PARAMOUNT ROKEN!
Filmfestival heeft belofte van de
eerste dagen (nog) niet ingelost!
PARAMOUNT
ÉÉN GULDEN!
Duitse inzending op goed niveau
NU KUNT U VOOR HET ZELFDE GELD
de wereldberoemde
nu in Nederland
Bij Brussel komt het grootste
Westeuropese luchtvaartstation
97ste jaargang
Vrijdag 5 september 1958
Derde blad no. 29536
'MERICAX
AMERICAN
Sophia en Gina niet, B.B. ivel naar Venetië
(Van onze Romeinse
correspondent)
De belofte, die het filmfestival
van Venetië de eerste dagen leek
in te houden, is helaas (nog) niet
in vervulling gegaan. Toen dacht
iedere deskundige, dat men hard
op weg was naar het beste festival
van de laatste jaren. Helaas, al
spoedig kwam een inzinking.
BRIGITTE BARDOT
kwam wel
Ook degene, die voornamelijk
het mondaine gedeelte van deze
feesten zoekt, heeft twee bittere
pillen te slikken gekregen. De twee
hoogstaangeslagen Italiaanse „ster
ren", Sophia Loren en Gina Lollo-
brigida hebben verstek laten gaan.
Sophia kon om twee redenen niet
komen. Ten eerste, omdat waar
schijnlijk Gina in Venetië zou zijn
en de dames er geen prijs op stellen
elkaar te ontmoeten, en ten tiueede
omdat Sophia getrouwd is met een
Italiaan, die in het buitenland van
zijn eerste vrouw is gescheiden. In
Italië wordt echtscheiding niet door
de wet erkend en dus zou de piz-
zaiola" kans lopen te worden gear
resteerd wegens huwelijk met een bi
gamist.
Gina zou stellig komen, maar plot
seling rees er een ernstig bezwaar:
Zij heeft namelijk de hoofdrol in een
film „La Loi", naar de onlangs ver
schenen roman van Roger Vailland.
Die film wordt op het ogenblik in
Frankrijk gemaakt en elke dag af
wezigheid van „Lollo" zou de maat
schappij op een verlies van vijf mil
joen Franse Franken komen te
staan. Dus moet Venetië het zonder
de nationale Gina doen. We treuren
er echter niet om, want Brigitte
Bardot kwam. En B.B. doet voor de
twee Italiaanse schonen stellig niet
onder
Maar wat van belang is te Venetië,
zijn de films. Als een schrijver zelf toe
zicht uitoefent op de wijze, waarop zijn
boek wordt verfilmd, zou men verwach
ten, dat de film niet al te veel van de
roman zal verschillen. Dat blijkt niet
waar te zijn. Erskine Caldwell schreef
omstreeks 1932 zijn roman „God's Little
Acre", een boek, dat toen geweldig op
zien baarde en al gauw een best seller
werd, vooral nadat het er een ogenblik
naar uit had gezien, dat Caldwell zich
voor de strafrechter zou hebben te ver
antwoorden, omdat verscheidene bur
gers aanstoot namen aan de inhoud.
Ruim twintig jaar lang heeft Caldwell
er zich met hand en tand tegen verzet,
dat zijn verhaal zou worden verfilmd.
Nu is het toch gebeurd onder zijn toe
zicht. Maar helaas is hij ook persoonlijk
financieel bij de film geïnteresseerd. Dit
verklaart waarschijnlijk hoe het komt,
dat niet alleen alles zo keurig is aange
past aan de in Hollywood geldende
regels van fatsoen en netheid, maar,
dat de hele strekking van het boek is
veranderd, door wat „een hopeloos
geval" is met een „blij einde" af te
sluiten.
Caldwell heeft echter aan de pers
verzekerd, dat „de geest van zijn boek"
volkomen bewaard is gebleven
Als hij tevreden is en de censuur, kan
men er zich bij neerleggen. En zelfs met
waardering gewag maken over enkele
uitstekende gedeelten, die te danken
zijn aan een regisseur Anthony Mann,
die tot nu toe voornamelijk „Westerns"
maakte.
Hoger peil
Op een oneindig hoger peil staat de
Duitse film „Das Madchen Rosema-
rie", de film waarover zoveel te doen
is geweest, omdat de regering te Bonn
er tegen protesteerde, dat juist die
fi!m te Venetië zou worden vertoond.
Dit is een film, zoals men er in de
laatste jaren heel zelden ziet, een
filmkunstwerk, waar Duitsland alle
eer mee inlegt. Daar de hoofdpersoon
een straatvlinder is, vermoedde men,
dat puriteinse overwegingen tot het
protest van Bonn hadden geleid. Dit
is volkomen uitgesloten: ook de meest
puriteinse censuur zal in deze film
niets te knippen vinden.
De film is echter een wrange satire
op minister Erhards economisch wonder
van het nieuwe Duitsland. De regisseur
Rolf Thiele leert ons een Duitsland
kennen, waar de wederopbouw in han
den is van profiteurs, gespeend van alle
scrupules, domme, egoïstische, platte
geldmakers, te onontwikkeld zelfs om
enig werkelijk plezier te beleven aan de
miljoenen, die zij zo gemakkelijk ver
dienen. De film is op een typisch Duitse
wijze tot een soort expressionistisch bal
let vervormd. Men moet vaak denken
aan Erechtó' «Dsoigaoaohenope*"» of
aan een ander zeer goede Duitse film
.Berliner Ballade". De beste gedeelten
zijn, die waar de broer van Rosemarie
en een vriend, twee zware jongens, een
gezongen commentaar geven op het ge
beuren. Telkens wanneer zij met hun
trekharmonica verschijnen, weet men,
dat nu een hoogtepunt komt. Daarna
volgt de film weer vrij nauwkeurig de
politiekroniek, zij het dan ook op satiri
sche wijze. De vergelijking met Brecht
gaat slechts ten dele op. Een Italiaanse
collega merkte zeer gevat op: „Bij
Brecht rommelde de lege maag. Hier
komen de onverkwikkelijke geluiden uit
een al te overladene". Met andere woor
den: dit is het nieuwe Duitsland, de
minder bekende en minder aantrekke
lijke schaduwzijde van „het Duitse won
der". Men kan het protest van de
Duitse regering begrijpen.
Bureaucraten hebben geen zin voor
humor en zeker niet voor satire. Maar
het strekt Duitsland tot eer, dat er
nog moedige nonconformisten gevon
den worden, die het de spiegel durven
voorhouden. De kwaliteiten van deze
film zijn dusdanig, ook door het uit
stekende spel van Xadia Tiller als
Rosemarie. dat Duitsland een goede
kans maakt de Leeuw van San Marco
te winnen.
Pijnlijker
Veel pijnlijker was het geval van de
Poolse film: „De achtste dag van de
week". Het gaat hier om een coproduk-
tie van een Poolse en een West duit-se
maatschappij. De „producer" is Duits en
Duits is de actrice, Sonia Ziemann.
Deze film gaat terug op een novelle, die
twee jaar geleden versohenen is in
Polen.
Maar de schrijver van die novelle
heeft na de laatste gebeurtenissen in
Polen zijn land moeten verlaten: Marek
Hlasko woont nu in Parijs als banne
ling. Op dat Poolse verhaal heeft de
dekaan der Poolse regisseurs Aleksander
Ford zijn film gebaseerd, en hij heeft
de toch al zo sombere tinten nog eens
extra onderstreept.
Als ooit een film de toestanden in de
satellietlanden heeft leren kennen dan
is het deze film en het is begrijpelijk,
dat de Poolse delegatie te Venetië uit
protest vertrokken is. Gomoelka is niet
meer wat hij twee jaar geleden was en
zal zeker nooit een Tito worden. Als
film is dit werk vrij zwak. Totaal mis
lukt!
Na vette, de magere
Was de oogst niet daverend, de eerste
dagen lagen toch boven het gemiddelde
van andere jaren. Maar het filmfestival
was blijkbaar al te goed begonnen. Nu
volgden op de vette dagen de magere.
Het begon met „Lichten der Nacht", het
werk van een onervaren Zweedse regis
seur. die in volle ernst een geschiedenis
vertelt, waar een- niet al te naïef
publiek alleen maar om schaterlachen
kan. De Zweden keken heel verbaasd,
dat het publiek op een zo onverwachte
wijze reageerde. Ze hadden het heus
allemaal erg goed bedoeld. Het gaat om
een jong meisje, dat van haar blijkbaar
wel erg afgelegen dorp voor het eerst in
Stockholm komt, daar een jongeman
ontmoet en dan de meest onnozele
avonturen beleeft.
van, dat de commissie „De Idioot" onder
de veertien „uitverkorenen" zou opne
men en de regisseur van dat werk
Pyrief werd alvast voorzitter van de
Russische delegatie voor Venetië. Maar
Venetië koos nu juist de andere. Het
gevolg was, dat Pyrief boos werd en na
dat eerst Moskou in een telegram van
vierhonderd woorden had geprotesteerd
bij de „Biennale", vertrokken Pyrief en
de zijnen en namen „De Idioot" mee.
Jammer, daar dit werk anders in de
„afdeling informatie" vertoond zou zijn
geworden en dus de critici zouden heb
ben kunnen zien wie gelijk heeft, Pyrief
of de Venetiaanse heren. Wij moeten
wel bijna denken, dat Moskou gelijk
had, want het kan bijna niet. dat een
film nog onbeduidender zou zijn dan
die „Weduwe van Otar". Tsjaureli is als
regisseur bekend genoeg. Hij is de grote
verheerlijker geweest van Stalin. In
vroeger jaren hebben wij in Venetië zijn
films „De Eed" en „De val van Berlijn"
gezien en vooral die laatste, waarin
Stalin eigenlijk geheel alleen de tweede
wereldoorlog heeft gewonnen, is een
stukje propaganda, dat men niet ge
makkelijk vergeet. Maar juist die films
werden Tsjaureli kwalijk genomen. We
gens „persoonsverheerlijking" verloor
hij zijn plaats van eerste cineast der
Sovjet-Unie en het leek of men nooit
meer van hem zou horen. Hij blijkt nu
tot een heel ander genre te zijn over
gegaan, de suikerzoete romantiek. Deze
„Weduwe van Otar" is een film, die
alleen door de werkwijze, rhetorisch,
conventioneel, door het plaatsen van
onwaarschijnlijke „helden" in een rea
listisch landschap en door de zachte,
fraaie kleuren van het Sovcolour-pro-
cede aan de Sovjet-Unie herinnert;
door het onderwerp beslist niet.
Het honingzoete verhaaltje wordt op
uiterst langzame, weeë manier ver
teld. Het geheel doet geen ogenblik
aan een film denken, heeft niets met
cinematografie en zeker niet met
cinematografische kunst te maken.
Veeleer is het een van zang en muziek
ontbloot „libretto" voor een bijzonder
slechte opera. Nee, erger dan dat kan
„De Idioot" onmogelijk geweest zijn!
Kan ook anders
Dat zulke zoetelijk romantische ver
halen ook anders verteld kunnen wor
den. bewezen een dag later de Japan
ners met hun film „Muhomatsu, de
rickshawman". De geschiedenis is ook
in dit geval weeïg. Maar de Japanse
regisseur, Hirashin Inagaki, die al meer
dan tachtig films op zijn naam heeft
staan, is veel subtieler in het gebruik
van zijn middelen dan de Rus. Er is
niets melodramatisch aan zijn film en
talloze realistische trekjes en lachwek
kende tafreeltjes, die volkomen echt en
goed geobserveerd zijn, maken dat we
ons nauwelijks meer rekenschap van
geven, dat het verhaal thuis hoort in
een leesboek voor de lagere school uit
het eind van de vorige eeuw. De vertel
trant is zo goed en het is alles zo fil
misch gezien, dat van de films, die tot
nu toe vertoond werden alleen deze als
gelijkwaardig kon worden beschouwd
met „Das Madchen Rosemarie".
Tsjechische inzending
Gelukkig volgde na al deze fondant-
romantiek weer een goede film. Zij
kwam uit Tsjecho-Slowakije. In een
land. waar de vrije meningsuiting aan
(Van onze Brusselse correspondent)
Te Meisbroek, de luchthaven van Brus
sel. wordt thans de laatste hand gelegd
aan het grootste luchtvaartstation van
West-Europa. Dit enorme gebouw, waar
voor 30.000 m3 beton en 4.000 ton staal
werden gebruikt, is berekend op een
capaciteit van 3.5 miljoen passagiers per
jaar! In 1957 was het aantal passagiers
te Meisbroek 654.606, en men rekent op
circa 800.000 passagiers over 1958, het
Expo-jaar. Hieruit blijkt, dat het depar
tement van Verkeer de zaken groots
heeft gezien. Men heeft de aftredende
minister van Verkeer zelfs al verweten
dat hij de zaken veel te groots heeft op
gevat!
By de bouw van het station is rekening
gehouden met het feit dat alle moderne
Europese luchthavens van 1960 af de
Stockholm is een grote stad en de
dienstmeisjes in Lapland willen daar
in de bioscoop het hunne van weten.
Wy gunnen die argeloze schepsels,
dat genoegen graag, maar begrypen
niet helemaal waarom de strenge
commissie van Venetië, die alleen
„kunstfilms" wenst, dit zonderlinge
geval aan het festivalpubliek heeft
willen voorzettenStylistiseh staat
het nog op het peil van een begin
nend dilettant.
Russen liepen weg
De Russen hadden oorspronkelijk twee
films ingezonden: „De Idioot" naar de
roman van Dostojewsky en „De weduwe
van Otar" van de regisseur Mikhail
TsjauMli. in Moskou was men er zeker
Gina Lollobr:gida had geen tijd om
naar Venetië te komen. Zij kon in
de studio's van Boulogne-Gillan-
court niet gemist worden tijdens de
opnamen van haar nieuwe film 'La
Loi Men ziet haar hier in een
scène nadat zij juist een berg bank
biljetten in het spel heeft gewonnen.
banden is gelegd (wij herinneren ons,
dat nog zeer wel uit de fascistische
periode» staan de cineast slechts twee
wegen open. Hij kan propagandafilms
maken, een verhaaltje, dat alleen maar
dient om aan te tonen, hoe goed alles en
'hoe de leider alle wijsheid in pacht
i heeft, of wel htf lean zijn stof kiezen tut
het overgeleverde cultuurgoed der natie
en romans of novellen voor de film
gaan bewerken, die door het dictatio-
riaal bewind ontzien werden en toestan
den beschrijven uit het verleden. De
Russische film „Otars Weduwe" liet
zien, hoe dit niet moet gebeuren. De
Tsjechische film van de jonge regisseur
Jiri Weiss toonde aan, dat op deze weg
resultaten van betekenis kunnen bereikt
worden. Weiss heeft zyn gegeven ont
leend aan een roman, „Wolvenklem-
men" van zekere Jarmila Glazarova, die
in Tsjecho-Slowakije blijkbaar een
grote naam heeft. Ook zonder ooit van
haar te hebben gehoord, laat staan
haar boek te hebben gelezen, kunnen
wij, op de film afgaande vaststellen, dat
zij verwant is aan de schrijvers van de
naturalistische school, zoals die tegen
het einde van de vorige eeuw in Frank
rijk bloeide. Dit is vreemd daar de
schrijfster nog leeft, meegewerkt heeft
aan de totstandkoming van de film en
haar verhaal zich afspeelt in de periode
kort na de eerste wereldoorlog. Men
moet er wel uit afleiden, dat literair
Tsjecho-Slowakije enkele decennia ach
ter is.
Maar het verhaal is belangrijk en de
film eveneens. Het is voornamelijk de
weergave van een bepaalde atmosfeer,
van de levenswijze zoals die bestond in
kleine plaatsjes in Moravië, een kleine
veertig jaar geleden en verder een on
barmhartige ontleding van het klein
burgerlijke. het geniepige, het laffe, dat
zo vaak samengaat met provincialisme.
Het gegeven is nogal grauw. Maar
Weiss heeft de roman op meesterlijke
wijze tot een film gemaakt, die geheel
ios staat van het boek en als werk op
zich zelf bestaansrechten heeft. Zijn
regie is uiterst nauwgezet, op 't pedan
te af, met een neiging aan allerlei klei
nigheden, die dienen om de atmosfeer
zo juist mogelijk weer te geven niet
minder aandacht te scnenken dan aan
de hoofdzaken. Er is iets koppigs en
hards in zijn werkwijze. Maar hij iaat
de hele wereld van kleine, geniepige,
door endoor provinciaal, egoïste dorps
grootheden voor ons leven.
Deze Tsjechische „provincie" is gezien
zoals Zola de Franse provincie zag in
„La Terre". Maar Weiss gaat verder,
want waar wij de figuren van Zola
kunnen begrepen omdat de beweeg
redenen voor hun laagheden worden
verteld, wordt hier het hele muffe
bestaan van dit Moravische dorp, een
bestaan zonder enig idealisme, ons
alleen tot een walging. Een bijzondere
knappe film, in al zyn eenzijdigheid
en in zekere zin, wat propagandisti
sche waarde betreft, van groter bete
kenis. want oneindig overtuigender,
dan enige propagandafilm ooit zun
kan.
zware viermotorige straalvliegtuigen
Boeing Intercontinental voor 140 passa
giers zullen kunnen ontvangen. De Sa
bena zal van 1960 af vijf van die reuzen-
vliegtuigen in bedryf nemen.
Er zijn twee startbanen van resp. 2.500
meter en 3.500 meter aangelegd. De Bel
gische autoriteiten hebben de nieuwe
startbanen niet te ver van de stad wil
len leggen, daar men anders het voor
deel van een snelle luchtreis zou verlie
zen door een moeilijke reis op de grond.
Brussel-Nationaal ligt aan het eindpunt
van de autoweg „Boulevard Leopold III",
die slechts 10 kilometer van de eerste
grote laan van het Brussels stadscentrum
is verwijderd. De nieuwe luchthaven is
verbonden met het Sabena-kantoor in
het centrum van de stad door een trein,
die er precies 16 minuten over doet. Het
nieuwe luchtstation zal pas in 1960 vol
tooid zyn. Op het ogenblik wordt echter
reeds een groot deel van het gebouw ge
bruikt. Lange overdekte „pieren" bren
gen de reizigers tot voor het vliegtuig,
waardoor zy tevens beschermd zijn tegen
regen en wind. Rond de 100 meter lange
en 55 meter diepe hall is een complex
winkels met een restaurant, een bar, een
bioscoop en een „T.v.-salon".
Duur handtasje
Een handtasje, vervaardigd van
■joudweefsel, dat 40.000 gulden per
yard (een yard is 91 cm.) kost, is een
•jan de kostbaarheden die thans in
Londen op de tentoonstelling van de
Nationale Vereniging van Juweliers
te zien zijn. Het goudweefsel is 18-
karaats en is geweven van uiterst
fijn gouddraad.
Een ander opvallend juweel was
een broche in de vorm van een an-
ielier, bezet met 500 diamanten. De
bloem is tot in het kleinste detail
nagemaakt.
Geen dagboek van de
„Hugo de Groot"
Verwondering in Ierland
Politie en scheepvaartautoriteiten ln
Ierland toonden zich gisteren verwon
derd over de mededeling van de schip
per van de ..Perion", dat zyn schip
het logboek noch andere voorwerpen
van de „Hugo de Groot" heeft opge
vist.
De politie te Bantry in het graafschap
Cork verklaarde een aantal dagen na
de ramp het verzoek te hebben gekregen
het logboek over te nemen van de „Per-
Ion" en leden van de bemanning te ver
horen. De treiler kwam echter niet in
Bantry aan. Wel arriveerde op 30 aug.
een zusterschip, de „Falperra", in Bere -
haven aan de zuidwestkust van Ierland.
Op verzoek van de agent van de Spaan
se reder en van Ierse politie- en doua
ne-autoriteiten stelde de schipper van
dit schip zich per radio in verbinding
met de .Perion". Volgens de Ierse politie
bevestigde de schipper van de
„Perlon", dat hij twee boeken en een
dameskledingstuk aan boord had. die op
de plaats van de ramp waren opgevist.
Hij zou gezegd hebben dat hij deze zou
overhandigen aan de havenautoriteiten
tc Vigo (zoals bekend was het eerst d*1
bedoeling dat de ..Perlon" in deze
Spaanse haven, en niet in Ln Curuna,
zou binnenlopen).
Bestrijdt liet leed,
dat kanker heet
Ofschoon de gemiddelde leeftijd
van de tegenwoordige Nederlander
67 jaar is - tegen 37 jaar om
streeks het midden van de vorige
eeuwzijn er nog altijd volks
ziekten, die een groot aantal
slachtoffers maken. Van zes sterf
gevallen vindt er thans één zijn
oorzaak in kanker, aan welke ziek
te in ons land ieder jaar veertien
duizend mensen overlijden, wat
neerkomt op één sterfgeval aan
deze kwaal op elke drie kwartier!
Niettemin zijn er reeds belangrijke
successen geboekt in de bestrij
ding, wat niet wegneemt, dat het
probleem, dat deze ziekte voor de
geneeskunst oplevert, nog lang
niet is opgelost. Er zal nog enorm
veel werk moeten worden gedaan
in de laboratoria. Dat die labora
toria zeer kostbaar zijn en dat er
eveneens zeer veel geld nodig is
voor speciale ziekenhuizen, voor
zien van de modernste bestralings
apparaten, behoeft nauioelijks ver
der omschreven te worden. Het is
verheugend, dat de vereniging
,JConingin Wilhelmina Fonds"
jaarlijks grote bijdragen voor deze
doeleinden pleegt te ontvangen:
in 1957 ruim twee miljoen gulden.
Deze som is verdeeld over Het Ne
derlands Kankerinstituut, het Rot-
terdamsch Radio - therapeutisch
Instituut, de dr. J. J. de Bruine
Groeneveldt Stichting, de univer
sitaire kankercentra in Amster
damGroningen, Leiden en
Utrecht, andere centra in Eindho
ven, Middelburg, Maastricht en
Tilburg en de Landelijke Organi
satie voor de Kankerbestrijding.
Men ziet het: de wetenschap spant
zich tot het uiterste in om deze
gevreesde ziekte onder de knie te
krijgen. Om de daarvoor nodige
miljoenen op tafel te brengen zal
het noodzakelijk zijn de collecte,
welke morgen 6 september gehou
den wordt, op ruime wijze te be
denken. Er wordt van het Neder
landse volk een offer gevraagd.
Laat men geen dubbeltje in de bus
stoppen als het wel een gulden zou
kunnen zijnBestrijdt het leed,
dat kanker heet! Behalve door een
gift in de bus kan men zijn bijdra
ge ook storten op giro 26000
Besprekingen over
kouseninvoer geëindigd
Regeringskringen te Bonn deelden
gisteren mede, dat de Nederlands-West-
duitse besprekingen, die deze week ge
voerd werden over de export van West-
duitse uit kunstvezel vervaardigde
dameskousen, voorlopig beëindigd zijn.
Zy zullen later worden voortgezet.
De Duitse ambtenaren werden van de
Nederlandse klachten op de hoogte ge
steld en hebben deze aan de verenigin
gen van kousenfabrikanten doorgegeven.
Kringen der Duitse industrie ver
klaarden, dat het werkelijke probleem
de te grote produktiecapaciteit van de
Westduitse köusenindustrie is D -
heeft de meeste fabrikanten er toe ge
dwongen hun prijzen aanzienlek te
verlagen.