/i
Drie musketiers
van het zoute watei
HERFSTBLOEMEN IN DE TUIN
Maria ter Meetelen wist na twaalf
jaar uit slavernij te ontkomen
ZATERDAG 6 SEPTEMBER
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 2
Bewogen Leven
De wereld, ging toch vooruit!
Na een avontuurlijke reis
op het eiland Texel geland
DE TIJDEN ZIJN GELUKKIG VERANDERD
sportvissers
De Koning had Maria ter Meetelen dus getrouwd en de paters hadden het over
gedaan. Doch hun leven bleef, ondanks dit huwelijk een hel. Ze leefden gescheiden,
een behoorlijk huis voor hun tweeën kregen ze niet en beiden werden voortdurend
gekweld door hun omgeving, die andere plannen met hen had gehad.
Zij was slavin in „het spaanse huys", waar ze de kost voor het kauwen had, hij
hield een herberg in een stal.
Op een goede dag trok zijn vrouw bij hem in. Ze hadden geen sou en leden groot
gebrek.
Doch vlak voor Kersttijd 1731 ontving Maria 50 rijksdaalders uit Madrid! Van Zijne
Excellentie Frans van der Meer, ambassadeur aan het Spaanse Hof!
(De brief die Maria de 13e april 1732 aan hem schreef, waarin zij al haar weder
waardigheden kort had vermeld, heeft Van der Meer doorgezonden aan de Staten
Generaal, en is bewaard gebleven!)
Zij zocht in Amsterdam onmiddellijk naar haar ouders
en vrienden. Doch zij waren allen dood.
Het is nu inmiddels twee eeuwen geleden dat zy het
verhaal van haar leven neerschreef. Dat was dan haar
leven als slavin. Van haar verdere leven, dat van haar
man en kinderen weten we zo goed als niets.
De tijden zijn veranderd, gelukkig. Wanneer wij dit
leven bestuderen en schouwen in onze tijd, dan kunnen
we toch naar mijn eerlijke mening spreken van voor
uitgang. De wereldorde is beter geworden. Dat zij ge
staag verbetere moge!
Met deze wens sluit ik dan de reeks, waarmee ik
jaren geleden begonnen ben.
REIN BROUWER.
De heer Rein Brouwer, die honderden „Bewogen
Levens" voor ons blad schreef, heeft ons mede
gedeeld dat hij in verband met zeer drukke werk
zaamheden zijn serie tot zijn leedwezen niet meer
kan voortzetten.
Het is ons een behoefte te verklaren, dat deze
beëindiging ook tot ons groot leedwezen geschiedt.
Wij zullen de interessante artikelen van de heer
Brouwer, waarin veelal een persooniyke en steeds
verhelderende visie tot uitdrukking kwam, ongaarne
missen en danken de auteur voor het historisch
inzicht, dat hij talloze lezers verschaft heeft, waar
door een verheugende band met hen was ontstaan.
Redactie „Leidsch Dagblad".
f
Toen kregen ze het wat ruimer en elndelyk gelukte het
ook om van de Koningin een huls los te krijgen.
Maar hoevele malen keerde de kans. Zij waren hun
leven geen dag zeker, omdat men zo maar, zonder vorm
van proces, kon worden gedood.
Een dergelijk leven mat de een af, en brengt de ander
tot volle groei. Zo gauw Maria ter Meetelen de „prikkel
des doods had overwonnen", baarde zij door haar optre
den groot opzien.
Op een dag had de Koning eigenhandig de bassie
doodgeschoten, aan wie hy kortgeleden Maria en
haar man gegeven had.
Nu vervielen ze weer aan de Koning en in 'sKonings
dienst te staan betekende op korte termyn bezwijken.
Maria riskeerde een pak slaag en wat voor pak!
om tot de Koning door te kunnen dringen, zy wilde met
alle geweld trachten haar man te behouden. Onder geen
enkele voorwaarde wilde haar man haar toestemming
geven voor deze onderneming! Werd niet menigeen die
brutaalweg tot de Koning wilde doordringen op staande
voet doodgeschoten of doodgeslagen?
zy ging en wij laten Maria nu even zelf aan het woord
omdat ze de scène die nu volgt zeer plastisch en sober
beschryfti
„De Koning quam my dan naderen en lk viel al van
verren op myn aangesigte neder en riep: „Lybeck
vameryk a slede", hetwelk gesegt isi Godt bewaart het
hooft van myn Heer! En lk soende de gront, dat myn
aangesigt daarvan getekend was, sooals het gebruyk is,
als men daar voor de Koning komt. De Koning, dat
siende, soo kreeg lk genade ln syn ogen en hy stuurde
twe man na myn toe om te vragen, wat ik hebben
wilde".
Tot verbazing van de aanwezigen riep Maria „luide",
en ze toonde geen enkel spoor van vrees. De Koning
herkende de vrouw die hy eens getrouwd had en toen
wilde hy werkeiyk een Koning zyn. Hy gelastte dat
onmiddeliyk aan haar wens moest worden voldaan.
Zo kwam haar man vry van 'sKonings dienst en van
dat ogenblik af vreesden de groten haar omdat gebleken
was dat zy macht over de Koning had en meer kracht
putte uit het christendom dan menige moor van „Mago-
met" ontving.
De 12e augustus van het Jaar 1734 was het Konings
Paasdag. Op die dag sneed de Koning eigenhandig
het paaslam de hals af. Dit gebeurde op een heuvel,
buiten het palels. Onmiddeliyk daarna werd het jonge
dier op een snelle muilezel naar het paleis gereden.
Toen het daar aankwam vertoonde het offerdier geen
enkel teken van leven meer. Dit was voor alle onder
danen het teken dat de Koning spoedig verdwynen zou.
Het bygeloof kreeg volop voedsel. Weldra werd hij
verdreven.
Tydens de twaalf jaar van Maria's slavernij volgden
de Koningen elkaar op met de snelheid van de kabinets
wisselingen ln Frankryk uit later tyd.
Soms had Maria grote macht. Menige bassie, menige
Koning heeft haar toegevoegd dat zij een Prinses, een
Koningin kon zyn als ze trad ln de dienst van Magomet.
Zy deed haar woordje wel. Zó wel dat ze haar hoor
ders bedwelmde met haar woorden! Door alle moeilyk-
heden sloeg ze zich heen. Een tyd lang speelde ze byna
de rol van Koningin. De Koning zond alle dagen om
haar omdat hy haar oordeel zeer nodig had en haar
kennis van vreemde talen.
In de dagen dat ze in blakende gunst stond werd de
ganse stad met de omgeving onveilig gemaakt door
struikrovers. Doch Maria marcheerde rond met een
pistool op de heup en een degen opzy, gevolgd door een
kleine ïyfwacht.
Eenmaal kwam het met de struikrovers tot een treffen,
die na een schletparty met Maria en haar kornuiten snel
het hazenpad kozen!
Wat betekenden deze enkele dagen van glorie? Ook
deze Koning werd al spoedig afgezet. Hoe moeiiyk wordt
het dan om „buiten schot" te biyven als de opvolger
regeert. Dan komen immers alle vyanden van de vorige
Koning hun invloed aanwenden om de vroegere gunste
ling te verdelgen.
Maar Maria ter Meetelen was haar vyanden te slim
af. Welke gruweiyke lagen men haar ook legde, zy wist
se te ontkomen. Altyd weer doordrong zy de Koning
ervan dat hy meer had aan het om-deel van de levende
Maria dan aan het zwygen van de dode. Haar verhaal
is een verhaal over onmenselykheid van vriend en
vyand, en van sterke levenswil.
En alsof de menseiyke willekeur nog niet voldoende
rafnpen zou kunnen veroorzaken, kwam er nog een andere
ramp by: de pest. Uit het verhaal van Maria blijkt
niet dat de Moren zulke fatalisten zyn, dat de pest geen
invloed kon hebben op hun levenswijze. Duizenden, tien
duizenden stierven aan de gevaarlijke ziekte, en Juist ln
die dagen werd het contract getekend tussen de Neder
landse regering en de Koning voor de vrykoop van
christenslaven.
Twaalf Jaar was Maria ln slaverny geweest! Twaalf
jaar had zy en haar man geleefd met het zwaard van
Damocles boven zich.
„Soodra de Koning ons vrydom had gegeven, deed
hy myn man en mijn dochtertje voor hem brengen,
die hij bovenmaaten beminde en wel menigmaal mee
.gespeelt had. Mijn man kon van blijdschap niet spree-
ken voor den Koning. Ik kon de Turkse complimenten
heel wel maaken. Mijn compliment was uytermaaten
fraay, soodat de Koning soodanige genoegen daarin
nam, dat hy uytborst en syde: „soo waar als ik leef,
die christenvrouw is waardig om een princes te weesen".
Met die eertytel scheide ik van den Koning".
Ze moesten een lange weg afleggen over land. Lar^gs
ravijnen, over rivieren. En de wegen waren zeer on
veilig bovendien. Soms struikelden de muilezels en
sturen. Met de andere moest ze haar jongste kind vast
houden. Vele malen vielen ze met het dier. Ze trokken
langs dorpen die uitgestorven waren door de pest en had
den onderweg nog vele avonturen.
Doch eindeiyk bereikten ze Tetuan, een plaats dicht
bij Tanger.
Was nu het leed geleden? Meer dan drie maanden
wachtten ze op een schip. En toen ook in Tetuan de
pest uitbrak waren ze bang dat geen kapitein het wagen
zou hen aan boord te nemen.
Op de 11e april van het jaar 1744 kwamen ze aan
boord van een Hollands oorlogsschip. Toen de kust van
Afrika achter hen verdween slaakten ze een zucht van
verlichting! Vry!
Ze hadden toen nog twee kinderen over, een jongetje
van zeven en een meisje van nog geen twee.
De 18e september vielen ze, na een zeer avontuuriyke
reis, by Texel binnen en toen ging het naar Am
sterdam. Men zegt dat zy die verre reizen hebben
gedaan, veel kunnen verhalen. Maria ter Meetelen, die
twaalf jaar van haar veel bewogen leven in gevangen
schap had doorgebracht, kan zeker veel vertellen. En zy
deed het aan de ganse wereld, in het boekje dat ze uitga!
by de weduwe Jacob Duyn te Hoorn, in 1748.
Over de visserij in zee zijn de meningen van oudsher sterk ver
deeld. Er zijn er honderden, over de gehele kust gerekend
misschien wel duizenden, die week in week uit, hun plaatsje betrek
ken op pier of golfbreker en die de binnenvisserij niet anders kennen
dan van horen zeggen. Er zijn honderdduizenden sportvissers, die
nooit naar de kust zullen gaan, omdat ze die visserij een te saaie en
te grove aandoening vinden om er de kostelijke uren aan te besteden,
die met evenveel kosten en moeite gespandeerd kunnen worden aan
de visserij in het binnenwater.
Niet altijd behoeft er met vijftig of zestig gram lood te worden
geworpen en met zes of acht zeepieren, die na de worp netjes gerijd
op de bodem van Neptunus domein terecht komen in afwachting van
hongerige schar of bot. Want wanneer het toeval wil dat de zomer
op zes of zeven achtereenvolgende dagen in augustus of september
valt, komen drie vissoorten binnen worpbereik, die het best met de
naam van De Drie Musketiers kunnen wordén aangeduid; drie visjes
vol bravoure, moed, kracht, vechtlust en uithoudingsvermogen: visjes
di etijdens hun strijd aan de hengel een spectaculair shownummer
opvoeren: de fint, de geep en de makreel!
De makreel is een edelman
DE fint is een haringachtig visje,
wordt tot veertig centimeter groot
en is volkomen oneetbaar. Maar
wanneer gehaakt is en zyn luchtnum-
mer gaat vertonen, hoog opspringend
uit de golven, nog eens en nog eens,
dan bewyst hij tot de aristocratie der
Klapcozem mooie snijbloemen
De echte herfstbloemen
zyn er nu. De herfstasters
staan in volle bloei en de
late floxen vallen door
hun kleuren nog eens extra
op. Het is eigenlyk geen
wonder, dat de mensen
ze „vlambloemen" genoemd
hebben. Overigens kunnen in
de late herfst ook vele
vroege-voorzomer bloeiende
planten voor de tweede maal
bloeien. De klaprozen doen
het nu weer, doch dat kunt
U alleen maar verwaohten
indien de zaaddozen regel
matig worden weggenomen.
Dat geldt niet alleen voor de
klaprozen, doch ook voor uw
Lupinesoorten. Die vormen
vele peulen en als men dat
allemaal maar door laat
groeien, zal er van een nieu
we groei en tweede bloei
heus niet veel verwacht kun
nen worden.
Intussen kan men de grote
Oosterse klaprozen nu wel
bestellen. Volgende maand
kunnen ze in de tuin gepoot
worden. Zet ze dan niet op
de voorgrond in de border;
die hoogop groeiende soor
ten kunnen toc-h wel een
hoogte van ongeveer tachtig
centimeter bereiken. Ik vind
dat vlammende rood zo mooi
naast het stemmige blauw
van de riddersporen en om
dat de meeste soorten wel
tegelyk bloeien, kunt U dat
wel eens toepassen. Het is
bovendien zonder die twee
kleuren ook nog een aardige
combinatie: de ronde rode
bloemen van de klaprozen
en de lang gerekte bloem
stengels van de delfiniums
of riddersporen.
Klaprozen groeien eigen
lyk in alle grondsoorten,
doch zullen U toch wel
dankbaar zyn, indien de
grond een beetje bewerkt
wordt. Spit de grond dus
maar goed los' en zorg ook
voor een beetje oude stal
mest. Verse mest kan men
beter niet gebruiken. Als de
grond maar voldoende hu
mus bevat, bereikt men ook
uitstekende resultaten met
de bekende tuin- en gazon-
vorrelmest.
Klaprozen zyn niet alleen
mooie borderplanten, doch
ook als snijbloemen kunt U
er plezier van hebben. De
bloemen dienen dan echter
al in knop gesneden te wor
den. Het is noodzakelijk de
bloemstengels van onderen
ven dicht te branden voor
dat ze in het water gezet
worden. Los dan ook wat
chrysal in het water op.
G. KROMDIJK.
ken weet in de stryd tegen de sport
visser. Ook hy is een springer die al
dolgeworden boven water kletst en ver
metel blijft doen tot het einde.
En dan is er de makreel; niet d
horsmakreel maar de blauwe makree
De horsmakreel behoort tot het voet
volk; hy vecht niet, hy geeft zichovei
Het zwaard is verroest in de schede ei
dient slechts tot decoratie. De blauwi
makreel is een edelman; degelykwaar
dige van de forel en de zalmhy sterf
liever dan voor laf te worden aange
zien en deze overtuiging is zo ingewor.
teld, dat hy menige hengel in onerva
ren hand tot splinters deed worden ei
menige strakke iyn met een knal deec
springen.
Fint en geep doen dartel, slechts d<
makreel is in staat een goed afgestel
de molenslip seconden achtereen ti
doen krysen en zyn snelheid daarbii
is zo formidabel, dat hy tientallen me^
ters water doorkruist in luttele ogen
blikken. Rem hem af tydens zo'n rur
maar doe het wel op de juiste ma
nier en ook hy zal zich uit het wa
ter verheffen; een kleine purperen vis
ontembaar en weergaloos, vechtend op
een wyze die een enorme liefde vooi
het leven doet vermoeden.
Vandalisme en sportvissen
WANNEER het enige tyd achter
een zomer is in augustus o!
sportvissen te behoren; tot de weini
gen, die de stryd niet schuwen en van
geen opgeven weten.
De geep is die lange dunne vis met
een vogelbek en een groene graat. Hij
kan tot tachtig centimeter lang wor
den. is altyd broodmager, maar het ge
wicht dat hij heeft bestaat uit louter
spieren, die hij wonderwel te gebrul-
ANNEER het enige tyd achter
een zomer
september, komen miljoenen
jonge haringen naar de kust en achtei
die gigantische hoeveelheid vis komt
het heirleger der smulpapen: de fin
ten, gepen en makrelen. Verblind in
hun jacht achter de prooi, grypen zy
wat ze kunnen grypen en het verhaal
tje, dat men makreel kan vangen aan
een stukje zilverpapier of aan een
propje watten is niet overdreven.
Men begrijpt goede vrienden, dat
het in zulke omstandigheden geen
kunst is de vissen ie vangen en daar
om. juist daan-om, is het gewenst zich
duidelijk te realiseren waarvoor men
de sportvisserij bedrijft: zich te rea
liseren wat het doel is!
Men kan naanelyik op twee manieren
te werk gaan. Ik heb op makreel zien
vissen, beter gezegd, ik heb makreel
zien vangen met lange zware bamboe-
hengels, het tuig bestond uit koord en
was uitgerust met zeven, acht of tien
haken.
Wanneer een school makreel langs
trekttienduizenden vissen 'behoeft
men het omschreven visapparatuur
maar te waiter te brengen, om bijna
gelyktydig enkele forse rukken te voe
len. Direct kan worden opgehaald.
Zo heb ik de makreel de prachtige
purpere vechtjas, die zelfs in gestoom
de toestand tussen augurken en zure
haring nog een schoonheid is. uit het
water zien rossen en op de stenen zien
kwakken. De 'haken werden de vissen
uit de bek gerukt, want .hoe sneller het
vistuig weer te water was, hoe meer
makreel men kon vangen.
Sportvissers noemen dit vandalisme;
misbruik maken van de omstandig
heden; roof plegen uit de schatkamers
van de natuur.
Want voor de zware, puilende jutte-
zakken vol makreel bestond geen en
kele bestemming; ze werden uitgevent,
weggegeven, kwamen in het vuilnisvat
terecht.
Wie zich verplicht voelt makreel te
gaan vangen, omdat thuis een hun
kerend gezin met holle ogen op zijn
terugkomst wacht, weet nu hoe hij zijn
nazaten van de hongerdood kan red
den. Wie zich Verplicht voelt zich
waardig te gedragen kan op de vol
gende manier te werk gaan.
Lichte hengel
EEN lichte hengel van glasvezel
of splitoane (10 gr.), een lyn van
maximum 20/100 mm een sohuif-
pen die zes of acht gram lood1 kan dra
gen en één haak vormen 'het mate
riaal. Dat daar nog een werpmolen met
een zeer goede slip aan moet worden
toegevoegd, zal ieder duidelijk zijn.
Als aas kan een zeebliek of een reepje
vis worden gebruikt: meestal kan wor
den volstaan op oiroa één meter diepte
te vissen. Zwevend dus.
Het aanbyten van de vis kan wor
den waargenomen door naar de dobber
te kijken en men behoeft in de regel
niet over een bijzonder scherpe blik te
beschikken om het aanbijten van de
vis waar te kunnen nemen. Meestal
wordt de lijn met. een felle ruk strak
getrokken en de strijd kan meteen be
ginnen.
Nog mooier is het de makreel met de
spinner te lijf te gaan: met een kleine
blanke spinner met of zonder vlieg.
Persoonlijk kennen wy geen grotere
sensatie in de sportvdssery dan een
aanslag van een nkkreel op de spinner.
Hij hapt er niet naar, hy laat er zich
op vallen; op topsnelheid en met alle
beschikbare kracht Eén van onze ken
nissen, een Engelsman en een be
faamd zalanwisser, zei, toen wy op ma
kreel gpinden en hy er enkele had ge
vangen: „De zalm probeert bij het ne
men van het aas een hengel uit je
handen te rukken, de makreel traoht
hem er uit te slaan".
Makreel aan de kust
EERSTDAAGS 'komt de makreel op
die kust. Wy zijn sportvissers, dus
wy laiten nimmer af optimistisch te
zijn. Ergens langs de lange Hollandse
kust zal dan wel een klein plekje te
vinden zyn voor een eenvoudig ster
veling die alleen wil zyn met de bran
ding. de zon en de zilte wind; alleen wil
zyn met de makreel, de sportvis uit
het zouite water, één van de drie mus
ketiers die hij het hoogst waardeert en
die hy waardig tegemoet zal treden.
En als er dan vier of vyf van deze
vissen voorbestemd worden om mee
te gaan naar huls omdat ze onmis
kenbaar zeer grote culinaire kwali
teiten bezitten, dan zullen wy ze di
rect na de vangst doden. Als een hu
mane erkenning van hun vermetelheid
en moed! Jan Schreiner.