SPRONG NAAR DE MAAN Tussen zeilschip en kosmische overdrive werkte reeds in grijze oudheid op verbeelding der avonturiers genwoordig het niet meer op de maan zoeken, deze maan die in vroeger eeuwen zó onwaarschijnlijk ver weg leek, dat de fantasie er zich zonder al te veel scrupules op kon werpen. Laten we, alvorens de serieuze wetenschappelijke aspecten van een reis naar de maan te bezien eens rondwandelen door die fantasietuin van weleer. Misschien kunnen we van die wandeling nog leren hoe wij ons moeten hoeden voor het maken van fouten in speculaties en verwachtingen over ivat een werkelijke sprong naar de maan" betekent schilden, behalve wanneer er geen radijsjes zijn en wanneer zij zich met aspergepunten moeten behelpen". Die maanbewoners waren circa twaalf meter groot en hadden een zeer tijdbe sparende wijze van eten. Ze stopten gewoon alles wat ze nodig hadden met één genereus gebaar via een soort an tieke ritssluiting meteen in hun maag. En dan hadden ze voldoende voor een maand of zo. Ze droegen hun hoofden onder hun rechter arm en lieten die hoewel het uiteraard wetenschappelijke waanzin was, maar het was wel erg tam vergeleken met wat er enige tijd later aan de overzijde van het Kanaal losbarstte: Cyrano de Bergerac! „Icosahedrori' Met onnavolgbare Franse flair besluit de befaamde Franse avonturier, met minachting voor alles wat naar weten schap rook. een tochtje naar de maan te maken. Zijn eerste poging mislukt. Hij gebruikt flessen dauw die hij om zijn middel bindt en die hem als bal lontjes opheffen wanneer de dauw verdwijnt onder invloed van de zonne stralen. Halverwege (boven de wolken nota bene) gekomen blijkt zijn koers grondig verkeerd berekend te zijn en hij „dreigt op de zon te vallen". Onze held neemt het kloeke besluit om een paar flessen kapot te slaan, zodat hij weer daalt. Een volgende poging brengt hem veilig op de maan, maar daarmee zijn zijn avonturen niet ten einde. Hij keert terug naar de aarde en waar anders zou hij terecht komen dan in een gevangenis. Hij ontsnapt dank zij een vernuftige uitvinding van het „icosahedron", een uiteraard vrij vaag omschreven kristallen voorwerp. Regelrecht uit de cel voert dit inge nieuze apparaat hem opnieuw met grote snelheid het heelal in. „Die snelheid verw onderde mij niets", verklaart hij luchtig, „want ik had voorzien dat het luchtledige in het ico sahedron door de inwerking van de zonnestralen via convergerende lenzen een opeenhoping van atmosfeer zou doen ontstaan die mij zeer snel zou kunnen opheffen In moderne terminologie gezegd zou men het kunnen vergelijken met zoiets als „natuurlijk kon ik halverwege de maan even uitrusten bij de opeenho ping van radioactieve fallout die daar samengeperst was door de via magne tische velden gebundelde enorme be lastingdruk. Ga dan zelf kijken! Cyrano's evenknie van een eeuw later, de befaamde baron von Münch- hausen wist al evenzeer van wanten, maar zijn transportmiddelen zocht hij toch meer in de richting van zijn vroege voorganger Lucian. Ook hij liet zich door een (uiteraard) ongeëve naarde storm met een schip naar de maan jagen. De legendarische baron vertelt over een uitbundig leven op de maan, waar alles abnormale verhou dingen heeft. „Een gewone vlieg is er zo groot als een schaap bij ons. De gigantische driehoofdige maanbewo ners gebruiken bij hun oorlogen radijs jes als kogels en paddestoelen als Deze wezens heeft sir john Her schel nog in 1835. een goede eeuw geleden, door zijn telescoop op de maan waargenomen! Is het won der dat in die tijd en nog lange tijd nadien de fantasieschrijvers wat meer vrijheid van beweging hadden dan tegenwoordig waar het de maan betreft? Michel Ardan, held-nummer- een van Jules Verne, in zijn geno een van Jules Verne, in zijn ge noeglijke ingerichte kogel, waar mee hij met zijn trouwe metgezel len een reis om de maan maakt. Alles is compleet: een vervaarlijk anker voor de landing, schoppen en houwelen, een kijker en een kiekkast, bibliotheek, jachtge weren, een gasverlichting en een eenvoudig trappetje om door het bovenluik dit snoeperige kamertje te kunnen verlaten. kwetsbare onderdelen thuis wanneer ze op reis gingen of andere riskante bezigheden hadden. ..Ik begrijp heel goed dat dit allemaal erg vreemd klinkt", verklaart Von Münchhausen verontschuldigend, .maar wanneer iemand enige twijfel mocht koesteren over de waarheid van wat ik vertel, laat hij dan zelf maar eens naar de maan gaan om er zich van te over tuigen dat ik de zuivere waarheid ver kondig.. De „grote man" Toen tenslotte de „grote man" van de science fiction, Jules Verne, in 1865 zijn „Reis naar de maan" publiceerde moest hij tegen deze verbeeldingrijke voorbijgangers als De Bergerao en Von Münchhausen op boksen, met behoud van een zekere wetenschappelijke vaardigheid. Hij wist zich van die taak mnavolgbaar te kwijten. Men kon zijn stijl wat droog vinden, ïjn omstandige wetenschappelijke en technische verhandelingen wat taai. tiet succes dat hij oogstte toonde over duidelijk dat hu op geniale wuze fan tasie en (voor zUn tijd) verantwoorde wetenschappelukheid wist te combine ren met (merkwaardig voor deze Fransman) droge Engels aandoende humor. En de faam die hij tot in deze lagen heeft weten te behouden men ■rage maar eens na bü leesbibliothe- en hoe zijn boeken .iet „doen" is en bewijs voor de visionaire wUze aarop hij zijn stof behandelde. Geniaal, visionair, oociend, geens 'ins onverantwoord enblunderend Ja, blunderend tot in het (nu) be lachelijke, maar toch ook in vele details zeldzaam accuraat en in voor spellingen soms verrassend juist; wat Tegenwoordig is de maan te onbehaaglijk dichtbij voor de science fiction- schrijvers f Zo ziet een moderne teke naar het verkeer tussen aar de en maan. Niet meer een simpele raketkogel, of leun stoel die door zwanen wordt voortgetrokken, maar een complete maanbasis van waar uit een stroom raketten naar de aarde snelt. zijn om de inhoud van de „kogel" door de ruimte te laten exploderen. 3. En als ze dan de start en dit open luikje hadden overleefd, zouden ze niet overleefd hebben toen ze „even" de thermometer aan een touwtje bui ten hingen om tt. zien hoe koud het er wel was. 4. En als ze start en twee luikope ningen hadden overleefd zouden ze met hun kogelbehuizing verbrand zUn bij hun terugkeer in de aardse atmos feer. 5. En als ze de start, twee luikope- ningen. de terugkeer in de atmosfeer ten nog een heleboel andere onwaar schijnlijkheden meer) zouden hebben overleefd zou er van de „kogel" met inhoud niets meer $ijn overgebleven toen die in de oceaan neerplofte. Dat derhalve zowel moeilijkheden als mogelijkheden van de ruimtevaart geen zekerheden maar twijfelachtige vermoedens zijn. Dat - en dit tenslotte - we dus heel voorzichtig moeten zijn wan neer we in een volgend artikel, na deze vogelvlucht over de fanta sieën der eeuwen, eens meer we tenschappelijk ingaan op de ..sprong naar de maan", een sprong die ongetwijfeld komt en die onge twijfeld wetenschappelijke resulta ten zal hebben al zou het alleen maar zijn dat vermoedens beves tigd of omvergeworpen zouden worden. (Van een onzer redacteuren) Onze voorvaderen hebben zich duizenden jaren lang bezig gehouden met de maan zonder serieus te hebben gedacht dat de mens zelf nog eens voel hoorns naar dit hemellichaam zou uitsteken, er zelf voet op min of meer vaste bodem zou zetten of er vrij nauwkeurig veel over te weten zou komen. Dat heeft een belangrijk gevolg gehad voor schrij vers van avonturenverhalen: de fantasie kon schijnbaarongestraft de vrije loop worden gelaten en men kon een royale visie botvieren zonder zich al te bezorgd te maken over wetenschappelijke futiliteiten. Hiermee ivil geenszins worden gezegd, dat het verleden geen serieuze maanonderzoekers heeft ge kend: ijltegendeel, die waren ernstig en talrijk ge noeg en zij legden de grondslagen voor het vele wat ivij thans, na zovele eeuwen, omtrent de maan loeten. En evenmin zouden toij bijv. de wetenschap pelijk visionaire „Reis naar de maan in 28 dagen en 12 uren" van de onovertroffen Jules Verne als een komische fantasie zonder meer durven bestem pelen. Dat laatste doen wij (nu) eerder met de pro- dukten van moderne science-fictionschrijvers, die ons met behulp van een soort kosmische overdrive, nonchalant aangepaste relativiteitstheorieën, bin nenweggetjes door de vierde dimensie en manipula ties met tijdmachines naar al of niet imaginaire werelden in de onvoorstelbare diepten van het heelal sturen, om daar merkwaardig menselijke schone vrouwen en gedrochtelijke monsters te ontdekken. Maar de fantasieën van toen en die van nu heb ben één typerende ondergrond gemeenals het maar ver genoeg is kunnen ze nooit zeggen dat het niet ivaar is Vandaar dat de science-fictionschrijvers van te- Jules Verne publiceerde kort na het midden van de vorige eeuw (nog geen honderd jaar geleden dus!) zijn be faamde „Reis naar de maan" maar was toen geenszins een pionier op dit gebied. Hij was een geniale na volger van tientallen, zelfs honderden schrijvers die vóór zijn tijd de aarde niet groot genoeg meer vonden voor hun fantasie. Zelfs in de tijd van de Griekse wijs geer Plato, ongeveer vier eeuwen voor het begin van onze jaartelling, zijn er schrijvers te ontdekken wier produk- ten men min of 'meer onder science fiction zou kunnen rangschikken. Om deze sfeer duidelijk te onderkennen moeten we echter naar een iets latere datum grijpen: naar de Griekse histo ricus Lucian, die omstreeks 1800 jaar geleden leefde. In een vermakelijke beschouwing in The World Veteran ten tijde van de eerste Spoetnik wordt deze zelfde his toricus als pionier genoemd door Brian Mc. Ardle, aan wiens verhaal wij onder meer het volgende over Lucian ont lenen. Lucian paarde een ruim wetenschap pelijk geweten aan een grenzeloze fantasie. Hij geeft een levendige be schrijving van de avonturen van de bemanning van een schip dat voor de Griekse kust gegrepen wordt door een wervelstorm en een week later op de maan wordt neergekwakt. De beman ning olijkt het best te kunnen vinden met de maanbewoners en naar de zeden van die tijd helpen zij deze maanbewoners in een frisse oorlog te gen de zonbewoners. Lucian heeft er dan de smaak van te pakken en laat zijn helden nog avonturen beleven op andere planeten. Vlij gebruikt de maar daarbij als startplaats. Een merkwaar dige coïncidentie: een belangrijke taak denkt men ook thans de maan toe als startplaats voor expedities naar andere delen van het zonnestelsel. Lucian hebben we aangegrepen als een duidelijke pionier, onze vogelvlucht over zijn navolgelingen zal velen hun ner moeten overslaan: zij zijn te tal rijk in de historie. Met zwanen naa hemels gelul Enigszins kwam er trouwens de klac in deze literatuur, door een algemeen verbeeldingsgebrek en op grond van kerkelijke bezwaren. Laten we dus maar een grote 6prong maken naar De dode hond (niet Laika maar Wachter) wordt door de helden van Jules Verne snel door het bo demluik van het projectiel de ruimte in gestuurd. Enkele vragen: 1. zouden onze helden dit avon tuur hebben kunnen overleven? 2. Waar zit in die ook hierbij gete kende doorsnee van het projectiel dat bodemluik? het Engeland van de zeventiende eeuw. In 1638 publiceerde de Engelse bisschop Godwin een boeiend verhaal over een tocht naar de maan met behulp van een stel zwanen die hem met de voor die tijd verbijsterende snelheid van 175 mijl per uur naar zijn doel voeren. Hij vindt daar een alleraardigst mensen ras, dat nooit van oorlog heeft ge droomd en in een hemelse vrede leeft met vele naburen. Dit verhaal had zyn verdiensten - dat laatste betreft mogen wjj niet aan zjjn inzichten twijfelen maar moeten wij hier en daar toch bepaald van toe val spreken, zoals b.v. bij de omstan digheid dat hij zijn maanreis laat be ginnen in Florida, waar nu de Ameri kaanse raketbasis Cape Canaveral ge vestigd is van waar uit de Amerikaanse kunstmanen zijn gelanceerd en onge twijfeld ook de Amerikaanse „sprong naar de maan" gewaagd zal worden... Het eeuwenoude probleem van het overbruggen van de afstand tussen aarde en maan kon Jules Verne niet meer oplossen door de combinatie van een zeilschip en een storm, noch door zwanen, flessen dauw of iets dergelijks. De luchtledigheid van de ruimte was toen al bekend, en er waren meer we tenschappelijke zekerheden die de fan tasie aan banden legden voor iemand die niet zo ruim van geweten was als zijn directe voorgangers. Jules Verne laat zijn drie mannen, twee honden en naar later bleek ook nog wat kippen en hanen dus in een kogel wegschieten. Uit een kanon. Een kanon van 300 meter lang. waarin het kogel-ruimteschip op 200.000 kg schiet katoen rustte De kogel vliegt wegen bereikt de maan niet maar valt, na om de maan te zijn gecirkeld, weer naar de aarde terug, valt in zee en wordt met de levende have (behalve een hond) behouden opgevist. Als, als als, en dan ging het nog niet Nu zijn er tegen dit overigens voor treffelijke verhaal enkele bedenkingen in te brengen: 1. Ruimteschip noch bemanning zouden de schok van de ontbranding van 200.000 kg schietkatoen hebben overleefd. 2- Als ze die schok al hadden over leefd zou het ruimteschip als een leeg geblazen eierdop door de ruimte heb ben gedarteld nadat het luik in het luchtledige „even geopend was" om de dode hond Wachter tot satelliet van het ruimteschip te maken. Jules Verne zag wel in dat hij dat luik niet zomaar een tüdje open kon laten staan, maar begreep anderzijds niet dat zelfs een fractie van een seconde voldoende zou Maar ja. onze helden hebben het overleefd. En Jules Verne blijft een genie in zijn soort, boeiend, onsterfe lijkmaar blunderend. Een paar merkwaardigheden mogen we U niet onthouden: voordat de drie helden hun maanreis beginnen, wordt er een proefkogel gelanceerd.... be mand met dieren. Het was wel geen hondje zoals Laika in Spoetnik II, maar een poes en een eekhoorn Tus sen haakjes: toen die proefkogel terug kwam was de eekhoorn verdwenen. Onverklaarbaar tot een deskundige tot de overtuiging kwam, dat de poes honger had gekregen Op het punt gekomen waar aantrek kingskracht van aarde en maan elkaar opheffen werden de ruimtereizigers gewichtsloos. Het heeft vele tientallen jaren geduurd voor men ging beseffen dat dit nonsens is. De ruimtereizigers zouden hun hele reis na de uitwerking van het startschot geen gewicht ge voeld hebben. Cracks van nu Enfin, laten we afstappen van Jules Verne, en nog heel in het kort een enkele navolger noemen. H. G. Wells heeft ook een maanreis in elkaar gedraaid, maar zijn reis methoden en avonturen waren zelfs voor de meest geharde liefhebber van science fiction te onstuimig. Na Wells is de aardigheid van maanreizen er een beetje af. Het wordtte onbe haaglijk dichtbij, en men weet lang zamerhand teveel van de maan om er nog onderhoudende avonturen te kun nen beleven. De film werpt zich in 1927 op onze hemelwachter. Dan maakt Fritz Lang een UFA-film over een maanreis, die redelijk succes oogst ondanks de evi dente waanzin die een poging tot wetenschappelijke verantwoordelijk heid volledig verduistert. Fritz Lang had overigens twee we tenschappelijke adviseurs: de huidige prof. Oberth die na de nederlaag van Duitsland een van de Russische raket deskundigen is en Werner von Braun, de vader van de V-2, de ont werper van de eerste geslaagde Ameri kaanse kunstmaan en de bekendste ruimtevaartenthousiast van de wereld van vandaag! Heel, heel erg voorzichtig! Waaruit we, samenvattend, kunnen leren Dat fantasten van gisteren vandaag deskundigen kunnen zijn. Dat zelfs serieuze fantasieschrijvers kunnen blunderen en dat we derhalve heel voorzichtig moeten zijn met het uitspreken van verwachtingen over moeilijkheden en mogelijkheden van de ruimtevaart. Dat zelfs wetenschapsmensen ge zien het feit b.v. dat een eenvoudige fundamentele fout over gewichtsver lies op slechts één punt tussen aarde en maan, zoals Jules Verne die maakte, eerst tientallen jaren later werd onder kend kunnen blunderen. naar de zon in plaats De reproductie van een illustratie zoals in een uitgave van 1710 van Cyrano de Bergerac verscheen: een gordel van dauw- flessen stuwt hem van de maan. Een mislutke poging tot een maanreis later door geslaagde pogingen gevolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 13