Schapenboer ontdekte schaap met gulden vlies
STICHTER VAN „PHILIPS" EEN
EEUW GELEDEN GEBOREN
1858 9 Oktober 1958
n 60 jaar naar wereldconcern
met 166.000 werknemers
Had oude Griekse sage feitelijke achtergrond?
vroegere bukskinfabriek van Schro
der en Wyers aan de Emmasingel te
Eindhoven voor f 12.150 over in han
den van Philips Co., de vennoot
schap onder firma, welke de dag
tevoren was gesticht.
Het begin
van een elektrische centrale. Gerard
heeft zijn eigen inzichten, maar de
groten, die hij heeft te dienen, hebben
weinig belangstelling voor die mening.
De jongeman met zijn sterke zelfstan-
digheidsdrang voelt weinig voor blij
vende afhankelijkheid. Het plan van
de Brush-Company: een fabriek voor
de vervaardiging van elektrische gloei
lampen in Nederland, speelt door zijn
geest. Als hij er eens in zou slagen
een bruikbare kooldraad te vervaar
digen. Dan zou de basis gelegd zyn
waarop zo'n fabriekje kon gaan
draaienDan zou Nederland tevens
minder afhankelijk zijn. En hij, Ge
rard Philips, kon een eigen weg gaan.
"N
Dr. ir. G. L. F. Philips, de
stichter van het Philips bedrijf,
op latere leeftijd.
-J
Proefnemingen
Donderdag 9 oktober a.s. is het een eeuw geleden, dat in het
tderlandse provinciestadje Zaltbommel als eerste van het zevental
tderen uit het gezin van Frederik Philips en Betsij Heijligers, een
igen: Gerard Leonard Frederik geboren werd. Deze Gerard
ilips was het, die drie-en-dertig jaar later met zijn vader als stille
nnoot in het Brabantse Eindhoven een bedrijf zou stichten met het
tl „de vervaardiging van elektrische gloeilampen ter hand te
nen". Nu heeft dit enorme bedrijf 166.000 werknemers in dienst
vestigingen in vele landen en is Eindhoven uitgegroeid tot een
>te stad met een wereldnaam.
presentant van de A.E.G. bij de on
derhandelingen met de gemeente Am
sterdam over een concessie tot bouw
Samen met een vriend begint Ge
rard in Amsterdam met proefnemin
gen. De experimenten vragen echter
geld. Méér dan Gerard beschikbaar
heeft. Vader Frederik die met de no
dige bezorgdheid omtrent de oudste
zoon, die zijn draai maar niet kan vin
den, de proefnemingen volgt en tevens
genoeg werkelijkheidszin heeft om een
open oog te hebben voor de grote mo
gelijkheden van de elektrotechniek,
speciaal waar het de verlichting geldt,
steunt. In Zaltbommel kan Gerard het
washok in de tuin voor het „vuile
werk" benutten. De „jongenskamer" is
beschikbaar voor het minder riskante.
en succes
Lorentz gangmaker
ie nu door hetzelfde Zaltbommel
alt, vindt er de rust haast nog net
5 ze er honderd jaar geleden ge-
st moet hebben. Over de brede
tl glijden de binnenvaartschepen
>edzaam voort. De spoorbaan heeft
een brede zwaai het stadje op
ime afstand laten liggen en zelfs
snelverkeer onzer dagen dat over
banen raast, liet het onaangetast,
kon een Jongen in die tyd en tus-
zoveel landelijkheid zoveel belang
ing in techniek krygen, dat hy
Delft trok om daar aan de Poly-
nische School voor ingenieur te
i studeren? Wel, voor de Philipsen
de techniek minder vreemd dan
de meeste Zaltbommelaars. Fre-
c Philips zette niet alleen de fa-
'traditie: tabakshandel voort, maar
tevens mede-eigenaar van een
kskervery, exploiteerde een koffie-
sderij en een kleine wattenfabriek.
5 Gerard twaalf Jaar is in 1870
eeft zyn vader aan al die bedry-
sid nog een plaatselyk kassiers-
oor, dat geliquideerd derigde te
len, toegevoegd. En in 1871 ziet de
Philips kans om de plaatseiyke
ibriek, die onder Engelse concessie
verlies werkte, om te zetten in een
tid bedryf.
tijn middelbare schoolopleiding
loot Gerard in Arnhem en daar
s het, dat de zoon van de eige-
ar van de Bommelse gasfabriek
jonge dr. H. A. Lorentz de
Idse hoogleraar in de theoretische
tuurkunde, die in 1902 tezamen
it prof. Zeeman de nobelprüs zou
werven hoorde spreken over
ektriciteit".
tt grote belangstelling volgt Ge
in de Jaren daarop de berichten
Edisons successen met zyn gloei-
t. In 1881 hangen ze zelfs al te
ten op de eerste internationale
riciteitstentoonstelling in Parijs,
j jaar later beëindigt Gerard Phi-
met succes zyn studie voor werk-
.undig ingenieur.
Eerste taken
eerste taak voor de jonge inge-
is een zeer plezierige. Een vriend
syn vader, directeur van de Stoom-
maatschappy „Zeeland", laat hem
Glasgow trekken om toezicht te
en op het aanleggen van een elek-
ïe lichtinstallatie op het stoom-
„Willem, Prins van Oranje", dat
ïn werf in de Schotse havenstad
inbouw was. Gerard krijgt daar
6 de unieke kans verder wegwys
iken op dat fascinerende gebied
de jonge elektrotechniek en acht
iden lang trekt hy dag-in dag-uit
het laboratorium van de grote
irkundige lord Kelvin, die al in
zyn huis met liefst honderd
lampen verlichtte!
jrna volgt een periode tydens
hU voor de Brush-Company
Duitsland trekt om te trachten
n afzetgebied te vinden vóórhaar
mo's, booglampen en gloeilampen,
eriyn komt hy al spoedig tot de
ïkking hoe stevig de positie reeds
van een Siemens en een A.E.G.
rd Philips bestudeert de moge-
ïden tot de oprichting van een
ek in Nederland. Maar het land
ein en het aantal geïnteresseer-
in elektrische produkten voorals-
zeer gering. Zo'n experiment
nt al by voorbaat tot mislukking
emd.
Beloning en zoeken
)r jaren na het voltooien van zyn
se studie volgt Gerard een cursus
het City and Guilds of London-
tute. Na afloop behoort hy een
nlander tot de meest succes
kandidaten en verwerft de eerste
een zilveren medaille. Terug in
irland ontmoeten we hem als re-
Op 14 november 1890 schrijft Ge
rard zo staat het in het boek dat
prof. dr. P. J. Bonman over Anton
Philips schreef aan een Engelse
relatie: „Ik ben nu in staat tot eco
nomische produktie van zeer homo
gene en gelijkmatige koolstofdraden".
De basis voor de fabricage van een
„Nederlandse" gloeilamp was daar
mee gelegd.
In oktober 1890 plaatst Gerard
Philips advertenties in het „Elektro
technische Zeitschrift" en in „The
Electrician". Voor het te stichten
bedryf heeft ir. Philips immers een
vakman nodig, een gloeilampen
technicus. Op 16 mei d.a.v. gaat de
En dan begint de geschiedenis van
Philips. Een klein bedryf aan een
stille singel in een afgelegen provincie
nest. Een nieuwe taak in een oud land.
Gerard Philips begint met veel energie
en ontmoet veel moeilykheden. In
april 1892, ongeveer een jaar na de
opening levert de zoon van een gas-
fabrikant zyn eerste gloeilampen, aan
.een kaarsenfabriek in Gouda. Drie
jaar later het bedrijf telt dan 42
werknemers komt de jongere broer
Anton naar Eindhoven om Gerard te
helpen de zaak economisch gezond te
maken. In 1898, zestig jaar geleden
dus, telde het bedrijf 250 arbeiders. Er
werden in dat jaar 1.200.000 gloeilam
pen vervaardigd. Thans, 67 jaar na de
stichting, heeft Philips166.000
werknemers in dienst en vestigingen in
vele landen.
Gestadige groei
De ontwikkeling, welke het bedrijf
doormaakte, is in tal van publikaties
uitvoerig geschetst. Het technisch in
zicht van Gerard Philips en het com
mercieel talent van Anton bezorgden
het bedryf een gestadige groei. In 1917
werd de stichter van het Philips-
concern ere-doctor in de technische
wetenschappen van de Technische Ho
geschool te Delft. De promotor, prof.
dr. W. Reinders schetst de betekenis
van de figuur van de nieuwe doctor
aldus: „Philips heeft ingezien, dat een
rationele ontwikkeling der techniek
alleen dan mogelyk is, wanneer zy
wordt voorafgegaan door wetenschap
pelijk onderzoek". En voorts: „Al heeft
Philips hier zelf geen actief aandeel
in gehad, hij was toch de grote stuw
kracht; zijn grote belangstelling, geest
drift en voortvarendheid werkten be
zielend op zijn medewerkers en zullen
veel hebben bygedragen tot hun
succes".
Op 1 april van het jaar 1922
treedt dr. ir. Gerard Philips af als
directeur van het bedrijf, dat op dat
ogenblik 5500 werknemers telt. An
ton Philips, die hem 27 jaar terzijde
stond, neemt de leiding over. Op
26 januari 1942, in het midden van
de sombere oorlogsperiode, overlijdt
dr. ir. Gerard Philips: vier dagen
tevoren overleed zijn echtgenote,
mevrouw Joh. PhilipsVan der Wil
ligen.
„Zijn werk is de grondslag geweest
van de bloei onzer onderneming in
goede tijden, van haar kracht in moei-
lyke jaren", zo schrijft ir. F. J. Philips
in een voorwoord tot een levensschets,
die door prof. dr. N. A. Halbertsma
werd samengesteld en kort na het ver
scheiden van dr. ir. G. L. F. Philips
aan het personeel werd uitgereikt.
Deze foto werd in 1890 gemaakt,
bezig met zijn experimenten in de
het ouderlijk huis
Men ziet hier ir. G. L. F. Philips
zogenaamde jongenskamervan
te Zaltbommel.
Mannen der ivet enseliap onderzoeken of goudkleurige vacht erfelijk is
SHgrr-ft
DE ORDE VAN HET GULDEN
VLIES
heeft niets te maken met soha-
pen. Het ls een ridderlijke orde.
Ingesteld ln 1429 door Philips de
Goede, Hertog van Bourgondlë.
Waarom koos Philips de naam
„Gulden Vlies"? Philips was niet
wars van de vreugden des levens.
HIJ had een goede vriendin, Ma
ria van Cumbrugge geheten. Ma
ria had rosslg-blond haar met
een gulden glans. De vrienden en
hovelingen van de hertog maak
ten wel eens kwinkslagen over
Maria's haar, dat zij „Gulden
Vlies" noemden.
Philips benoemde toen 24 edelen
tot Ridders van het Gulden Vlies.
Dat was ln 1429. Nadien werd het
aantal leden uitgebreid tot 50.
Philips zelf werd grootmeester
van de crde. Later ging de func
tie successievelijk over op het
hoofd van het Oostenrijkse Huls.
de koningen van Spanje en de
keizers \an het Duitse Rijk. Het
embleem van de orde ls een gul
den vacht, opgehangen aan een
gouden keten, waarin de letter B
(voor Bourgondlë) is gesmeed.
(Bijzondere medewerking)
Het begin van het verhaal van
het Gulden Vlies was ro
mantisch. In het noorden van
Griekenland woonde omstreeks
1300 v. C. koning Athamas. Zijn
zoontje heette Phrixos, zijn doch
tertje Helle. De vorst werd ver
liefd op een listige vrouw, Ino
geheten. Ino wilde hem Phrixos
laten offeren om een dreigende
misoogst te voorkomen. Maar
ziet, te elfder ure verscheen er
een gevleugelde ram met een gul
den vacht, die Phrixos en Helle
door de lucht ontvoerde uit
's konings rijk. Helle werd wat
duizelig onderweg en viel in zee.
Nog herinnert de naam Helles
pont aan die ongelukkige val.
Phrixos echter kwam veilig aan
in Georgië (toen Colchis ge
naamd), alwaar Koning Aites
de knaap hartelijk ontving.
De Griekse koningszoon en held
Jason rustte een schip uit en be
mande het met negenenveertig
helden uit alle delen van Grie
kenland om ln Georgië een goud
kleurige ramsvacht buit te ma
ken. Een Australische boer ont
dekte in 1957 puur toevallig ln
zijn kudde een levend schaap met
een goudkleurige vacht. Die ont
dekking veroorzaakte sensatie ln
de kringen van biologen en wol
handelaren. Misschien zal zij ook
de kenners der Oudheid nopen
om hun oordeel over het (klas
sieke) „Gulden Vlies" te herzien,
ook al liggen er meer dan dertig
eeuwen tussen Jason's Argonau-
tentocht en de Australische ont
dekking.
En nu Jason. Een broeder van ko
ning Athamas 'had de stad Iolcus
(Thessalië) gesticht. Na zyn dood werd
zijn zoon Aison vorst van Iolcus.
Aison's half-broeder Pelias echter
nam bezit van de troon en liet Aison
en diens gezin vermoorden. Eén nako
meling van Aison ontkwam aan de
handen der moordenaars, want men
smokkelde hem tydig over de grens.
Jason zo heette de knaap, was toen
nog heel jong. Op twintigjarige leef
tijd eiste Jason echter zijn wettig erf
deel op. Pelias verklaarde zich bereid
om de vorstelyke waardigheid aan Ja
son over te dragen, mits de jonkman
de vacht van de ram, die Fhryxos naar
Georgië had gebracht, zou buitmaken
en naar Iolcus brengen. Dat was geen
gemakkelijke taak want de ramsvacht
(de ram was als" dankoffer kort na
Phryxos' komst geslacht) werd be
waakt door een nooit slapende draak.
Jason besloot om alle gevaren te trot
seren. Hij monsterde enige tientallen
Griekse helden aan en liet een schip
de „Argos" bouwen Na heel veel
avonturen kwamen de Argonauten in
Georgië. De koning weigerde echter, de
ramsvacht af te geven, tenzy Jason
Het Australische guldenvlies-
schaap op één-jarige leeftijd.
twee vuurspuwende stieren onder het
juk zou brengen en dan met de stie
ren als trekdieren een stuk land zou
beploegen. Dit stuk land moest hij ver
volgens bezaaien met draketanden,
waaruit gewapende mannen zouden
opschieten, die de zaaier Jason zou
den aanvallen. Dank zy de hulp van
prinses Medea slaagde Jason. Medea
was namelijk niet voor de poes, want
zy kon toveren als weinig andere vrou
wen. Meit de vacht èn Medea vlucht
te Jason op de „Argos" naar Iolcus.
Hoewel hij de gulden vacht meebracht,
weigerde Pelias om de troon over te
dragen aan Jason. Medea greep op
nieuw in met list en tovermiddelen.
En in 1957
TOT zover de geschiedenis der Ar
gonauten voorzover zy samen
hangt met het Gulden Vlies. Ge
schiedkundigen en kenners der antieke
wereld hebben vele verklaringen ge
geven van die Gulden-Vlies-sage.
Niemand hunner is echter ooit op de
gedachte gekomen, dat er in die lang
vervlogen eeuwen in Georgië échte
schapen met gulden vachten geleefd
kunnen hebben. Waarom niet? Omdat
dergelijke schapen voorzover men wist
niet bestonden
Bestonden? Ja, inderdaad, want
bestaan doen zy wel degelyk. Het was
een Australische schapenboer, die deze
geruchtmakende ontdekking deed. Dat
was in maart 1957. Tydens een inspec
tie van zyn kudden ontdekte hy een
schaap met een „Gulden Vlies" dus
met een vacht, die goud-geel van kleur
was. Hij dacht eerst met een onbe-
laogryke speling der natuur te doen te
hebben, doch by nader inzien vond hy
iiet beter zyn ontdekking letterlijk
en figuurlijk over te dragen aan de
(Australische) Wetenschappelijke en
Industriële Research Organisatie.
Hier ontving men het merkwaardige
schaap met open armen. Onmiddellijk
ging er een verzoek uit naar alle
Australische schapenboeren om min of
meer goudgeel-bewolde schapen te
zenden naar het Laboratorium voor
Schapenbiologie te Prospect bij Sydney
Daar heeft men thans reeds een aantal
van die dieren verzameld. Tevens
bleek, dat er vroeger waarsohynlyk
ook wel „gouden vliesschapen" in
Australië zyn waargenomen, doch dat
de boeren die dieren als zyride „waar
deloos" reeds als lammeren lieten
slachten.
Waardeloos? De wolspecialisten en
wolhandelaren denken er anders over,
Zij zijn van mening, dat die gulden
vliesschapen mits de vachten erfe
lijk blijken te zyn van veel beteke
nis kunnen zyn en nieuwe „wol-moge
lijkheden" te openen. De mannen der
wetenschap die het Guldenvlies-
schaap „Lustre-wool mutant" (Glans
wol-mutatie) noemen, zyn nu reeds
vele maanden bezig met allerhande
proeven. Zy hopen er in (te slagen, een
Gulden Kudde te fokken. Een hunner,
dr. Short, deele ons mede. dat men in
de loop van 1958 over minstens veertig
guldenvliesschapen hoopt te beschik
ken.
De geboortevacht van het gulden
vliesschaap wykt af van die van nor
male merino-schapen. Het lamshaar is
namelyk styl, zeer glanzend en vrijwel
geheel zonder krul. De vachten der
volwassen guldenvliesschapen lijken
iets op die van langharige hondeik
Maar ook zij glanzen en vertonen nau
welijks krul.
Het doel waarnaar de Australische
geleerden streven, is een fokstal met
50 guldenvliesrammen en 50 gulden
vliesooien. Heeft men die eenmaal en
blijkt wat waarschijnlijk is dat
het guldenvlies zich ook bR de nako
melingschap handhaaft, dan kan de
ontdekking van het guldenvliesschaap
een gulden tijd voor de Australische
schapenboeren en wolhandelaren in
luiden.
Jason de Griekse held en konings
zoon, nioest verre reizen maken, een
gevaarlyke draak verslaan en een boos
aardige vrouw tot zijn gade maken om
de gulden vacht van een dode ram te
ververen. De Australische schapen
boer, die in maart 1957 het „Gulden
Vlies" op zyn weidegronden ontdekte,
had nog nooit van Jason gehoord. Mis
schien viel hem ook daardoor het
geluk in de schootdaardoor en
omdat de toverzuohtige prinses Medea
Australië nooit als operatieterrein
koos.
Doch hoe dit zy, stellig is de ont
dekking van het Guldenvliessehaap
wetenschappeiyk heel belangrijk en
belangwekkend terwyl er een goede
kans bestaat, dat die ontdekking ook
praktisch van betekenis zal blyken te
zyn.