„EEN EN AL MUZIEK" ZETTE, MET DE
ZON, LEIDEN IN EEN GLOED VAN KLEUR
Zonovergoten, boeiende optocht
T\
PAKKENDE MELODIE OP NOTENBALK!
Variatie
gaf
duizenden vreugd
II(i ring en
wittebrood
Gisteren vonden opnieuw talr ijke
Leidenaars de weg naar de Waag
Wijk II B.B. als enig collectieve groep
ZATERDAG 4 OKTOBER 1958
Gewoonlijk beluisteren wij „Eén en al muziek"
in de concertzalen: wij worden er daar diep
van doordrongen.
Thans luidde de klok „Eén en al muziek" in de
Leidse straten: muziek zagen wij glorieus uitge
beeld, muziek klonk al even glorieus!
Commanderende dirigent was de heer Com
mandeur. „Componisten" de heren H. de Wilde
en P. Herfst.
Een prachtig idee had zich voor de zoveelste
optocht ontwikkeld. Over de joyeuze notenbalk
balanceerde een pakkende melodie in 3'lOe maat,
die als een schlager insloeg en daarom de emoties
van het gespannen kijkende en luisterende audi
torium hoog deed opslaan, een kleurige en fleurige
variatie op het aloude „optochten-thema", dat
hierdoor een volkomen nieuw en fris leven werd
ingeblazen.
Even veelzijdig en fantasievol als de muziek
zélf was deze optocht, waarvan het gehalte het
woord van een onzer onmuzikale vrienden „Mu
ziek is voor mij onnodig gedruis" volkomen
loochenstrafte.
Wie, om met de Operette-componist Robert
Stolz te spreken, van lichte en zware muziek
houdt, alléén van de „goede" en vanzelfsprekend
niet van de „slechte", kon bij deze optocht zijn
hart ophalen. Daarbij alle componisten dankbaar
zijn voor al hetgeen, waartoe zij ditmaal anderen
inspireerden en waarvoor hun tenslotte een ge
rechtvaardigde hulde werd gebracht door middel
van die schitterende praalwagen, gesierd met een
enorme harp: de manneiG die met hun wondere
muziektaal de harten der mensheid tot harmonie
brengen en, gelijk Beethoven, het „alle mensen
worden broeders" waar trachten te maken!
Wie had dat nu kunnen denken?.
Onder een felstralende herfstzon, die al wat Leids is, onverwacht in een
bad van helder licht zette, kon deze boeiende optocht met enkele bijzon
dere verrassingen, zich presenteren.
Verrassingen inderdaad: want namen er niet de Schuttersmuziek uit Bolsward
en het bataljon van „The Highland Light Infantery's Pipe Band" aan deel?
Vooral deze Engelse doedelzakspelers, waardig en soepel marcherend in hun
groene „kilts" en met hun breed-wapperende plaids op de rug, vormden een
attractie apart, een nobel élitekorps, dat een heel speciale noot in deze van noten
vervulde optocht bracht en de sfeer van het bergachtige Schotland binnen de
Leidse wallen toverde.
Wü mogen het bestuur der 3 Octobervereeniging wel erkentelijk zijn voor deze
introductie, waaraan de duizenden, die als ieder jaar van heinde en ver
gekomen waren om het hoogtepunt van het festijn bij te wonen, zich de ogen
uitkeken.
Ook die Bolswarders maakten een
best figuur. Sinds 1881 houden zij een
schone traditie hoog! Het was goed ge
zien. ook hen een ereplaats in dit fleu
rige geheel te gunnen: met hun wit-
bépluimde chaco's en zwart-rode uni
formen, deden zij de oude tijd herle
ven
Die oude tijd manifesteerde zich ook
in talrijke andere figuren: wie zag niet
de „getrouwe" dienstbode met haar
witte muts en schort, tegenwoordig een
legendarische figuur, naar wie vele
huismoeders zullen snakken, maar die
voorgoed van het tapijt verdwenen is....
Of de „klabak" van weleer, indertijd
de bekende persoonlijkheid onder alle
dorpelingen, die ondanks zijn gemoede
lijk uiterlijk, er toch danig de schrik
in kon houden? Dan nog de „rasechte"
koetsier op de militaire huifkar en de
marketenstertjes, wier vriendelijke aan
wezigheid het oorlogsspel van weleer
wat opfleurde.
Zij allen paradeerden achter de praal
wagen der Muzen, waarin talrijke kunst
godinnen een ereplaats gevonden had
den. Wie zag niet Kïeio. Euterpe,
Thlaia. Melpomene, Terpsichore, Erato,
Polyhymnia, Ourania, Kaliope en
Apollo, zonder wie het leven een saaie
en duffe boel zou zijn? De Olympos en
de Parnassos hadden zij voor een mid
dag verlaten, om de Leidenaars van
haar inspirerende schoonheid te laten
genieten.
Het leek. of de glanzende oktoberzon
die schoonheid extra verlevendigde!
Hongaarse romantiek
EEN hèèl ander aspect bood de Hon
gaarse kapel uit het „goede" Hon
garije van weleer, toen iedere Hon
gaar nog onbezorgd kon genieten van
romantiek bij maneschijn enzigeu-
nermuziek. opzwepend of weemoedig.
Het tegenwoordige Hongarije heeft
van die onbezorgdheid niet veel weet
meer: des te zoeter om zich nog even
te vermeien in het „hoe het wès, hoe
het „kón zijn".
De vloeiend gestreken viool van Pri
mas La los Velmey was het Amster
damse ..Evtuse". waar hij gewoonlijk te
beimVtrr; -> valt. ontvlucht en klonk nu
op in de Leidse straten, die wel héél
wat gewoon zi.in, maar nog nooit met
een onvervalst Hongaars strijkje hadden
kennis gemaakt. Dit was een groep naar
ons harti het bloed gaat onmiddellijk
sneller stromen, alle Hollandse nuch
terheid, zo zwaar op de hand. smolt weg
als sneeuw voor de zon! Wat komt
daarnu om de hoek?
Ha: Kloris en Roosje, charmant
bruidspaar in de hoge kleurig versierde
sjees, omringd door hun aanhang, kent
natuurlijk iedereen!
De boerenkapel in de Jan Plezier
speelt de vrolijkste wijsjes. Thomasvaer
en Pieternel en alle juichende bruilofts
gasten zijn van de partij. Het is een
gezellige en opgewekte bedoening, ty
pisch Hollands, waarvan iedere toe
schouwer in z'n hart graag zou willen
mee profiteren. Men moet echter het
vrolijke gezelschap voorbij laten trek
ken .zonder zélf een neutje brandewijn
door de keel te jagen
ONS land is niet bijzonder opera-
kundig. Er is evenwel één opera,
waaraan tallozen hun hart ver
pand hebben.
De meesterschepping van Bizet: Car
men!
En deze Carmen troonde hoog op
haar balkon met rond zich geschaard
alle personages die. in haar wilde leven
een rol speelden: Don José en Michaëla
vanzelfsprekend in de eerste plaats. De
sigarettenmeisjes en de smokkelaars, die
zich in het Spaanse land zo danig roe
ren, waren niet vergeten Een schilder
achtig brok leven uit het vurige Sevilla,
waar zich mettertijd de tragische liefde
ontwikkelde, waarvan Bizet zulk een
geniaal beeld gaf.
Ditmaal gelukkig eens niet Span
jaarden, die het de Leidenaars in 1574
zo lastig maakten!
Het circus komt
Van de hak op de tak: het circus
komt!
Dat ging vroeger anders toe, dan te
genwoordig! In kleine plaatsen kunt ge
't vooral in het buitenland nog
wel beleven, dat alle circusmensen in
lange stoet hun entrée maken en al
leen al daarmee, een run op kassa ver
oorzaken.
Daar gaan ze voorbij, in alle bonte
verscheidenheid, met in het centrum
de circuskapel, die de gemoederen tot
het uiterste opzweept!
Iedereen is bij de hand. van de beren
en de Lilliputters tot de acrobaten en de
clowns toe. En wie kijkt niet vol be
wondering naax de hoogeeohoolrijder
Het gebeurt in Leiden nooit dat er
een opera opgevoerd wordt, maar
in de optocht was er een opera te
zien: Carmen.
en -rijdster, allen onder het wakend
oog van de directeur en de directrice,
zich bewust van hun voornaamheid, met
als een trots ouderpaar, alle circuskin
deren om zich verzameld.
De woonwagen is niet vergeten: van
het achterbalkon af koekeloert een héél
gezin naar buiten .Straks zullen ook zij
de burgers, boeren en buitenlui verba
zen met hun kunsten, nu is 't nog een
rustig „voorspel", dat toch al verlok
kend genoeg is, om iedereen nieuws
gierig voor de avondvoorstelling te ma
ken.
t m* i it
Enkele leden van de circusfamilie
in hun charmante kledij.
k
WEE scherp contrasterende „muzie-
ken" vormden het besluit: de
Weense wals en de hedendaagse
jazz: de eerste gesymboliseerd door de
„Prater", het wereldberoemde amuse
mentspark in de Oostenrijkse hoofd
stad, de ander door een praalwagen,
die de moderne muziek verbeeldt. Bie-
dermayertijd tegenover het heden. Wie
een beetje gevoel voor poëzie heeft,
houdt het op het eerste, toen Schubert
het nog voor het zeggen had en de
M°xicanen en Mexicaansen uit Texas
in het „oude" Europa nog niet aan bod
waren.
De Weense walsen van de vele Straus-
sen hebben In de loop der jaren veel
harten in beroering en miljoenen men
sen tot elkaar gebracht. De moderne
dansmuziek kan daar nauwelijks tegen
op. al wil de jeugd van „die oude rom
mel" niet meer weten. Hoe dan ook:
oud zowel als jong kwam ditmaal volop
aan z'n trek!
Als imposant besluit de hierboven al
gesignaleerde „Ode aan de muziek" in
veelkleurige schittering met een groep
componisten, wier namen iedere mu
ziekliefhebber doet watertanden: van
Sweelinck af tot Moessorgski toe. Wie
bij het zien van al deze beroemde man
nen niet volkomen doordrongen werd
van het „Eén en al muziek", was geen
knip voor de neus waard. Voor hem zal
de muziek voor altijd een gesloten boek
blijven!
Misschiendie vriend, over wie wij
in de aanvang schreven en die wel wel
nooit tot de „muziek" in het algemeen
zullen kunnen bekeren!
Hèm zal ook deze optocht niets ge
zegd hebben.
Gelukkig behoort hij tot de droeve
uitzonderingen!
Zon: grootste geschenk
ZO is ook deze optocht, gedompeld in
ideaal herfstweer, hèt succes van
het 3 oktoberfeest geworden.
Wie deelnemers en deelneemsters vro
lijk voorbij zag trekken, wie oog had
voor de kranige stap van alle muzikan
ten de groep der Schotten in het
éérste gelid en daarbij kennis nam
van alle moeite en zorg aan het ge
heel, mag zich in de handen wrijven
over deze uniek mooie middag!
Ach: natuurlijk zouden er ook aan
merkingen te maken zijn. Zo het veel
vuldige oponthoud als gevolg van de
„dronk", die hier en daar naar het
aloud gebruik moest worden aangebo
den en de hiaten, die als gevolg daar
van af en toe ontstonden.
Voor de kijkers is dat niet zo hèèl
prettig, maar wie zou daar bij zoveel
goeds .zowel visueel als auditief, over
kniezen?
Een fraaie wagen was een ode 1
aan de muziek. Knap steekwerk
van dahlia's dwong veler bewon
dering af.
Leiden heeft prachtige uren beleefd,
waarbij onze grootste erkentelijkheid
mag uitgaan naar de zon. Zij over-
glansde alles met een gulden gloed en
gaf daarbij blijk, de Sleutelstad een bij
zonder goed hart toe te dragen. Dat
verrassende geschenk mogen wil niet
vergeten!
„Doorlopen alstublieft.
Ook verderop kunt u de ha
ring krijgen.
Heerlijke, zachte malse ha
ring.
Vrolijk klonk de stem van de
zwart gepande, met hoge hoed en
wit-rode rozet getooide microfo-
nist door het Waaggebouw. On
getwijfeld met veel succes trachtte
lij de dringende menigte langs de
geïmproviseerde tafels te loodsen.
Een damesstudente reikte hem de
denkbeeldige hand: „Ja, komt u
maar door, hier wordt u snel ge
holpen.
Aan de ene kant in het hoge stenen
gebouw stonden de in jaquet gestoken
heren achter of wellicht vóór
het is maar net van welke kant je het
bekijkt hoge stapels broden. Aan de
andere kant stonden de witgejaste
dames bij de diepe tonnen, waarin de
vette haringen levenloos op hun be
stemming lagen te wachten. Te wach
ten op het moment, dat Zij in de
schaaltjes, de emmertjes, de pannetjes
of de andere attributen van de Leide
naars gehesen zouden worden. De witte
broden had men dan allang wegge
stopt. Die waren verdwenen in de kof
fers, de tassen, de zakken of zelfs de
slopen.
Want haring en wittebrood horen op
een dag als gisteren bij elkaar. Als Lei
den en 3 oktober.Als 3 oktober en
hutspot. Men kan het brood en de vis
dan niet scheiden. In de Waag waren
zij tenminste broederlijk met elkaar ver
enigd tot één „feestgave", zoals dat ge
noemd wordt. Een bijzonder gewaardeer
de kleur op het rijk gevarieerde palet
der 3 oktoberviering schilders. Duizen
den Leidenaars maakten de traditionele
gang naar het oude gebouw aan de Aal
markt. Bijna tienduizend wittebroden en
nog veel meer haringen werden uitge
reikt.
B.D. present
Over het algemeen aan individuele per
sonen. Er was ditmaal slechts éen groep,
wijk II van de B.B. onder leiding van
buitendienst-assistent N. H. Koning. Een
groep van twintig personen met een
hulpwagentje bij zich. De brancards la
gen er nog op. Maar gelukkig kon het
nu dienst doen als vervoermiddel voor de
twintig broden en de emmer met harin
gen. De voorzitter van de commissie, die
met deze uitreiking belast was, hield een
kort toespraakje tot de mannen en vrou
wen van de Bescherming Bevolking,
waarin hy een aanknopingspunt vond
van de BB. met 3 oktober. Wanneer
Leiden ooit weer een ramp treft, dan zal
de B.B. paraat zijn. Reden temeer dus
om zich te verheugen over deze komst
naar het Waaggebouw.
In de particuliere sector was het als
in andere jaren. Jong en oud, rijk en
arm, van dichtbij en van veraf, ze kwa
men om deel te nemen aan deze diep
gewortelde traditie.
Vanzelfsprekend was ook burgemees
ter jhr. mr. F. H. van Kinschot van
de party. Nauwelijks was hij binnen of
hij werd het mikpunt van talloze
camera's. Tevoren «varen enkele van
'eze toestellen al gebruikt om de twee
lingen van de familie Van Paridon te
fotograferen, nu drie en vier jaar.
Vorig jaar van de partij, nu weer. En
opnieuw konden deze kleintjes zich
niet bedwingen en begonnen meteen
met grote smaak aan de wittebroden
te knabbelen. Het smaakte best en al
die belangstelling van de fotografen
ko:i de kleinen niet deren. Zij hapten
gretig verder
Kleurig en keurig
Voor de mensen buiten Is deze uitrei
king van haring en wittebrood over het
algemeen niet spectaculair. De mensen
gaan het Waaggebouw binnen en zij
komen er weer uit. Daar houdt het mee
op. Gelukkig was dit jaar het drum- en
jeugdorkest „De Burcht" van de party,
dat op het Waaghoofd een pittig stukje
muziek weggaf. Maar voor de eerste
maal streelde dit dappere orkest niet al
leen, het oor, maar ook het oog in
bijzonder aantrekkelijke nieuwe uni
formpjes.
Toen het bijna tijd was om deze actieve
jeugd naar binnen te roepen voor een
verfrissing nam de praeses-collegii LB.C.,
de heer G. de Wilde, het woord om even
als vorig jaar namens het Leidse Stu
denten Corps de dames, die zich met de
uitreiking van de penatrant riekende
haring hadden belast, iets te schenken,
dat de lucht wellicht kon verdrijveneen
fles au de cologne. Een aardige geste,
bijna alweer een vriendelijke traditie. We
zeiden het toch al, het 3 oktoberfeest is
een festijn van tradities
ledereen was enthousiast over de i lichte infanterie van de Schotse
doedelzakspelers van het regiment Hooglanders.
Traditiegetrouw moest burgemees-1 bouw even op de tafel om brood en
ter Van Kinschot in het Waagge- haring uit te Celen*