EXPO 1958 U kunt toch wel genieten?.... Nederland produceert jaarlijks ruim 105.000 km bloembollen ZATERDAG 10 MEI WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 De balans van de eerste dagen V trefpunt van tegenstellingen Kruisvaarders ontdekten tulp en bewezen zo de Nederlandse schatkist een grote dienst Nederlands paviljoen heeft aller syniphatie De dwergstaten ment ingericht. Om de schoonheid van het Boheemse glas in een kleine kapel te ondergaan moet men wel het bombastische gedicht van Nezval op de volksdemocratie slikken „te jouwer ere slaat mijn hart als een klokkespel en een tamboer" dat de bezoekers zowel bij het betreden als bij het verlaten van het paleis wordt voorgehouden. De Tsjechoslowaakse volksdemocratie blijkt trouwens het hele paviljoen door bijzonder inspire rend op dichters en beeldhouwers te hebben gewerkt. Gelukkig werden de eeuwige waarden van een Comenius evenmin vergeten. Ook de Tsjechen hebben hun restaurant, dat door het beste hotel van Praag wordt verzorgd. (Speciale berichtgeving) De kruisvaarders, die op het einde van de elfde^ en het begin van de twaalfde eeuVv hun verre tochten naar het Heilige Land onder namen, hebben de Nederlandse schatkist daarmede een niet onbe langrijke dienst bewezen. Zij ontdekten op hun tochten langs de heirwegen in Klein-Azië de tulp. „Mooie bloemen", zeiden de kruis ridders tegen elkaar. Zij groeven wat planten uit en schonken die aan kloosterlingen in dit gebied, als „dank voor de bewezen diensten". De monnikken kweekten verder met de geschonken bollen en ieder jaar bloeiden er meer tulpen in de kloostertuinen. Geleidelijk aan baande de tulp zich vervolgens een weg naar het noord-westen. Via de Balkanlanden bereikten de bollen Duitsland en omstreeks 1600 bloeiden de tulpen ook in Nederland. Een kijkje op het Wereldtentoonstellingsterrein vanaf een van de grootste trekpleisters van deze EXPO: het Nederlandse paviljoen. VARIA Joe Reynolds was eigenlijk nooit een gewiekste dief. Negen maal was hij betrapt en lieden die het weten konden, zeiden, dat hij niet intelli gent genoeg te werk ging om aan de cel te ontkomen. Daarom besloot Joe het over de intelligente boeg te gooien. Zijn plan werkte hij uit in de achttien maanden dat hij in de Londense Pentonville gevangenis een straf uitzat voor diefstal. In oktober 1957 kwam hij vrij en Joe richtte zijn schreden naar Holloway's vrou wengevangenis. Terwijl de vrouwe lijke beambten het ontbijt genoten, doorsnuffelde Joe haar slaapkamers. Zeven maal deed hij dat en bracht hem 60 pond (f. 600) op. Toen vatte de politie verdenking tegen hem op en men ging op de loer liggen. „De deskundigen hadden tenslotte toch gelijk", zuchtte Joe, terwijl de rechter hem opnieuw, maar nu voor acht jaar aan de maatschappij ont trok; „ik kan het gewoon niét". geit onder aan de dijk in het pa viljoen, want die heeft zich al heel wat liefkozingen moeten laten wel gevallen en dat ook royaal gedaan. Boer Van der Leij kon in populari- Zo'n duizend jaar geleden waren de tulpenfeesten een jaarlijks terugkeren- feestelijke gebeurtenis aan het hof van de Sultan van Turkije. Thans wordt dit kleurrijke feest ieder jaar in ons land gevierd. Duizenden buiten landers komen er elk jaar weer naar kijken. Het „tulpenfeest" is een wel zeer belangrijk en renderend onderdeel geworden van de Nederlandse „vreem delingenindustrie". Bovendien levert de export van tulpenbollen ook nog een behoorlijk bedrag op voor de Ne derlandse schatkist. Verleden jaar werd voor een totale waarde van f 192.704.264 aan bollen geëxporteerd (ruim 64 miljoen kilo). Tweemaal om de aarde Om nog een cijfer te noemen: de jaarlijkse produktie aan bollen be draagt ruim 3 miljard stuks of wel een regel bollen van een dikke 105.000 ki lometer. Dat wil zeggen een regel twee maal om de aarde en dan nog heen en terug van Amsterdam naar New York! De tulp trok in Nederland direct al vele bewonderaars. Eén van hen was prof. Cluvius te Leiden, die de bloem bollen niet alleen uit belangstelling, maar ook voor de verkoop kweekte. In het begin konden alleen de welgestel- den zich de luxe van tulpen in hun tuinen veroorloven. Aangezien het be trekkelijk eenvoudig is om meer varië teiten te winnen, ontstond er al spoe dig een grote verscheidenheid van min of meer zeldzame exemplaren, hetgeen een felle onderlinge wedijver tot gevolg had. Dit leidde tot grove speculatie. Woonhuizen werden voor enkele bol len verkocht, sommige exemplaren waren meer dan goud waard, tot in 1636 het hoogtepunt werd bereikt. Er begon zich vervolgens een min of meer geregelde export te ontwikkelen. Vele variëteiten Er is sedert de tijd, waarin de kruis vaarders de tulp langs de heirwegen in Klein-Azië ontdekten, heel watmeb de bol gebeurd. Er bloeien thans rode, witte, blauwe, gele en oranje-tulpen: alle kleuren en kleurencombinaties zijn er in vertegenwoordigd. Alleen zwart ontbreekt nog, al zijn er al heel don kere variëteiten gekweekt. Ook in de vorm zijn grote verschil len. Er zijn er met blaadjes als veer tjes van een vogel, er zijn ware reu zen met franje aan de bloembladeren, er zijn miniatuurtulpjes met puntige blaadjes, er zijn grote dubbele tulpen, die eruit zien als rozen. En iedere va riëteit heeft een naam, die keurig staat opgetekend in het „tulpenbevol kingsregister". Daarin staat „Prins Carnaval" een helgele tulp. die zich in een uitbundige bui met scharlaken rode vlekken heeft getooid naast „Generaal Eisenhower" een vlam mend rode tulp met een rood-geel hart. Het schouwvenster van de Neder landse bloembollenteelt is ook dit jaar weer de Keukenhof, de plaats, waar Jacoba van Beyeren eens in het kasteel Teylingen woonde. De Expo '58 is een waar ontmoe tingspunt van tegenstellingen. Behalve ■de grote mogendheden zijn er immers tal van dwergstaten aanwezig. Een theehuis van Andorra, San Marino en Monaco, het grootste deel van het ruime paviljoen van Luxemburg wordt door een prijzig restaurant in beslag enomen en in de expositie-zaal zijn et de masten en neonbuizen van Radio-Luxemburg die het meeste op vallen. Het ohalet van Lichtenstein daarentegen is een verrassende oase temidden van het tentoonstellingsru- moer, want achter de rug van de regerende vorst Franz Jozef II. die in uniform de ereplaats in de hal in neemt, blijkt dit landje van 15.000 in- machines en precisie-instrumenten in een idyllisch decor te verwezenlijken, waaraan de ontwerper van dit vrien delijke, pretentieloze maar toch karak teristieke gebouw alle recht heeft laten wedervaren. De prijs voor het aandoenlijkste paviljoen zo een dergelijke onder scheiding al zou kunnen bestaan komt zonder bedenken aan Israël toe. Zijn paviljoen symboliseert op tref fende wijze de lange en smartelijke weg van de wandelende jood naar het „Beloofde Land". Dat wordt in Brus sel zicht- en tastbaar gemaakt in de na de zeven jaren der Israëlische lijdensweg plotseling in het licht val lende manden met sinaasappelen en citroenen. Het is een ontroerende voorstelling, die menigeen, die iets heeft meege maakt of begrepen van de tragiek van het jodendom, de tranen in de ogen doet springen. En men gunt het de jonge staat van harte, dat de eerste nationale dag op de Wereldtentoon stelling op 24 april aan hem gewijd was ter gelegenheid van zijn eerste decennium. teit met haar wedijveren, want het melken van de 24 koeien op de weide in de Nederlandse sectie is 1bijna net zo attractief als „Vrolijk België". Amerikaanse, Duitse en Spaanse journalisten liepen in het begin van de Expo de deur van de persafdeling plat en bewonderden om strijd het tentoongestelde. In dat opzicht wordt het Nederlandse paviljoen met zijn bruisende zeegedruis en zijn realisti sche polderbemaling een groot succes genoemd, ook al door het consequent functionalisme van de indeling. Franse bezoekers kijken een tikje verwonderd en ook wel wrevelig naar de drie vlek ken en stipjes, die op de wereldkaart in de voorhal het Koninkrijk der Nederlanden voorstellen en trekken onwillekeurig bittere vergelijkingen tussen het falen van hun e'~en verte genwoordiging welke toch zowel naar constructie ais naar vormgeving mettertijd de gedurfdste van de Expo zal worden en de Nederlandse wer kelijkheid. De paviljoens van Rusland en Ame rika werden de eerste dagen door de menigte bijkans bestormd. De Russen spelen andermaal hun kunstmaansuc ces uit door een weekblad onder de naam „Spoetnik" in vele talen gratis te verspreiden: het werd hun meisjes uit de handen gegrepen. Maar het in terieur van het paviljoen is voor het overgrote deel van de bezoekers de bittere teleurstelling. Hetgeen tevoren was te voorzien en in dat opzicht komen de Amerikanen als overwin naars uit de vergelijking tevoorschijn. Hun cirkelvormige afdeling is even origineel als gezellig ingericht met tal van menselijke accenten, die na een bezoek aan het Sovjetrussische pavil joen, waarin het Rode Leger een bik kelharde ereplaats inneemt, weldadig aandoen. De dagelijkse modeshow om en in de grote vijver in het hart van de rotonde wordt door honderden om ringd en vijf keer vijf kwartier per dag kunnen de bezoekers hun kinderen kwijt in een klasje, waar zij met tekenlessen in de Amerikaanse trant worden beziggehouden. Jónge mensen uit alle 48 staten, zon der voorkeur voor ras en stand geko zen, verschaffen er allerbeminnelijkst inlichtingen, ook wat dat betreft kun nen de formele Russische informatri- ces nog wat leren. Een van de Ameri kaanse informanten spreekt voortref felijk Nederlands, hij bleek een Haarlemse moeder te hebben. Men moet anderzijds toegeven, dat de Russen in hun restaurant een grote troef bezitten, omdat het veel goed koper is dan de overigen. Men schijnt er zelfs kaviaar voor zes franken te kunnen eten, maar op de openingsdag b.v. moest men wel anderhalf uur wachten voor lief nemen om dat vast te stellen. J" Trefpunt van tegenstellingen. Eeuwenoude traditie in de kleurrijke kleding van deze Japanse meisjes tegen een achtergrond van het Atomium, symboliek van de moderne wetenschap. (Van onze speciale verslaggever) De Nederlandse afdeling van de Brusselse Wereldtentoonstelling 1958 behoort tot de toptrekkers. dat is nu reeds onmiskenbaar dui delijk geworden. Vooral voor de Satellieten Van de satellietlanden verdient voor al Tsjecho-Slowakije een bezoek. Het is zeker niet minder propagandistisch dan de Russische voogd, maar het is met oneindig meer smaak en raffine- VOORAL nu de eerste lente zon in al haar warmte ein delijk is opgedoken, de kas tanjeknoppen zwellen en vóór ge 't weet. op barsten staan, nu aan alle kanten het licht over Leiden stralen gaat, valt er voor de minnaar van waarachtige schoonheid zélfs in onze stad zóveel te genieten, dat al Uw artistieke vermogens, voorop gesteld dat ge ze hebt, er door aangeraakt worden. Ge kunt 't zo goed begrijpen, dat er telkens en telkens weer nieuwe schilders zijn, die zich Foto Will Eiselin, Rijswijk. GELOOF me. Leiden is vol mooie, oude en.... nieuwe plekjes! Ge ziet ze, op Uw dagelijkse jacht door de stad, misschien niet meer, ge hebt er geen oog voor. Maar wanneer ge een ogen blik kans krijgt, rustig door de straten en langs de grachten te flaneren, dan begrijpt ge wel, dat in de loop der jaren velen Leiden's roem bezongen hebben en 't hier nog zo kwaad niet hadden. Wat de mensen van buiten de stad en zelfs van buiten het land hier komen zoeken, mag U misschien een raadsel zijn, maar ik begrijp ze wel een beetje: het is de schoonheid van Pieters- en Hooglandse kerk. de vermaardheid van het Rapenburg, de rust van de hof jes dat van de Pilgrim Fa thers vooraan! en het schil derachtige van het Gerecht of de omgeving van de Waag, die een overweldigende attractie voor hen vormt. Dat is allemaal 17de eeuwse schoonheid, welke zij op zich laten inwerken. Ze mogen er nóg zo modem uitzien dezer dagen zag ik nog een vreemde sinjeur in een geblokt geel groen kostuum door de Bree- straat paraderen en hij stond met z'n trouwe Baedeker in die pe aandacht voor ons vermaard Stadhuis ze hebben allen in hun hart een plekje, dat zich met dat oude en verweerde verwant voelt. Waarom mag Joost weten, maar het plekje is er en het zit daar midden in hun hart, mis schien omdat ze allen een voor vader bezaten, die midden iri de 17de eeuw leefde en met wie de banden nog niet helemaal ver broken zijn in onze stad bést thuis voelen. Zij kunnen te kust en te keur aan het werk gaan altijd met de beroemde oud-Leidenaar Rembrandt voor ogen, ze be hoeven zich dus niet te gene ren, wanneer ze zijn illuster voorbeeld volgen. We mogen bovendien nog wel eens noemen de man ner., die eenmaal de „Leidse school" aanhingen en we den ken, ondanks alle modernismen van een verzakelijkte eeuw, toch altijd met eerbied aan die „groten" terug. Ze vonden hier hun inspira tie en ze hebben er niet zo héél gauw aan gedacht om Leiden te verwisselen voor een andere stad. Er waren hier boeiende gege vens genoeg! DIE zijn er gelukkig nog al tijd, althans voor hen. die er een open oog voor heb ben. Nu kunt U zeggen: „Ja alles goed en wel, maar Leiden is toch een héél gewoon pro vinciestadje met nog niet eens 100 000 inwoners .Het heeft een foeilelijke concertzaal en een Schouwburgje hoe gezellig ook waar iedereen over el kaar struikelt en de acteurs op het podium nauwelijks ruimte genoeg hebben om hun armen uit te strekken, er is geen en kele gelegenheid, waar je des avonds een behoorlijk dansje kunt maken, er is geenéén grootse attractie, waar iedere wereldstad zich bij duizenden op beroemen kan, wel ja en ga zo maar door .totdat je komt bij het punt. dat het er des avonds na elf uur al zo dood als de pot is, maar daar gaat 't me niet om. Het is de „stad" met haar uniek karakter waar 't wél om gaat en waar we een beetje trots óp zijn: op dat moderne sta tion. dat nu al haast weer te klein wordt, op al onze interes sante musea en de aloude Uni versiteit. waar andere steden niet op pochen kunnen, evenmin als op de Lakenhal aan die prachtige Oude Singel, of aan de pittoreske molen „De Valk" en de historische Burcht, om van het Van der Werfpark maar niet eens te spreken Ach: er zijn honderden plek jes in Leiden waar 't bést uit te houden is en wat er alle maal aan krotwoningen nog moet opgeruimd worden, nemen we voor lief. Dat heeft, natuur lijk alleen voor 't oog, ook zijn bekoring, hoewel 't een andere kwestie is, om er te moeten wonen. Keulen en Aken zijn óók niet in één dag gebouwd en zo is 't met óns Leiden als derde in de bond óók: het zal, gezien de bestedingsbeperking, nog héél wat jaren duren, voordat hier alles piekfijn in orde is. Intussen kunnen we toch wel een beetje genieten?! Kijk naar dit plaatje en U begrijpt, wat ik bedoel! FANTASIO.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 14