om MENU VAN DE WEEK
Het boomvalkje,
een weergaloos jager
Een Zoeklicht.
zaterdag 19 juli
wekelijks bijvoegsel
pagina 3
het FUNDAMENT
van de ZOMERJURK
op de boekenmarkt
DE VROUW, DIE doofheid en blindheid
mm
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand
Parijs, juli '58
Je loopt een trap op, je komt een trap af, je zit in de tram met je
benen keurig naast elkaar of thuis met de ene knie over de andere, je
fietst, je danst, je zit, ligt elegant nonchalant op een divan, een vlaag
wind belaagt je op de hoek van de straat, kortom, het dagelijks leven
houdt vele momenten in, waarop van uw tenue meer dan de buiten
kant te zien komt, waarop de rok, die onder uw zomerjurkje zit, meer
dan een glimp van zichzelf laat zien. Dat alleen zou al voldoende
reden zijn om bij de zomerjurk (vooral de wijde) een aardige onder
rok of petticoat te dragen. Maar de enige reden is dat niet. Belang
rijker nog is het feit dat de onderrok het fundament van het
zomerjurkje is en het een zekere stevigte en een zekere allure geeft
die het zonder dat fundament niet zou hebben. De onderrok voor
komt dat de wijde rok van het jurkje sluik neerhangt, dat een rechte
rok „plakt", dat de japon doorschijnt wanneer er zomerse zonnestralen
doorheen vallen en, opgepast, ook niet transparante japonstof kan
in de zomer om die reden niet zonder onderrok of onderjurk worden
gedragen!
Omdat de petticoat fundament is.
dient hij op de jurk te zijn afgestemd:
een onderrok die veel wijder, is dan de
jurk is een lastige accessoire, terwijl
een die niét wijd of stijf genoeg is het
jurkje niet doet uitstaan. Eigenlijk
dient de coupe van onderrok en japon-
rok dezelfde te zijn, maar niet iedere
vrouw of meisje kan zich bij elke ja
pon een petticoat aanschaffen. Daar
om kiest ze dan ook met overleg die
ene of die twee onderrokken, die ze
zich wel kan permiteren.
1. Voor het zomerjurkje waarvan de
klokrok, de plissérok of de rechte, in-
eengerimpelde rok niet behoeft uit te
staan, is een slappe nylon onderrok
voldoende, indien de japonstof niet
doorzichtig is. Als voorbeeld een mo
del met kort, glad heupstukje en on-
ingeperste plooien rondom. De zoom ls
gegarneerd met een rand kant.
2. Voor het katoenen jurkje waarvan
de ruime gerimpelde, of geplooide rok
een „steuntje" nodig heeft zonder dat
hij breed uit behoeft te staan, een taf
fetas petticoat van middelmatige wijd
te, die grotendeels met smalle strook
jes is bezet.
1Jé
3. Onder de rechte linnen, katoenen
of zijden japon en onder het dito zo-
mertailleurtje een rechte onderrok van
ondoorzichtige nylon, aan de zoom af
gewerkt met nylon kant. Een dergelij
ke rechte onderrok is praktisch in de
zomer, want hij staat in tegenstelling
tot de klassieke onderjurk, alle decol-
leté's toe.
4 Onder de heel wijde katoenen zo
merjurk met breed uitstaande rok een
petticoat met twee klokkende volants,
die van popeline, van stevige zijde of
van nylon kan worden gemaakt en die
zonodig op een onderwerk van stijf ny
longaas wordt gewerkt.
5. Bij het katoenen of zijden japon
netje met glad uitstaande rok een
gladde, stijve petticoat van lichtelijk
gesteven batist of piqué, afgewerkt met
een brede, geschulpte zoomapplicatie
van contrasterende kleur. Deze onder
rok kan, indien gemaakt van witte en
zwarte katoenen piqué, ook als boven
rok fungeren en in dit laatste gevai
worden aangevuld met een mouwloos,
gedecolleteerd lijfje van de witte of de
zwarte piqué.
6 Tot slot een onderrok waarvan de
klokkende ruimte aan de zoom op een
strook ineengerimpeld is. Het model
kan van elke soepele lingeriestof wor
den gemaakt en zelfs taffetas kan er
voor dienen. De strook aan de zoom
kan van stof of van kant zijn.
J.V.
Wanneer men niet in het gelukkige bezit is van een koelkast, kan het be
waren van roomboter in de zomer wel eens heel vervelend ztfn. Het beste is
dan ook om zo min mogelijk boter in voorraad te nemen, het botervlootje te
omwikkelen met een natte doek of een botervlootje te gebruiken met een aarden
buitenpot, die ervoor zorgt dat het water, wat tussen deze pot en het vlootje
wordt geschonken, kan verdampen. Voor alles geldt dus: roomboter zo koel
mogelijk bewaren.
ZONDAG Italiaanse sla, gevulde paprika's, prinsessenbonen, aardappelen,
sneeuwpudding met gestoofde kersen (gort in de week zetten).
MAANDAG kaasomelet, gemengde sla, gebakken aardappelen, watergruel.
DINSDAG nierragoüt, rijst, gebakken tomaten, kersen.
WOENSDAG rijstsoep, stamppot rauw andijvie met speklappen.
DONDERDAG gestoofde tuinbonen, plak gebakken ham, aardappelen
yoghurt.
VRIJDAG visgehakt, worteltjes, aardappelpuree, Haagse bluf.
ZATERDAG knakworst napolitaine, aardappelen met boter en peterselie,
meloen.
Recept: Gevulde paprika's
4 paprika's, 200 g. kalfsgehakt, 50
g. boter, 1 dl. bouillon, 1 fijnge
hakte ui, 4 eieren, 1 eetlepel ge
hakte peterselie, iets zout en
peper, wat paneermeel, bloem.
Ui en vlees 10 min. in de boter
smoren, dan de bouillon, het zout en
de peper erbij doen. De paprika's mid
dendoor snijden, uithollen en voor de
helft met het gehaktmengsel vullen;
de 4 losgeklopte eieren op de vulling
in de paprika's gieten en wat paneer
meel erover strooien.
De rest van de boter in een vuur
vaste schotel smelten, de paprika's er
naast elkaar inzetten en de schotel in
de hete oven zetten. De paprika's af
en toe bedruipen, na 20 minuten uit
de oven halen en tot slot met de fijn
gehakte peterselie bestrooien.
Recept: Knakworst napolitaine
8 knakworsten, enkele plakken
mager gerookt spek, 2 hardge
kookte eieren, 5 tomaten, peper,
peterselie, zout, selderij, koffie
room, geraspte kaas, paneermeel,
boter.
De knakworsten, die in de lengte
doorgesneden zijn, in een vuurvaste
schotel op de plakken spek leggen.
Daaroverheen schijven hardgekookt ei,
plakken tomaat, peper, zout, gehakte
selderij en peterselie.
Het geheel bestrooien met een meng
sel van kaas en paneermeel. Een paar
kluitjes boter erop leggen en de scho
tel 20 min. in een warme oven zet
ten. Voor 't opdienen een scheut
koffieroom erover gieten.
Louis Frequin. Ik huil niet
om Amerika. De Fontein.
Utrecht z.j.
Ik huil niet om Amerika, neen waar
om zou ik? Dit lijkt me de meest voor
de hand liggende reactie op de vreem
de titel van het eigenaardige boek, dat
Louis Frequin over de V.S. geschreven
heeft. Volgens de flaptekst is hij daar
drie maanden wezen kijken, hetwelk
natuurlijk niet lang is. Goed gebruikt
heeft hij zijn tijd zeker, want uit het
boek blijkt dat de auteur heel wat op-
gesnapt heeft. Wij ontmoeten veel in
teressante mededelingen over het le
ven van Amerikaanse mensen, over de
toestanden, de industrie, de scholen,
de wetenschap, de Indianen en de
negers, de corruptie en de kerken, en
over wat er nog meer in de schaduw
van de dollar te bespeuren valt. De
heer Frequin heeft een vlotte, soms
wat al te vlotte, pen waarmee hij zo
suggestief te werk kan gaan dat hij de
indruk weet ts wekken meer te weten
dan hij eigenlijk weet. Maar het re
sultaat is een niet onaardige, vlot
leesbare reportage over een land dat
ons alleen daarom al interesseren
moet, omdat het een van de twee gro
te krachten van onze tijd vertegen
woordigt. Ik heb zojuist gezegd dat ik
dit boek een eigenaardig boek vind en
dat is ook zo. Ondanks de goede ei
genschappen krijg ik er toch een raar
gevoel bij. Dat gevoel heb ik al waar
genomen wanneer Louis Frequin aan
het begin met enige vlotte onjuisthe
den komt aandraven.
Ik lees b.v.: „de Engelse kolonisten
brachten de negers als slaven mee".
Foei toch die Pilgrim Fathers! De En
gelsen kunnen blijkbaar toch al geen
goed bij hem doen, want op pag. 24
lezen we ook van „de vermaledijde
Engelsen" tegen wie de Nederlandse
stichters van New York het afgelegd
zouden hebben. Het is hem dus blijk
baar niet bekend dat Nederland en
Engeland in 1667 (vrede van Brejia)
New York geruild hebben voor Suri
name. Van de historie maakt hij zich
af met de mededeling „Intussen had
men zich vrijgevochten van de koloni
serende landen, na een „burgeroorlog
je" Noord en Zuid verenigd." Nu lig
gen er tussen die vrij vechterij en die
burgeroorlog, die overigens vier jaar
geduurd heeft en 3400 miljoen dolla.-
gekost, een honderd jaar. Als men dat
leest dan gaat men zich wel afvragen
of de heer Frequin met zijn gegeven*
betreffende het moderne Amerika ook
zo nonchalant heeft omgesprongen.
Verder heeft hij de vreemde gewoon
te om met de ene hand te geven en
met de andere hand weer terug te
nemen. Zijn toon is er over het alge
meen een van enthousiasme. Maar
daar hij terloops de gruwelijkste bij
zonderheden vertelt over dezelfde on
derwerpen waar hij eerst zo enthou
siast over was. krijgt men het gevoel,
dat het met die geestdrift toch blijk
baar geen zuivere koffie is.
Hoe dan ook. een leesbaar boek is het.
mits de lezer zorgt dat zijn kritische
instelling niet verzwakt.
Taylor Caldwell. Nooit ge
wonnen, nooit verloren. Drie
delen. Zuid-Hollandsche uit
geversmij. Den Haag z.j.
Wie deze formidabele trilogie mee
neemt heeft voor zijn hele vakanti?
voldoende te lezen en hij is lang niet
slecht af ook. Deze roman uit het
Amerikaanse zakenleven is er een van
formaat. Men wordt erin geconfron
teerd met de dynastie De Wit
Marshall, eigenaars van de Interstate
Railroad Company. Het is een roman
volgens het klassieke patroon, van drie
generaties en veel variaties in de ka
rakters. De figuur van de oude Corne
lia de Wit Marshall verbindt het ge
heel en aangezien de roman aanvangt
met het diner voor haar zeventigste
verjaardag en tevens voor het hon
derdjarige bestaan van de spoorweg en
eindigt met de dag vóór deze feeste
lijkheden, heeft het boek een mooie
afronding gekregen. Tussen proloog en
epiloog liggen bijna duizend bladzij
den waarop het eigenlijke verhaal zij."
loop heeft. Het boek is krachtig en
helder geschreven en heeft het geva-
riëerde en boeiende van een vlecht
werk van levens die elkaar aantrekken
en afstoten, beïnvloeden, steunen en
opvolgen. De karakteristiek van deze
groep Amerkaanse burgers is uitste
kend, zowel bij de oude als bij de jon
ge leden van de familie van spoorweg
magnaten en bij allen die met hen in
aanraking komen. De leiding en het
lot van de spoorweg wordt met veel
kennis van zaken en technische en po
litieke bijzonderheden uit de doeken
gedaan. Emotionele acties en reacties
oefenen hun invloed uit op mens en
werk zodat men naast de menselijke
verhoudingen van huwelijken, geboor
ten, sterven en intriges een flink stuk
sociale geschiedenis van de V.S. terug
kan vinden in deze interssante kroniek
van Amerikaans burgerschap.
Het is jammer dat dit boek met het
vertalen zoveel van zijn fascinerende
kracht verloren heeft.
CLARA EGGINK
door
Sjouke van der Zee
Het aardigste, ik zou wel willen zeg
gen, het liefste roofvogeltje en tevens
de kleinste vertegenwoordiger der in
Nederland broedende roofvogels, is
ongetwijfeld het boomvalkje. Nu
passen de begrippen „roven" en „lief"
niet bepaald bij elkaar en ook is het
niet juist, van een wilde vogel te
zeggen dat hij lief is of aardig, maar
wie wel eens van.nabij heeft kennis
gemaakt met dit kleine en fijnge-
bouwde diertje, zal onmiddellijk met
de gebruikte aanduidingen Instem
men.
Wie het woord „valk" hoort noemen,
stelt zich onwillekeurig de uit onze
geschiedenis bekende slechtvalk voor,
de fameuze vlieger en jager achter
duiven, patrijzen, eenden, de prachtige
jachtvogel, waarmee de groten der
aarde in vroeger eeuwen het veld in
trokken.
overwon
1. Op 27 juni 1880 werd in Alabama
Amerikaeen meisje geboren, dat reeds
op zeer jeugdige leeftijd de indruk van
een wonderkind maakte. Helaas, zij was
nog maar nauwelijks anderhalf jaar oud,
toen zij door een ziekte zowel haar ge
hoor als haar gezichtsvermogen verloor.
Vijf jaar lang leefde zij van de wereld
afgesloten, maar toen kwam Anna Sul
livan in haar leven, een onderwijzeres,
die zelf blind was geweest en die met on
uitputtelijk geduld begon het dove en
blinde kind uit de duisternis naar het
licht te voeren. Anna leerde Helen de
door haar uitgevonden „hand-taal" door
het drukken van haar vingertoppen op
de handpalm van de leerlinge. De eerste
woordjes, die Helen leerde, waren „pop"
en „koekje".
2. Helen ontwikkelde zich door de lessen
van Anna verbluffend snel. Zij leerde het
blindenalfabet, kreeg al spoedig het fiet
sen onder de knie (op een tandem),
zwemmen en schaken. Toen zij tien jaar
oud was, sprak reeds de gehele wereld
over haar. Zij was toen al bij de presi
dent van Amerika op bezoek geweest en
had brieven ontvangen van Koningin
Victoria van Groot-Brittannië en van de
Russische tsaar. Haar eindexamen aan
Radcliffe College deed zij met lof.
3. Toen Helen Keiler eenmaal volwassen
was, volgde zij alle gebeurtenissen met de
grootste belangstelling. Haar idealen
werden Ghandi en Albert Schweitzer.
Met Anna Sullivan bereisde zij alle vijf
de werelddelen, hield overal voordrach
ten en werd zo een van de bekendste per
soonlijkheden van deze tijd. Steeds stond
zij op de bres voor een goede zaak en
hielp ongelukkigen. Van haar hand ver
scheen een biografie: „De geschiedenis
van mijn leven". Als motto voor haar le
ven beschouwt zij deze woorden van de
beroemde Amerikaanse schrijver en jour
nalist Mark Twain: ,Er is iets veel ergers
dan blind te zijn en dat is: ogen te heb
ben en niet te willen zien".
4. Toen Anna Sullivan stierf, nam Polly
Thompson haar taak over. Kort voor
haar vijf en zeventigste verjaardag zei
Helen Keiler tegen de bejaarde Ameri
kaanse schrijver Van Wyck Brooks: „Ik
weet, dat de nacht nadertmaar voordat
ik het leven vaarwel zeg, wil ik nog een
boek schrijven, zoals alleen ik dat maar
schrijven kan". ,£n hoe zal de titel lui
den?", vroeg Van Wyck Brooks. „Slechts
twee woorden", antwoordde Helen Kei
ler, „namelijk „Mijn lerares" en dat wil
ik opdragen aan de nagedachtenis van
Anna Sullivan".
Over deze vogel zal ik het zeker nog
wel eens hebben, want als er één dier
de aandacht waard is, dan is het wel
de slechtvalk, wintergast en doortrek
ker in onze lage landen.
De kans een boomvalkje in het wild
aan te treffen, is niet bijzonder groot.
Het dier behoort tot de zeldzame
vogelsoorten, hoewel het op verschei
dene plaatsen in ons land nestelt maar
door de flitsende snelheid, waarmee
het zich aan de waarnemer vertoont,
is het uiterst moeilijk een scherp beeld
van hem te krijgen
Zijn vliegbeeld lijkt nog het meest
op dat van de gierzwaluw: lange,pun
tige vleugels en vrij korte staart, die
echter niet gevorkt is en niet voort
durend „open en dicht" gaat, zoals we
dat bij de gierzwaluwen zo goed ken
nen, wanneer ze 's avonds hun einde
loze kringen in de zomerlucht beschrij
ven.
Om een boomvalk te leren kennen
moet men eigenlijk het geluk hebben
hem bij toeval te ontmoeten. Dat zou
b.v. kunnen gebeuren in uw vakantie,
als u ergens op een heel stille plek
aan een bosrand zit. Dan kan het voor
komen, dat er zo'n razend snelle vlie
ger plotseling uit het niet verschijnt en
op een uitspringende boomtak neer-
flitst. Dan moet u zo gunstig gecamou
fleerd en zo doodstil zitten, dat hij er
niet onmiddellijk weer vandoor gaat.
Dan zult u een zeldzaam mooi diertje
zien, zo slank, zo sierlijk en goed ge
proportioneerd, dat u zult instemmen
met wat ik in de aanvang van dit stuk
schreef: een aardig vogeltje, een grap
pig ding, maar ongelooflijk vief en
waakzaam.
Zo fijn en zo rank is het, dat het u
moeite kost, te geloven, dat dit diertje
zich met de bekende roofvogelhevig
heid op een prooi stort, een klimmen
de leeuwerik, een mees, een snelle zwa
luw. En toch ls het zo.
Het zit daar wel kleintjes, ongeveer
zo groot als een duifje, donkerblauw
van rugdek, met een roomwitte borst
en buik, een wit, dat naar de „broek
veren" overgaat in oranje-bruin; het is
zo prachtig bestipt met donkere leng-
tevlekken, maar in het donkere kopje
branden onder een lichte wenkbraü-
wenstreep de felle ogen, helgeel om
rand met donkere pupil. Dat kopje
draait soms als van een steenuiltje en
geeft hem hetzelfde grappige voorko
men.
In de tekening valt u natuurlijk da
delijk de koptekening op met de zgn.
baardstrepen of wel de „snorren" van
de valk, recht naar beneden lopende
zwarte vlekken, die met het aangren
zende wit aan het vogelgezicht juist
dat merkwaardige geeft, waaraan deze
valken onmiddellijk zijn te herkennen.
Of het een eenzame wandelaar wer
kelijk mag gelukken van de boomvalk
gedaan te krijgen, zich van alle kanten
te laten bekijken, mogen we gerust be
twijfelen.
Wilde vogels zijn uitermate schuw,
de geringste verandering in hun omge
ving merken ze direct en op een blik
semsnelle vlucht zijn ze voortdurend
bedacht.
Dat u van mijn zo'n gedetailleerde
beschrijving en een duidelijke tekening
krijgt, komt dan ook enkel en alleen,
omdat ik wel eens, en meermalen, op
mijn gemak tegenover zo'n boomvalkje
heb gezeten, hij op een stoelleuning of
op een zitstok, en ik met een schets
boek op mijn knieën.
Zo in alle stilte, zonder enige stoor
nis of afleiding, vertoont het volkomen
tot rust gekomen dier zich ongedwon
gen, dus zoals het van nature is.
Dus doet het kleine ding zijn dutje,
trekt zijn wenkvlies over het oog èn
knapt een uiltje. Maar plotseling krabt
het zich met een geel klauwtje heftig
„achter het oor", buiten om langs de
vleugel, naar valkengewoonte. Het
schudt zich de veren, zodat alles door
elkaar zit en Je denkt, dat er geen
veertje meer op zijn plaats zal komen.
Maar geen nood, het kromme snavel
tje, strijkt even langs de vleugellijsten,
er wordt weer geschud en geplooid en
dan is hij weer het heertje, even slank
en glad als tevoren.
In de stilte tussen vier muren ver
toont hij ook zijn kunstjes, die we nooit
hadden vermoed, die echter geen kun
sten zijn, maar echte valkenmanieren.
Hij houdt een stukje rauw vlees op
papegaaienmanier in een poot geklemd
en nibbelt er kleine stukjes af, hij
draait zijn kopje 180 graden achterste
voren om een bromvlieg aan de glas
ruit te volgen, kortom hij toont zich
een ware acrobaat. En weer overvalt
ons een verwondering over wat we van
hem weten, n.l., dat hij het is. die bo
ven een bospad in snelle wendingen de
zwenkende libellen grijpt met nimmer
falende klauwen, ze naar zijn boomtak
medeneemt, waar hij hun de vliezige
vleugels afknipt en de insekten veror
bert, tientallen per dag, honderden in
de loop van het seizoen, zodat we ondc-r
zijn roestboom de ontelbare glinste
rende dingetjes vinden als bewijzen
van zijn dagelijkse bezigheid.
Een nuttige vogel dus, de boomvalk?
In dit opzicht zeer zeker, en terecht
door de wet beschermd. Beschermd te
gen de lieden, die in hun kortzichtig
heid ook dit fraaie dier gaarne het
levenslicht zouden willen uitblazen, al
leen maar omdat het kromme nagels
heeft en een kromme snavel.