Koning der ASHANTI's
mag niet op zijn troon zitten
Tegen de herfst begint
het „TWEEDE VISSEIZOEN"
H
Vorstelijke zetel is machtiger dan heerser zelf
Hoogtij voor de ware liefhebbers
97ste jaargang
Vrijdag 26 september 1958
Vierde blad no. 29554
Boort visserij beschouwen zoals men wil,
er blijkt uit dat de kunstkrab niet ge
maakt is voor de sportvisser, maar om
er vis mee te vangen.
Neem er eens een mee naar de
grote plassen, vis er mee langs grond
en bedrieg de vis met gelei-plastic.
Het brengt zeer zeker succes en het is
beslist iets anders. Echte krabben zijn
bovendien steeds moeilijker te krijgen.
De sportvissers die graag met de
spinner vissen kunnen zo'n kunstkrab
achter een kleine spinnertje hangen;
voor velen de verleiding ten voeten
uit, onweerstaanbaar en tantaliserend
als de reuk van bakkende biefstuk
voor een hongerige.
De ruisvoorn
De ruisvoorn onze Nederlandse
forel is een vissoort, waarvan
er iedere zomer honderdduizen
den worden gevangen in afmetingen
van 15 tot 25 cm. In oktober is de
kans op exemplaren van één en twee
pond zeer groot. Hij kan worden ge
vist met made, mestpier, brood en
niet te vergeten met de kunstvlieg.
Onder de bruin geworden bladeren
van de waterlelies, in het gezeefde
zonlicht, ligt hij zich graag te koeste
ren en wanneer er voedsel in zijn na
bijheid komt toont hy een activiteit,
lijnrecht tegenstrijdig met de apatie
die hij zo vaak in de zomermaanden
koestert. De gelukkige bezitters van
een vliegenhengel kunnen hun geluk
beproeven in de aller-ondiepste sloten,
de overigen kunnen zich beter wat
dieper water kiezen.
De snoekbaars
De snoekbaars mag zeker niet wor
den vergeten. „Vadertje Glasoog"
wordt in de herfst zeer actief.
Hij kan o.a. worden bevist in het
Voornse Kanaal, de plassen in Vinke-
veen, de Spiegelpolder, het Noordhol
lands Kanaal en in Nieuwkoop. Met
een klein levend visje, een stukje vis
en met kunstaas. Een windje uit het
zuidwesten, wat regendreiging en een
actieve manier van vissen vormen de
voorwaarden voor succes. Zit hij een
maal aan de haak dan toont hij zijn
waarde als sportvis; de zware stoten
die hij kan geven vragen het uiterste
van een lichte hengel en zijn vlucht
pogingen gelijken op een minutieus
bodemonderzoek.
Er zijn vele dingen te doen in de
herfst. Pakt ze uit met de zaken die
tot de winter behoren: kou, regen en
wind, dan is er nog altijd de onvolpre
zen snoek, die nog steeds het hoogst
staat aangeschreven. Maar is het niet
zo, vrienden, dat we daar de hele,
lange winter nog de tijd voor hebben?
Laten we deze herfst een spenderen
aan de karper en de brasem; het is
niet juist, geloof me, de snoekhengel
al te voorschijn te halen zodra de
avonden korter worden. De mooiste
kansen op grote karper en brasem
worden teniet gedaan door te vroeg de
pogingen op te geven.
Het water begint iets koeler te
worden, voor de vissen openbaren
zich de voortekenen van de nade
rende winter. En wanneer ze, nog
eenmaal enthousiast en uitbundig,
doende zijn met het tot zich nemen
van hun galgemaal, is het dan niet
zonde en jammer als juist ons aard
appeltje of wormpje met de goed
verscholen haak ontbreekt?
JAN 6CHREINER.
tabelen komt dan de Gouden Zetel als
eerste. Na hem volgen pas de Prinsen
en Prinsessen van den bloede. Passeert
de Zetel bij zo'n gelegenheid een hoge
gast, dan slaan de „zetelheren" enige
malen luide op een metalen klok. Dit
geldt als het bew,s, dat de Zetel de
hem gebrachte eerbewijzen welwillend
heeft aanvaard en dat hij de groeten
beantwoordt.
De Koning (het Opperste Opper
hoofd) der Ashanti's bewaart de Gou
den Zetel in zijn paleis te Koemasi,
de „Gouden Stad van West-Afrika".
Eens had ik het voorrecht, een groot
feest („durbar" zei men in Koemasi)
in die stad bij te wonen. Dof en mo
notoon bonkten de trommels. Gezeten
op de schouders van stoere, gespierde
jonge Ashanti's passeerden mij een
tweetal Prinsesjes, zwart als ebben
hout, maar tevens stralend van pret
en opwinding. De opperhoofden en
andere groten des lands hadden bonte
kledy aangelegd. De „zetelheren" droe
gen kostbare gouden voorwerpen ach
ter de Gouden Zetel. Kortom, het was
een echt-Afrikaanse feestelijkheid in
oude stijl. En toen trad plotseling de
Asantehene, de Koning, naar voren en
hield een toespraak tot de gasten. Hij
sprakin een hypermoderne micro
foon.
Brandend in de Afrikaanse zon lag
Koemasi. Fanatieke Ashanti's droegen
vol eerbied de Gouden Zetel. Dat was
Afrika uit de dagen vóór de komst
van Livingstone en andere blanke pio
niers. D&t oude Afrika scheen een
korte wijle te zijn herboren. Echter
slechts een korte tijd, want later op
de dag bleek my uit gesprekken met
vooraanstaande Ashanti's, dat in hun
land de laatste jaren ontwikkeling en
moderne opvattingen hand in hand
zijn voortgeschreden.
Het geschiedboek van het West-
Afrikaanse Rijk van de Gouden Zetel
telt menige bloedige bladzijde. Maar
geldt dit ook niet voor de geschied-
boeken van vele landen in Europa en
andere werelddelen?
(Nivano - Nadruk verboden).
Daar komen de twee prinsessen van Ashanti aan
De koning van Ashanti spreekt zijn volk toe.
Bloedige, barbaarse riten zijn verdwenen
(Bijzondere medewerkina)
Het aantal foto's, dat genomen is van de beroemde Gouden Troon
zetel der Ashanti's, kan men aftellen op de vingers van zijn twee
handen. Slechts uiterst zelden namelijk slaagden voortvarende foto
grafen er in om dat vorstelijk meubel op de gevoelige plaat of film
vast te leggen. Hoe komt dit? De reden is, dat zowel het volk als
de heersers der Ashanti's die kostbare en heilige troonzetel met de
grootst mogelijke zorgen omringen. Zelfs de koning mag zich niet
veroorloven, erop te gaan zitten» Want in die Gouden Zetel huizen
(menen de Ashanti's) de ziel, de welvaart, de kracht en de eer van
het volk. Geen wonder dus, dat zij die Gouden Zetel bijzonder hoog
schatten en met diepe eerbied hoeden. Het volk krijgt de Gouden
Troon nagenoeg nooit te zien. Vrijwel de enige gelegenheden, waarbij
de Ashanti's een blik mogen werpen op de Troon, zijn de bezoeken
van hooggeplaatste vreemdelingen.
Geen mensenoffers meer
De overlevering wil, dat de Ashanti's
tientallen jaren lang gebrek en
armoede zullen moeten ly den, als
de Gouden Zetel zou worden vernield
of buitgemaakt door een vijand des
volks. Toen de Ashanti's tegen het
einde der vorige eeuw in oorlog kwa
men met de Britten, hielden zij daar
om de Gouden Zetel een lange tijd
verborgen in het diepst van het oer
woud. Na de oorlog kwamen er Britse
bestuursambtenaren in het land. Pas
nadat gebleken was, dat zij geen boze
plannen koesterden jegens de Zetel,
werd deze uit zyn geheime bergplaats
te voorschijn gehaald. Tevoren hadden
de Engelsen bij de vredesonderhande
lingen bedongen, dat het voortaan
voorgoed uit moest zijn met de bloe
dige riten, mensenoffers en andere
barbaarse gebruiken, die totdantoe ge
paard gingen met de verering van de
Gouden Zetel. Dat was maar goed ook,
want die Gouden Zetel had meer
mensen van het leven beroofd dan de
bloeddorstigste Afrikaanse krijgers.
Toen de Ashanti's en de Britten het
ten volle eens varen geworden over
de „nieuwe reglementen" met betrek
king tot de Gouden Troon, kregen
voor het eerst in de geschiedenis enige
Engelsen het voorrecht om als eerste
blanken de Gouden Troon te mogen
aanschouwen. Nadien is dit nog enige
malen gebeurd, zij het uitsluitend en
alleen bij heel bijzondere gebeurtenis
sen. Als zo'n bijzondere gebeurtenis
beschouwden de Ashanti's ook het feit,
dat in 1947 de Gouverneur van de
Goudkust plechtig mededeling kwam
doen van het op handen zijnde zelfbe
stuur. Osed Agymen Propeh II, Op
perste Opperhoofd der Ashanti-stam-
men, organiseerde toen een groot feest,
tijdens hetwelk de Gouden Zetel de
Britten en den volke werd getoond.
Inmiddels hebben de Ashanti's het in
1947 aangekondigde zelfbestuur gekre
gen, doch hun Gouden Zetel is nog
even hoog in ere als in de koloniale
tyd.
In Koemasi, de „Gouden Stad
van West-Afrika", bonken bij
plechtige gelegenheden de trom
mels, dof en monotoon. Zij bon
ken ter ere van een Gouden
Troon
De oorsprong
oe zijn de Ashanti's aan die Gou
den Zetel gekomen? Het ant
woord op deze vraag ligt in het
'igic. Zelfs bh ons is het veelal
om op mstorisoh gebied waar
heid en verdichtsel ten volle te schei
den. Hoeveel te moeilijker is dat dan
wel in West-Afrika, een land vrijwel
zonder geschreven gescheidbronnen
en archieven!
De legende zegt, dat omstreeks
1700 een toverpriester der Ashanti's
de zetel ontworsteld zou hebben aan
een donkere wolk, die hij uit de
lucht omlaag had getoverd. In zijn
oorspronkelijke staat was de zetel
van hout en beslagen met goud.
Vrij spoedig na de „verovering" van
de Gouden Zetel begonnen de
Ashanti's het „Heilige Meubel"
mooier te maken. Thans is het hout
geheel bedekt met gouden platen.
Gouden voorwerpen hingen de men
sen aan de Zetel. Elk dier voorwer
pen heeft (menen de Ashanti's) zo-
we! symbolische betekenis als ma
gische kracht.
Nooit mag de Gouden Zetel over
eind staan. Dit is het hoogste gebod
voor zijn hoeders. Waarom? Om te
voorkomen, dat boze geesten zich zou
den kunnen nestelen op de Heilige
Troon, waardoor allerhand onheil over
het volk zou komen. De zetel wordt
dus steeds op zijn kant bewaard en
vertoond. Zo heilig en zo machtig is
de Gouden Zetel, dat zelfs het Op
perste Opperhoofd, de Koning der
Ashanti's niet mag gaan zitten op zijn
troon. Ja, de Ashanti's zijn er vast
van overtuigd, dat de Gouden Troon
machtiger is dan welke heerser ook!
Protocol
De Gouden Zetel schiep protoco-
laire problemen. Zo moeten bij
plechtige ontvangsten de hoge
gasten op uiterst formele manier aan
de zetel worden voorgesteld. In de
6toet der opperhoofden en andere no-
Voor /onze
(Van een bijzondere medewerker)
Breng tienduizend sportvissers, of desnoods het dubbele van dat
aantal bijeen en vraag hun stuk voor stuk wat zij denken over het
vermogen van een dobber, het aanzetten van een haak en het maken
van voer. Ieder antwoord op die vragen zal verschillend zijn! Vraag
hun nu stuk voor stuk wat de mooiste vismaand van het jaar is; eens
luidend zal het klinken: oktober! En zo is het. Eind september,
begin oktober begint eigenlijk een nieuw visseizoen. Laten we eerlijk
zijn; 's zomers vist iedereen. Men ontmoet sportvissers in grijze kos
tuums en helder witte boorden, zelfs dames in gebloemde jurken, die
hoge gilletjes slaken als er een vis aan de haak is gaan hangen. De
tijd van het jaar noodt tot buitenzijn en och, waarom zal er dan geen
hengeltje worden meegenomen.
Zo tegen de herfst komt een ander
slag vissers aan het woord; vis
sers die er niet tegenop zien regen
en kou, mist en donkerte te trotseren;
vissers in truien en hoge laarzen, die
weten dat oktober hun kansen biedt
als geen andere maand.
Dat komt waarschijnlijk omdat er in
ons viswater ongeveer hetzelfde ge
beurt als aan het strand. De zomer-
drukte raakt voorbij, het wordt stiller
en gezapiger, de natuur wordt de na
tuur weer. De weteringen en tochten,
die in de zomermaanden wemelden
van kleine vis, bieden een andere aan
blik; de waterlelie verschrompelt, de
kleine visjes zoeken een veilig onder
komen, de grote vissen gaan op jacht.
Oktober is de maand bij uitstek
waarop met kans op groot succes op
de brasem en karper kan worden ge
vist. Vooral op de plassen is de kans
om brasem te vangen veel groter dan
in welke maand ook. De prikkelend
koele herfstochtenden, met in de
vroegte wat mist en met later op de
dag een zonnetje, schynt genoemde
vissoorten te inspireren tot hamster-
tochten, vóór ze overgaan tot de pas
siviteit, die op een winterslaap gelijkt.
Bij de eerste nachtvorst trekt de kar
per zich terug en laat zich meestal
niet eerder meer vangen dan in juni.
Een mestpiertje doet het zeer best
voor de brasem in oktober, de karper
heeft nog steeds graag een stukje
zachte aardappel.
Een simpele kring op het water,
veroorzaakt door een vis, kan een
gelukshunkering doen ontstaan, die
maar al te vaak by het bewust stre
ven naar blijdschap achterwege
blijft; waaruit blykt dat de mens in
het algemeen en de sportvisser in
het byzonder in wezen een eenvou
dig sterveling is, blij om de kleine
en simpele zaken des levens, als zij
zich voordoen op het moment dat
het gemoed er ontvankelijk voor is.
„Wonderdeeg"
De actieve visser wacht de baars.
Hij kan gevangen worden met de
worm, met kunstaas of met de
kunstkrab: vlak deze nieuwe aassoort
niet uit!
Er komen van tijd tot tijd, maar zeer
regelmatig, nieuwe artikelen voor de
sportvisser op de markt. Wonderdegen
en succespoeders, automatische dob
bers, nooit missende haken en op
vouwbare hengels; veel van deze goe
deren zijn ronduit waardeloos. Zo is
het niet met die nieuwe creatie die
kunst-steurkrab heet. Het is een krab
van gelei-plastic, volkomen natura
listisch wat aanblik en substantie be
treft. Wanneer men hem aan een haak
slaat en hem in het water hangt
zo maar in het water hangt, bestaat de
kans enkele baarzen te vangen, die
zijn komen bovendrijven, omdat zij
zich hebben doodgelachen. Dit is ook
niet de juiste manier om er mee te
vissen; het is de bedoeling dat de
kunstkrab tot leven wordt gebracht.
Wanneer men hem met kleine rukjes
door het water beweegt, met behulp
van een lange hengel of een werp
hengel, is hij onweerstaanbaar en geen
baars met enige eetlust zal hem langfe
de neus laten gaan.
Gelei-plastic
propos; op 7septtember j.l. werden
op het IJselmeer, vissend van uit
een boot, 284 baarzen gevangen
met deze kunstkrabben. Men mag dit
De dagen langs het water in de
herfst kunnen een ware ontspanning
zyn. Want wie als sportvisser niet
verder weet te kijken dan de lengte
van een vierdelige Japanner, kan
het misschien nog weieens tot kam
pioen brengen, een werkelijk geluk
kig mens zal hij nooit worden. Vis
sen op brasem en karper is voor een
groot deel: opgenomen worden in
•en wereld van rust en riet.