Carelsen neemt afscheid in kracht en fleur Fie volle Manifestaties „Holland Festival" in Pieterskerk en de Lakenhal FILMS Een eigen, innemende figuur in de wereld van het toneel stap er eens vaker voor af Hohe Messe en Bruckner s V ierde alsmede cellosuites van Bach 97ste jaargang Zaterdag 3 mei 1958 Tweede blad no. 29431 Na vijftig jaar Hartelijke huldiging in Leidse Schouwburg Fie Carelsen neemt afscheid van het toneel! 't Is waar, na een vijftigjarige staat van dienst, waarop zij met recht trots kan zijn, doch, gezien haar grote vitaliteit, kwam dit bericht toch wel ietwat verrassend, om het zacht te zeggen. De redenen, die haar er toe brachten dit besluit te nemen het zal haar zelf ontegenzeg gelijk hard zijn gevallen zijn bekend: zij voelde, dat haar grootste kracht aan het afnemen was en met minder wilde zij zelf geen ge noegen nemen! Nu kan men er over twisten, of dit afnemen feitelijk al merkbaar was voor het grote publiek, zij zelf voelde het zo aan en daarmede hebben we genoegen te nemen. Er schuilt bovendien iets waars in om, als het toch tot een afscheid moet komen, dit te doen in volle kracht en fleur, zodat de herinnering aan iets moois gaaf blijft en ongerept. ^°K1l";eerste plaats gold. het daverend applaus neelloopbaan geweest. Een halve eeuw. heeft zij haar geliefde Muse gediend en al haar grote gaven geschonken. En dus aan ons! Niet beperkt tot één genre in de toneelkunst, maar feitelijk in alle genres, zowel de komische als tragische. Zij vroeg slechts karaktertekening en als deze er was, bracht zij, vertrouwend op haar gevoel, het uit te beelden type sterk en krachtig over het voetlicht. Zichzelf verenigend met de uit te beel den figuur, waardoor haar rol bleef op genomen in het geheel, wist zij daar naast toch veelal een persoonlijk cachet 'ce bewaren en dat was de grote charme, die van haar als actrice uitging. Zij was een eigen, een innemende figuur in de wereld van het toneel. Ben van Eysselsteyn heeft een inte- ressant boekje over haar loopbaan ge schreven, waaruit we in vogelvlucht gaarne nog iets willen aanstippen: Het begon in Indië, toen zij haar moeder, mevr. Cecile Carelsen, vergezelde als zeventienjarige op een tournee, waaraan o.a. Jan Musch en Louis Chrispijn siv deelnamen. Het was de laatste, die haai de eerste rol van betekenis toebedeelde: Trilby. Daar in de tropen ontmoette zij de thans legendarische grootmeester van de Kleine Kunst Jean Louis Pisuisse, die in haar leven een belangrijke plaats zou innemen en die zij naar het „caba ret" vergezelde. Terug in het moederland, kwam zij bij Royaards en later bij Verkade en het is deze laatste geweest, die zijn stempel heeft gedrukt op haar talent, waarvoor zij hem altijd zeer dankbaar is geble ven. Sinds 1920 heeft zij echter emplooi gehad in Den Haag en zy is de Resi dentie steeds trouw gebleven bij de diverse gezelschappen, die daar hun zetel hadden, afgezien van nog een korte reis door Indië (1935) met Cor Ruys. Bij haar veertigjarig jubileum, I werd zij benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau en verkreeg zij de gouden penning van Den Haag. Het is ondoenlijk alle rollen te noe men, die zij heeft vertolkt in vijftig jaren tijds, rollen, die natuurlijk mee gingen met de geest van de tijd. Shaw, j Ibsen, Molnar, Shakespeare, O'Neill, Neumann, Wilde, Tsjechow, Fry en nog zovele andere, meer of minder bekende, toneelschrijvers heeft zij in hun geestes kinderen tot leven helpen brengen, te veel om op te noemen. Releveren we haar rollen in „De vrouw in 't spel", „De Duivel", „Loulou", de koningin in „Ham let", mevrouw Alving in „Spoken", de moeder in „Rouw past Electra", „De Kersentuin", „De Spooktrein", ,,'t Is nooit telaat", „De Tuinschuur", het is slechts een bescheiden aanduiding, wat Fie Carelsen heeft gebracht. En nu neemt dit talent dan afscheid van de hahr zo dierbare planken, waar aan zij ongetwijfeld nog wel eens met weemoed zal terugdenken. GOEDE OPVOERING Ook aan de Sleutelstad mocht dit afscheid niet voorbijgaan, daarvoor heeft Fie Carelsen een te grote plaats ingenomen in de harten van toneel- minnend Leiden. Beide partijen heb ben elkaar leren waarderen en onop gemerkt kon dit heen gaan daarom niet verglijden. Als afscheidsstuk had de scheidende gekozen: Toontje heeft een paard gete kend, van Lesley Storm, al weer vele jaren terug ook gegeven. Nu mag men wellicht zeggen, dat de betekenis van dit blijspel niet evenredig is aan het dramatische kunnen van Fie Carelsen, het zij zo, doch in ieder geval biedt de rol van de z.g. wereldwijze grootmoeder in dit aardige blijspel alle gelegenheid om nog eens kennis te maken met de grote gaven van deze artieste pur sang, zonder dat het haar zelf al te veel in spanning kost. Zij kan in deze humo reske vele registers van haar kostelijke blijspel-gaven open trekken en zij doet dat eenvoudig, meesterlijk. En de Haagse i Comedie heeft haar afscheid alle relief willen geven door haar te doen spelen in een prachtige bezetting. Elisabeth Anderson is als de dochter Claire, die met haar man zo aan het haarkloven is over Toontje (zelfs los van zijn teken woede, die tenslotte als origineel wordt erkend) op volle kracht en hetzelfde geldt voor Cees Laseur als toneel-echt- I genoot van de scheidende kunstenares. Ook Jan v. d. Linden als opa typeert bijzonder krachtig. Verder zijn er nog goede rollen van Luc Lutz en Joeki Broedelet, terwijl de rest zich uitnemend aanpast. Alleen de dr. Fleming van Frans Vorstman bleef wat te stijfjes in dit geheel. T Zo heeft toneelminnend Leiden, dat de Schouwburg geheel vulde, volop ge noten van spel en stuk en zich by uit stek dankbaar betoond; natuurlyk in de BENOEMING UNIVERSITEIT Met ingang van 1 september a.s.is benoemd tot wetenschappelijk hoofd ambtenaar in vaste dienst bij de facul teit der rechtsgeleerdheid aan de Leidse Universiteit dr. E. D. Hirsch Ballin, thans in tijdelijke dienst. Officiële publikaties INZAMELING VAN HUISVUIL In verband met de bevrijdingsdag op 5 mei a.s. zal het inzamelen van huisvuil uit die percelen, welke gewoonlijk op maandag worden bediend, die dag plaatsvinden vóór 13 uur. Men gelieve daarom vooral te letten op het belsignaal van de ophaaldienst en de emmers tijdig buiten te plaatsen. De Directeur Gemeentelijke Relni- gings- en Ontsmettingadien6t. Fie Carelsen, die trouwens bij eerste op komen al luide was toegejuicht, een applaus, dat in een ware ovatie uit groeide. WARME HULDIGING Na afloop had een warme huldiging plaats. Terwijl het gezelschap op de achtergrond zich verzamelde aan de dames werden nog bloemen aangeboden leidde Cees Laseur de scheidende op, waarna burgemeester jhr. mr. F. H. van Kinschot als eerste spreker naar voren trad voor een persoonlijk woord voor hem zelf en zijn echtgenote. Hij herin nerde er aan, hoe hij reeds als jong student van het spel van de toen ook nog jeugdige actrice had genoten, maai de tijd gaat onherroepelijk verder en zo komt voor haar het afscheid eerder dan voor hem. Hij wees er nog op, hoe Fie Carelsen met ijver en toewijding, doch tevens met het stellen van zware eisen aan zich zelf haar karakters wist uit te beelden. Als aandenken bood hij namens zijn vrouw en hem zelf een brieven- opener aan met het embleem van de bloem, waarvan de scheidende zo bij uitstek houdt. Namens de Schouwburgcommissie was het prof. dr. D. J. Kuenen, die in een geestig tospraakje zijn waardering uit sprak voor de betekenis van deze actrice, voor wie in deze „krakemik" van een schouwburg de vlammen uitsloegen, ge lukkig alleen van enthousiasme. Hij overhandigde bloemen en een enveloppe met inhoud. Bloemen werden voorts aangeboden door de praeses van de Toneelcommissie van het LSC en namens de VVSL. Prof. dr. S. E. de Jongh bracht hulde als rector-magnificus namens de Leidse Universiteit, al wilde hij naast hoffelijk heid toch de eerlijkheid stellen, dat hij slechts bewonderaar voor één avond was, want hij had de scheidende nog niet eerder zien spelen. Als laatste spreker huldigde de heer H. de Wilde namens K. en O. Fie Ca relsen, maar hij meende namens de Leidse burgerij ernstig misnoegen te moeten uiten, dat zij op zo jeugdige leeftijd het toneel vaarwel zegt. Bloe men, waarin haar geliefde parfum, wa ren een tastbaar bewijs van waardering. Nog twee bloemstukken completeerden de bloemenschat. Vijf jaar Interkerkelijke Evangelisatie-arbeid Men schrijft ons: Toen ruim 5 jaar geleden dr. P. L. Schoonheim. hervormd predikant alhier, in een samenkomst van Youth for Christ het voorstel deed te trachten in Leiden 'n Interkerkelijke Evangelisatiecommis sie op te richten, was de eerste steen ge legd van de Contact Commissie voor Evangelisatiewerk. Zeven kerken en gemeenschappen wa ren bereid de handen inéén te slaan en de arbeid krachtig ter hand te nemen. Hervormden, Gereformeerden. Chr. Gereformeerden, Lutherianen, Baptisten. Evang. Christenen en Heilsoldaten von den elkander om eendrachtig te getuigen van hun Heiland. Veel activiteit is in die jaren ondernomen. Zo werden bijv. 5 tentweken, 24 samenkomsten en ver scheidene openluchtsamenkomsten ge houden. Met welk doel werd en wordt door deze Evangelisatiecommissie gewerkt? Is het de mens naar één of andere kerk te wijzen? Neen. pertinent neen. Het enige doel is te wijzen op Jezus Christus als Redder der zondaren. Ook voor de stimulering van het jeugdwerk worden voorbereidingen ge troffen. Sinds korte tijd heeft een afge vaardigde van het jeugdwerk zitting in de commissie, die zich bezig houdt met de vraag: „Hoe bereiken wij de jeugd?" Vijf jaar werd met vrucht gearbeid en ook voor de toekomst bestaan er weer vele plannen. Zo wordt dinsdagavond allereerst in de Zuiderkerk een evange lisatiesamenkomst gehouden, waar ds W. Broer, doopsgezind predikant te Hoorn zal spreken over „De Grote Bevrijding". De Chr. Zangvereniging ..Ex Animo" zal deze avond enkele liederen zingen. Voorts komen er 5 openluchtsamen komsten op verschillende plaatsen in de stad. De tentweek zal dit jaar van 16 tot en met 22 juni op de Kaasmarkt gehou den worden. DANKWOORD En dan was het woord aan de schei dende kunstenaresse. Zij wees erop, hoe zij sinds 7 februari al in diverse plaat sen afscheid had genomen, maar hoe het toch telkens weer anders was door toneel, kleedkamers, sfeer en herinne ringen. En aan dit laatste is Leiden wel speciaal rijk. Vijftig jaar liep zij door het lelijke straatje, aan de schouwburg veranderde vrijwel niets, en toch is deze schouwburg zo gezellig. Geen spijt heeft zij de komende nieuwe niet te zullen bespelen. Twee herinneringen aan de Leidse Schouwburg zullen haar altijd bijblijven, één als toneelspeelster, één als vrouw. De eerste was in 1939, toen zij de kei harde vrouw speelde in „Roofvogels" en de rolstoel van haar „man" door het aflopen van het toneel in de bak viel. Lach dan eens niet! Toch wist zij dat op te brengen. De tweede was in 1923 in „De man, die de klappen krijgt". Wanneer haar liefde als leeuwentemster wordt ver smaad, zegt zij: de leeuwen houden van me, waarop een student riep: en ik dan, mevrouw? Zij het met weemoed, zij heeft ge meend, dat haar tijd van scheiden was gekomen en ook deze laatste avond in Leiden verzekerde zij nimmer te zullen vergeten. Hartelijk dank bracht zij aan allen, die haar hadden gehuldigd. Dan nog enige ovaties en in de Sleu telstad zakte voor Fie Carelsen voor de laatste maal het doek. Het einde van het afscheid was het echter niet, want per „glippertje" ging zij naar Minerva, waar het afscheid definitief werd besloten. M. De voorzitter van K. en O., de heer H. de Wilde, huldigt Fie Ca- telsen. (Foto L.D./Van Vliet) Advertentie 'n Oponthoud, dat nimmer teleurstelt, want "Jel" laat U "extra" genieten door z'n parelende frisheid, z'n verrukkelijke smaak. JEL-BOX "JEL"-guldens zijn KANS-guIdens: hel ontvongen woord Voorstelling van Kalidasa's Sakuntala in Koninklijke Schouwburg te den Haag De plannen voor het komende Holland Festival in Leiden staan reeds vast. Daarover zijn wij tijdens een persconferentie ingelicht door de commissie „Kunstmanifestaties Leiden" bij monde van de K. O. directeur, de heer H. J. van de Pompe, zulks bij ontstentenis van de voorzitter prof. mr. C. van Oven. Het is voor onze stad een grote eer, dit als gevolg van de bereikte grote successen in vorige jaren, wederom in het „Holland Festival" opgenomen te zijn! Gelijk reeds in het kort gemeld, be helzen dit jaar de Kunstmanifestaties een uitvoering van de „Hohe Messe" van J. S. Bach in de Pieterskerk onder lei ding van Iskar Aribo (17 juni); een Bach-concert in de Lakenhal, waarop de Zwitserse cellist Henri Honegger (broer van Arthur Honegger) alles zes solosuites voor Violoncel van Bach ten gehore zal brengen (21 juni 's middags om vijf uur en 's avonds om halfnegen»; alsmede een concert eveneens in de Pie terskerk, te geven door het Concertge bouworkest uit Amsterdam onder direc tie van Euduard van Beinum, dat, na de zelden uitgevoerde Leonore-ouverture I, Bruckners Vierde Symfonie (de „Ro mantische") zal brengen. Wat de „Hohe Messe" betreft, voor Leiden is de herhaalde uitvoering daar van uitermate verheugend, in verband met het uitgesproken aparte karakter, want geen enkele andere stad kan bo gen op de medewerking van een „eigen" koor, zoals zulks hier met het Gem. Toonkunstkoor het geval is. Als solisten werken hieraan mede Erna Spooren- berg (sopraan), Aafje Heynis (alt), David Hollestelle (bas) en Tom Brandt (tenor); de laatste is voor onze stad een nieuwe kracht. Bijzonder erkentelijk is de commissie de kerkvoogden voor de beschikbaarstel ling der Pieterskerk. Koor en orkest zul len plaats nemen op een speciale op bouw vóór het orgel, hetgeen de akoe stiek gunstig zal beïnvloeden, terwijl het auditorium er een uitstekend gezicht op heeft. Ondanks de grote kosten, welke hiermee gemoeid zijn, acht men de uit voering in de kerk toch verre te pre fereren boven die in de Stadsgehoorzaal. De cellist Arthur Honegger heeft zich sinds jaren gespecialiseerd op de moei lijke en daarom weinig gespeelde solo suites van Bach, geschreven ten tijde van zijn verblijf aan het Hof in Cöthen, waar hij niet de beschikking had over een koor. Honegger heeft zich de uitvoering dezer suites tot levenstaak gesteld en deze reeds op muziekfestivals over de ganse wereld gespeeld. Zij klonken door middel van zijn hand ook vele malen door de radio. In het byzonder verheugd is de commissie over de wederkomst van het Concertgebouworkest, dat in plaat sen buiten Amsterdam slechts zelden optreedt, doch dit, gezien de hier reeds eerder betoonde grote belang stelling met voorliefde in Leiden doet. Eduard van Beinum heeft dan ook op het verzoek onmiddellijk gunstig ge reageerd en verklaard van dit optre den in Leiden gaarne een traditie te willen maken! De Leonore-ouverture no. I geniet slechts weinig bekendheid, de Vierde Symfonie van Bruckner bezit in onze stad ongetwijfeld reeds een zekere „po pulariteit" als gevolg van meerdere uit voeringen, welke van dit prachtige werk hier plaatsvonden. De komst van het Concertgebouwor kest zal stellig door de Leidenaars in hoge mate gewaardeerd worden; Toneel Helaas beschikken wij nog niet over een schouwburg, welke zich eigent voor de opvoering van toneelstukken in groot se montering. Ook voor ditmaal is het derhalve onmogelijk gebleken Kalidasa's „Sakuntalo" of „De noodlottige ring", een klassiek spel uit India, zich vol trekkend in de vijfde eeuw, naar hier te brengen. Dit is een der beroemdste poëtische legendes uit de Indiase litte ratuur en wordt door middel van een bezetting van niet minder dan 25 per sonen te Den Haag ten tonele gebracht. Van de 16 opvoeringen is die op 8 juli in de Kon. Schouwburg te Den Haag echter voor de Leidenaars gereserveerd. Het vervoer geschiedt met autobussen. „Sakuntala" is de naam van een vogel, hier die van een „half hemels meisje". Een koning belooft haar tot zijn vrouw te maken en geeft Sakuntala tot onder pand een ring, waarmee zij alle deuren kan openen. Later blijkt hij deze ganse toezegging vergeten te zijn. Het noodlot wil bovendien, dat het meisje de ring verloren heeft. Wanneer zij in het pa leis komt, herkent de koning haar zelfs niet. Dan grijpen de Goden in, de ring wordt als door een wonder teruggevon den en als de koning de ring ziet, her innert hij zich alles. Het stuk eindigt dan ook blij met een huwelijk tussen de koning en Sakuntala. Het is door Bert Voeten uit het Saus- kriet bewerict; Jurriaan Andriessen schreef er jnuziek bij. Het wordt ten tonele gevoerd door de Stichting Ned Toneelmanifestatie, on der regie van Cees Laseur. De acteurs en actrices zijn gekozen uit leden van onze grote toneelgezelschappen. Van hen noemen wij: Han Bentz v. d. Berg, Al- bert van Dalsum, Pim Dikker, Joh. Fiolet, Coen Flink, Pieter Lutz, Lia Dorana, Lies Franken, Mia Gooszen en Sigrid Koetze Öok deze voorstelling zal voorzeker door vele stadgenoten gezien willen worden Tenslotte worden nog besprekingen over een Spaanse dansavond in de Leid se Schouwburg op 3 Juli gevoerd, waar over eventueel nadere gegevens zullen volgen. Concluderend mag vastgesteld, dat de Commissie Kunstmanifestaties ook thans niet heeft stilgzeten en men een aantal belangrijke avonden tegemoet maf zien! De jonge leeuwen Meeslepend filmverhaal Luxor Vrijwel alle beroemde litte raire werken komen eens aan de beurt om verfilmd te worden. Het mag lang of kort duren, eenmaal komt de dag, dat de filmmensen er de hand op leggen. Zo was het te voorzien, dat ook Irwins Shaws opzienbarende boek „De jonge leeuwen" de filmers in handen zou val len. Het was regisseur Edward Dmytryk, die de zware taak op zich nam deze oor logsroman in zwart en wit gestalte te geven op breed doek. Een zware taak, niet alleen, omdat het altijd een riskante onderneming is een succesrijk verhaal met andere middelen opnieuw te ver tellen, maar bovendien: Shaws werk is verre van opwekkend. Integendeel, het is bijna fgrijselijk in zijn realisme, weer zinwekkend in zijn onthullende detaille ring en spijkerhard, waar het de gedra gingen van de soldaat in oorlog betreft. Maar Shaws meesterlijke verteltrant zorgde ervoor, dat uit deze sinistere ele menten toch een boeiend relaas tevoor schijn kwam. Dmytryk moet van deze rauwheid en wreedheid wat terugge schrokken zijn, want in zijn film heeft hij de scherpste kanten van het verhaal afgeslepen. Een sprekend voorbeeld daarvan is de figuur van de Duitser Christian Diestl. Van zijn in de loop der oorlogsjaren steeds toenemende wreedheid is vrijwel niets meer overge bleven. Tot het einde van de film blijft hij sympathiek, een niet willig slacht offer van het nazidom, een idealist, die voortdurend heen en weer geslingerd wordt tussen zijn plichtsbesef en ver achting voor de afschuwelijke slachting, die oorlog heet. Veel sterker is de sfeer van Shaws oorspronkelijke werk getrof fen in de persoon van Noah Ackerman, de dromerige, schuchtere Jood, die het in het leger zo zwaar te verduren heeft, door zyn collega-soldaten getart en ge treiterd wordt, maar zich in uren van nood als een opofferend kameraad doet gelden. De derde persoon, die in Shaws roman en dus ook in de film een belangrijke rol speelt is Michael White- acre, de revue-artiest, die met de twee andere hoofdfiguren niets anders dan de oorlog gemeen heeft. Deze rol is in handen van Dean Martin, die hem nogal in de grondverf laat zitten, integenstel- ling met zijn tegenspelers: Marlon Bran do, die een alleszins acceptabele Diestl op het witte doek zet, en Montgomery Clift, die op bijzonder gevoelige wijze de figuur van Noah gestalte geeft. Boek en film kwalitatief te vergelijken, is uiter aard niet doenlijk, de wijze van uitbeel den is zo sterk verschillend. Maar onge twijfeld is Dmytryk er in geslaagd een meeslepend filmverhaal te maken. Bijna drie uur duurt deze grootse produktie, maar zij boeit van het begin tot het einde. „Gejaagd door de wind" Op weg naar een nieuw record Casino Het aantal bioscoopbezoe kers, dat zich door de lengte van deze prachtige film-in-kleuren laat afschrik ken, blijkt bijzonder klein te zijn: dit produkt van David O .Selznick met vier sterren in de hoofdrollen trekt onver minderd grote belangstelling, nu al voor de zestiende week. Geen wonder, want deze film naar de boeiende roman van Margaret Mitchell bevat zovele pak kende scènes en echt-menselijke trek jes. dat deze toeloop naar Casino alles zins begrijpelijk is. Getuige a charge Meesterschap van Laughton Trianon Dat de film „Getuige k charge" geprolongeerd is, verwondert ons niets. Wie nog nooit onder de indruk kwam van het meesterlijk acteertalent van Charles Laughton en wij kunnen ons dat moeilijk voorstellen! zal na het zien van deze film daar toch wel op slag van overtuigd raken. Daarnevens is de inhoud zo uitermate spannend, mede door het originele slot. dat men deze film ongetwijfeld tot de beste in haar genre kan rekenen. Mariene Dietrich en T.vronne Power zijn Laughton's te genspelers in het boeiende gegeven en ook zij handhaven hun goede' naam ten volle! Vrouwen en spionnen Emotionele jacht op geheime documenten Lido Henri Vidal en Barbara Laage spelen de hoofdrollen in deze Franse film, waarin de adembenemende jacht VAN DEZE WEEK: op geheime documenten over een be langrijke uitvinding wordt uitgebeeld. „Action immédiate", zoals de oorspron kelijke titel luidt, is een opeenstapeling van zetten en tegenzetten in het geraf fineerde spel, waarin de organisatie „Kosmos" een grote rol speelt. Deze handelaars in geheime stukken moeten het echter afleggen tegen de jonge agent van de Franse geheime aienst, Coplan. die natuurlijk wel herhaaldelijk „lop" krijgt, maar op het laatste ogen blik toch weer winnaar wordt. Ook de laatste slag is voor hem, maar die is zo verrassend, dat wij er over zwijgen. Het spreekt vanzelf, dat in een film als deze. waarin in kort bestek een opeen hoping van gebeurtenissen gegeven wordt, die in werkelijkheid uiteraard over een lang leven van een geheim agent verspreid zijn, het ene spannende voorval op het andere volgt en dat op een dode meer of minder niet gekeken wordt. Liefde en jaloezie vormen een charmant accent in deze film, waarin de golven der emotie vaak bijzonder hoog gaan. „De trein van tien over drie Wild West Rex THEATER Het Wilde Westen blijft trekken bij een deel van het bio scooppubliek. De film „De trein van tien over drie" brengt weer nieuwe avonturen uit dit legendarische land van overvallen, heldhaftige misdaadbe strijders en hartstochtelijke liefdesavon turen. De film vertelt over de arrestatie van een bendeleider na een overval op een postkoets. Met die arrestatie is de bende niet uitgeschakeld, integendeel, want dan begint een strijd op leven en dood om de leider weer uit handen van het gerecht te krijgen. Daarin speelt een trein, waarmee hij naar elders vervoerd zal worden, een grote rol. Uiteraard ze geviert het recht tenslotte, maar voordat het zover is zijn er nog heel wat wilde tonelen te genieten. Tien jaar C.J.M.V. Irene Maandag 19 mei is het tien jaar ge leden, dat in de Kooi de C.J.M.V. ..Irene" werd opgericht. Kerkelijk zal dit tweede lustrum worden herdacht op zondag 11 mei 's avonds om zeven uur in de Kooikapel. De wykpredikant, ds. J. N. de Ruyter, zal deze avond het CJMV- werk belichten. Bovendien verlenen het gemengd dubbelkwartet „Musica" en de heer Brons uit Leeuwarden (kornet) hun medewerking. Zaterdag 17 mei volgt dan een fees telijke viering in het gebouw Prediker. Leden van alle afdelingen zullen hier de revue „10 x 1 10" opvoeren. LEIDSE LAGERE LANDBOUWSCHOOL Bevorderingen en invoering nieuw leerplan Aan de Leidse Lagere Landbouwschool zijn de volgende leerlingen bevorderd: van klasse III naar IV: P. Borreman, Leiderdorp; L. Dijkstra, Hazerswoude; P. Koot, Leidschendam; J. v. d. Laan, Wassenaar; J. Voets, Hazerswoude; J. v. Vliet. Hazerswoude. Van klasse II naar III: N. Alkemade, Wassenaar; A. Bos, Wassenaar (v.w.); L. v. d. Eyk, Leidschendam; L. Knijnen- burg. Wassenaar; J. Kromhout, Rijns burg; G. v. d. Lip, Hazerswoude; G. de Ruyter, Oegstgeest; P. v. d. Voort, Voor schoten; J. Wassenaar, Voorschoten; C. Westgeest. Zoeterwoude; J. v. d. Wolk, Leiderdorp; P. Zandbergen, Noord wijk; T. Zandbergen, Rijnsburg; A. Verboon, Voorburg; niet bevorderd 1 leerling. Van klasse I naar II: C. Alkemade, Hazerswoude; S. Brussee, Sassenheim; A. Dyker, Den Haag (v.w.); D. v. d. Duyn, Noordwijk; J. v. d. Eyk, Hazers woude; J. Koek. Voorschoten; H. Kwa- kernaak, Hoogmade; P. de Rijk, Wou- brugge; niet bevorderd 4 leerlingen. Om een betere aansluiting bij de lagere scholen te krijgen heeft het be stuur besloten voortaan het schooljaar te laten beginnen op 1 september. Tevens wordt dan, mits de goedkeuring van het departement wordt verkregen, het nieu we leerplan ingevoerd. Leerlingen, die zeven klassen van de lagere school heb ben doorlopen en in de landbouw werk zaam zullen zijn. moeten dan vijf dagen per week naar school, in de tweede klas se vier dagen en in de laatste klas drie dagen. In september 1959 kan dan het volle dige nieuwe programma worden inge voerd. Dat betekent na de zesde klas van de lagere school in de eerste vijf dagen, in de tweede klas vijf dagen, in de derde klas vier dagen en in de vierde klas drie dagen naar de Lagere Landbouwschool.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 3