LOGGERS STAMPEN OVER WOELIGE ZEE NAAR VERRE (RIJKE?) HARINGGRONDEN Ruim honderd schepen nemen deel aan de traditionele race TEELT BEGONNEN 97ste jaargang Maandag 19 mei 1958 Tweede blad no. 29443 De „schipper" van Visserij Bü de aanvang van de haringteelt heeft minister dr. A. Vondeling zater dagmiddag met andere autoriteiten aan boord voo de De Hoop voor de De tros wordt losgegooid van de i kade van de Tegeltjesmarkt. Ach ter de tros dc registratieletters van de K.W. 15, de hg gei die met motorstoring tot 's avonds moe blijven liggen voor het schip d? res. van de vloot achterna kon gaan. (Foto L.D./Van VUet) Vlaardingen en Scheveningen Ook Vlaardingen, Hoek van Holland en Scheveningen waren het toneel van I deze traditionele feestelijke uitvaart. Uit IJmuiden trokken 32 loggers de zee op, uit Scheveningen 51, uit Vlaardingen 12, in totaal 95 drijfnetloggers die vanoch tend gevolgd werden door 17 IJmui- dense, Katwijkse, Scheveningse en Vlaardingse treilloggers. In Schevenin gen voegde zaterdagmiddag om half drie het hospitaalkerkschip De Hoop zich bij de uitvarende vloot. In Scheveningen was de vloot zeer vlot buitengaats. Alle schepen waren j hier binnen een half uur op zee. In I verband met het onmisbare hoge tij werd hier inderdaad de vertrektijd van half drie aangehouden. In Vlaardingen herinnerde burgemees ter Heusdens, die de produktschapswim- pel hees op de VL 153, er nog eens aan dat honderd jaar geleden niet minder dan 600 schepen uitvoeren, doch deze brachten minder vangst binnen dan de 200 schepen die nu in het volle seizoen aan de haringvisserij deelnemen. B(j het afscheid kregen dit jaar de schepen bij Hoek van Holland een groet door een luidspreker toegeroepen: „Goede vaart en goede vangst". Bemanningsleden van de haring- loggers op weg langs de loodsen van de IJmuidense vissershaven naar hun schepen, waarop zij de zee optrokken om nog deze week de Hollandse Nieuwe aan te kunnen voeren. (Foto L.D./Jaap van Duyn, Katwijk) radio in de visserijband het woord gericht tot alle opvarenden van de haringvloot. Als „schipper" van Vis serij riep de minister de vissers een „welkom in zee" toe en de hoop op een goede vaart en goede vangst. In z(jn toespraak heeft de bewindsman de opvarenden herinnerd aan de voor de visserij belangrijke vraagstukken van de overbevissing van de Noordzee en van de territoriale wateren. Wat dit laatste betreft hoopt de regering voor de visserij regionaal tot overeen stemming te komen. Terstond na de toespraak van de minister kwamen in het radioverkeer van de De Iloop spontane reacties van de vloot binnen op de verrassende wijze waarop dr. Vondeling contact met de opvarenden had gelegd. Zo is dan de haringteelt begonnen en begint misschien vannacht de haring race. Nog korte tijd Wie zal die race winnen? Niemand kan het met zekerheid zeggen. Ondanks De KW. 95 was de eerste logger, die zich van de kade in IJmuiden losmaakte om de stoet van loggers uit deze haven naar de haringgron- den te openen. (Foto L.D./Van Vliet) alle voorzorgsmaatregelen van het Pro- duktschap is het nog zeer wel mogelijk dat een treillogger weer de vleetvissers de loef zal afsteken. Aan de noordkant van 't Zand, op 56 graden noorder breedte en 2 graden oosterlengte, is met de treil al prima haring gevangen; dat is 200 myl van IJmuiden. De snelle treilloggers zouden er morgenochtend om 4 uur kunnen zyn. Als er een een paar gelukkige trekjes doet Desondanks blijft er bij de vleetvis sers een grote spanning bestaan. Een spanning die nog slechts korte tijd zal voortdurend, want dan ligt de eerste vissersboot met de Hollandse Nieuwe aan de kant. of klommen hoog in ue voormast. Scheepsfluiten gilden over de haven of brachten het, als hadden zij een brok in hun keel bij dit afscheid, niet verder dan een schor geluid. Pechvogel De KW 97 was de hekkesluiter van de stroom van schepen, die uit IJmui den uitvoer. Eigenlijk kwam er nog een hekkesluiter achteraan, want de KW 15 kreeg op het laatste moment motorstoring. Direct schoten monteurs te hulp, maar het duurde tot kwart voor zeven in de avond voordat deze rnen. Van daar guig het langs de kust over Zandvoort, Katwijk en Schevenin- gen naar Den Haag. Ook Hoek van Hol- j land werd aangedaan waarna het via Rotterdam en Gouda naar Zestienhoven ging om deze propagandavlucht te be-1 eindigen. 300 mijl de Noord in De hele middag en avond klonk za terdag over de visserijgolven van de radio de groet „Welkom in zee". De schippers begroetten elkaar met vreugde in hun stem. De meesten hadden al wel een paar zeezieken aan boord, anderen Op het noorder havenhoofd in IJmuiden was het rond het monu ment een geweldige drukte van fa milieleden en bekenden der beman ningen en zomaar belangstellenden die het uitvaren van de haringvloot wilden gadeslaan. (Foto L.D./Van Vliet) waren „alleen maar een beetje katte rig", maar het ging over het algemeen best. De zee was wat rommelig, zoals de schippers het uitdrukten, maar de stem ming was prima. De bedoeling was, een 250 tot 300 mijl de noord in te stomen en dan hedenmiddag aan schot te gaan. Wordt er dan behoorlijk gevangen, dan komen onmiddellijk de jagers naar de thuishaven terug. Niet met een bedeesd kusje maar met een stevige pakkerd heeft de branding zaterdagmiddag, voortrollend onder een forse bries uit het zuidwesten, de uitvarende haringvloot begroet. De zon scheen over de haven, over de bevlagde schepen, over de mensen aan boord en de duizenden die op de havenhoofden en elders het schouwspel van de uitvaart gadesloegen, maar de wind was schraal en stevig, de zee woelig. De vloot mocht om twee uur uitvaren, doch de Katwijkers en Scheveningers hadden besloten om half drie de trossen te laten vieren. Maar die zee, die wind welke de geur van het open water de haven binnen blies, waren een te lokkende roep. Toen de klok op het IJmuidense havenkantoor op twee uur sprong werd de tros van de KW 95 „Toenadering" losgesmeten. Een korte stoot op de fluit, een paar krachtige slagen van de schroef die het schip van de kant joegen, en de haringteelt 1958 was begonnen. Tussen dit ogenblik van twee uur, waarop duizenden een steeds weer boeiend schouwspel gade sloegen, en kwart voor zeven des avonds toen ln be trekkelijke stilte de laatste logger, de KW 15, zich van de kade losmaakte op weg naar de haringgronden, voeren 32 eerstelingen van de Katwijkse vloot tus sen de havenhoofden door, het goud van de zee tegemoet. In voorgaande jaren vertrok de ha ringvloot des ochtends vroeg, zo vroeg dat men speciale vervoersmiddelen moest charteren om het evenement bij te wonen. Er zit een zekere charme in een zo vroeg vertrek, een zekere be slotenheid voor het kleine wereldje van de visserij. Het bleek zaterdag, dat een vertrek midden op de dag prozaischer is, maar misschien door het feit dat zovelen meer eens een kijkje konden nemen, was het toch wel gezellig op de drukke Tegeltjes- markt waar de meeste uitvarende loggers gemeerd lagen. Laatste groeten, wensen en raad gevingen werden gewisseld, terwyl aan boord de grootste bedrijvigheid heerste om alles in de puntjes verzorgd te heb ben. Dan werden, na het haastige ver trek van de KW 95, de trossen inge haald, twee aan twee maakten de log gers zich los van de wal om in ganzenrij de vissershaven uit te stomen, tussen de pieren door de woelige zee op. De schip pers hadden in hun plaats op de brug ingenomen, schepelingen die de handen vry hadden schaarden zich op de bak Ook bij de vuurtoren hadden zich heel wat belangstellenden ver zameld om de uitvaart gade te slaan. Duidelijk is te zien dat som mige loggers een zeiltje hadden bij gezet om met behulp van de stevige bries het tempo wat op te kunnen voeren. (Foto L.D./Van Vliet) j pechvogel de rest van de vloot achter na kon jagen. Tien minuten voor half drie verscheen boven IJmuiden een eenmotorig vlieg- tuig. Op driehonderd meter hoogte trok het een staart van 42.5 meter door de j lucht, waarop letters van twee meter hoogte verkondigden„Vloot naar zee. maatjes komen". Het toestel was uit Hilversum vertrokken, maakte een rond vlucht boven Utrecht en Amsterdam en j was via Haarlem naar IJmuiden geko-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 3