«WALVISVANGST Géén „Piet-de-smeerpoets" ZATERDAG 26 JULI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 Gulzige haaien berokkenen grote schade HARPOENIER MOET SNEL BESLISSEN De harpoenier heeft op tijd geschotende walvis is getroffen Welvarend stadje dankzij de traan (Bijzondere medewerking) Ter westkust van Australië te de walvisvangst kustvisserij. Een paar mijlen uit de kust vangt men de kolossen. Toen ik dit hoorde, besloot ik naar Carnarvon te gaan. Toen ik er kwam, was de plaats nog half overstroomd en zag ik roeibootjes in de hoofdstraat dobbe ren. Gelukkig lag de weg naar Babbage Island (aan de mond van de Gascoyne-rivier) reeds droog, zodat ik die acht km. kon afleggen zonder natte banden te krijgen. Een sleepboot bracht mij aan boord van de walvisjager „Carnarvon". Het was een uur of twaalf, toen ik voet aan dek zette. Als we wat geluk hadden (vertelde de kapitein), zouden we tegen zonsondergang met een drietal walvissen weer in Babbage Island (geen eilandje, maar een plaats) zijn. De kapitein is ongeduldig. Hij gaat naar de brug. Ik ga met hem mee. In het kraaienest turen de uitkijks reeds over de zee naar levenstekenen van walvissen. Als die dieren minder graag fonteintje speelden, zou het veel moei lijker zyn om ze te verschalken. Ook kapitein Jensen speurt met zijn kijker de zee af. Dan hoor ik kreten in het kraaienest: „Walvissen aan bak boord!Walvissen aan stuur boord!". De kapitein geeft de machine kamer bevel, met volle kracht vooruit te gaan. Heel rustig, bedriegelijk rustig eigen lijk, gaat hij naar het harpoenkanon. De stuurman vergezelt hem. Dank zij zijn grote ervaring en scherpe waar nemingsgave weet de kapitein steeds, wat zijn beste kans is. Aan de grootte der opgespoten waterstralen de vorm der ruggen en de beweging der staar ten heeft de kapitein (tevens harpoe nier) al kunnen zien. hoe groot de waargenomen walvissen zijn. Met arm zwaaien geeft hij de roerganger in structies. De jacht is begonnen. De koers wisselt telkens. Een vliegenier die de bewegingen van de „Carnarvon" zou gadeslaan zonder die taak van het schip te kennen, zou tot de conclusie komen, dat de bemanning beschon ken of gek was. In de Australische kustwate ren verdient een harpoenier ter walvisvaart per seizoen (onge veer vier maanden) ruim f 25.000 en gaat hy „vissen" in de zeeën nabij de Zuidpool, dan verdient hij f50.000 per seizoen! Juist moment Het kanon wordt geladen. We nade ren de „uitverkoren" groep walvissen. Het zijn er drie Zij draaien zich om en duiken. De kapitein-harpoenier moet in staat zijn om de koers der die ren onder water te kunnen volgen, zo dat zjj als ze weer boven komen, op schotsafstand zijn. De eerste keer lukt het niet. De kapitein begint somber te kijken. Na een uur komt er een Kanjer van een walvis in zicht. Een prachtkans!, denk ik. Maar ik vergis me. Het dier is behendig en sluw. Enige malen blijft het twintig minuten onder water. „Die heeft zijn lesje ge leerd! Zeker al eerder kennis gemaakt met een harpoen", zegt de kapitein. Een andere groep komt in zioht. De kapitein kiest de grootste „vis" uit. Met zijn rechterhand bestuurt hij ge barend het schip. De stuurman geeft bevelen. Ik zie vol spanning toe. Ik vind, dat enige goede kansen niet wor den benut. De stuurman (als las hij mijn gedachten) schudt van neen. Het komt er op aan precies op het Juiste moment te schieten, zodat het dier van achteren wordt geraakt bjj het Veel geld! volgt hij) moet veel ervaring hebben en vooral een scherp oog om in een fractie van een seconde te kunnen beslissen over al dan niet schieten. Eens kwam er een grote walvis regelrecht op mijn schip af. Ik moest oppassen voor mijn schroef. Ik richtte en wachtte. De be manning werd ongeduldig en vreesde onheil. Toen het dier op een paar meter afstand van de schuit was, schoot ik. Zeker, ik schoot er een deel van de verschansing af, maar de har poen zat en de vis was gevangen. Ge lukkig betaalt men ons goed voor onze kennis en vaardigheid. In deze wateren maak ik per seizoen ongeveer vier maanden ruim f. 25.000,Als Ik in de buurt van de Zuidpool ga vissen, haal ik bijna het dubbele! Daar kan menig koopman en bankier niet aan tippen. En journalisten halen zo'n be drag ook niet (zegt Jensen met een grinnik). Als ik raak schiet, betekent die ene goede vingerbeweging voor mij f. 160 extra. Schiet ik mis, dan krijg ik die extra-beloning niet. En als ik f. 160 krijg, krijgen de andere leden der be manning ook een extraatje. U moet maar denken: Als het regent op de kapitein, drupt het op de bemanning. Daarom schiet ik graag raak. Daarom ook zorg ik er voor. niet te kleine die ren te raken, want die kosten geld. Ik krijg dan niets, de bemanning krijgt niets en de maatschappij moet zelfs nog boete of schadevergoeding beta len. boven komen. De aan de harpoen be vestigde granaat moet namelijk in de longen uiteenspatten. Een hevige explosie! Het schip trilt. Een doffe bons. De harpoen heeft doel getroffen. Bevelen klinken. Alle hens komen aan dek. De eerste acte van dit walvisdrama is voorbij. Met vereende krachten wordt de dode kolos aan het schip vastge maakt. Haaien, in die wateren zeer talrijk, zwermen om de „Carnarvon". Menige hap walvisvlees verdwijnt in de muilen dier wrede, vraatzuchtige monsters. ,,Ik kan die krengen wel doodmartelen", zegt de stuurman en wijst in de richting van de haaien. „Eens vingen we een pracht van een walvis. We staken er een vlag in en wilden hem later ophalen. Toen we terugkwamen, was er niet veel meer van over. De haaien hadden voor een slordige twaalf mille verslonden en ons bovendien van onze bonus beroofd. De maatschappij heeft per jaar tien duizenden guldens haaienschade. Tel hier dan nog bij op de duizend jes, die de manschap aan de haaien verliestIk tuur naar beneden. Ik zie de haaien nabij het schip. „Eens schoten we op een middag in een uur tijds 43 grote haaienkijk. die rovers vreten ook de touwen op. mis schien zelfs de harpoenen", voegt een matroos my toe ter completering van de haaien-uiting van de stuurman. Na ons eerste succes maakten wij nog twee walvissen buit. De kapitein-har poenier komt in de stemming. Hij heeft het gestelde aantal bereikt en wordt nu wat mededeelzamer. „De walvisvangst is de beste scholing voor schutters", zegt hij terwijl htf met zijn kijker het wateroppervlak speurend onderzoekt. Terug in Babbage Island vertelt kapitein Jensen mij nog het een en ander. Behalve hy zijn er nog twee Noorse kapitein-harpoeniers in die wateren. Een goede harpoenier (ver- POLITIEK gesproken mogen we niet zo hèèl ver van de Middeleeuwen afzitten zie het bloedbad in Irak en an dere ontstellende feiten, die er op wijzen hoe zeer de interna tionale normen van fatsoen ge daald zijn in andere opzich ten kan misschien toch van vooruitgang gesproken worden. Zo bijv. de hygiëne. Daarvan hebben we tegen woordig gelukkig toch wel enig idéé, wat de bevolkingsstatistiek ten goede komt. T E zou 't niet altijd zeggen, als I je de muffe luchtjes ruikt J in tram of bus. in zaal, kerk, klas of bioscoop of waar ook de mensheid opgepropt zit, maar toch begint 't door te dringen, dat lichaamsreinheid een der eerste voorwaarden is voor een prima gezondheid en dat was sen zonder zeep geen wassen ge noemd kan worden. Het is een hele toer kinderen daartoe op te voeden. Er zijn er nog ge noeg. die het veel gemakkelijker vinden de zaken blauw-blauw, of liever zwart-zwart te laten en de poriën van de huid pot dicht. Vooral in de winter hebben ze daar een aardig handje van: ze zouden 't liefst zonder spons of tandenborstel in bed duiken. TOCH is 't zaak op je tellen te passen. Ziektes aan de lopende band komen op de proppen als je er niet voor zorgt, dat de huid gezond blijft. Al mogen kinderen nog zo mokken: het is hun eerste plicht fris te blijven en de waterkraan te laten spuiten, voordat ze on der de wol kruipen. De roofridders mochten er niet van willen weten, wij moeten beter weten en beseffen, dat de spons niet voor niets in de was bak ligt. Pietje kan nög zo zeu ren: hy zal 't moeten leren! Wanneer dan z'n zusje hem daarby een handje helpt, is 't net een leuk spelletje en gaat-ie er zelfs bij lachen. Het is immers bést prettig er niet als Piet-de-smeerpoets uit te zien DENK niet, dat ik met een pedagogisch stukje voor de dag wil komen. Aan pe dagogie hebben de meeste kin deren een „broertje-dood" en je bereikt met loodzware raadge vingen vaak het tegendeel. Als kinderen echter horen, wat er op 't einde van de dag, vooral in de zomer over hen heenkriebelt of door hun haren dwarrelt aan onzichtbare beestjes die er onder de micro scoop afzichtelijk uitzien dan komen ze wel tot betere gedach ten. Ze nemen de washandjes voor lief en zijn heus niet zo dom, 't er bij te laten. Het wonderlijke is dat ze. een maal aan reinheid gewend, er niet meer buiten kunnen. Dat prettige gevoel om „schoon" en niet als een verwaarloosd zwervertje in je bed te tuimelen, met gepoetste tanden bovendien, wordt dan tot een onmisbaar onderdeel van het algemene welbehagen. Ik zou niet graag omgaan met Iemand, die er ènders over dacht! Speciaal op hete vakantie dagen FANTASIO Een paar jaar geleden ving de North West Whaling Company ruim 350 wal vissen en slechts twee hiervan waren beneden de maat. Wel een bewijs, dat we het oog erin hebben! Beneden de maat dat wil zeggen korter dan 35 voet, korter dan 10 meter. Ook zogende walvissen zijn verboden wild. In zo'n geval is het niet alleen mijn oog, maar ook mijn gevoel, dat me zegt of zo'n vette lobbes bezig is, een kalfje groot te brengen. Een harpoenier, die te veel kleine of zogende walvissen raakt, blyft niet lang in trek. De bemanning gaat liever met een goede schutter uit varen en de maatschappij zou zo iemand ontslaan. Bedenk, dat één ge mist schot de maatschappij ongeveer f. 12.000 kost. Dat is de waarde van een normaal-grote walvis! De „vetpot" Ter westkust van Australië vangt men de walvissen op een andere tijd dan in de wateren bij de Zuidpool. In het ijzige zuiden begint de vangst in november (vertelt de kapitein). Begin juni trekken de walvissen noordwaarts naar de warme tropische wateren, waar ze paren. Merkwaardig is het dat ze gedurende die jaarlijkse lange trek helemaal niet vreten. Ze teren dan op hun eigen vetpot, Ze leven dan van hun eigen traan en blubber. Als ze naar het noorden trekken, zijn ze lekker dik en vet. Zodra ze weer zuidwaarts gaan. zijn ze magerder. Eind september zijn de meeste walvissen weer ver dwenen in de richting van de Pool: Hoe vroeger in het seizoen we ze vangen, hoe vetter ze zyn en hoe meer TA opbrengen. Carnarvon Wij vangen niet slechts walvissen (vervolgt de kapitein), we hebben te vens Carnarvon groot gemaakt. Car narvon dankt zyn goede bestaan aan de door ons gevangen walvissen. Nog niet zo heel lang geleden was het een dromerig haventje voor wol en scha pen. Nu kijken de burgers met vreugde naar de rookpluim van de t:'aa" kerij. Zelfs de stank van de traan deert hen niet meer. Carnarvon is „ge slaagd" dank zij de walvissen en dank zij de harpoeniers. Als ik de volgende ochtend door Car narvon rijd, bekijk ik het stadje eens goed. Wonderlijke contrasten! Zij aan zij, soms zelfs (in de herbergen) wang aan wang ryke veeboeren (met eigen vliegtuig naar Carnarvon gekomen), bont-geklede inheemse cowboys en ta nige. gepekelde Australische en Noor se walvisjagers. Als ik het stadje ver laat, zie ik waardig en wat „out of place" een Afghaanse kameeldrijver. Peinzend staat hjj naast zij bultig dier. Peinzend misschien over de laatste gril van het lot, die Carnarvon welvarend maakte door walvistraan. VARIA De Londenaren hebben weinig respect voor de nieuwe parkeermeters in de winkelwijk Mayfair. Bij het contro leren van de meters op de tweede dag dat zij in gebruik waren, trof de politie in de sloten luciferhoutjes, haarspelden, kauwgum enz. aan. langs de westkust van Australië kan lonend zijn De eerste sneden worden aangebracht In de huid van het enorme dier v

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 10