AMERONGEN
1918
r
GELIJK OF
ONGELIJK?
DE
WERELD
KEEK NAAR
Daarivaar gekke dingen gebeurden
V
Herinnering aan
WOORD
VAN
BEZINNING
Zaterdag 15 november 1958
Am Ïl'-L- ^At -
Wilhelm II:
ter gelegenheid van zijn 75ste
verjaardag in volle uniform-»
glorie
Een bericht van 11 november
1918:
Uit Maarn meldt men ons: de
ex-keizer zal hedenmiddag 3 uur
24 aan het station te Maarn, op
het derde spoor aankomen.
Vandaar begeeft hij zich per
auto naar het oude kasteel „Ame-
rongen" van graaf Altenburg
Bentinck. Een zoon van deze
graaf is officier bij de Duitse
Marine. Een andere zoon is in de
Nederlandse diplomatie.
Hij is een "bejaard man nu, deze
andere zoon": graaf C. Bentinck,
73 jaar oud. Hij woont in het pa
triciërshuis „Walburg" te Ameron-
gen, op een steenworp afstands
van het grote kasteel met de dub
bele slotgracht. In dat kasteel
woont zijn broer, die een Duitse
marine officier was. En die, toen
ik al bij de deur was om weg te
gaan, achteloos vroeg: ,Jlookt U
misschien een sigaar
Graaf Carlos Bentinck zit in zijn
ruime kamer met de rug naar het
licht. Zijn gezicht is een vage vlek,
zijn stem komt van ver.
„Ja", zegt hij, „Ik kan me dat
nog wel herinneren. Op zondag, om
een uur of half twee, kwam er een
telefoontje. Het was de commissa
ris van de Koningin. Hij drong er
op aan dat de Keizer met zijn ge
volg, op het kasteel geïnterneerd
zou worden
Maandag, even voor donker
kwam hij aan. In burger, 's Avonds
aan tafel, was hij in uniform. Dat
deed hij trouwens altijd. We had
den allerlei faciliteiten gekregen.
We kregen benzine. En levensmid
delen, want mijn vader had gezegd,
toen de commissaris opbelde, dat
het onmogelijk roas. Met die facili
teiten ging het toen wél".
Zijn stem zakt weg en zijn gedach
ten verliezen zich in de tijd, toen hij
als jong diplomaat zijn ziekteverlof
verlengd kreeg om zijn vader in al de
verwikkelingen bij te staan. Zijn be
noeming bij het Vaticaan ging daar
om niet door, het spijt hem nu nog..
„Nee, de Keizer was niet somber
of teneergeslagen. De eerste tijd was
hij alleen. Daarna kwam ook de kei
zerin. Die maakte zich wel zorgen.
Over de uitleveringskwestie
De Duitse ex-Keizer Friedrich Wil
helm II Viktor Albert, die op 27 ja
nuari 1859 in Potsdam het levenslicht
zag, was van heerser een bezienswaar
digheid geworden in het door 24 rijks
veldwachters van tamelijk middelbare
leeftijd en vier rijksrechercheurs be
waakte kasteel te Amerongen, een
dorp waar het grafelijk gezag nog wel
haast ongeschonden bestond, in die
tijd.
Gepensioneerd
gemeenteveldwachter
Freerk Stob
De keizer doodschieten
In het najaar van 1919 kreeg veld
wachter Freerk Stob, die vlak bij het
gemeentehuis woonde, een vreemde
klant in zijn cel, die bij de muren van
het Kasteel Amerongen was aange
houden. Freerk Stob verstond hem
niet, maar hij vermoedde, dat het een
Rus moest zijn.
„Ik was duvels nieuwsgierig", zegt
hij; „En daarom haalde ik do vrouw
Poort Kasteel Amerongen met rentmeestershuis.
„Maar tegenwoordig", zegt de 67-
jarige Freerk Stob, die in 1916 in
Amerongen veldwachter werd, „maar
tegenwoordig, och, het maakt niets
meer uit of het nu de graaf is of me
neer Jansen".
Freerk Stob vond het wel een lollige
tijd. Een tijd in elk geval, waarin
Amerongen van een volslagen onbe
kend dorpje een plaats werd waarnaar
de wereld keek. Het hotel zat vol met
Nederlandse en buitenlandse journa
listen. Ze kwamen allemaal om de
Keizer te zien.
Er kwamen ook anderen, om de
Keizer neer te schieten of hem te ont
voeren
INGANG KASTEEL AMERONGEN
van dokter Waller erbij. Dat mocht
natuurlijk niet, maar die sprak Rus
sisch. En als politieman (bij dat woord
recht zich zijn rug en komt er een fel
le glinstering in zijn heldere blauwe
ogen), als politieman heb ik toen iets
heel lelijks gedaan. Met een ladder
heb ik mevrouw Waller, die naast ons
woonde, over de muur geholpen en
haar bij de Rus in de cel gebracht".
Een doktersvi-ouw, moeizaam klim
mend langs een ladder, over de muur,
in de cel. Met een Rus. Dat gebeurde
in die dagen in het zo rustige en on
bewogen levende dorp Amerongen
En van de doktersvrouw kreeg
Freerk Stob het verhaal, dat zijn
nieuwsgierigheid bevredigde: zijn ar
restant was een betaalde moordenaar.
Hij moest de Keizer doodschieten. Het
duurde niet lang of hij had ontdekt,
dat de Keizer altyd wandelde vlak
achter een muur, die de Orangerie van
het kasteel scheidde van de openbare
weg. Daar behandelde hij met zijn ad
judant Von Ilsemann de post
Met een laddertje klom de Rus te
gen de muur op toen de Keizer vlak
by hem moest zyn.
Even later sprong hy haastig weer
naar beneden. Hij kón het niet Zyn
revolver heeft hij in de Rijn gegooid.
Freerk Stob weet niet meer wat er
van de Rus tenslotte is geworden.'
Er gebeurden gekke dingen in die
tijd", zucht Freerk Stob. „Ik had er
dagboeken van moeten aanleggen".
Gekke dingen
De fooienbus werd gestolen en pas
veel later vond iemand hem leeg in de
droge slotgracht, de bewapening van
de Keizer, een paar revolvers, verdwe
nen uit zijn auto. Er werd zelfs -
Freerk Stob vertelt het glimlachend,
terwyi zyn vrouw bedenkelijk haar
hoofd schudt - er werd zelfs in de
auto van de Keizer gewaterd
Er kwamen tientallen Duitsers, die
■loh nog steeds aan de Keizer - zoals
ZIJN de mensen in diepste
wezen gelyk of ongeiyk
aan elkander? Dat is een
oude strijdvraag, waarop nog
steeds geen definitief antwoord
is gegeven.
Als die vraag ons wordt voor
gelegd, is onze eerste reactie:
Natuuriyk ongelyk. Wat een
bonte verscheidenheid van men
sen loopt er reeds op onze Ne
derlandse straten rond. "En by
een internationale ontmoeting is
de variëteit nog groter. Er zyn
geen twee mensen op de wereld,
die precies eender zyn in uiter-
lyk, in houding, in karakter en
aanleg, in ontwikkeling en be
zit. Dat maakt het omgaan met
mensen aan de ene kant zo
moeilyk, maar aan de andere
kant ook zo boeiend en leer
zaam. Het hanteren van cijfers
en jaartallen, van machines en
materiaal kan op de duur een
tonig worden. Maar het omgaan
met mensen is vol verrassing en
afwisseling. Iedere dag doet
men nieuwe ervaringen op,
want de verscheidenheid onder
de mensen is onbegrensd.
Ieder, die met mensen om
gaat, zal daarmee rekening
moeten houden, anders wordt
hy onrechtvaardig. Verstandige
ouders weten, dat zy ieder van
hun kinderen op een aparte
manier moeten aanpakken, de
een met een vriendelyk woord,
de ander met een streng gebaar.
Goede onderwijzers en leraren
weten, dat zij van alle leerlin
gen niet dezelfde prestaties mo
gen verwachten; het ene kind is
nu eenmaal begaafder dan het
ander. Rechters zullen by ge-
lyke delicten lang niet altyd
zy die hadden gekend - vastklampten.
Zy wilden hem spreken, zy kregen
hem niet te zien. En dan ging ge
meente-veldwachter Freerk Stob met
groepen van twintig, dertig, ja soms
veertig Duitsers op stap, eerst naar de
trein en dan by Zevenaar de grens
over.
„Het was net een gekkenhuis",
zegt de gepensioneerde veldwachter
Stob voldaan. „Ik had er dagboeken
van aan moeten leggen".
En hy verhaalt:
„Echter, de gestolen fooienbus,
het wateren in de auto, het stelen van
de revolvers en zelfs het verhaal van
de betaalde Russische moordenaar,
vallen in het niet by de operette-ach-
tige poging om Wilhelm II te ontvoe
ren, in de allerprilste aanvang van
het jaar 1919.
Op woensdag 1 januari arriveerden
enkele auto's met een achttal Ameri
kaanse officieren bij het kasteel, tegen
de tijd, dat de Keizer op het punt
stond aan tafel te gaan. Aanvoerder
van het groepje was kolonel Luke Lea.
Het waren drieste lieden, deze Ame
rikanen. Zy eisten op hoge toon („zy
waren héél brutaal", zegt Freerk Stob)
toegang tot het kasteel, maar zij kon
den niet naar binnen. De poorten van
het Amerongse bastion waren herme
tisch gesloten. En de ryksveldwachter,
die de heren tegenhield, schrok zo van
hun grote mond, dat hij onmiddellyk
de wacht in het geweer riep: de com
plete wacht van 24 man met karaby-
nen. Twee Amerikanen werden niette
min doorgezonden naar het huis van
rentmeester Geerlings. En deze haalde
graaf Carlos Bentinck erby.
Graaf Carlos zegt, in zyn stille ka
mer in huize „Walburg": „Ik vertelde
de heren natuurlijk dat het uitgesloten
was, dat zij de Keizer te spreken zou
den krijgen. Ze waren zeer ontstemd
en voegden er nota bene aan toe, dat
zij de Keizer niet alleen wensten te
zien, maar hem wilden meenemen om
hem als kerst- en nieuwjaarsgeschenk
aan het Amerikaanse volk te tonen.
Enfin, ik lachte daar natuuriyk om en
zei tenslotte, dat ik hun verlangens
zou mededelen aan de burgemeester
Die was er snel, want hy stond juist
op het punt om naar het kasteel te
komen om by de Keizer te eten, zoals
dat zo vaak gebeurde.
dezelfde vonnissen vellen. De
schuld van de ene overtreder is
groter dan die van de ander.
Zelfs de overheid legt haar on
derdanen niet dezelfde lasten
op. Uit billijkheidsoverwegingen
laat zy de sterkste schouders de
zwaarste lasten dragen.
Hoe meer het maatschappe
lijk leven zich ontwikkelt, des
te meer moet met de ongelyk-
heid der mensen rekening ge
houden worden.
Geldt deze overweging ook
voor de Kerk? Als de verschei
denheid onder de mensen zo
groot is, staan zy dan allen wel
onder Gods geboden of krijgen
sommigen er dispensatie van?
Is het Evangelie de bevrydende
boodschap voor iedereen of
kunnen sommige mensen het er
zonder doen? Kan de Kerk het
met die voormalige Duitse ko
ning zeggen, dat in zyn ryk
iedereen op zyn eigen manier
zalig mag worden?
dWfIWWHHM
In de by bel wordt met de
verscheidenheid der mensen
terdege rekening gehouden. Je
zus heeft gezegd, dat de dienst
knecht, die de wil des Heren
wel geweten en toch niet ge
daan heeft, een zwaarder straf
zal ontvangen dan degene, die
de wil niet heeft geweten.
Daarom behandelde Jezus de
schriftgeleerden op een andere
manier dan de tollenaren.
Maar in de grond der zaak
zyn alle mensen voor Hem ge
lyk. Het zyn allen mensen, die
niet beantwoorden aan de
norm, die God hun gesteld
heeft. En tegelyk zyn het allen
mensen, die van Zyn barmhar
tigheid moeten leven. Als het
er op aankomt zitten ze alle
maal in dezelfde bank en staan
allemaal in dezelfde hoek.
In werkelijkheid verschillen
wy niet veel van elkaar. Het le
ven van ons allen wordt door
dezelfde gevaren bedreigd; we
hebben tegen dezelfde ondeug
den te vechten, wy maken vry-
wel dezelfde angsten en zorgen
door. Als we ziek worden, heb
ben wy hetzelfde kleine hartje.
En als wij sterven gaan, moeten
wy allen door dezelfde poort
van de dood.
Daarom verkondigde de Kerk
aan alle volken en rassen: Daar
is één Heer, één geloof, één
doop, één God en Vader, die
daar is boven allen en door al
len en in allen.
D. J. Voseers,
Herv. Predikant te
Leiden.
Huis met water: Huize Doorn
Eigenlyk is er toen niets meer ge
beurd. Ze zyn weggegaan. Als souvenir
hebben ze de asbak van de rentmees
ter meegenomen. Ik weet niet meer
hoe die eruit zag
Hoe die asbak eruit zag
Graaf John Bentinck, die op het
kasteel woont, weet het nog wel.
„Een koperen asbak, met een vos er
op, die een pyp rookt. Het was nogal
een raar ding. Later zyn er in de
Amerikaanse kranten nog grote ver
halen over gekomen. Zy schreven, dat
het een aandenken van de Keizer
was.... Alles bij elkaar zyn de offi
cieren hoogstens drie kwartier ge
weest".
Tja, het waren sensationele din
gen, die in Amerongen gebeurden. De
kranten schreven over zoeklichten en
mitrailleurs, over een wacht van hon-
derdvyftig twee honderd man. En
het was allemaal niets meer dan 24
rijksveldwachters van middelbare
leeftijd met karabynen bewapend....
Toen de Keizer in mei 1920 verhuis
de naar Huize Doorn, om daar zyn le
ven te slijten, keerde in Amerongen de
rust weer. De journalisten trokken af.
Er reden geen boerenwagens meer met
fotografen, die onder het hooi verstopt
waren. De hekken van het kasteel gin
gen weer open en de slotgracht droog
de steeds verder uit.
Maar de schilder Teun Kyffiue,
getrouw dienaar van het kasteel,
laat nog met graagte het plekje
zien, terzijde van de Orangerie,
waar de ex-keizer Friedrich Wil-
helm II Viktor Albert, zich in de
ochtenduren met houthakken en
zagen vermaakte. Hij rukt met een
fors gebaar de braamranken weg
en wijst op een stapeltje keurige,
gelijke blokjes: „Door meneer zelf
gezaagd", zegt hij kort. En hij
zwijgt verder. Meneer zelf is op 4
juni 1941 in Doorn overleden.
Tgdens de eerste wereldoorlog van links naar rechts: Hindenburg de Keizer Ludendorfl