BAHR, de voortrekker American Ballet Theatre ELISABETH SCHWARZKOPF Graag geziene gast Veelzijdig - veelbereisd HOLLAND - FESTIVAL - FACETTEN "N .J Het Burg theater - met Das Konzert" J (Van onze Weense correspondent, prof. dr. N. Greitemann) f Na Arthur Schnitzlers „Liebe- lei" en na „Der Schwierige" en „Der Unbestechliche" van Hof- mannsthal treedt Oostenrijk nu tijdens het Holland Festival op met ,Das Konzert" van Hermann Bahr. Zonder uitzondering con centreren al deze stukken zich op het huwelijkvraagstuk, terwijl ze tevens min of meer de opvat tingen en de atmosfeer weer geven van een wereld onder de oude monarchie, die niet meer bestaat. De milieuschilderingen zijn weliswaar bepaald door plaats en tijd, maar achter dit luchtige uiterlijk, verbergt zich toch een onmiskenbare ernst. Onmiskenbare ernst achter luchtig uiterlijk Dat is ook in „Het Concert" het ge val. De wereld die hier als achtergrond dient, kende Bahr uit zijn eigen dage lijkse ervaring. Hij was namelijk rond 1900 de meest bekende toneel- en mu ziekcriticus van Wenen en bovendien was hij gehuwd met Anna Bahr-Mil- denburg, de beroemde Wagner-zange- res, die van 1908 tot 1919 aan de Weense Opera - toen nog Hofoper ge noemd - verbonden was. Hij kende vrijwel alle kunstenaars, schrijvers, denkers en vooraanstaande persoon lijkheden niet alleen van Oostenrijk, maar ook in het buitenland. En hij wist ook hoe hun privé-leven er achter de schermen somtijds uitzag. De hoofdfiguur van ..Het Concert" is een beroemd pianist, Gustav Heink, die door jonge leerlingen en oudere bewon deraarsters herhaaldelijk wordt lastig gevallen en zich wel eens tot een avon tuur laat verleiden. Zijn vrouw Ma rie doorziet hem volkomen met zijn trots en zijn onvermijdelijke leugens en terwijl ze zijn kleinere en grotere zwakheden kent, sluit ze haar ogen voor elke misstap, omdat ze toch van hem houdt en weet dat hij haar nodig heeft. Wanneer hij haar voor de zo veelste maal het verhaal opdist dat hij in een andere stad een concert moet geven, vermoedt ze weer een leugen en ze wordt in die mening versterkt door de mededelingen van de jeugdige dr. Jura, die haar hulp inroept en vertelt dat zijn verloofde Delfine - een leer linge van de pianist - plotseling is verdwenen. Zij ontdekken, dat het ver liefde tweetal zijn intrek heeft geno men in een boerderij ergens in de ber gen en daarom besluiten ze het on trouwe paar de les te lezen. Ze gaan er eveneens naar toe en doen alsof ook zij reeds lang zeer „intiem" met elkaar zijn. De overval maakt een einde aan een avontuur, dat voor de pianist ook in andere opzichten lastig was gewor den. „Verhinderde" echtbreuk In dit blijspel schildert Bahr een zo genaamde „verhinderde" echtbreuk, zoals hij dat in vrijwel alle toneelstuk ken en romans doet. De pianist leert echter bovendien de onaangename eigenschappen van Delfine kennen en wanneer zijn vrouw dan met dr. Jura verschijnen hem dankbaar de vrij heid wil geven, ontwikkelen zich niet alleen koddige situaties, maar ontdekt de pianist tevens - voor de zoveelste maal - dat zijn vrouw toch de beste echtgenote is en de trouwste vriendin, die hem volkomen begrijpt en die de enige is met wie hij op den duur kan leven. Ook hier eindigt het stuk mat de onuitgesproken diepere waarheid, dat het huwelijk voornamelijk een geestelijke functie te vervullen heeft in het aankweken van de fijnste en teerste betrekkingen tussen man en vrouw. Dit belet Bahr echter niet om de realiteit te zien zoals zij werkelijk is. Daarom schreef hij in zijn „Buch der Jugend": „Ik heb er geen plezier meer in om God als een schoolmeester op de vingers te tikken. Ik leg mij neer bij de wereld zoals hij die heeft geschapen. Het is nu eenmaal een ge not voor mij om de grote dierentuin van God, die het mensdom is, te be kijken en dan aan de anderen te ver tellen wat ik heb gezien". Het stuk was in 1900 voltooid en werd aan de componist Richard Strauss opgedragen. Dit werpt een duidelijk licht op de geestelijke atmosfeer en het artistieke milieu van Salzburg waar Bahr na zijn verblijf in Wenen woonde en waar hij het middelpunt vormde van een groep vooraanstaande kunstenaars zoals Beer-Hofman, Strauss, Stefan Zweig en Hofmannsthal. Na de première in Berlijn behoort „Het Concert" tot het vaste repertoi re van het Weense Burgtheater. Continuïteit Bovendien bewijst dit gezelschap een zekere - in de laatste tijd bedreigde - continuïteit door het feit dat Maria Mayen en Alma Seidler, die in hun jonge jaren het pittige, maar lastige persoontje van Delfine speelden, later in de rol van de oudere begrijpende echtgenote optraden. De jongste Ween se bezetting bij de heropening van het Burgtheater in 1955 bestond uit At- tila Hörbiger en Alma Seidler als het ene echtpaar en daarnaast Inge Kon- radi en Josef Meinrad als het verloofde paar Jura. Ook Nederland kent deze spelers uit de opvoeringen van „Liebe- lei" en „Der Umbestechliche". Hermann Bahr is de grote voortrek^ ker in het Oostenrijkse geestesleven geweest, de man die onmiddellijk e* met alle kracht op de nieuwste stro» mingen reageerde, op naturalisme, im» pressionisme, symbolisme en expres sionisme. Hij schreef niet alleen to neelstukken en romans, maar vooral ook essays, wijsgerige beschouwingen en cultuurhistorische studiën, waarin hij telkens de toon aangaf. Vooral wist hij ontelbare mensen aan te trekken en te inspireren door de kracht van zijn persoonlijklieid en de levendigheid van zijn gesproken woord. De tegen woordige dramaturg van het Burg theater, Erhard Buschbeck, die een vriend van Bahr is geweest, beschrijft hem dan ook als een man. die 's mor gens lange wandelingen in de bergen maakte en dan 's middags dicteerde. „Hij was geen „schrijvende" auteur, maar vormde zijn werken sprekend daarom werken zijn dialogen zo leven dig, omdat ze werkelijk werden gespro ken en een onmiddellijke humor had den, die de spelers maar behoefden over te nemen". In de jaren dertig was men vooral in Duitsland van mening, dat Bahr werd overschat, maar in de laatste jaren be gint men hem weer te waarderen, ook in Nederland. In het vijfde deel van de „Algemene Litteratuurgeschiedenis", uitgegeven door W. de Haan en de Standaardboekhandel vindt men niet alleen zijn karakteristiek portret met de grote kunstenaarsbaard, maar wordt hij ook herhaaldelijk door prof. J. Gie- len aangehaald als een exponent van de verschillende tijdstromingen. Hij werd in 1863 in Linz geboren, maar hij stierf in 1934 in Miinchen, waarheen hij in 1919 was verhuisd, omdat zijn vrouw aldaar pedagoge was geworden aan het conservatorium. Bahr bracht dit offer graag, want in tegenstelling met de meeste echtparen uit zijn to neelstukken was zijn huwelijk zeer ge lukkig. geboren in Posen zingend in Wenen wonend aan Theems (Van onze Weense correspondent, prof. dr. N. Greitemann) Het is al weer een paar maan den geleden dat wij tegenover de vriendelijke en aantrekkelijke zangeres Elisabeth Schwarzkopf zaten bij gelegenheid van haar optreden als gravin Almaviva in „Figaro's Hochzeit" van Mozart. De meeste Weners kijken ver wonderd op, wanneer zij horen dat deze kunstenares geen gebo ren Oostenrijkse is, zolang name lijk heeft zij deel uitgemaakt van het Weense Opera-gezelschap en zo innig is zij verbonden ge weest met het muziekleven in Oostenrijk. Toch is zij (als dochter van een do minee) in Posen geboren. Tezamen met Irmgard Seefried en Lisa della Casa die ook als belcantisten op treden behoorde zij meer dan vijf tien jaar tot het vaste en bijna onaan tastbare ensemble van de Weense Opera, zonder in Oostenrijk te zijn ge boren. Irmgard Seefried echter is Oos tenrijkse geworden door haar huwelijk met de eerste violist van de Philhar- moniker, Wolfgang, Schneiderhan, en Elisabeth Schwartzkopf, die men voor een „Wienerin" hield, is niet heel lang geleden in het huwelijk getreden met de grammofoon-magnaat Walter Legge de directeur van Columbia. Sindsdien heeft zij haar Weense appartementen verruild voor een woning aan de Theems, waar ze echter ook maar zel den woont. Met één stag Zij begon als coloratuursopraan in Wenen, dat zij met één slag veroverde. Eerst trad zij in de kleinere, daarna in grotere lyrische rollen op. O.a. als Koningin der Nacht in Mozarts „Zau- berflöte", als Sophie in de „Rosen- kavalier" van Richard Strauss en als Fiordigili en het kamermeisje Susanna in „Cosi fan tutte" en „Figaro's Hoch zeit", welke rollen intussen door Irmgard Seefried werden overgenomen. Van Josef Krips leerde Elisabeth Schwarzkopf de nieuwe Weense Mo- zartstijl met mezza voce, die niet in schijn moeiteloos is, maar in feite ont spannen, waar het 't meenst spant. Zij bleef deze stijl getrouw ook onder Karajan, die zij onvoorwaardelijk be wondert. Haar koele en slanke colora- tuurstem was intussen donkerder en vrouwelijk warmer geworden, zodat zij zich volkomen kon ontplooien in rijpe en dramatische rollen, zoals de vrouw van de maarschalk in „Rosenkavalier". als gravin Almaviva en donna Elvira in „Figaro" en „Don Giovanni" of ook als Elisabeth in „Tannhauser". Haar optreden in deze rollen te We nen of ook tijdens de festivals van Salzburg zal men niet gemakkelijk ver geten, evenmin als de woorden, waar mede een internationaal bekend cri ticus haar prachtige adembeheersing in 1951 prees: „Deze lichte lieflijke, uiterst buigzame en omvangrijke stem, die als vanuit een resonerende ruimte, achter haar blonde hoofd tot ons kwam, de rust van haar gestalte en de finesse van haar mimiek. Door dit alles werd elke zangliefhebber in verrukking ge bracht". Ook modern Uit de keuze van haar rollen en lie deren zou men misschien de indruk krijgen dat zij niet bijzonder gepor teerd is voor het moderne, maar men moet hier voorzichtig zijn, want in de Scala van Milaan heeft ze kortgeleden zeer diepe indruk gemaakt als Ann, dochter van Trulove in „The rake's progress" van Strawinski. De opmei-kelijkste ontwikkeling, die deze zangeres vanaf 1950 heeft door gemaakt, is haar overgang tot het bel canto zonder de opera ontrouw te worden. Als zangeres van klassieke lie deren is zij ook in ons land bekend gewonden niet alleen door haar per soonlijk optreden, maar ook door de prachtige weergave op langspeelplaten die natuurlijk Columbia uitstekend heeft verzorgd. Hier genieten de on uitputtelijke fantasie van Mozart, de impressionistische klankschakeringen van Richard Strauss en het zwaar moedige van Hugo Wolf haar voorkeur. De liederen van deze laatst genoemde Oostenrijkse componist liggen haar misschien het meest. Dat bleek ons tijdens het laatste festival van Salzburg, toen zij, begeleid door Gerald Moore, met haar warme stem het tragisch zielsgeheim van Wolf als 't ware ontsluierde. Naar aan leiding van haar optreden in Neder land schreef de Nederlandse pers: „Zij is Mozart-zangeres bij uitnemendheid, met Irmgard Seefried behorend tot de parelen in de kroon van de Weense Staatsopera. Zij zong het moeilijkste moeiteloos". En deze bijzonder begaafde zangeres zingt op 23 juni in Scheveningen in het kader van het Holland Festival. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIW (Van onze Amerikaanse correspondent dr. P. J. G. Korteweg) Het American Ballet Theatre, dat tussen 24 juni en 1 juli zal optreden in Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht, heeft waarlijk het reizen in het bloed. Deze zomer maken de 52 dansers en danseressen een tour nee van ongeveer vier maanden in het buitenland. Behalve Neder land worden o.a. ook Marokko, Polen, Finland, België en Spanje bezocht en de mogelijkheid is niet geheel uitgesloten dat de groep na drie weken van opvoe ringen te New York opnieuw in vliegtuigen zal stappen en drie maanden lang zal gaan dansen in de Sovjet-Unie. Dansliefhebbers in Nederland ken nen dit ballet reeds: ook in 1950 en in de winter van 1956/57 is het gezelschap in ons land geweest. Uiteraard maken zij deze reizen om gezien te wordenmaar zij reizen toch ook om zelf rond te kijken. Contact met andere dansers is hun heel welkom en is in de praktijk vaak inspirerend geweest. De leiders van het ballet zijn bovendien voortdurend op zoek naar nieuw talent. Men vindt dat in Amerika, waar men in New York, Denver, Oklahoma en Indianapolis eigen dansscholen heeft, maar het is ook heel goed mogelijk, dat men in het buitenland kunstenaars van betekenis ontdekt en voor het ballet tracht te winnen. Wie een goede introductie heeft, kan er zeker van zijn te mogen proefdansen wanneer het ballet rond reist in Europa. In de afgelopen jaren hebben verscheidene buitenlanders een plaats van betekenis gekregen in de groep: de charmante Violette Verdy bijvoorbeeld uit Frankrijk en de leven dige Ady Addor uit Rio de Janeiro. Het American Ballet is nu achttien jaar oud en heeft zich bereid getoond om op te treden, waar er maar een publiek was: in een bioscoop op Braodway, in een nachtclub in Las Vegas, gedurende de oorlog in hospita len, ja zelfs op het dek van een vlieg kampschip. Klassiek en modern Het komt zelden voor, dat een dan ser of danseres even goed is in klas sieke als in moderne dansen. Toch is het in de praktijk wel een vereiste voor de leden van deze balletgroep, dat zij vrijwel alle genres beheersen. Het pro gramma van de groep is zeer geva rieerd en wie vertoningen in Neder land zal gaan zien, zal op één avond doorgaans klassieke, neo-klassieke en moderne nummers te aanschouwen krijgen, klassieke „pas de deux", zoals Don Quichote, de Zwarte Zwaan en Paquita, maar ook een nieuw neo klassiek ballet Paean (muziek van Ernest Chausson) en bovendien mo derne .Americana" zoals Rodeo, Fancy Free en Billy the Kid. Die moderne dansen hebben veelal een vrij sterk verhalend element. In Rodeo zal men ongetwijfeld met veel genoegen het lot volgen van het cowboy-achtige meisje (Ady Addor), dat eerst maar geen succes had in het leven, maar. dat wanneer zij zich wat vrouwelijker gaat kleden ineens het toch al wilde Westen nog wilder maakt. Fancy Free is het verhaal van drie Amerikaanse matrozen, die in New York gaan passagieren. Zij ontmoeten twee meisjes en kunnen het over de verdeling niet eens worden. Pas wan neer zij het tweetal hebben laten schieten, vinden zij een derde meisje.. Billy the kid (gedanst door de manlijke ster van het gezelschap John Kriza) is het verhaal van een normale jongen die in een opwelling van >ede een moord begaat en dan tot een be ruchte, vogelvrijverklaarde wordt, ook al weer in de „Wild West". Komen Amerika en de Sovjet-Unie tot overeenstemming over verdere cul turele uitwisseling, dan zal het ballet de laatste drie maanden van het jaar naar Rusland gaan. Mocht er niets van deze plannen terecht komen, dan zal men die periode gebruiken voor het instuderen van nieuwe dansen. Voor een gezelschap, dat zoveel reist, kan zulk een tijdperk van concentratie heel nuttig zijn. ilHUllliHIl IMlUllllllllilMIIIIIIIIIUIIIIillll iiiiiiniiiiiiiiiiitiiiiiHiiiiiiiiiiiioiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiioiiiiiiHiiyiiiiiik iiiiuiiiiiniiiiiDouüuimmiiuioiüiiiiiu

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 11