een
speld (of maak een merkje met een
gekleurde draad) aan de kamt, die pre
cies tegenovergesteld is aan de laatst
gehaakte steek: de speld of het merkje
geeft het midden van de voorkant aan.
Haak verder en meerder aan weerskan
ten van speld of merkje, op een af
stand van 6 centimeter, 1 steek. Meer
der. om de andere toer. telkens 1 steek
boven deze eerste meerderingen. Als
de muts van de top af 27 centimeter
hoog is, wordt middenachter afge
hecht. Ga verder met de angorawol en
begin 9 centimeter rechts van het af-
hechtsel. Haak zonder meerderir/ren
tot op 9 centimeter van het midden
van de achterkant. Keer het werk om
en haak terug tot op 3 centimeter van
het middenachterpunt. Keer het werk
andermaal om en haak nu verder
steeds rond zonder meerderingen, tot
de rand, gemeten aan de voorkant, 11
centimeter breed is of de angorawol
bijna op. Eindig middenachter Vouw
een zoompje van drie of vier toeren
naar buiten om en haak dit op de muts
vast (of naai het vast met angorawol).
Pers de muts en indien u uw hand
werk niet voor uzelf heeft bestemd,
maak er dan een keurig pakje van,
dat op Sinterklaasavond zijn bestem
ming krijgt.
J. V.
Die goeie ouwe zonnebloemen, ze
hebben hun tijd gehad. Als zonaan-
bidders werden ze geboren, een zomer
lang hebben ze ons verrukt door hun
snelle groei, hiun prachtige gestalte,
hun forse bladeren en koninklijke kleu
ren maar in hun machtige bloemschij-
ven is nu het vuur geblust, hun om
windselbladeren verharden en ver
schrompelen gelaten wachten ze op
het onvermijdelijke, het einde.
SIET! siet! daar komen twee zwart
kopmezen aangesnord. Prrrr!
herfst of geen herfst, er is werk
aan de winkel! Prrrr! Laat de zonne
bloemen maar treuren, zij, de zwart
koppen hebben geen tijd om te rusten.
Siet! siet! een zonnepit! Is diat even
wiat!
Weergaas vlug, licht als een veertje,
doen de kleine dingen him werk. Lou
ter balletjes van veren, met een klein
rond kopje, een recht staartje en
naaldifyne pootjes, die nooit misgrij
pen, zo vliegen ze af en aan, wirrelen
om de zonnebloemgezichten heen. zo
razend snel, dat de arme sukkels er
draaierig van worden. Prrrr! boven op
de bloem, prrrr! onder aan de bloem,
tintelend van leven roepend naar el
kaar met korte heldere toontjes.
Dan rrrr! weg zijn ze en geen mens
kan zeggen, waar de tuin ze heeft op
geslokt. Hun ijle stemmetjes klinken
nog op verre afstand maar dan is ook
dat geluid verdwenen en ligt de tuin
u-eer stil en verlaten. De kreniteboom
laat voorzichtig twee blaadjes vallen.
WAAR zouden die mezen nu zit
ten? Een zonnebloemgezidht
kijkt scheef onder zijn verdorde
pruik de tuin in. Dat gezicht is geha-
fabrikaat
Parijs, november '58.
Nee, het zijn niet zes verschillende hoofddeksels, die u hier ziet
afgebeeld. Al die modellen zijn een en dezelfde muts, die op verschil
lende manieren gedragen kan worden. En.die u zelf met een
beetje wol en een haaknaald in vier a vijf uur tijds kunt maken. Het
is bovendien een handige muts: hij is zo slap en zacht dat u hem in
uw zak kunt stoppen, wanneer het u in de zin komt.
Bovendien is het een muts, die alle
types past: het jonge meisje dat een
gezellige, oorbediekkende puntmuts voor
koude dagen wenst (1), de jonge vrouw
die graag een muts van iets minder
jeugdig aspect heeft en daarom de
brede angorawollen rand terug slaat
(2) en daarbij misschien de punt plat
drukt en een bijou op de rand steekt
(2a)heit elegante type dat het mutsje
als een echte hoed wil zien en het ho
rizontaal opzet, de bod platdrukt op het
hoofd en de rand oprolt, zodat ze een
canotier verkrijgt, die ze al dan niet
garneert met een ripslint (3), een
Wanneer men na het weekeinde eens een kykje zou nemen in afval- of
schillenenuners en al het oude brood, dat is weggegooid, bijeen zou leggen, zou
vast iedere huisvrouw, by 't zien van die reusachtige broodberg, schrikken van
die vreselijke verkwisting. Want dat is het! Al zal dat oude brood in vele
gevallen nog wel als veevoer gebruikt worden, wy zelf kunnen er thuis toch nog
de heerlijkste gerechten mee maken en zyn dan eens een dag niet duur uit!
We kunnen by soep geroosterde blokjes brood geven, we kunnen er sandwiches
met kaas van maken en deze aan weerszijden in de koekepan in boter bruin
bakken, brood leent zich voor allerlei nagerechten als broodschoteltjes, brood
puddingen, wentelteefjes enz. en we kannen er zelfs pasteitjes van maken! De
beschrijving hiervan vindt U onder het weekmenu van deze week.
ZONDAG i kaasbouillon met ei, gehakte biefstuk, rode kool, aardappelen;
appelmoes vanillevla.
MAANDAG l stamppot rauwe andijvie, spek; yoghurt met vruchten.
DINSDAG i gegratineerde bloemkool, gesmoorde aardappelen; appel-
pannekoekjes.
WOENSDAG i omelet (gekruid), witlofsla, peterseliesaus, aardappelen.
DONDERDAG I gehakt, spruitjes, aardappelpuree; yoghurtvla.
VRIJDAG t Julianapasteitje, savoyekool, rauw gebakken aardappelen;
fruit.
ZATERDAG winterse rijstschotel met champignons, sla; twee kleurenvla.
een gladde saus koken. Van het vuur
af de blokjes kaas toevoegen (zonodig
even verwarmen in de saus, maar niet
doorkoken). De saus op smaak afma
ken met peper, zout en aroma. De
pasteitjes met de ragoüt vullen, het
kapje er weer opleggen en het gerecht
opdienen.
Recept: Winterse rijstschotel met
champignons.
300 g. rijst, 6 dl. water, bouillon
blokjes, 30 g. boter, 3 eetlepels
fijngehakte uitjes, 150 cham
pignons, boter, een uitje, zout en
peterselie, 6 middelgrote struikjes
Brussels lof, kg. winterworte
len, boter, zout en peterselie.
Het water met de bouillonblokjes,
de boter en de uitjes aan de kook
brengen. De ryst er in strooien en de
deksel op de pan doen zodra het water
weer kookt. De ryst in 20 minuten
zachtjes gaar koken. Ondertussen van
de struikjes lof de buitenste blaadjes
verwijderen en met een spits mes de
bittere hartjes uit de stronk snyden.
De wortelen aan schijven snijden en
even in zeer hete boter wat zacht laten
worden. Er daarna iets water bij gie
ten, wat zout toevoegen en de struikjes
lof er boven op leggen. De groente
samen gaar smoren. De champignons
schoonmaken en in schijven snyden.
Met de fyn gesnipperde ul even in
hete boter fruiten. Wat zout en
citroensap op smaak er door doen en
de champignons in 10 min. gaar
laten worden. Tot slot er de zeer fijn
gehakte peterselie doorheen roeren.
De ryst in een rijstrand doen, goed
aandrukken, op een schotel keren. De
champignons met het vocht erin leg
gen en de rand zelf bedekken met de
lof en schijfjes wortelen en bestrooien
met de rest van de gehakte peterselie.
Is het geheel wat te droog, dan kan
men er een boterjus bij geven.