Carelsen neemt afscheid in
kracht en fleur
Fie
volle
Manifestaties „Holland Festival"
in Pieterskerk en de Lakenhal
FILMS
Een eigen, innemende figuur in
de wereld van het toneel
stap er eens vaker voor af
Hohe Messe en Bruckner s V ierde
alsmede cellosuites van Bach
97ste jaargang
Zaterdag 3 mei 1958
Tweede blad no. 29431
Na vijftig jaar
Hartelijke huldiging in Leidse Schouwburg
Fie Carelsen neemt afscheid van het toneel!
't Is waar, na een vijftigjarige staat van dienst, waarop zij met recht
trots kan zijn, doch, gezien haar grote vitaliteit, kwam dit bericht toch
wel ietwat verrassend, om het zacht te zeggen. De redenen, die haar
er toe brachten dit besluit te nemen het zal haar zelf ontegenzeg
gelijk hard zijn gevallen zijn bekend: zij voelde, dat haar grootste
kracht aan het afnemen was en met minder wilde zij zelf geen ge
noegen nemen! Nu kan men er over twisten, of dit afnemen feitelijk al
merkbaar was voor het grote publiek, zij zelf voelde het zo aan en
daarmede hebben we genoegen te nemen. Er schuilt bovendien iets
waars in om, als het toch tot een afscheid moet komen, dit te doen in
volle kracht en fleur, zodat de herinnering aan iets moois gaaf blijft
en ongerept.
^°K1l";eerste plaats gold. het daverend applaus
neelloopbaan geweest. Een halve eeuw.
heeft zij haar geliefde Muse gediend en
al haar grote gaven geschonken. En dus
aan ons! Niet beperkt tot één genre in
de toneelkunst, maar feitelijk in alle
genres, zowel de komische als tragische.
Zij vroeg slechts karaktertekening en als
deze er was, bracht zij, vertrouwend op
haar gevoel, het uit te beelden type
sterk en krachtig over het voetlicht.
Zichzelf verenigend met de uit te beel
den figuur, waardoor haar rol bleef op
genomen in het geheel, wist zij daar
naast toch veelal een persoonlijk cachet
'ce bewaren en dat was de grote charme,
die van haar als actrice uitging. Zij was
een eigen, een innemende figuur in de
wereld van het toneel.
Ben van Eysselsteyn heeft een inte-
ressant boekje over haar loopbaan ge
schreven, waaruit we in vogelvlucht
gaarne nog iets willen aanstippen: Het
begon in Indië, toen zij haar moeder,
mevr. Cecile Carelsen, vergezelde als
zeventienjarige op een tournee, waaraan
o.a. Jan Musch en Louis Chrispijn siv
deelnamen. Het was de laatste, die haai
de eerste rol van betekenis toebedeelde:
Trilby. Daar in de tropen ontmoette zij
de thans legendarische grootmeester van
de Kleine Kunst Jean Louis Pisuisse,
die in haar leven een belangrijke plaats
zou innemen en die zij naar het „caba
ret" vergezelde.
Terug in het moederland, kwam zij bij
Royaards en later bij Verkade en het is
deze laatste geweest, die zijn stempel
heeft gedrukt op haar talent, waarvoor
zij hem altijd zeer dankbaar is geble
ven. Sinds 1920 heeft zij echter emplooi
gehad in Den Haag en zy is de Resi
dentie steeds trouw gebleven bij de
diverse gezelschappen, die daar hun
zetel hadden, afgezien van nog een
korte reis door Indië (1935) met Cor
Ruys. Bij haar veertigjarig jubileum,
I werd zij benoemd tot ridder in de Orde
van Oranje Nassau en verkreeg zij de
gouden penning van Den Haag.
Het is ondoenlijk alle rollen te noe
men, die zij heeft vertolkt in vijftig
jaren tijds, rollen, die natuurlijk mee
gingen met de geest van de tijd. Shaw,
j Ibsen, Molnar, Shakespeare, O'Neill,
Neumann, Wilde, Tsjechow, Fry en nog
zovele andere, meer of minder bekende,
toneelschrijvers heeft zij in hun geestes
kinderen tot leven helpen brengen, te
veel om op te noemen. Releveren we
haar rollen in „De vrouw in 't spel", „De
Duivel", „Loulou", de koningin in „Ham
let", mevrouw Alving in „Spoken", de
moeder in „Rouw past Electra", „De
Kersentuin", „De Spooktrein", ,,'t Is
nooit telaat", „De Tuinschuur", het is
slechts een bescheiden aanduiding, wat
Fie Carelsen heeft gebracht.
En nu neemt dit talent dan afscheid
van de hahr zo dierbare planken, waar
aan zij ongetwijfeld nog wel eens met
weemoed zal terugdenken.
GOEDE OPVOERING
Ook aan de Sleutelstad mocht dit
afscheid niet voorbijgaan, daarvoor
heeft Fie Carelsen een te grote plaats
ingenomen in de harten van toneel-
minnend Leiden. Beide partijen heb
ben elkaar leren waarderen en onop
gemerkt kon dit heen gaan daarom
niet verglijden.
Als afscheidsstuk had de scheidende
gekozen: Toontje heeft een paard gete
kend, van Lesley Storm, al weer vele
jaren terug ook gegeven. Nu mag men
wellicht zeggen, dat de betekenis van
dit blijspel niet evenredig is aan het
dramatische kunnen van Fie Carelsen,
het zij zo, doch in ieder geval biedt de
rol van de z.g. wereldwijze grootmoeder
in dit aardige blijspel alle gelegenheid
om nog eens kennis te maken met de
grote gaven van deze artieste pur sang,
zonder dat het haar zelf al te veel in
spanning kost. Zij kan in deze humo
reske vele registers van haar kostelijke
blijspel-gaven open trekken en zij doet
dat eenvoudig, meesterlijk. En de Haagse
i Comedie heeft haar afscheid alle relief
willen geven door haar te doen spelen
in een prachtige bezetting. Elisabeth
Anderson is als de dochter Claire, die
met haar man zo aan het haarkloven
is over Toontje (zelfs los van zijn teken
woede, die tenslotte als origineel wordt
erkend) op volle kracht en hetzelfde
geldt voor Cees Laseur als toneel-echt-
I genoot van de scheidende kunstenares.
Ook Jan v. d. Linden als opa typeert
bijzonder krachtig. Verder zijn er nog
goede rollen van Luc Lutz en Joeki
Broedelet, terwijl de rest zich uitnemend
aanpast. Alleen de dr. Fleming van
Frans Vorstman bleef wat te stijfjes in
dit geheel. T
Zo heeft toneelminnend Leiden, dat
de Schouwburg geheel vulde, volop ge
noten van spel en stuk en zich by uit
stek dankbaar betoond; natuurlyk in de
BENOEMING UNIVERSITEIT
Met ingang van 1 september a.s.is
benoemd tot wetenschappelijk hoofd
ambtenaar in vaste dienst bij de facul
teit der rechtsgeleerdheid aan de Leidse
Universiteit dr. E. D. Hirsch Ballin,
thans in tijdelijke dienst.
Officiële publikaties
INZAMELING VAN HUISVUIL
In verband met de bevrijdingsdag op 5
mei a.s. zal het inzamelen van huisvuil uit
die percelen, welke gewoonlijk op maandag
worden bediend, die dag plaatsvinden vóór
13 uur.
Men gelieve daarom vooral te letten op
het belsignaal van de ophaaldienst en de
emmers tijdig buiten te plaatsen.
De Directeur Gemeentelijke Relni-
gings- en Ontsmettingadien6t.
Fie Carelsen, die trouwens bij eerste op
komen al luide was toegejuicht, een
applaus, dat in een ware ovatie uit
groeide.
WARME HULDIGING
Na afloop had een warme huldiging
plaats. Terwijl het gezelschap op de
achtergrond zich verzamelde aan de
dames werden nog bloemen aangeboden
leidde Cees Laseur de scheidende op,
waarna burgemeester jhr. mr. F. H. van
Kinschot als eerste spreker naar voren
trad voor een persoonlijk woord voor
hem zelf en zijn echtgenote. Hij herin
nerde er aan, hoe hij reeds als jong
student van het spel van de toen ook
nog jeugdige actrice had genoten, maai
de tijd gaat onherroepelijk verder en zo
komt voor haar het afscheid eerder dan
voor hem. Hij wees er nog op, hoe Fie
Carelsen met ijver en toewijding, doch
tevens met het stellen van zware eisen
aan zich zelf haar karakters wist uit te
beelden. Als aandenken bood hij namens
zijn vrouw en hem zelf een brieven-
opener aan met het embleem van de
bloem, waarvan de scheidende zo bij
uitstek houdt.
Namens de Schouwburgcommissie was
het prof. dr. D. J. Kuenen, die in een
geestig tospraakje zijn waardering uit
sprak voor de betekenis van deze actrice,
voor wie in deze „krakemik" van een
schouwburg de vlammen uitsloegen, ge
lukkig alleen van enthousiasme. Hij
overhandigde bloemen en een enveloppe
met inhoud.
Bloemen werden voorts aangeboden
door de praeses van de Toneelcommissie
van het LSC en namens de VVSL.
Prof. dr. S. E. de Jongh bracht hulde
als rector-magnificus namens de Leidse
Universiteit, al wilde hij naast hoffelijk
heid toch de eerlijkheid stellen, dat hij
slechts bewonderaar voor één avond
was, want hij had de scheidende nog
niet eerder zien spelen.
Als laatste spreker huldigde de heer
H. de Wilde namens K. en O. Fie Ca
relsen, maar hij meende namens de
Leidse burgerij ernstig misnoegen te
moeten uiten, dat zij op zo jeugdige
leeftijd het toneel vaarwel zegt. Bloe
men, waarin haar geliefde parfum, wa
ren een tastbaar bewijs van waardering.
Nog twee bloemstukken completeerden
de bloemenschat.
Vijf jaar Interkerkelijke
Evangelisatie-arbeid
Men schrijft ons:
Toen ruim 5 jaar geleden dr. P. L.
Schoonheim. hervormd predikant alhier,
in een samenkomst van Youth for Christ
het voorstel deed te trachten in Leiden
'n Interkerkelijke Evangelisatiecommis
sie op te richten, was de eerste steen ge
legd van de Contact Commissie voor
Evangelisatiewerk.
Zeven kerken en gemeenschappen wa
ren bereid de handen inéén te slaan en
de arbeid krachtig ter hand te nemen.
Hervormden, Gereformeerden. Chr.
Gereformeerden, Lutherianen, Baptisten.
Evang. Christenen en Heilsoldaten von
den elkander om eendrachtig te getuigen
van hun Heiland. Veel activiteit is in die
jaren ondernomen. Zo werden bijv. 5
tentweken, 24 samenkomsten en ver
scheidene openluchtsamenkomsten ge
houden.
Met welk doel werd en wordt door
deze Evangelisatiecommissie gewerkt? Is
het de mens naar één of andere kerk te
wijzen? Neen. pertinent neen. Het enige
doel is te wijzen op Jezus Christus als
Redder der zondaren.
Ook voor de stimulering van het
jeugdwerk worden voorbereidingen ge
troffen. Sinds korte tijd heeft een afge
vaardigde van het jeugdwerk zitting in
de commissie, die zich bezig houdt met
de vraag: „Hoe bereiken wij de jeugd?"
Vijf jaar werd met vrucht gearbeid en
ook voor de toekomst bestaan er weer
vele plannen. Zo wordt dinsdagavond
allereerst in de Zuiderkerk een evange
lisatiesamenkomst gehouden, waar ds W.
Broer, doopsgezind predikant te Hoorn
zal spreken over „De Grote Bevrijding".
De Chr. Zangvereniging ..Ex Animo" zal
deze avond enkele liederen zingen.
Voorts komen er 5 openluchtsamen
komsten op verschillende plaatsen in de
stad. De tentweek zal dit jaar van 16 tot
en met 22 juni op de Kaasmarkt gehou
den worden.
DANKWOORD
En dan was het woord aan de schei
dende kunstenaresse. Zij wees erop, hoe
zij sinds 7 februari al in diverse plaat
sen afscheid had genomen, maar hoe
het toch telkens weer anders was door
toneel, kleedkamers, sfeer en herinne
ringen. En aan dit laatste is Leiden wel
speciaal rijk. Vijftig jaar liep zij door
het lelijke straatje, aan de schouwburg
veranderde vrijwel niets, en toch is deze
schouwburg zo gezellig. Geen spijt heeft
zij de komende nieuwe niet te zullen
bespelen.
Twee herinneringen aan de Leidse
Schouwburg zullen haar altijd bijblijven,
één als toneelspeelster, één als vrouw.
De eerste was in 1939, toen zij de kei
harde vrouw speelde in „Roofvogels" en
de rolstoel van haar „man" door het
aflopen van het toneel in de bak viel.
Lach dan eens niet! Toch wist zij dat
op te brengen.
De tweede was in 1923 in „De man,
die de klappen krijgt". Wanneer haar
liefde als leeuwentemster wordt ver
smaad, zegt zij: de leeuwen houden van
me, waarop een student riep: en ik dan,
mevrouw?
Zij het met weemoed, zij heeft ge
meend, dat haar tijd van scheiden was
gekomen en ook deze laatste avond in
Leiden verzekerde zij nimmer te zullen
vergeten. Hartelijk dank bracht zij aan
allen, die haar hadden gehuldigd.
Dan nog enige ovaties en in de Sleu
telstad zakte voor Fie Carelsen voor de
laatste maal het doek.
Het einde van het afscheid was het
echter niet, want per „glippertje" ging
zij naar Minerva, waar het afscheid
definitief werd besloten.
M.
De voorzitter van K. en O., de
heer H. de Wilde, huldigt Fie Ca-
telsen.
(Foto L.D./Van Vliet)
Advertentie
'n Oponthoud, dat
nimmer teleurstelt, want
"Jel" laat U "extra"
genieten door z'n
parelende frisheid, z'n
verrukkelijke smaak.
JEL-BOX
"JEL"-guldens zijn KANS-guIdens: hel ontvongen woord
Voorstelling van Kalidasa's Sakuntala
in Koninklijke Schouwburg te den Haag
De plannen voor het komende Holland Festival in Leiden staan
reeds vast. Daarover zijn wij tijdens een persconferentie ingelicht door
de commissie „Kunstmanifestaties Leiden" bij monde van de K. O.
directeur, de heer H. J. van de Pompe, zulks bij ontstentenis van de
voorzitter prof. mr. C. van Oven.
Het is voor onze stad een grote eer, dit als gevolg van de bereikte
grote successen in vorige jaren, wederom in het „Holland Festival"
opgenomen te zijn!
Gelijk reeds in het kort gemeld, be
helzen dit jaar de Kunstmanifestaties
een uitvoering van de „Hohe Messe" van
J. S. Bach in de Pieterskerk onder lei
ding van Iskar Aribo (17 juni); een
Bach-concert in de Lakenhal, waarop
de Zwitserse cellist Henri Honegger
(broer van Arthur Honegger) alles zes
solosuites voor Violoncel van Bach ten
gehore zal brengen (21 juni 's middags
om vijf uur en 's avonds om halfnegen»;
alsmede een concert eveneens in de Pie
terskerk, te geven door het Concertge
bouworkest uit Amsterdam onder direc
tie van Euduard van Beinum, dat, na
de zelden uitgevoerde Leonore-ouverture
I, Bruckners Vierde Symfonie (de „Ro
mantische") zal brengen.
Wat de „Hohe Messe" betreft, voor
Leiden is de herhaalde uitvoering daar
van uitermate verheugend, in verband
met het uitgesproken aparte karakter,
want geen enkele andere stad kan bo
gen op de medewerking van een „eigen"
koor, zoals zulks hier met het Gem.
Toonkunstkoor het geval is. Als solisten
werken hieraan mede Erna Spooren-
berg (sopraan), Aafje Heynis (alt),
David Hollestelle (bas) en Tom Brandt
(tenor); de laatste is voor onze stad
een nieuwe kracht.
Bijzonder erkentelijk is de commissie
de kerkvoogden voor de beschikbaarstel
ling der Pieterskerk. Koor en orkest zul
len plaats nemen op een speciale op
bouw vóór het orgel, hetgeen de akoe
stiek gunstig zal beïnvloeden, terwijl het
auditorium er een uitstekend gezicht op
heeft. Ondanks de grote kosten, welke
hiermee gemoeid zijn, acht men de uit
voering in de kerk toch verre te pre
fereren boven die in de Stadsgehoorzaal.
De cellist Arthur Honegger heeft zich
sinds jaren gespecialiseerd op de moei
lijke en daarom weinig gespeelde solo
suites van Bach, geschreven ten tijde
van zijn verblijf aan het Hof in Cöthen,
waar hij niet de beschikking had over
een koor.
Honegger heeft zich de uitvoering
dezer suites tot levenstaak gesteld en
deze reeds op muziekfestivals over de
ganse wereld gespeeld. Zij klonken door
middel van zijn hand ook vele malen
door de radio.
In het byzonder verheugd is de
commissie over de wederkomst van
het Concertgebouworkest, dat in plaat
sen buiten Amsterdam slechts zelden
optreedt, doch dit, gezien de hier
reeds eerder betoonde grote belang
stelling met voorliefde in Leiden doet.
Eduard van Beinum heeft dan ook op
het verzoek onmiddellijk gunstig ge
reageerd en verklaard van dit optre
den in Leiden gaarne een traditie te
willen maken!
De Leonore-ouverture no. I geniet
slechts weinig bekendheid, de Vierde
Symfonie van Bruckner bezit in onze
stad ongetwijfeld reeds een zekere „po
pulariteit" als gevolg van meerdere uit
voeringen, welke van dit prachtige werk
hier plaatsvonden.
De komst van het Concertgebouwor
kest zal stellig door de Leidenaars in
hoge mate gewaardeerd worden;
Toneel
Helaas beschikken wij nog niet over
een schouwburg, welke zich eigent voor
de opvoering van toneelstukken in groot
se montering. Ook voor ditmaal is het
derhalve onmogelijk gebleken Kalidasa's
„Sakuntalo" of „De noodlottige ring",
een klassiek spel uit India, zich vol
trekkend in de vijfde eeuw, naar hier
te brengen. Dit is een der beroemdste
poëtische legendes uit de Indiase litte
ratuur en wordt door middel van een
bezetting van niet minder dan 25 per
sonen te Den Haag ten tonele gebracht.
Van de 16 opvoeringen is die op 8 juli
in de Kon. Schouwburg te Den Haag
echter voor de Leidenaars gereserveerd.
Het vervoer geschiedt met autobussen.
„Sakuntala" is de naam van een vogel,
hier die van een „half hemels meisje".
Een koning belooft haar tot zijn vrouw
te maken en geeft Sakuntala tot onder
pand een ring, waarmee zij alle deuren
kan openen. Later blijkt hij deze ganse
toezegging vergeten te zijn. Het noodlot
wil bovendien, dat het meisje de ring
verloren heeft. Wanneer zij in het pa
leis komt, herkent de koning haar zelfs
niet. Dan grijpen de Goden in, de ring
wordt als door een wonder teruggevon
den en als de koning de ring ziet, her
innert hij zich alles. Het stuk eindigt
dan ook blij met een huwelijk tussen de
koning en Sakuntala.
Het is door Bert Voeten uit het Saus-
kriet bewerict; Jurriaan Andriessen
schreef er jnuziek bij.
Het wordt ten tonele gevoerd door de
Stichting Ned Toneelmanifestatie, on
der regie van Cees Laseur. De acteurs
en actrices zijn gekozen uit leden van
onze grote toneelgezelschappen. Van hen
noemen wij: Han Bentz v. d. Berg, Al-
bert van Dalsum, Pim Dikker, Joh.
Fiolet, Coen Flink, Pieter Lutz, Lia
Dorana, Lies Franken, Mia Gooszen en
Sigrid Koetze
Öok deze voorstelling zal voorzeker
door vele stadgenoten gezien willen
worden
Tenslotte worden nog besprekingen
over een Spaanse dansavond in de Leid
se Schouwburg op 3 Juli gevoerd, waar
over eventueel nadere gegevens zullen
volgen.
Concluderend mag vastgesteld, dat
de Commissie Kunstmanifestaties ook
thans niet heeft stilgzeten en men een
aantal belangrijke avonden tegemoet
maf zien!
De jonge leeuwen
Meeslepend filmverhaal
Luxor Vrijwel alle beroemde litte
raire werken komen eens aan de beurt
om verfilmd te worden. Het mag lang
of kort duren, eenmaal komt de dag, dat
de filmmensen er de hand op leggen. Zo
was het te voorzien, dat ook Irwins
Shaws opzienbarende boek „De jonge
leeuwen" de filmers in handen zou val
len. Het was regisseur Edward Dmytryk,
die de zware taak op zich nam deze oor
logsroman in zwart en wit gestalte te
geven op breed doek. Een zware taak,
niet alleen, omdat het altijd een riskante
onderneming is een succesrijk verhaal
met andere middelen opnieuw te ver
tellen, maar bovendien: Shaws werk is
verre van opwekkend. Integendeel, het
is bijna fgrijselijk in zijn realisme, weer
zinwekkend in zijn onthullende detaille
ring en spijkerhard, waar het de gedra
gingen van de soldaat in oorlog betreft.
Maar Shaws meesterlijke verteltrant
zorgde ervoor, dat uit deze sinistere ele
menten toch een boeiend relaas tevoor
schijn kwam. Dmytryk moet van deze
rauwheid en wreedheid wat terugge
schrokken zijn, want in zijn film
heeft hij de scherpste kanten van
het verhaal afgeslepen. Een sprekend
voorbeeld daarvan is de figuur van de
Duitser Christian Diestl. Van zijn in de
loop der oorlogsjaren steeds toenemende
wreedheid is vrijwel niets meer overge
bleven. Tot het einde van de film blijft
hij sympathiek, een niet willig slacht
offer van het nazidom, een idealist, die
voortdurend heen en weer geslingerd
wordt tussen zijn plichtsbesef en ver
achting voor de afschuwelijke slachting,
die oorlog heet. Veel sterker is de sfeer
van Shaws oorspronkelijke werk getrof
fen in de persoon van Noah Ackerman,
de dromerige, schuchtere Jood, die het
in het leger zo zwaar te verduren heeft,
door zyn collega-soldaten getart en ge
treiterd wordt, maar zich in uren van
nood als een opofferend kameraad doet
gelden. De derde persoon, die in Shaws
roman en dus ook in de film een
belangrijke rol speelt is Michael White-
acre, de revue-artiest, die met de twee
andere hoofdfiguren niets anders dan
de oorlog gemeen heeft. Deze rol is in
handen van Dean Martin, die hem nogal
in de grondverf laat zitten, integenstel-
ling met zijn tegenspelers: Marlon Bran
do, die een alleszins acceptabele Diestl
op het witte doek zet, en Montgomery
Clift, die op bijzonder gevoelige wijze de
figuur van Noah gestalte geeft. Boek en
film kwalitatief te vergelijken, is uiter
aard niet doenlijk, de wijze van uitbeel
den is zo sterk verschillend. Maar onge
twijfeld is Dmytryk er in geslaagd een
meeslepend filmverhaal te maken. Bijna
drie uur duurt deze grootse produktie,
maar zij boeit van het begin tot het
einde.
„Gejaagd door de wind"
Op weg naar een
nieuw record
Casino Het aantal bioscoopbezoe
kers, dat zich door de lengte van deze
prachtige film-in-kleuren laat afschrik
ken, blijkt bijzonder klein te zijn: dit
produkt van David O .Selznick met vier
sterren in de hoofdrollen trekt onver
minderd grote belangstelling, nu al voor
de zestiende week. Geen wonder, want
deze film naar de boeiende roman van
Margaret Mitchell bevat zovele pak
kende scènes en echt-menselijke trek
jes. dat deze toeloop naar Casino alles
zins begrijpelijk is.
Getuige a charge
Meesterschap van Laughton
Trianon Dat de film „Getuige k
charge" geprolongeerd is, verwondert
ons niets.
Wie nog nooit onder de indruk kwam
van het meesterlijk acteertalent van
Charles Laughton en wij kunnen ons
dat moeilijk voorstellen! zal na het
zien van deze film daar toch wel op
slag van overtuigd raken. Daarnevens is
de inhoud zo uitermate spannend, mede
door het originele slot. dat men deze
film ongetwijfeld tot de beste in haar
genre kan rekenen. Mariene Dietrich
en T.vronne Power zijn Laughton's te
genspelers in het boeiende gegeven en
ook zij handhaven hun goede' naam ten
volle!
Vrouwen en spionnen
Emotionele jacht op
geheime documenten
Lido Henri Vidal en Barbara Laage
spelen de hoofdrollen in deze Franse
film, waarin de adembenemende jacht
VAN DEZE WEEK:
op geheime documenten over een be
langrijke uitvinding wordt uitgebeeld.
„Action immédiate", zoals de oorspron
kelijke titel luidt, is een opeenstapeling
van zetten en tegenzetten in het geraf
fineerde spel, waarin de organisatie
„Kosmos" een grote rol speelt. Deze
handelaars in geheime stukken moeten
het echter afleggen tegen de jonge
agent van de Franse geheime aienst,
Coplan. die natuurlijk wel herhaaldelijk
„lop" krijgt, maar op het laatste ogen
blik toch weer winnaar wordt. Ook de
laatste slag is voor hem, maar die is zo
verrassend, dat wij er over zwijgen. Het
spreekt vanzelf, dat in een film als
deze. waarin in kort bestek een opeen
hoping van gebeurtenissen gegeven
wordt, die in werkelijkheid uiteraard
over een lang leven van een geheim
agent verspreid zijn, het ene spannende
voorval op het andere volgt en dat op
een dode meer of minder niet gekeken
wordt. Liefde en jaloezie vormen een
charmant accent in deze film, waarin
de golven der emotie vaak bijzonder
hoog gaan.
„De trein van tien over drie
Wild West
Rex THEATER Het Wilde Westen
blijft trekken bij een deel van het bio
scooppubliek. De film „De trein van
tien over drie" brengt weer nieuwe
avonturen uit dit legendarische land
van overvallen, heldhaftige misdaadbe
strijders en hartstochtelijke liefdesavon
turen. De film vertelt over de arrestatie
van een bendeleider na een overval op
een postkoets. Met die arrestatie is de
bende niet uitgeschakeld, integendeel,
want dan begint een strijd op leven en
dood om de leider weer uit handen van
het gerecht te krijgen. Daarin speelt een
trein, waarmee hij naar elders vervoerd
zal worden, een grote rol. Uiteraard ze
geviert het recht tenslotte, maar voordat
het zover is zijn er nog heel wat wilde
tonelen te genieten.
Tien jaar C.J.M.V. Irene
Maandag 19 mei is het tien jaar ge
leden, dat in de Kooi de C.J.M.V. ..Irene"
werd opgericht. Kerkelijk zal dit tweede
lustrum worden herdacht op zondag
11 mei 's avonds om zeven uur in de
Kooikapel. De wykpredikant, ds. J. N.
de Ruyter, zal deze avond het CJMV-
werk belichten. Bovendien verlenen het
gemengd dubbelkwartet „Musica" en de
heer Brons uit Leeuwarden (kornet)
hun medewerking.
Zaterdag 17 mei volgt dan een fees
telijke viering in het gebouw Prediker.
Leden van alle afdelingen zullen hier de
revue „10 x 1 10" opvoeren.
LEIDSE LAGERE
LANDBOUWSCHOOL
Bevorderingen en invoering nieuw
leerplan
Aan de Leidse Lagere Landbouwschool
zijn de volgende leerlingen bevorderd:
van klasse III naar IV: P. Borreman,
Leiderdorp; L. Dijkstra, Hazerswoude;
P. Koot, Leidschendam; J. v. d. Laan,
Wassenaar; J. Voets, Hazerswoude; J.
v. Vliet. Hazerswoude.
Van klasse II naar III: N. Alkemade,
Wassenaar; A. Bos, Wassenaar (v.w.);
L. v. d. Eyk, Leidschendam; L. Knijnen-
burg. Wassenaar; J. Kromhout, Rijns
burg; G. v. d. Lip, Hazerswoude; G. de
Ruyter, Oegstgeest; P. v. d. Voort, Voor
schoten; J. Wassenaar, Voorschoten; C.
Westgeest. Zoeterwoude; J. v. d. Wolk,
Leiderdorp; P. Zandbergen, Noord wijk;
T. Zandbergen, Rijnsburg; A. Verboon,
Voorburg; niet bevorderd 1 leerling.
Van klasse I naar II: C. Alkemade,
Hazerswoude; S. Brussee, Sassenheim;
A. Dyker, Den Haag (v.w.); D. v. d.
Duyn, Noordwijk; J. v. d. Eyk, Hazers
woude; J. Koek. Voorschoten; H. Kwa-
kernaak, Hoogmade; P. de Rijk, Wou-
brugge; niet bevorderd 4 leerlingen.
Om een betere aansluiting bij de
lagere scholen te krijgen heeft het be
stuur besloten voortaan het schooljaar
te laten beginnen op 1 september. Tevens
wordt dan, mits de goedkeuring van het
departement wordt verkregen, het nieu
we leerplan ingevoerd. Leerlingen, die
zeven klassen van de lagere school heb
ben doorlopen en in de landbouw werk
zaam zullen zijn. moeten dan vijf dagen
per week naar school, in de tweede klas
se vier dagen en in de laatste klas drie
dagen.
In september 1959 kan dan het volle
dige nieuwe programma worden inge
voerd. Dat betekent na de zesde klas van
de lagere school in de eerste vijf dagen,
in de tweede klas vijf dagen, in de derde
klas vier dagen en in de vierde klas drie
dagen naar de Lagere Landbouwschool.