PSALM
99A night to remember"
Fransman wil in vakantietijd geen
burgeroorlog aan liet hoofd hebben
WOORD VAN BEZINNING
Zaterdag 19 juli 1958
HET DRAMA VAN DE „TITANIC"
OP BOEIENDE WIJZE VERFILMD
Laat Franse wijs u leiden naai
de (verrukkelijke) Franse eer.
Ditmaal Is karakter en inhoud van deze rubriek geheel anders dan de beide vorige keren. Ik vraag
Uw aandacht voor de bij velen zo geliefde Psalm 23. Deze psalm heb ik voor u onderverdeeld in de
drie daarin voorkomende beelden (nl. die van de Herder, van de Gids en die van de Gastheer). Aan
het eind van de week bied ik u, L.D.-lezer, deze rijke stof aan. Vergelijkt u eens deze psalm met de daar
nevens geplaatste versies. Interessant en overwegenswaard. Tot de volgende week!
Naar de versie van een I De versie van een Amerikaanse
Volgens het Boek der Psalmen Indianen-predikant grote stads-predikant
(de Herder, die verzorgt)
De Heer is mijn herder, mij
ontbreekt niets;
Hij doet mij nederliggen ln
grazige weiden; Hij voert mij
aan rustige wateren;
(de Gids, die leidt)
Hy verkwikt mijn ziel.
Hij leidt mij in de rechte spo
ren om Zijn Naams wil. Zelfs
al ga ik door een dal van diepe
duisternis, ik vrees geen kwaad.
Want Gü zijt bij mij; Uw stok
en Uw staf vertroosten mij.
(de Gastheer, die verrast)
Gij richt voor mij een dis
aan voor de ogen van wie mij
benauwen; Gy zalft mijn hoofd
met olie, mijn beker vloeit over.
Ja heil en goedertierenheid
zullen mij volgen al de dagen
van mijn leven; ik zal in het
huis des Heren verblijven tot in
lengte van dagen.
De grote Vader hierboven is
het %Herdershoofd. Ik ben van
Hem en daar ik van Hem ben
ontbreekt mij niets.
Hij werpt mij een touw toe en
de naam van dat touw is Liefde
en dan trekt Hij mij tot daar,
waar het gras groen is en het
water niet gevaarlijk, en dan lig
ik terneder, verzadigd en tevre
den.
Als Hij Zijn hand op mijn
hoofd legt, is alle moeheid eruit
verdwenen. Mijn beker is meer
dan vol.
Wat ik vertel is waar, ik lieg
niet.
Later zal ik wonen in het
grote Tepco en ik zal met het
Herdershoofd zitten voor altijd.
Amen.
De Heer is mijn verkeersagent,
ik vrees geen ongeluk.
Hy steekt zyn arm op en brengt
mij op een veilige vluchtheuvel.
Hij kent de straten in deze
grote stad en wijst mij de juiste
weg om Zijn Naams wil.
En al wandelde ik op de spits
uren temidden van de grootste
drukte, ik zal geen verkeers
ongeluk krijgen.
Zijn stopsignaal en richting
wijzer stellen me gerust.
H. J. A. HAAN,
Evang. Luth. predikant
te Leiden.
Bijna ondraaglijke spanning!
Engelse lieveling,
Kenneth More
in hoofdrol
(Van onze Londense
L^.
Culinaire kruistocht door Parijs (I)
(Van onze Parijse
correspondent)
Er wordt gefluisterd, en zelfs
hardop beweerd, dat, sinds de
roerige maanden van mei en juni,
bij de internationale toeristen
bureaus de bedankjes bij tien
duizenden zijn binnen gestroomd,
afkomstig van mensen die aan
vankelijk voor Frankrijk hadden
geboekt om daar hun zomer
vakantie te gaan passeren. Wij
hebben nauwelijks direct belang
bij de bloei van Frankrijks vreem
delingenindustrie (zoals deze be
drijfstak met een weinig elegant
woord wel wordt aangeduid),
maar de objectieve eerlijkheid
gebiedt ons nu toch wel de
haasjes onder onze lezers-vakan
tiegangers eerst even gerust te
■tellen.
Werpt U zich, lieve mensen, maar
ferust in de blanke armen van de
schone Marianne. Geen haar zal U
worden gekrenkt. Tot dusver is er in
die vreemde omwenteling, waarbij de
Vierde Republiek het loodje heeft
moeten leggen, geen droppeltje bloed
gevloeid, en zonder te willen profete
ren dat deze revolutie, die zeker haar
eindpunt nog niet heeft bereikt, zich
ook verder langs deze pyn- en geruis
loze banen zal bljj ven voltrekken,
durven wy toch wel bijna te garande
ren dat er in de eerstkomende weken
althans niets ongebruikelijks gebeuren
zal.
Want in die tyd is de Fransman, hij
moge anarchist, communist, socialist,
fascist, atheïst, radicaal, protestant of
katholiek zijn, veel te zeer op zyn
eigen kalme leventje gesteld. Vakantie
is hem een heilig goed, net als de
Tour de France. Hij wil dan met ijze
ren ballen knikkeren in de schaduw
van de bomen van een van Frankrijks
talloze lieve dorpspleintjes. Of etma
len lang, met het Baskische petje op
de kruin, vanaf een vouwstoeltje sta
ren naar een dobber die bewegingloos
kaarsrecht in een beekje, meertje of
plasje overeind blyft staan. Of nog
eens met zeer speciale zorg en ernst
die inwendige mens gaan vertroetelen
die hem toch zo onzegbaar dierbaar
is
Wandelingetje
Nu we het toch over die inwendige
mens hebbenWe hadden U, op
deze pagina en in een volgende krant,
nu eens vertrouwelijk bij de (denkbeel
dige) hand willen vatten om samen
wat door Parijs te kuieren dat U
toch zeker ook niet links wilde laten
liggen. En U zo hier en daar eens
een goed pittoresk adresje willen wy-
zen. Een jaar of wat geleden hebben
we ons diezelfde taak ook eens gesteld
en de weken en maanden daarop
mochten we toen nogal wat dankbare
brieven ontvangen, waarvoor we dan
toch altyd ook wel weer gevoelig zijn.
Er zyn bovendien Intussen de laatste
jaren ln Parü« wel weer zo een paar
opmerkelijke, en soms zelfs opzienba
rende, tentjes en eethuisjes bygekomen.
Maar allereerst moeten we het toch
wel over een paar essentiële en prin
cipiële zaken eens zien te worden. We
eten om te leven en we leven niet
om te eten. Er bestaan in dit leven
hogere waarden dan de gastronomie.
Zeker. Stellig. Waarachtig! Ons enige
en supreme doel is, óók tijdens de va
kantie, niet de gedekte tafel, beladen
met geurige spijs en koele drank. Neen!
Maar wanneer de volkswijsheid ver
zekert, dat de liefde des mans leidt
via de maag, dan ligt toch ook de con
clusie weer vry dicht voor de hand
dat ge, om een heel volk ietwat beter
te leren kennen, zyn eetgelegenheden
bezwaarlijk stelselmatig kan vermij
den.
Eethuizen en eethuizen
Nu zyn er echter eethuizen én eet
huizen. Je kan grypen naar de Bae
deker of de Michelin om daarin, naar
gelang van de omvang van uw porte
feuille. de adressen met twee, drie,
vier, of meer mesjes en vorken aan te
strepen. Vergeet dan echter niet, dat
de culinaire garantie in dat geval al
te gemakkelijk ten koste gaat van de
variatie en het nationale volkseigen.
De officiële klassementen in het inter
nationale restauratiebedrijf worden na
melijk in alle landen consequent vol
gens nauwkeurig gelijke normen be
paald. En met die stereotiepe gidsen in
de hand bedrijft ge derhalve op zyn
best nog maar een soort gastronomisch
kosmopolitisme.
Men kan ook in het andere uiterste
vervallen en dan tevens in de ave
rechtse overdrijving. Menen dat men
énkel via de keukens een land en een
volk leert kennen, ongeacht de plaats
waar die gevestigd zijn.
Vele mogelijkheden
In theorie biedt Parijs de mogelijk
heid, zogezegd per maag. een complete
reis rond de wereld te maken. Alle
landen, van Italië tot Griekenland,
van Denemarken tot Israël, van Ar
gentinië tot Marokko, en van Rusland
tot Centraal Afrika, zijn hier met hun
eigen nationale etablissementen ver
tegenwoordigd. Toch ontraden we U
ook dit gastronomisch toerisme met
ethnologische inslag. Voor de ware
bouillabaisse moet men zich naar Mar
seille begeven waar de vis zo kersvers
uit de Middellandse Zee wordt geplukt,
en een gebraden vogelnestje blyft bui
ten Sjanghai en onmiddellijke omge
ving. naar onze bescheiden veronder
stelling. toch altyd eer een relikwie
dan een oprechte delicatesse.
Het produkt, en zeker het voedings
middel. dient van zyn plaats van her
komst nu eenmaal niet te ver te wor
denden gescheiden.
Er steekt natuurlijk weinig kwaads
in uw menu, by geval, eens met een
exotisch tintje op te fleuren. Maar het
leidende beginsel blyve toch ,,'s lands
wys, 's lands eer", zodat we in Frank
rijk, in de grote lijnen, de Franse keu
ken volgen, die er trouwens altijd ook
nog wel wezen mag.
In ons volgend verhaaltje komen we
dus nader op die beloofde adressen
terug.
Het restaurant "La Colombe"waar de doffer
duifje voedde
eens zijn ingesloten
(Foto Daniel Frasnay)
Tweede officier Lightoller (Kenneth. More) houdt toezicht bij het neerlaten van de redding
boten van de snel zinkende Titanic
orrespondent)
Heel veel wordt er geëist van
een bioscooppubliek, dat bijna
twee uur lang de spanning
krijgt te doorstaan van de zin
kende „Titanic" en tenslotte
1500 mensen in de golven ziet
verdwijnen. Dit alles doet des
U» tragischer aan, omdat het
werkelijk gebeurd is. De door
Roy Baker geregisseerde Rank-
film „A night to remember"
tracht van deze* grootste
scheepsramp in de historie een
zo documentair mogelijk beeld
te geven. Zo groot was het
drama, dat er nauwelijks meer
iets aan behoefde te worden
toegevoegd. Het verhaal steunt
op het boek van Walter Lord
en de ervaringen van kapitein
Grattidge, gewezen commodore
van de Cunard Line, comman
der Boxhall, vierde officier van
de „Titanic", en vele andere
overlevenden.
De Titanic zinkt. De ontwerper (Michael Goodlifferechts, spreekt het
vonnis uit: „Nog anderhalf uur. dan is het gedaan". Links gezagvoerder
Smith (Laurence Naismith).
De „Titanic" vertrok op 9 april
1912 van Southampton naar New York
met 2207 opvarenden aan boord voor
haar eerste reis. Het was het grootste
passagiersschip ter wereld, een wonder
van twintigste-eeuwse scheepvaart
techniek, dat als onzinkbaar gold.
De „Titanic" met haar vier reuzen-
schoorstenen op de hoge bovenbouw
biedt een machtige aanblik. Het is
zondagavond 14 april. In de donkere
nacht straalt feestelijk licht uit de
ramen en honderden patrijspoorten.
De overvloedig gemeubileerde en geor
namenteerde salons zijn vol rijke
lieden en beroemdheden van allerlei
aard uit de beide werelddelen. In het
achterschip verdringen zich honder
den emigranten. Iedereen is vrolijk, er
wordt gedanst en gespeeld.
Onrust op brug
Alleen op de brug beginnen de offi
cieren onrustig te worden, want hoe
wel de zee glad is als een spiegel,
daalt de temperatuur gestadig. Er is
ys in aantocht. De maatschappij
de „White Star"-lijn wil een nieuw
record vestigen, alles is opgeofferd
aan de factor snelheid. Daarom is het
aantal reddingsboten aan de krappe
kant gehouden. Met de „onzinkbare"
„Titanic" durft men in dit jaargetijde
het risico van de kortere noordelijke
route wel aan. Een ijsberg nadert. Een
Engelse vrachtboot, welke voor de
Titanic uitvaart, waarschuwt, maar de
radio-telegrafist die het te druk heeft
met de verzending van onbenullige
telegrammen van passagiers, verzuimt
de gezagvoerder op de hoogte te stel
lenDan om 20 minuten voor
middernacht zien de verkleumde
matrozen in het kraaiennest een ijs
berg vlak voor zich. Ogenblikkelijk
worden de machines gestopt. Maar het
is te laat. De botsing komt echter niet
hard aan. IJsbrokken vallen op het
dek. Passagiers rapen ze lachend op
en voetballen ermee. Niemand beseft
nog het gevaar. Maar één man weet
dat het schip tot zinken gedoemd is,
Thomas Andrews, de ontwerper (in de
film gespeeld door Michael Goodliffe).
Het onzichtbare deel van de ijs
berg heeft onder de waterlinie een
scheur van honderd meter gemaakt,
langzaam lopen de ruimen vol. Over
anderhalf uur zal het afgelopen zyn.
Het passagiersschip „Carpathia" dat
te hulp snelt, zal pas over vier uur
ter plaatse kunnen arrriveren. De
bemanning van het vrachtschip, dat
wegens het ijs op korte afstand van
de Titanic stilgehouden heeft, slaapt
of suft en reageert niet op de nood
seinen.
Paniek onbekend
Deze film levert een belangwekkende
bijdrage tot de kennis van het Engelse
volkskarakter, want paniek, zo lijkt
het, kennen de Britten in geen enkele
omstandigheid. Het lijkt ongelofelijk,
dat de passagiers rustig over de red
dingsmaatregelen converseren alsof ze
zich in hun deftige club in Londen
bevinden. Ze zien alles nagenoeg on
bewogen aan en drukken zich strikt
zakelijk uit. Is de waarheid geweld
aangedaan, wanneer een niet uit de
plooi gerakende bankier een zwemvest
weigert, omdat het nogal pijnlijk zit
en even later met zijn valet in rok
verschijnt? Hij wil als „gentleman"
ondergaan. „Zeg mijn vrouw dat ik
mij correct gedragen heb", voegt hy er
ten overvloede aan toe
Er zijn de onverbetelijke gokkers,
die tot het laatste ogenblik blyven
kaarten en drinken. Als de Ameri
kaanse heren van dit gezelschap
zich tenslotte uit de voeten maken,
gaat de Engelsman nog even een
patience leggen
Geen boten meer
De Europese emigranten zyn blyk-
baar de enigen, die vatbaar zijn voor
paniek. Alleen de welgestelden schij
nen voor redding in aanmerking te
komen. De passagiers van het achter
schip breken tenslotte met geweld uit,
maar dan zijn er geen boten meer!
Kenneth More, de lieveling van het
Engelse publiek, gedraagt zich ook in
deze heldenrol voorbeeldig. Als de
tweede officier Lightoller heeft hij de
leiding van het redden van de passa
giers alleen vrouwen en kinderen
met de boten. Hij doet dat met jon
gensachtige, aanstekelijke, maar toch
aanvaardbare opgewektheid. Zijn goede
humeur verlaat hem geen ogenblik,
evenmin als zijn kordaatheid. Hij blyft
tot in de golven meester van de
situatie. Dank zij hem is het gevoel
van beklemming dat de toeschouwer
steeds meer bekruipt nog juist draag
lijk!
Aandoenlijk is het scheepsstrijkje dat
tot het laatste ogenblik zachte wijsjes
speelt, eerst binnen, dan aan dek. Ten
slotte ontslaat de concertmeester de
spelers van hun plicht. Als hij echter,
zonder zwemvest aan en terwijl het
schip omlaag duikt, zijn viool grijpt
om een psalm aan te heffen, voegen
de anderen zich weer bij hem en doen
hun instrumenten voor het laatst op
klinken
De regie van de chaos aan boord
is voortreffelijk, hoewel de film
soms in herhalingen vervalt en de
dingen nodeloos uitspint. De rol van
kapitein Smith wordt waardig ver
tolkt door Laurence Naismith. Frank
Lawton geeft een gevoelige creatie
van de voorzitter van de scheep
vaartlijn.