„KRUISPUNT DER EEUW
is een „koninklijke stf
Een Zoeklicht
ZATERDAG 26 JULI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 3
Amerikaanse voortrekkers genoten er van lit
Plechtigheden, maar ook feesten
D1
v OP DE BOEKENMARKT
DE MAIN, DIE een beroemd schilderij stal en geen straf kreeg
De Verenigde Staten zijn modern en technisch bij uitstek. Toch
vindt men er hier en daar resten ener oudere beschaving, die dateert
uit de dagen, toen trotse hidalgo's en'stoutmoedige, harde conquista
dores de beide Amerika's onder het gezag van de Spaanse Kroon
brachten. Bloedig waren vele der tochten, die zij ondernamen. De
gescheidenis van de verovering van Amerika door de Spanjaarden
bevat menige donkere bladzijde. Misschien is dit wel de oorzaak, dat
men in West-Europa geneigd is, het beschavingswerk der Spanjaar
den te onderschatten. Vooral de missionarissen verwierven zich
echter grote culturele verdiensten. Ja, menigmaal was het zo, dat het
Kruis de wonden heelde, die het Spaanse zwaard sloeg. Wilt U iets
van die oude Spaanse cultuur leren kennen, dan kunt U niet beter
doen dan een bezoek te brengen aan Santa Fé, de hoofdstad van
Nieuw-Mexico, gelegen aan het eindpunt van het beroemde Santa
Fé-Spoor en tevens het oudste bestuurscentrum der Verenigde Staten.
Bonte ervaring
IK had natuurlijk kunnen vliegen
naar die oude Spaanse stad. En
mijn vrienden in New York lachten
me uit, toen ik zei, dat ik de „Weg van
1822 tot 1875" wilde nemen, het oude
Santa-Fe-Spoor, dat de pioniers der
vorige eeuw gebruikten die van het
vlakke Missouri gingen naar het berg
achtige zuidwesten. ZU spanden hun
ossen voor de huifkarren en trokken
weg, een onbekende bestemming tege
moet. Hard was de reis. Hard en vol
gevaren. Maar zij bereikten de 7000
voet boven de zee gelegen Spaanse
stad. En zij keken hun ogen uit. Dat
deed ik ook. Want ook nu nog - hoe
wel er sedert 1880 een spoorlijn loopt
naar Santa Fe - waant men zich in die
mooie, hooggelegen stad terug in de
Spaanse tijd.
Oude Indiaanse rotswoningen en
pueblo's (flatgebouw-dorpen) van mod
der en stro zag ik er. Ik dwaalde door
gehuchtjes, die opgehangen schijnen
aan de Sangre de Cristo bergen. Ik
zag versteende bossen. Ik wandelde
langs de oude bergpaden der Indianen,
zoals het „Spoor van de Eenzame Den"
(Lone Pine Trail). Ik Bezocht de oude
kerken en missiehuizen (die zulk een
bijzondere rol speelden in de 16de en
17de eeuw) en zag in gedachten van
geloofsijver blakende monniken de
Christelijke leer prediken aan de
Roodhuiden. Ik zag hen als onderwij
zers, artsen en bouwmeesters aan het
werkeenzaam, maanden reizens
van hun land, van Europa, maar on
verdroten voortgaande met hun taak.
Van de kerken ging ik naar de moder
ne hotels en musea en bibliotheken.
Toen ik dat alles gezien had, begon ik
te begrijpen, dat men Santa Fe (in de
Verenigde Staten) aanduidt als „Ko
ninklijke Stad", „Amerikaans Athene"
(Athene dan als bakermat der bescha
ving) en vooral als „Kruispunt der
Eeuwen".
DIT „Kruispunt der Eeuwen" doe
zelt in een hoog dal als een sla
perige poes in de zon. Aan drie
zijden is het omgeven door hoge, waak
zame bergen. Op hun toppen ligt tot in
juni sneeuw. In alle jaargetijden zijn
de aarde en de hemel er kleurig en le
vend. Dit kleurige, levendige aanzicht
der streek deed Don Pedro de Peralta
in de winter van 1609/1610 besluiten,
daar een stadje te bouwen. Vóór deze
Spaanse edelman waren Indiaanse
hoofdlieden tot een dergelijk besluit
gekomen. Althans, Don Pedro's Santa
Fe verrees op de ruïnes van een oude
Indiaanse nederzetting. Nog is van
deze nederzetting een huis, gemaakt
van de in de zon gebakken steen, te
zien. Dit adobe-huis kan zich erop be
roemen, het oudste huis in de Ver
Staten te zijn.
Moderne luxe-auto's glijden thans
door de kronkelige straten der oude
stad. Nog heden ten dage hoort men
grapjes, als Amerikaanse toeristen de
straten in Santa Fe leren kennen.
Geen rechte „blokken", begrijpt U. De
burgemeester van Santa Fe antwoord
de zijn kritische landgenoten eens:
„Ja moppert U maar. Doch U moet
niet vergeten, dat deze straten al zo
lang verkeer hebben gekend, dat ze
niet meer prima in orde kunnen
zijnEn U vindt hier, wat U thuis
niet vindt, traditieWaarop een
echte Amerikaan uit het Midden-Wes
ten antwoordde: „Uitstekend, maar
over een jaar of tien hebben wij ook
een heleboel traditie...." Toen ik dit
verhaal hoorde, kon ik niet nalaten te
glimlachenen ik denk, dat ook de
Spaanse edellieden geglimlacht zouden
hebben, als zU het hadden kunnen
vernemen. Tien jaren zijn immers wat
kort om traditie te kweken.
Feestelijk en plechtig
S\NTA FE was steeds een levende,
vrolijke stad. De voortrekkers, die
in de vorige eeuw de lange, harde
weg naar Santa Fe insloegen, zochten
niet slechts nieuw land, zij zochten ook
de vrolijkheid der oude Spaanse stad.
In Santa Fe - dat wisten ze - was
rust, was veiligheid. En daar maakten
zij hun haar dan glanzend met beren-
vet, trokken zij hun beste plunje aan
en genoten zij van lekker eten, een
goed glas wijn, een dansje en lieve,
donkere ogen.
Ook heden ten dagen nog is de
„Koninklijke Stad" gesteld op feeste
lijkheden en plechtigheden. Op kerst
avond worden grote vuren ontstoken
voor de kathedraal van Sint Francis-
cus. Lichtjes versieren dan de vlakke
daken der huizen. Het hoogtepunt van
het jaar is evenwel het driedaagse
graanfeest (in augustus). Dan ver
dringen zich vrolijk uitgedoste men
sen in de straten. Zij zingen en dan
sen. Zij juichen als een beeld van de
Oude Sombere Man opgaat in vlam
menen trekken vervolgens in
plechtige processie naar het Kruis der
Martelaren. De Indianen uit de streek
zijn ook van de partij. Hun trommels
slaan opwindende roffels. Zij zingen en
dansen en bewegen zich in volle staat
siekledij door de straten der stad.
Kleurig en fleurig feestelijk en vrolijk,
plechtig en meeslepend, dat is Santa
Fe op zulke feestdagen. Steeds weer,
als ik daar in de hoge bergen kom uit
rusten van de onrust van mijn redac
tiebureau, bekoort Santa Fe mij meer
dan welke andere Amerikaanse stad
ook. Er ligt een waas van Spaans-In
diaanse cultuur over Santa Fe, dat
boeit en bekoort.
Interessant
MET mij zijn er velen, die Santa
Fe opzoeken om uit te rusten of
voor herstel van gezondheid. Het
klimaat is er voortreffelijk. En wie er
wil studeren, kan in Santa Fe even
eens goed terecht. Wapens, boeken,
manuscripten, gebruiksvoorwerpen en
tal van andere curiosa zijn er saam-
gebracht in het „Paleis der Gouver
neurs". Bijna 350 jaar oud is dit
bouwwerk. Meer dan 100 gouverneurs
hebben er gewoond, Spaanse, Mexi
caanse en Amerikaanse. Zij hebben er
geschiedenis gemaakt en meegemaakt.
En lang niet altijd was die historie
vreedzaam. De wapens wijzen dat uit.
Ook het feit, dat eens een Spaanse
gouverneur een duizendtal blanken in
zijn paleis heeft moeten opnemen,
toen de Roodhuiden in opstand waren
gekomen. Toen was het Paleis der
Gouverneurs een ware vesting. En de
gelukkig korte geschiedenis van die
opstand alleen is reeds voldoende om
in te zien, dat Santa Fe's geschiedenis
bloedige bladzijden telt.
Een erewacht
van
kleurlingen
in
cowboy
kostuum
vormt de
opening
van de
jaarlijkse
parade
in Santa Te,
eens het doel
van vele
pioniers
Santa Fé zont zich als een
poes in een der mooiste en zon
nigste bergdalen. Zwierig, pom
peus en toch eerbiedwaardig
begroet de stad de vreemdeling.
Santa Fé is geladen met tra
ditie. Het is een levende
Spaans-Indiaanse herinnering
in het grote land van Uncle
Sam.
E Indiaanse cultuur in de streek
van Santa Fe stond vóór de
komst der Spanjaarden op ta
melijk hoog niveau. In 1923 besloot een
groep burgers van Santa Fe om aar
dewerk te gaan verzamelen en andere
belangwekkende resten der Indiaanse
beschaving. Zo ontstond een Volken
kundig Museum, dat veel waardevol
materiaal en een uitgebreide verzame
ling boeken bevat betreffende de Na
vajo's (zo heten de Santa Fe Indi
anen). Merkwaardigerwijs kunt U in
dat museum nakomelingen der oude
Navajo's ontmoeten, die zich door de
in het museum bijeengebrachte kunst
voorwerpen laten inspireren tot moder
ne Indiaanse kunstwerken. Santa Fe
is niet slechts een „Kruispunt der
Eeuwen", het is ook een „Kruispunt
van Beschavingen".
Santa Fe is een twee-talige stad. De
Amerikanen spreken er Amerikaans.
De nazaten der oude conquistadores
houden zich aan de Spaanse moeder
taal. Trouwens, tot voor kort kondigde
de overheid in Nieuw-Mexico alle
wetten en voorschriften af zowel in
het Engels als in het Spaans. Santa
Fe is voorts een Katholieke stad ge
bleven. Ook in godsdienstig opzicht
eerbiedigde het „Kruispunt der
Eeuwen" dus zijn traditie cn de wens
zijner stichters.
Ik heb de „Koninklijke Stad" Santa
Fe enige malen bezocht in de vierde
eeuw van zijn bestaan. Oud en nieuw
zijn er vermengd tot een opwekkend,
geestrijk en stimulerend geheel. Ik
dook er onder in het verleden. Ik be
leefde er (in gedachten) de Spaanse
tijd. Ik genoot er van het heden. En
zo, al dromende, denkende, dwalende
en genietende ben ik van Santa Fe
gaan houden.
ROBERT WISTRAND.
Nadruk verboden
Copyright "Holiday"- Nivano
G. Thole Beishuizen. „De Godin
in het Vlammende Woud". P. N.
van Kampen en Zoon, Amster
dam 1958.
Een zeer avontuurlijk verhaal en te
vens een met een betekenis: twee
dingen die men zelden samentreft. De
roman speelt op het eiland Cyprus,
dat op het ogenblik tot het nieuws van
de dagbladen behoort vanwege de roe
righeid tussen de Engelse bezetting en
de bevolking en tussen de Grieken en
Turken, die de bevolking vormen. Veel
rust heeft dit eiland in de gevaarlijke
oosthoek van de Middellandse Zee
overigens nooit gekend. Arabieren,
Venetianen. Turken. Grieken en En
gelsen hebben het door de eeuwen
heen een begeerd bezit gevonden:
vruchtbaar, rijk aan mineralen en een
springplank in de richting van het
Nabye Oosten. Op het ogenblik, waar
op deze geschiedenis speelt, is de situa
tie zoals zij nu is: Engelse bezetting
(sedert 1878, op verzoek van Turkije
ter bescherming van dit toenmaals
Turkse bezit tegen Rusland), opstan
dige Griekse bevolking, verzetsgroep
EOKA en opstandig Turks deel tegen
het Griekse.
G. Thole Beishuizen heeft dit laat
ste element terzijde gehouden. De
1. Een mensenleeftijd voordat het be
roemde schilderij Mona Lisa uit het Lou.-
vre in Parijs iverd ontvreemd, vond in
Londen een dergelijke diefstal plaats. Op
een meinacht in 1876 brak de meester-
inbreker Adam Worth in bij de tentoon
stellingsruimten van de kunsthandelaar
Agnews, sneed Gainsborough's beroemd
portret van de Hertogin van Devonshire
uit de lijst, wikkelde het in een foedraal
en verdween onopgemerkt met de buit
onder zijn mantel. Worth wist, dat Ag-
new pas 10.000 pond sterling voor het
schilderij had betaald en dat geheel
Londen de volgende dag zou komen aan
draven om het meesterwerk te bezichti
gen.
2. Agnew loofde een grote, beloning uit
voor de terugkeer van het schilderij,
maar de nasporingen der politie bleven
zonder succes. Daar Worth wist, dat de
verkoop van het doek onmiddellijk tot
zijn arrestatie zou leiden, verborg hij het
voorlopig in zijn woning. Hij wilde niet
temin graag met Agnew in verbinding
treden.
Aldus beantwoordde hij Agnews aan
bieding met een brief, waarin de kunst
handelaar werd aangeraden iemand met
3000 dollar naar New York te zenden,
waar men hem dan tegen een door Scot
land Yard ondertekende belofte van
straffeloosheid het schilderij zou over
handigen. Om Agnew ervan te overtui
gen, dat hij het doek werkelijk in zijn
bezit had, stuurde Worth hem tweemaal
een stukje van het schilderslinnen toe.
3. Noch de Londense, noch de Newyorkse
politie durfde het aan Worth te arres
teren, hoewel zij hem van deze diefstal
verdachten, omdat ze vreesden, dat hij
dan het onvervangbare kunstwerk zou
doen vernietigen.
Intussen pleegde Worth, die de bij
naam van de Napoleon der inbrekers"
droeg, nog meerdere diefstallen. In 1893
werd hij in België gearresteerd en tot 2
jaar gevangenisstraf veroordeeld. Direct
na zijn vrijlating vatte hij het oude
handwerk weer op, dat hem enorme in
komsten verschafte.
3. Eindelijk, in maart 1901 kwam het ge
stolen schilderij weer te voorschijn. De
partijen waren overeengekomen Worth
1000 pond te geven en hem straffeloos
heid te waarborgen. Worth's afgezant.
Agnew en de politiecommissaris Pinker-
ton ontmoetten elkaar in Hotel „Audito
rium" in New York, waar Pinkerton drie
naast elkaar gelegen kamers had ge
huurd. In de eerste kamer zat de verte
genwoordiger van Worth, een zekere
Sheedy, in de tweede Pinkerton en in
de derde Agnew. Sheedy overhandigde
Pinkerton het schilderij, dat in bruin
papier was gewikkeld, waarna Pinkerton
het doorgaf aan Agnew. De kunsthande
laar onderzocht het schilderij zorgvuldig
en overhandigde vervolgens aan Pinker
ton een geldbuidel met een bedrag van
1000 pond aan goudstukken.
Deze telde de som na en gaf de buidel
vervolgens aan Sheedy.
Twee maanden na de terugkeer van
het schilderij in Londen, werd het doek
gekocht door de Amerikaanse bankier
Pierpont Morgan voor 30.000 pond.
Worth leefde tot 1907. Hij stierf niet,
zoals sommigen meenden, arm in het
Londense East End, doch liet een kapi
taal van 23.000 pond na als restant van
zijn vele diefstallen, die hem in totaal
volgens de opgave van Scotland Yarl ver
boven de 100.000 pond opbrachten!
strijd om het door de wijnbouwer Vos-
kos gevonden antieke beeld van Aphro
dite gaat tussen Engelsen en EOKA.
Dat dit beeld wordt tot het symbool
van de vrijheidstrijd en tevens tot
symbool van het eiland, is eigenlijk te
danken aan de handigheid van de ad
vocaat Faftos, die door het uitroepen
van enige nationalistische leuzen de
EOKA op zijn hand weet te krijgen en
het beeld om zo te zeggen in „Schutz-
haft" neemt, waarmee hij het tevens
in zijn bezit heeft. De Engelsen, die
vrezen dat deze eeuwenoude godin de
gemoederen nog meer in beroering zal
brengen, laten het uit Faftos' huis" ha
len en zetten het op de stoep van het
Oudheidkundig Museum, waar het
door de verbaasde, doch in zijn ver
strooidheid niet eens erg verbaasde
directeur in zaal 5 wordt onderge
bracht.. Maar de EOKA-jeugd neemt
dat niet. Bij duistere nacht slepen zij
Aphrodite uit haar fantasieloze om
geving en over de bergen naar de an
dere kant van het eiland. Bijna wordt
het kunstwerk het slachtoffer van een
bosbrand, maar alles loopt goed af,
behalve dan dat de redder in de vlam
men omkomt.
Jeanne Montupet. „De Rode
Bron". Hollandla Baarn 1958
Een Fransman uit de Provence trékt
met zijn gezin naar Algerië als kolo
nist. Het is de tijd van de Franse ver
overing van Algerië en van de grote
verzetstrijder Abd-el-Kader, du6 om
streeks 1840'50. Het landgoed, waar
men zijn geluk wil beproeven, heet
Aïn el Hamra, de Rode Bron. Het ge
zin bestaat behalve uit het echtpaar,
uit hun grote zoon Pascal, de tweeling
Jérome en Pauline en het dienstmeisje
Justine, waaraan eenmaal aan de
overkant mannelijke en vrouwelijke
hulp wordt toegevoegd. De oudste zoon
Armand is reeds in Afrika met het
Franse leger. Een zwaar leven wacht
hen. Het land moet ontgonnen worden.
Arabische stammen bestoken hen. kli-
maatziekten tasten hun gezondheid
aan, sprinkhanen hun gewas. Onder
tussen gaat het menselijk bestaan van
dag tot dag verder. Pascal trouwt met
het Spaanse vuchtelingetje Francisca.
Na de dood van de vader, die valt bij
een van de vele verdedigingen van zijn
land, moet het Jonge paar opnieuw
beginnen. Dan blijkt de kracht, die in
de primitieve jonge vrouw huist. Zij
wordt de motor van het bedrijf, dat
na de vrede tot grote bloei komt. Haar
kinderen worden met straffe teugel
geleid. Langzamerhand wordt de om
geving levendiger. Er komt contact
met de families van andere kolonisten,
met de notabelen uit de stad. met de
inwoners uit de Arabische dorpen. De
voor de handliggende gebeurtenissen
zoals huwelijken, geboorten, sterfge
vallen, onlusten tussen ouders en kin
deren. spelen hun rol in het geslacht
Vermorel. Het is dan ook niet ten on
rechte, dat dit boek vergeleken wordt
met de Jalna-verhalen van Mazo de
la Roche. De strijd, die heden in Al
gerië gevoerd wordt, zal zeker bijdra
gen tot de belangstelling voor deze
werkelijk wel boeiende familieroman.
Johan Fabricius. „Schimmen
spel". H. P. Leopold, Den Haag
1958
Goede wijn behoeft geen krans. Een
ieder, die leest, weet dat hij met een
roman van Johan Fabricius niet mis
kan grijpen en dat doet hjj met de le
vensgeschiedenis van de Javaanse
danser Raden Mas Koesoemo zeker
niet. Koesoemo is een tijdlang een
groot succes in Europa Maar op een
ogenblik staat dit dansen, dat toch
slechts een afspiegeling is van de echte
kratondansen, hem zo tegen dat hij
zijn contracten afzegt en Islamietisch
recht gaat studeren in Leiden. HU
trouwt met de blonde professorsdoch
ter Marijke, die hem voor korte tijd
weer tot de dans brengt, vooral wan
neer hun een zoon Widjojo geboren
wordt en de financiëen een moeilijk
punt worden. Als Koesoemo een aan
bod krUgt om leider van een dans
groep in Djokja te worden, gaat hU
alleen naar Indië terug.
De strUd tussen oost en west speelt
zich af in de zoon Hij wordt een hef
tig voorstander van de bevrijding van
Indië en gaat als hij volwassen en in
genieur is, zijn vader zoeken. HU
vindt de oude danser in armoede en
stervende. Hoewel het land Indonesië
voor hem in zekere zin een teleurstel
ling is. is de band des bloeds toch sterk
genoeg om hem bU zUn Javaanse fa
milie te houden Het behoeft niet ge
zegd. dat deze roman grotendeels in de
Vorstenlanden speelt.
CLARA EGGINK