Geef mij maar
Nescafe
In F rails-Algerijnse verbroedering
moet liefde nu uit Parijs komen
IN ULM STAAN MOORDENAARS
VAN LITAUSE JODEN TERECHT
Vele Fransen bereid tot een groots gebaar
Algerijnen zijn uiel opgeluchtmaar sceptisch
Tussen de twee vuren van de
terreur en de eontra-terreur
Bij asielverzoeken zoveel mogelijk
het humanitaire aspect
Tienduizenden in koelen bloede
afgemaakt Misdadigers zien
ernst van wanbedrijf niet in
97ste jaargang
Donderdag 5 juni 1958
Derde blad no. 29457
ALGIERS. Zij waren bij duizenden naar
Algiers gekomen en stroomden nu verlegen het
Forum, het grote plein voor het gouvernements
gebouw, op. Terwijl hun blote voeten of hun
versleten sandalen stilletjes over het asfalt schui
felden, gingen hun donkere ogen half nieuws
gierig, half beschroomd van links naar rechts.
Want de meeste van deze mohammedaanse Alge
rijnen hadden de moderne, blinkend-witte metro
pool Algiers nog nooit gezien. Zij kenden slechts
de grimmige bergen of de stoffige hoogvlakten
van Algerije, waar zij hun schapen hoeden of
(Van onze reisredacteur)
Zij hadden drie en half jaar tussen twee vuren gezeten, terreur en contra-
terreur. De FLN d\.ong voedsel en hulp af, het Franse leger sloeg met blinde
represailles terug, de arme Algerijnse aarde kleurde zich rood met bloed van
tienduizenden, die nauwelijks begrepen waar het allemaal om ging. En op deze
dag begrepen zjj er nog minder van. Want dezelfde Franse soldaten, die 's nachts
hun hutten binnendrongen en hun zonen of hun schapen meenamen, brachten
hen nu, vriendelijk lachend, sigaretten en voedsel uitdelend, naar vrachtauto's
en bussen, gaven hun spandoeken waarop stond „Algerije is Frans" of „Leve De
Gaulle" of „Comité van openbaar welzijn van Tizi Ouzou" en reden hen naar
Algiers.
ten maken kan. Men kan van iemand,
die sinds generaties in een land als Al
gerije woont, niet verlangen dat hij
aanhanger wordt van de liberale, anti-
koloniale theorieën, waarvan hij vroeger
of later zelf het slachtoffer wordt. Deze
mensen hebben jaren lang in laaiende
angst voor de aftocht geleefd. Nu zij in
een regime van genraal De Gaulle een
veilig plechtanker zien, lijken zij op
recht bereid de hand naar hun Alge
rijnse medeburgers uit te steken. Zij re
deneren niet in concrete politieke of
economische termen, wanneer zij het over
„integratie" (Frans-Algerijnse eenheid
en samenwerking) hebben. Een kind
moet trouwens begrijpen, dat volledige
integratie een volstrekte onmogelijkheid
is. Een blok van 120 Algerijnse afgevaar
digden in het Parijse parlement, dat
door alle partijen tc vriend gehouden
zou worden, zou een verziekend element
in de Franse politiek worden. Het ge
lijkschakelen vn de levensstandaard in
het arme, achterlijke Algerije en het
Vreemde optocht
Zo kwam deze vreemde lange optocht
tussen wapperende tricolores en jui
chende Fransen het forum op. Vrouwen
met witte sluiers waarboven de met
„kohl" zwartgemaakte ogen deemoedig
naar de grond bleven kijken, mannen in
lompen, mottige boernoes of broeken
vol gaten en met oude strohoeden of de
kleine rode Algerijnse fez op. En de
luidsprekers vertelde hun, dat dit het
grote feest van de Frans-Mohamme
daanse verbroedering was, dat er van
nu af aan geen anderhalf miljoen Fran
sen en acht en een half miljoen Alge
rijnen meer zouden zijn, maar slechts
tien miljoen Fransen, tien miljoen
staatsburgers onder het oude devies:
„vrijheid, gelijkheid en broederschap".
Zij namen dit onverwachte geschenk van
de plechtig geproclameerde Algerijnse
integratie wat stilletjes in ontvangst.
Ik heb in Marokko, Tunesië, Egypte,
Syrië. Irak, Libanon, Jordanië en Soe
dan Arabische menigten zien demon
streren. de Arabische geestdrift zien los
branden als een strovuur. Welnu, in
deze Algerijnse menigte was er nog geen
vonkje vah te bekennen.
Cynische leugen
Is deze enthousiast door de Fransen
uitgeroepen verbroedering, die een van
de merkwaardigste en belangrijkste bij
verschijnselen is van de rebellie in Al
giers van de dertiende mei en die mee
zal beslissen over Frankrijks toekomst
in Algerije, dan een cynische leugen?
Gelukkig niet helemaal. Aan de Alge
rijnse kant beperkt zij zich voornamelijk
tot de kleine groep van de reeds verfran
ste Algerijnen, de zeer rijken, de geridder-
den, de oud-strijders. Zij heeft voorts
een groep intellectuelen, semi-intellec
tuelen en handelaren aangestoken, die
zeer wel begrijpen, dat zij, wanneer zij
inderdaad volledige gelijke rechten,
economisch en politiek, zouden krijgen,
veel beter af zullen zijn dan in een
vrije, maar doodarme Algerijnse staat.
En het zeer kleine groepje vrouwen, dat
met veel publiek vertoon de sluier heeft
afgelegd, vat dat de rechten van de
vrouw in Parijs beter gewaarborgd
worden dan in Caïro. In de grote massa
van de Algerijnen heeft zij tenslotte
zij het onder sceptische reserve een
zekere ontspanning gewekt. Wanneer de
Fransen hen voortaan als broeders wil
len beschouwen en aardig tegen hen
willen doen. dan is dat aanzienlijk beter
dan dat zij als „sales bougnoules". vuile
Arabieren, worden betiteld, die men
..omdat zij toch geen van allen te ver
trouwen zijn", vrijelijk in een gevange
nis mag trappen om te zien of men hen
niet een of andere bekentenis kan ont-
martelen.
Beleefde belangstelling
Is de verbroederingsgedachte derhalve
door de Algerijnen met beleefde en op
geluchte belangstelling ontvangen, dan
geloven zij toch dat de liefde voors
hands maar eens van de Franse kant
moet. komen. Is daar kans op? Mogelijk
wel. Niet te ontkennen valt, dat de grote
„colons", die onder leiding van mensen
als Alain de Sérignij met hun vriendjes
in Parijs de „fraternisatie" slechts als
een koel berekenende manoeuvre in hun
plannen hebben opgenomen. De voor
naamste reden daarvoor was, dat de
samenzweerders wisten, dat hun kom-
plot nooit zou lukken, wanneer het leger
in Algerije niet meedeed. Nu was dit
leger weliswaar ten einde raad geraakt
door de aarzelende politiek van Parijs;
het wilde bovenal na Indo-China, Tu
nesië en Marokko tot iedere prijs voor
komen. dat het nog eens een nederlaag
zou leiden.
Maar het leger voelt al sinds jaren
geenszins lust zijn eigen bloed te ver
gieten voor de voorrechten van een
handjevol „colons". De parachutisten,
die voor de eerste demonstraties Alge-
rijnen in de „Casbah" van Algiers gin
gen optrommelen, zeiden het duidelijk:
„Hier is je kans om de rechten van een
Fransman te krijgen. Grijp die kans,
houdt de colons aan hun woord". Dat
zij voor alle zekerheid daarbij een aan
tal Casbah-bewoners de identiteitskaart
afnamen of met dreigende klem zeiden:
„Als je niet gaat. krijg je moeilijkheden",
is een bijkomstigheid, die in het mili
taire denken niet te zwaar telt.
De Gaulle als plechtanker
Even zeker als men moet vermoeden,
dat de grote „colons" menen dat zij hun
belofte op een later tijdstip weer kun
nen intrekken, kan men aannemen, dat
in het hart van de kleine Fransen, de
winkeliers, de taxi-chauffeurs, de kel
ners, de handwerkslieden en de kleine
boeren, een oprecht gewetensonderzoek
op gang is gebracht. In het patriottisch
elan, dat is ontbrand, zijn zij bereid
geraakt tot de grootste geste, die een
Fransman op de onverwachtste momen
wat mager graan verbouwen, waar zij in hun
„mechta's", hun miserabele hutten, het primitief
bestaan der bijbelse tijden leiden. Zij kennen de
Fransen slechts als hun meesters, soms ongedul
dig, soms welwillend-patriarchaal, en het Franse
leger als harde soldaten, die in hun bittere strijd
tegen de FLN, het Nationale Bevrijdingsfront,
niet altijd een nauwkeurig onderscheid maakten
tussen de rebelse „fellagha* en de „fellah", de
kleine Algerijnse boer, die met zijn houten ploeg
de voren voor het graan in de norse aarde krabde.
rijke Frankrijk is een onuitvoerbare en
onwezenlijke weldadigheid. Niets kan
beter bewijzen, dat Algerije niet Frans
is dan een poging tot versmelting van
deze twee ongelijksoortige gebieden.
Andere mogelijkheden
Maar er zijn andere mogelijkheden.
Men schrijft De Gaulle de nogal ondui
delijke en gecompliceerde gedachte van
„integratie in federatie" toe: gelijke
rechten voor Fransen en Alge
rijnen in Algerije, dat met andere Fran
se gebieden in Afrika dan binnen het
raam van een groot Franse federatie
zou worden gebracht. Wanneer De
Gaulle zijn moment weet te grijpen,
heeft hij misschien een kans. Onder de
gewone Fransen in Algerije is een kli
maat van goede wil geschapen, zij ver
trouwen De Gaulle, geloven dat hij hen
niet in de steek zal laten. Bij een groot
deel van de Algerijnen zal De Gaulle
het respect ondervinden, dat een „sterk
regime" bij primitieven wekt.
Men moet al een groot optimist zijn
om zeker te zijn, dat het De Gaulle
zal lukken. Voorlopig is er nog geen
werkelijk Frans-Mohammenaanse ver
broedering, wel een zekere ontspaning.
Ik maakte zo een wandeling door de
kronkelsteegjes van de casbah van Al
giers, hetgeen drie maanden geleden
een veelbelovende poging tot zelfmoord
zou zijn geweest. Men kon in de sche
merige winkeltjes weer een praatje ma
ken. Zo de jongeren koel de aangeboden
sigaret bleven weigeren, kon men er aan
de ouderen weer eentje kwijt. De kin
deren smeten het uitgedeelde snoepgoed
niet meer op straat. Vragen naar de
verbroedering ontmoette althans een
hoffelijke interesse.
„Verbroedering?" „Inchallah, als God
het wil".
Nescafé is niet te
evenaren: in de kop
geeft Nescafé de
lekkerste koffieDat
bewijzen geur, kleur
en bovenal... smaak!
Normaal
Coffelnevrü
Espresso
*s Wereld» meest favoriete Instant Coffee I
Vier maal achter elkaar werd deze
Engelse reddingsboot met behulp
van een kraan omgekeerd en iedere
keer richtte het scheepje zich binnen I gerust.
zeven seconden weer op. Een groot
aantal Engelse reddingsstations
wordt met dit nieuwe type boot uit-
h i terpel la t ie ver stek el i ngen
Ürie redenen voor niet-toelating
Mr. R. H. Baron de Vos van Steen- 7. Is de regering tenslotte bereid de
wuk, lid van de Eerste Kamer voor de verstekelingen bij aankomst hier te
VVD, heeft gistermiddag aan de mi- lande op te vangen en tot nader onder-
nisters van Justitie en van Buiten- zoek onder te brengen, althans ervan af
landse Zaken de volgende vragen te zien om hen terstond naar Indonesië
mondeling gesteld: terug te zenden?
1. Is net waar dat de mededeling in
het programma van de Wereldomroep
van 22 mei j.l., dat zij, die als versteke
ling pogen toegang tot Nederland te
verkrijgen, hier niet worden aanvaard
en terstond worden teruggezonden, een
gevolg is van het bericht, dat zich een
aantal van 70 verstekelingen op de
„Johan van Oldenbarnevelt" zou be
vinden?
2. Indien dit laatste bericht op waar
heid berust, is de regering dan niet van
oordeel dat de omstandigheid, dat een
zo groot aantal personen als versteke-
lingen ons land tracht binnen te komen, 1
een bewijs is dat de nood voornamelijk
onder de ex-Nederlanders in Indonesië
hoog gestegen is?
3. Is de regering dan ook niet van
oordeel, dat dit groot aantal versteke
lingen mede een gevolg is van de lang
durige behandeling van visumaanvra-
gen?
4. Is de regering niet van oordeel dat
meer rekening moet worden gehouden
met inlichtingen van kerkelijke en par
ticuliere zijde?
5. Is de regering bereid de formalitei
ten, aan de behandeling van visumaan-
vragen verbonden, belangrijk te vereen
voudigen en, zo nodig, het personeel
van de diplomatieke vertegenwoordiging
te Djakarta uit te breiden?
6. Is de regering niet van oordeel dat
het voornemen om alle verstekelingen
zonder onderzoek naar Indonesië terug
te zendrn. m «triid met
Nederlandse '.r -lippen omtrent het ver
lenen van asiel?
Minister Samkalden noemde in zijn
antwoord 3 redenen om verstekelingen
niet toe te laten. Om te beginnen wa
ren er velen, die uit avontuurlijke
motieven de reis begonnen. Voorts zijn
er. die hereniging met verwanten
wensen, maar ook. die door tekort aan
werk of onderwijsmogelijkheden de
reis aanvaarden.
Deze mensen toelaten zou degenen,
die reeds lang wachten of afgewezen
zijn, schromelijk te kort doen. Van de
verstekelingen waren 8 nog geen lfi
jaar, 50 tussen de 16 en 21 jaar en 78
21 jaar of ouder.
Als tweede reden noemde minister
Samkalden het gevaar, dat de ontwik
keling van de verstekelingenaffaire
heeft als storing van de normale
repatriëring.
De derde reden is, dat reeds in zeer
korte tijd een zeer groot aantal repa
trianten n.l. 33.000 in Nederland op
genomen is.
Minister Samkalden zeide dat de re
gering juist uit humanitaire overwegm-1
gen de verstekelingen niet zonder meer
heeft teruggestuurd, maar hen een na
der onderzoek heeft toegestaan. Ten
aanzien van de 69 verstekelingen aan
boord van de J. v. Oldenbarnevelt is
deze gedragslijn nog gevolgd. Voor de:
toekomst zal echter het internationale
gebruik jegens verstekelingen worden
gf vl-rd.
De 'Minrtei bestreed voorts de me-'
nmg, dat zich uit de verantwoordelijk-
Men vocht om liquidatie-opdrachten
(Van onze correspondent te Bonn)
De rij van Duitse processen tegen SS-moordenaars groeit en ieder
nieuw proces schijnt het vorige te overtreffen wat betreft de gruwe
lijke feiten, die daarbij aan het licht komen. In de Zuidduitse stad Ulm
staat sedert begin mei een tiental Gestapo-moordenaars terecht, die
verantwoordelijk zijn en dat ook helemaal niet ontkennen! voor
de moord op 5502 mensen! Ergerlijk optreden van deze massamoor
denaars tijdens het proces paart zich aan laffe'uitvluchten en het zich
beroepen op bevelen van de „Führer".
De Gestapo en de Sicherheitsdienst van de SS kregen in 1941, na
de Duitse verovering van Litauen, het bevel de „Jodenkwestie in de
bezette gebieden op te lossen". Dat kwam erop neer, dat niet alleen
iedere joodse man, vrouw en kind, maar ook iedereen, die voor com
munist kon worden aangezien, alsmede een ieder, die behoorde tot de
leidende figuren in de Baltische landen, vogelvrij was verklaard.
Gestapo en Sicherheitsdienst stortten zich met overgave op deze
onmenselijke „taak". De leiders van allerlei groepen vochten als het
ware om opdrachten om te kunnen .moorden. Wie de meeste massa
moorden kon plegen, ging door voor de beste man. Er is zelfs een
grote ruzie tussen twee commando-eenheden geweest over het recht
op zogenaamde zuiveringsacties.
moordenaars. Honderden getuigen is
men op het spoor gekomen en thans
wordt te Ulm deze trieste, bloedige ge
schiedenis tot de laatste draad uitge
haald.
Een der hoofdverdachten is de thans
54-jarige voormalige politie-chef van
Memel, de ex-SS-officier Fischer-Schwe-
der, voor wie ieder veroordelend woord
vergeefs is. Uitdagend en in het besef
het verleden koen gediend te hebben,
hangt deze SS-beul in zijn beklaagden
bank. Hij maakt grapjes over zijn ver
leden en in de gevangenis ergeren zijn
bewakers zich dagelijks over zijn optre
den. Toen hij in 1941 hoorde wat er ge
beuren moest, had hij vol respect ge
zegd: „Donnerwetter, dat zijn me
eventjes consequenties van de oorlog".
In koelen bloede doodde hij zelf 711
mensen. Fischer-Schweder stond bekend
als een dronkelap, hetgeen hij ontkent.
Drinken deed hü alleen na zijn „werk",
maar er zijn getuigenverklaringen ge
noeg waaruit blijkt dat de beulen tij
dens dat „werk" veelvuldig naar de
drankfles grepen.
S.S.-schelm maakt
nu nog grapjes
Het zogenaamde Einsatzcommando
Tilsit kwam zeker aan zijn trekken en
kon er op los moorden zoals het wilde.
In de luttele maanden van juni tot
oktober 1941 kreeg het de kans om in
Litauen niet minder dan 5502 mensen te
vermoorden Twee jaar lang is er in
Stuttgart gewerkt aan belastend mate>
riaal tegen de leiders van deze groep
S.D.-hoofdkwartier te Berlijn, dat sprak
over een „bijzondere behandeling" van
joden, communisten en dergelijke. Een
bijzondere behandeling betekende liqui
datie! De wijze waarop Böhme en de
zijnen deze liquidatiebevelen uitvoerden,
grenst aan het ongelofelijke. Iedere dag
weer werden tientallen mensen op een
hoop gedreven. De Sicherheitsdienst
vormde er een ketting om heen terwijl
een ieder, die wilde vluchten, meteen
werd neergeschoten. Böhme „liquideer
de" zelf enige malen zulke vluchtelingen.
De ongelukkigen moesten zelf hun graf
graven en steeds degeen, die voor hen
doodgeschoten was, in een graf gooien.
„In naam van de Führer wordt gij", zo
werd volgens Böhme steeds gezegd, „we
gens vergrijpen tegen de Duitse weer
macht geëxecuteerd".
Leger kon niets doen
Of dat niet verschrikkelijk wreed was
had doctor Böhme zich nooit afge
vraagd. „Het ging", zei hij te Ulm. „om
een kwestie van goede organisatie van
het opvolgen van een bevel. Wij moes
ten zo snel mógelijk werken
Zo rolt dit afgrijselijke proces verder,
nu reeds een maand lang! Het is slechts
een episode uit de oorlog en men ont
komt als buitenlander niet aan de in
druk, dat dergelijke processen de open
bare Westduitse mening al lang niet
meer raken. Wel is dezer dagen uitvoe
rig verhaald hoe het opperbevel van het
leger zelf geprobeerd zou hebben de be
velen van Hitier inzake de vermoording
van vele joden te verhinderen. Maar de
generaal-veldmaarschalk Von Bock wei
gerde een protestbrief aan Hitler over
deze massamoorden te ondertekenen.
Het „liquideren" ging verder. Ook wordt
verteld over de SS-officier Nebe, die de
vermoording van 15.000 joden in Litauen
poogde te verhinderen. Maar toen hij
met verlof ging, deed het leger blijk
baar niets tegen de ijver, waarmee
Nebe's opvolger in tijd van een paar uur
deze 15.000 mensen op gruwelijke wijze
liet ombrengen. Uit vliegtuigen van het
leger werd deze moordpartij waargeno
men. maar het leger kon, indien het dat
al wilde, niet ingrijpen
heid, die de Nederlandse regering jegens
de spijtoptanten zou hebben, deze groep
het recht zou kunnen ontlenen tot toe
lating in Nederland.
Overigens heeft de snelle repatriëring
uit Indonesië belemmerend gewerkt voor
de toelating van niet-Nederlanders uit
Indonesië in ons land en van vreemde
lingen van elders.
Minister Samkalden betoogt, dat
hoe moeilijk ook voor de verschillende
groepen de omstandigheden in Indo
nesië zijn, de deur niet voor al deze
groepen open kan staan. Dit houdt
niet in, dat in bijzonder dringende
gevallen toestemming wordt gegeven.
In een beperkt aantal gevallen is dan
ook een visum aan niet-Nederlanders
gegeven. Dit waren er 200 in de eerste
Irie maanden van dit jaar, hetzelfde
\ls in totaal in 1956.
Minister Samkalden zeide tenslotte
er naar te zullen streven, dat het
humanitaire aspect zo goed mogelijk
tot recht zal komen bij de beoordeling
van asielverzoeken.
Plichtsgetrouw man
Niet minder dan Fischer-Schweder
ging dr Böhme in het Einsatzcom
mando Tilsit te keer. Dr. Hans Joachim
Böhme. thans 49 jaar oud. doet zich als
een plichtsgetrouw man voor. Wat in
junioktober 1941 in Litauen gebeurde
met de vermoording van meer dan 5000
mensen was, zei hij doodernstig, een
algemene politiële uitvoering van een
dienstopdracht. Uit, afgelopen Böhme
zei het met een aplomb, alsof het hier
de opdracht voor het bekeuren van een
fietser-zonder-licht had betroffen. Ten
slotte. zo zeggen Böhme en zijn mede-1
moordenaars, was er een bevel van het1
Haagse satellietstad
BINNENKORT WETSONTWERP
(Van onze parlementaire redacteur)
In de Tweede Kamer heeft minister
Struijcken gisteren meegedeeld, dat het
overleg met Ged. Staten over de Haagse
satellietstad is afgesloten en dat op
korte termijn een advies wordt verwacht
van dat college. De minister hoopt dat
dan spoedig in de ministerraad een be
slissing kan worden genomen en binnen
niet te lange tijd een wetsontwerp bij
de Tweede Kamer kan worden inge
diend.
AFSCHEID VAN MR. D. U. STIKKER
De Britse minister van Buitenlandse
Zaken. Selwvn Lloyd. heeft gisteravond
de Nederlandse ambassadeur in Londen,
mr. D. U. Stikker en diens echtgenote
een afscheidsdiner aangeboden.
Zoals bekend is mr. Stikkei benoemd
tot hoofd van le gecombineerde Neder
landse permanente vertegenwoordiging
bij de Noord-Atlantische Raad en bij de
O.E.E.S.