Tweeduizend Leidenaars per trein naar liet Egypte van Verdi's Aïda FILMS Prof. mr. R. P. Cleveringa sloot in bescheidenheid Leids professoraat af Door enkele sterren speciaal vocaal een gulclen genot Grote gaven als jurist en mens nu in dienst van Raad van State ZATERDAG 31 MEI 1958 Feestelijke opera-toegift van K. en O. Ook accent op de menselijke bewogenheid Naar wij menen hebben de twee speciale K. en O.-treinen ons gisteravond voor de vijfde maal met twee duizend andere opera liefhebbers voor een opvoering der Nederlandse Opera naar Den Haag gevoerd. Faust, Carmen, Don Giovanni en ,,Der Zigeunerbaron" waren reeds aan Verdi's Aïda voorafgegaan en ook nu boden die twee duizend Leidenaars een feestelijk gezicht daar in het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, na de als steeds perfect georganiseerde reis er heen! Wij bewonderen altijd weer de energie en het onuitblusbaar élan van het K. en O.-bestuur, dat de Leidenaars toch bij tijd en wijle met de opera bekend maakt, nu zij door ons al te kleine Schouwburgje onmogelijk naar hier kan reizen. Dat er belangstelling in overvloed voor bestaat, bewees dit stamp volle K. en W.-gebouw, waarin men zich aan Verdi's bel-cantostroom heeft kunnen laven en ook wel kon genieten van de Egyptische pracht en praal van 2500 jaar voor Christus. Intussen toch ook op een podium dat daarvoor te weinig ruimte biedt, ook om er zich gemakkelijk en vrij op te bewegen, speciaal het ballet, terwijl het koor dikwijls op een klusje bijeen gepakt stond. r 'WSMKS H Men gaat naar déze Aïda dan ook in de eerste plaats om van „stemmen" te genieten, veel meer dan van het pompeuze, spectaculaire beeldkarakter van dit smartelijk-dramatisch gebeuren met zijn dwingend voorgeschreven kijk spelen. aan welke eis slechts gedeelte lijk voldaan werd. Verdi's volledig gerijpte, melodieuze muziek, gerijpt door de medogenloze concurrentiekracht van Wagner, waar- ooor hij zo geleden heeft en wie van de twee is de sterkste gebleken? boeit en fascineert de ganse avond, zelfs indien men in aanmerking neemt, dat de rasechte Italianen dit nog tempera mentvoller. indringender en meeslepen der op de planken zetten. Maar met sterren als de befaamde sopraan Gré van SwolBrouwenstijn (Aïda), de verrassend schoon zingende alt Anny Delorie (Amneris) en de bas Caspar Broecheler als de Ethiopische koning Amonasro, vader van Aïda, krijgt een opvoering als deze toch allure en relief: drie uitermate suggestief zin gende en acterende krachten, vervuld van doorleefde diep-menselijke bewo genheid en beklemmende realiteit, on dersteund door een glansrijke klanken- pracht. Dit trio. waarin speciaal de zangeressen excelleerden, sensitief en bezield zingend verhief deze Aïda bij wijlen naar het internationale plan, waarbij de sonoor en waardig zingende bas Guus Hoekman als de Opperpriester zich nauw aansloot Ware ook de Radames van Johan van der Zalm (rol voor een jeugdige helden tenor) van hetzelfde formaat geweest, men had nog meer kunnen genieten, doch helaas bleef hij hoewel op zichzelf verdienstelijk zingend toch vèr beneden deze maat. Het lijkt ons niet meer nodig en ook het late uur waarop wij dit schrij ven verhindert het ons nader in te gaan op de inhoud van deze opera, de meest representatieve van Verdi. uit een tijd, waarin het Suezkanaal ook in het brandpunt der belangstelling stond, zoals I.eo Riemens haar onlangs in zijn voor beschouwing voor de K. en O.-leden heeft genoemd. Zij is ongetwijfeld ook een der meest veeleisende! GEVEILDE PERCELEN Ten overstaan van notaris N. W. Holt- kamp te Leiden: woonhuis Leuvenstraat 7 in bod f. 7.500 is niet verkocht. Ten overstaan van notaris W. S. Jongsma te Leiden: woonhuis met tuin Rijn en Schiekadé 102 in bod: f. 10.000 koper: A. Reijngoud te Leiden, q.q. voor f. 12.000. Woonhuis en erf Zijlsingel 33 in bod: f. 9.400 koper: J. van Voorthuyzen te Leiden voor f. 11.400. Woonhuis en erf te Voorschoten, Tulp straat 1 in bod: f. 7.300 is uit de hand verkocht. Woonhuis en erf aldaar. Donklaan 64 in bod: f. 4.500 koper: J. B. van Rooden te Leiden voor f. 4.500. "'Benedenhuis met 2 afzonderlijke bo venwoningen Rijn en Schiekade 96 96a en 96b in bod' 1. 17.200 is niet verkocht. Gré van Swol-Brouwenstijn als Aïda. Welnu: de zang van het hierboven geprezen viertal, alsmede de accurate begeleiding van het orkest onder de deskundige directie van Alfred Eich- marrn, die bij voortduring een opmer kelijk contact met de zangers bewaarde en reeds onmiddellijk frappeerde door een subtiel en transparant klinkende ouverture, deed regiezwakheden verge ten, al kwam vanzelfsprekend het oog aan rijke kleurcombinaties niets te kort en leek ons de sfeer van het Mem phis en Thebe uit de tijd van de Pha- rao's zuiver getroffen. Verdi en zijn comparanten streefden indertijd al reeds naar de grootst mogelijke authen ticiteit, zodat ieder regisseur aan hen verplicht is, de lokale kleur zoveel mo gelijk te benaderen. Verdi heeft er zich. ook wat de muziek betreft, sterk in verdiept, doch hoe gemakkelijk kunnen regisseurs niet in alle mogelijke kitsch vervallen. Het kwam ons voor dat de ontwerper van de sobere, gestyleerde décors in „moderne" opvatting en kos tuums Hans van Norden. daartegen met zm voor verantwoordelijkheid gewaakt had. Doch wie zal dat nu precies kun nen zeggen? Het gebrek aan ruimte speelde het ballet, gelijk gezegd, nog parten, het betrekkelijk kleine koor zong beschaafd. De sterkste indruk nochtans op deze succesvolle avond maakte toch de on verflauwd muzikale macht van Verdi's muziek, waarmee nog altijd de harten geraakt wordt. Dat zij tot ons komt door middel van stemmen als die van Gré Brouwenstijn en Anny Delorie in de eerste plaats, beiden draagkrachtig tot in de verste uithoeken van de enor me zaal. kunstenaressen volledig door drongen van het begrip „zangcultuur" in de beste zin .heeft in het bijzonder haar waarde in een tijd van vervlak king als deze, waarin maar al te graag het wanbegrip gehuldigd wordt, dat ook stemmen, die het met behulp van de geluidsversterker wel aardig doen, iets met Kunst (met grote K) van doen zou den hebben. Het is verheugend dat zovelen <uit Leiden, ondanks dat wanbegrip nog be hoefte hebben aan het gulden genot een ware stem te beluisteren. Dat „gul den genot" hebben de hoofdvertolkers ons zeker geschonken, daarbij gelukkig ook aandacht wijdend aan het zo men selijke accent, dat Verdi zijn muziek en zijn personages meegaf en dat voor hem van nog meer waarde was dan het zo hoog geroemde „bel canto", dat voor dien in de Italiaanse opera favoriet was. Dit is de grote winst en vooruit gang .die Verdi teweeg bracht en waar van ook de Aïda een sprekend voor beeld is. Dat de Leidenaars daarin met grote concentratie zijn opgegaan het was de ganse avond muisstil in de zaal strekt him tot eer. Het vormt een te genwicht tegen de genoemde, steeds meer om zich heen grijpende vervlak king. En het K. en O.-bestuur verdient een compliment voor hel feit, dat het door zijn opera-initiatief dit tegenwicht ver sterkt. Het enorme succes en het langdurige applaus voor de met bloemen gehul digde executanten en dirigent spraken ten deze boekdelen. Precies om 12 uur stonden de boor devolle treinen, met vele autoriteiten als de wethouders de heren Jonge- leen. Van der Kwaak en Van Schalk, vele raadsleden en de gemeentesecre taris mr. J. Bool Incluis, weer op het Leidse station. Dat men genoten had. daarover wa ren allen het zonder uitzondering eens! K. en O. moge in de toekomst de operaserie voortzetten enzo mo gelijk geen jaar meer overslaan! EERSTE LEIDSE KLUCHT- EN REVUEGEZELSCHAP In de zaal aan de Maria Gijzensteeg bood het bestuur van het Eerste Leidse Klucht- en Revuegezelschap aan alle leden, die zich verdienstelijk hebben ge maakt bij de organisatie van de uitvoe ring op 17 mei j.l„ een feestavond aan. In zijn inleidend woord gaf de voor zitter. de heer I. Lens. een terugblik op deze avond, waarin zich helaas één on aangenaam incident voordeed, veroor zaakt door onordelijk gedrag van de jeugd, die zich achterin de zaal bevond. Teneinde dit in de toekomst te voorko men heeft het bestuur besloten hen voortaan de toegang tot de uitvoering te weigeren. Hartelijk dankte spreker al len. die aan deze avond hun medewer king in enigerlei vorm hebben verleend. Dit gezellig samenzijn werd afgewis seld met spel. zang. voordracht en een dansje. VOORSCHOTEN Medische dienst Gedurende dit weekeinde wordt de dienst der doktoren voor spoedgevallen waargenomen door dokter Th. J. Thies. Leidseweg 51, tel. 2520; voor wijkverpleegster: Gezond heidscentrum, telef. 2177. Tamango Gruwelijke slavenhandel Luxor Een vaak gruwelijk beeld uit de tijd, toen avontuurlijke en meedogen loze zeelieden zich in korte tijd tracht ten rijk te maken met de slavenhandel. Als beesten werden de Afrikaanse negers in donkere scheepsruimen gestopt om naar landen vervoerd te worden, waar zij een goede prijs zouden opbrengen. Men beleeft zo'n dramatische tocht aan boord van de driemaster Esperanza, waar de zwarten zich onder leiding van de krijgsman Tamango weigeren zich bij hun lot neer te leggen. Tussen de twee partijen, blanke bemanning en de sla ven. staat, het donkere slavinnetje van de kapitein, de enige, die niet geketend is. Het bloed kruipt uiteindelijk toch, waar het niet gaan kan en in de for mele opstand, die uitbreekt, kiest zij tenslotte de zijde van haar eigen volk. Maar voor het zover is beleeft men tal rijke sensationele momenten aan boord van dit kleine, varende wereldje. Jam mer is het, dat regisseur John Berry er niet in geslaagd is de spanning, die hij aanvankelijk weet op te wekken tot het einde toe te handhaven. Het boeiende verhaal loopt uit in enkele langdradige scènes en wat een climax had moeten zijn, werkt eigenlijk als een anti-climax. Maar de suggestieve beelden, die hij soms heeft weten te creëren en vooral de felle aanklacht tegen de helaas nog voorkomende mensonterende slavenhan del, die hij in deze rolprent verwerkt heeft, geven dit verhaal in kleuren op een breed doek ongetwijfeld waarde. „De lift naar het schavot Geladen dramatiek LIDO De Fransen zijn meesters in het regisseren van sinistere en lugubere moordfilms. Ook „De lift naar het scha vot" munt uit door een beklemmende spanning, extra verhevigd door een schrijnende, door merg en been gaande muziek, waarin de schrille trompet de boventoon voert. Er voltrekt zich hier een ontstellend drama. Allereerst vermoordt een uiter- VAN DEZE WEEK: echtgenoot van zijn geliefde. Hij heeft alles zo geënsceneerd, dat bij het vin den van het lijk een enige conclusie zelf moord kan zijn. Doch door een ongeluk kige samenloop van omstandigheden voor het „recht" echter een gelukkige blijft hij na de moord gevangen, in de lift. Wélt hU ook doet, om er uit te ko men, alles is tevergeefs. Een nacht lang. Dan weet hij eindelijk te ontvluchten. In die tussentijd gaat een jong paartje er met zijn auto vandoor. Het ontmoet een Duits echtpaar en ook hier loopt het op moord uit: de Duitsers worden in een motel door de jongeman met enige scho ten de dood in gejaagd. De politie vindt de lege auto van de eerste moordenaar, zijn regenjas en andere zaken. Wie anders dan hij kan dus deze tweede moord op zijn geweten hebben? De verhoren beginnen, zij duren eindeloos en tenslotte gelooft de politie het alibi van de „lift" niet. Toch kan dit tenslotte aangetoond worden, maar terzelfdertijd komt door een toeval de andere moord aan de dag. Allen krijgen hun gerechte straf, maar de tragedies blijven Jeanne Moreau, Maurice Ronet en vele anderen dragen deze ongemeen suggestief geregisseerde dramatisch ge laden film. In een Parijs, dat dagelijks wie weet hoeveel van deze drama's te verwerken krygt „Handelaren in meisjes" Keiharde realiteit over blanke slavinnen Trianon. Legio is het aantal films over de wijze, waarop meisjes tot het leven van „blanke slavin" worden ge bracht. Ook dit Franse produkt is een variatie op een bekend thema, waarbij aan de harde werkelijkheid bepaald niets tekort gedaan wordt. Er zijn altijd weer slachtoffers, die bijna met open ogen haar ongeluk tegemoet gaan en de me thoden, bij het bereiken van het doel gebruikt, laten ook in deze film niet na de toeschouwer met verontwaardiging te vervullen. Regisseur Maurice Cloche Een inwoner van Katwijk aan den Rijn, die gistermiddag om ruim kwart over vier, komende van de richting Katwijk aan den Rijn, van af de Zeeweg rechtsaf de Karei Doormanlaan wilde inrijden, be merkte te laat dat een van Katwijk aan Zee komende tram het kruis punt naderde. Het gevolg ivas dat de tram met grote kracht tegen de carrier opreed. Laatstgenoemd voer tuig raakte toen beklemd tussen de tram en een mast van de bovenlei ding en werd volkomen vermorzeld. Wonder boven wonder kwam echter de bestuurder volkomen ongedeerd uit de brokstukken te voorschijn. De tram werd ook flink beschadigd, ter wijl de mast van de bovenleiding ge heel werd ontzet. Het gevolg hier van was dat het tramverkeer tussen Katwijk aan den Rijn en Katwijk aan Zee gedurende de rest van de middag en het grootste deel van de avond werd gestremd. Door de NZHVM moesten autobussen worden ingelegd om het passagiersvervoer op te vangen. Ook het grootste ge deelte van de handelswaar die met de carrier werd vervoerd ging verlo ren. (Foto LD/Jaap van Duijn, Katwijk) ontwaardiging over die methoden van het „milieu" te combineren met de ver koopbaarheid van de film, want zijn realistische schildering laat aan duide lijkheid niets te wensen over. Meer dan in andere films van dit genre wordt hier aandacht besteed aan de onder linge naijver van de „gangs", al vallen er dientengevolge wel wat veel doden aan het slot, dat op één punt bepaald verrassend is. Maar daarover zwijgen we natuurlijk. „Ontvoering op Kreta" Onbekende oorlogsepisode Casino. Een van de tonelen van de jongste wereldoorlog waarover nadien weinig geschreven of verfilmd is, was Kreta: veel omstreden post op een stra tegisch punt langs een van de belang rijkste verbindingen tussen de hoofd terreinen van de grote strijd. De film „Ontvoering op Kreta" brengt een span nende episode in beeld. Agenten van de lijk respectabel ex-officier zijn chef, de had niet de minste moeite om die ver- Britse geheime dienst slagen er in, on- Ontslag aangevraagd per 15 juni a.s. Op de hem eigen wijze, eenvoudig, bescheiden en met afwijzing van ieder eerbetoon door anderen heeft prof. mr. R. P. Cleveringa. de nestor van de actieve Leidse juridische hoogleraren,'gisterochtend als docent afscheid genomen. Na zijn benoeming tot Staatsraad heeft prof. Cleveringa onlangs per 15 juni ontslag als Leids hoogleraar aange vraagd. In een afscheidscollege in de Meyerszaal van de Academie legde de hoogleraar voor een gehoor van hoogleraren, studenten, oud studenten en familie als het ware een sobere verantwoording af van zijn meer dan dertigjarig professoraat in het handelsrecht en het burgerlijk procesrecht. Een ovationeel applaus was het enige antwoord dat tot slot was toegestaan. Er werden geen woorden van dank tot hem gesproken voor het zeldzaam vele, dat hij in deze tientallen jaren aan Nederland, de Leidse Universiteit, de wetenschap en een grote vriendenkring gegeven heeft. danks de uiterst gevaarlijke toestanden op het eiland, de commandant van een Duitse pantserdivisie te ontvoeren en naar Egypte te brengen. Niet zozeer strategische motieven leiden tot deze spectaculaire actie, veel meer een poging om een morele overwinning te boeken. De verfilming van deze span nende episode is buitengewoon geslaagd, dank zij een beklemmende weergave van de sfeer die tijdens de moeilijke jaren op het eiland heerste. „De weg der honderd doden" Pionier onder de Indianen Rcx Theater. De film „De weg der honderd doden", die deze week in Rex draait, brengt de bioscoopbezoeker weer eens in spannende avonturen tussen de Indianen. Het verhaal, dat tegen het einde van de achttiende eeuw speelt, vertelt over een troepje dappere blan ken, die voor het eerst het gebied van de woeste bloedzuchtige stam der Shaw- nee-indianen binnentrokken. Alles is er weer bij: de moed van de blanken, de loerende dood, de onmenselijke wreedheid van de roodhuiden. Wie van deze avonturen houdt kan zijn hart op halen. Beginselvast en nauwgezet Prof. Cleveringa, die onlangs 64 jaar werd, werd in Appingedam geboren, studeerde rechtswetenschappen aan de Leidse Universiteit en promoveerde op 16 januari 1919 te Leiden op een proef schrift over „De zakelijke werking der ontbindende voorwaarde". Hij was ach tereenvolgens ambtenaar bij de Rijks- ïjzerdistributie. chef van de afdeling ge schillen der Kon. Ned. Stoombootmaat schappij Amsterdam en sinds 1926 rech ter te Alkmaar alvorens hij in 1927 tot hoogleraar aan de Leidse Universiteit werd benoemd. Behalve door zijn wetenschappelijk werk als Leids hoogleraar heeft prof. Cleveringa zich in het bijzonder bekend heid verworven door zijn voorbeeldige houding tijdens de bezettingsjaren, toen hij, met voorkennis van de beproevingen die hem te wachten zouden staan, door zijn befaamde rede van 26 november 1940 de stoot gaf tot het openlijk verzet van de Leidse Universiteit tegen de Duitse tyrannie. Zijn beginselvastheid gepaard aan gTote nauwgezetheid en bij zondere juridische gaven werden voorts aanleiding tot zijn benoeming tot Staatsraad in buitengewone dienst in 1945 (voordien was hij tijdens de bezet tingsjaren lid van het College van Ver trouwensmannen) en tot zijn voorzitter schap van de Staatscommissie inzake de herziening van de Nederlandse burger lijke wetgeving. Prof. Cleveringa is voorts lid van de Kon. Akadcmie van Wetenschappen. Onlangs werd prof. Cleveringa benoemd tot Commandeur in de Orde van Oranje Nassau. Niet alle verandering was verbetering In zijn afscheidscollege heeft prof. Cleveringa gedurende anderhalf uur verteld over ervaringen tijdens zijn pro fessoraat. in het bijzonder wat de we tenschapsbeoefening en vorming van ju risten betreft. Hij zag in deze periode van dertig jaar grote veranderingen, die echter niet alle verbeteringen waren. De sterke vergroting van het aantal studenten (bijna een verdubbeling der juristen in deze periode) betekent een verminderd contact tussen student en hoogleraar tot schade van beiden. Hij wees in de loop van zijn college nog op het betrekkelijk gering aantal promoties van hen. die doctoraal examen bij hem hadden afgelegd: ongeveer een half pro cent. Hij achtte dit een onjuist ver schijnsel dat misbruik van de meesters titel (die voor gepromoveerden voorbe houden dient te blijven) in de hand werkt. Voorts herinnerde hij met een kort woord aan de gebeurtenissen in de be zettingsjaren, die hij over verschillende perioden voor een belangrijk deel in ge vangenschap heeft doorgebracht. Hij maakte met dankbaarheid gewag van de steun, welke hij in die tijd mocht ont vangen van zijn echtgenote en anderen die hem het naast stonden. Applaus vertolkte dank Zoals gezegd: na deze afscheids woorden volgden op nadrukkelijk verzoek van prof. Cleveringa niet zo als gebruikelijk woorden van diepe dankbaarheid, welke zovelen jegens BREESTRAAT 173 Prof. mr. R. P. Cleveringa ieze Leidse hoogleraar koesteren. Die dankbaarheid werd slechts door een langdurig warm applaus ver tolkt. Het zal talloos velen ter harte gaan, dat zij hun gevoelens bij dit afscheid niet onder woorden hebben kunnen brengen of door anderen hebben kunnen horen vertolken, doch zij hebben dit aanvaard als concessie aan de grote bescheiden heid, die prof. Cleveringa steeds in alles heeft gesierd. Naast het pijnlijk verlies dat de Leidse Universiteit te verwerken krijgt door dit stille afscheid staat vreugde over de omstandigheid, dat hiermee niet het einde van een vruchtbare arbeid voor wetenschap en samenleving gekomen is, integen deel want dit afscheid was slechts een noodzakelijke voorwaarde voor volledige besteding van grote gaven aan een nieuwe taak van uitzonder lijk belang voor de Nederlandse ge meenschap. Sir Anthony Eden voelt zich thans veel beter (Van onze Londense correspondent) Sir Anthony Eden, die na zijn ziekte in het begin van het vorige jaar vol komen rust heeft moeten houden, is thans zoveel vooruitgegaan dat hij in staat is om mensen te ontmoeten zonder dat hem dat al te zeer vermoeit. Dezer dagen bezocht hij een kamp van een legerregiment waarvan hij ere kolonel is. Hij bleef er drie uur en was opgewekt. Eden zag er goed uit en zyn stap was veerkrachtig. Om de plaats te bereiken moest hij een autotocht van vijf uur maken. Daarna overnachtte hij in een hotel. Gehoopt wordt dat Sir Anthony na dit geslaagde uitstapje spoedig tot een normaal bestaan kan terugkeren. BURGERLIJKE STAND VAN LEIDEN GEBOREN Juliana Catharina. dr van D. van Rijn en J. Guijt; Odolf. zn van O. den Hollan der en A. Kalkhoven; Johannes Adrianus Maria, zn van C. P. van den Berg en L. C. van der Slot. ONDERTROUWD T. M. H. Dorren en M. A. A. Zandvliet; E. A. J. Mulder en C. G. M. Blansjaar; H. V. Piket en C. van Leeuwen; D. Wessel- man en W. J. M. Bekkering; P J. Tillema en J. M. de Vries; J. G. van Beek en S. M. L. de Water; A. W. J. M. van Noort en A. W. M. Vrouwenvelder; J. Klein en C. C. M. van den Berg; G. de Wolff en T. M. Kleinenberg; J. L. van Polanen en M. van Leeuwen; M. Gijsman en G. J Sepers; J. T P. Hogervorst en J. C. de Grauw; A. Dekker en A. Pluister; J. Vos en S. Koree C Wilbrink en P. van der Laaken; M. F. Wasch en C. G. E. Lammers Llsnet; W. A. F. van de Kamp en M. E. J. Bots. OVERLEDEN A. M. Vermeulen. 65 Jaar. man; L. M. C. Lommelaars, 42 Jaar. echtgenote van A. van der Stok; M. E. Verschuur, 55 Jaar, man.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 4