KINDERJURKJES
ONS MENU
Een Zoeklicht
ZATERDAG 3 MEI
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 3
Spiegeltje, spiegeltje aan de ivand
van 's werelds grootste mode-ontwerpers
VAN DE WEEK
v OP DE BOEKENMA RKT~)
Bij de verzenbundel van Pierre H. Dubois
DE MAN, DIE miljoenen vrouwen het leven redde
Advertentie
Zeg Parijs, zeg mode. En iedereen, ja, zelfs
meneer die van mode niets afweet, denkt: Dior.
Zeg mode, zeg Parijs, en iedereen die ook maar
een beetje ingewijd is, denkt aan Balenciaga en de
Giventhy, de twee avant-garde ontwerpers, die
met hun futuristische scheppingen in de marge
van de gangbare'mode staan, doch niet zelden de
grondslag leggen voor iets nieuws. Ze zijn de
grote twee, de artiesten van de Franse Haute Cou
ture. Hun creaties werpen hun schaduw ver voor
uit. Balenciaga en de Givenchy vormen met Dior
die niet voor morgen, maar voor vandaag ont
werpt, het trio dat internationaal de toon zet.
Zeg nogmaals Parijs, zeg nogmaals mode, en
wie de verslagen van de Franse voorjaarsshows
nauwkeurig heeft gevolgd, denkt niet alleen aan
de zakjurk (die nog steeds recht van spreken
heeft), maar ook aan het kinderjurkje- voor-vol
wassenen, dat de ware nouveauté van het seizoen
is en de mode zozeer vooruit, dat het op dit ogen
blik nog verre van ingeburgerd is. Het kinder-
Parijs, mei 1958.
jurkje (bij uitbreiding: kinderpakje) is vooral het
stokpaardje van de drie grootsten in Parijs, die er
diverse en onderling verschillende interpretaties
van geven. Dior brengt het onder het motto van
het trapezium, Balenciaga en de Givenchy bren
gen het zonder nadere aanduiding. Terwijl Diors
trapeziummodellen een ruime, glad uitstaande rok
hebben, bepalen Balenciaga en de Givenchy zich
vooralsnog tot de rechte rok, terwijl ze bovendien
niet hun toevlucht nemen tot accessoires van iet
wat kinderlijke allure, zoals heel korte witte hand
schoentjes, onnozele, kleine achteroverhoedjes of
achterovergedragen grote, strooien bretons, zoals
de kleine meisjes aan het begin van deze eeuw ze
op haar loshangend haar droegen
Diors kindermodellen zijn voor de gemiddelde
jonge vrouw die met haar tijd meegaat, de creaties
van Balenciaga en de Givenchy zijn voor de
vrouw van de wereld, die elegant is en de mode
ver vooruit.
j. v.
Gewoon thuis
Uw haar wassen met
POLYCOLOR
KLEURSHAMPOO
bijgetint (niet geverfd)
in Uw natuurlijke kleur
desgewenst een nieuwe
modieuze tint
zo'n enkel grijs haartje
spoorloos verdwenen!
Wanneer men bedenkt hoe gezond en voedzaam vis wel is, zou men beslist
wensen dat vis in ieder gezin toch minstens eenmaal per week op tafel kwam.
Gaat dat vervelen? In het geheel niet wanneer men maar voldoende variatie in
de bereidingswijze aanbrengt. Niet steeds weer een gebakken of gekookt visje!
Ook visschotels, goulash van ris, viskoekjes, risragoüt en niet te vergeten: ge
stoofde vis, doen het uitstekend en geven aan de maaltijd steeds weer de zo
gewenste verrassende noot.
ZONDAG schelp met garnalenragoüt, kalfsfricandeau, bloemkool,
aardappelen, fruitsla.
MAANDAG bloemkoolsoep, rest koud vlees, andijvie, gebakken aard
appelen. rabarber.
DINSDAG rauw gebakken aardappelen met uien en kaas, gemengde
sla.
Handige
voordelige tube
voor twee wassingen t 1.95
Bij alle drogisten en parfumerie
zaken.
-
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
ZATERDAG
omelet, spinazie, aardappelen, roombotersaus, caramelvla.
spinaziesoep, blokjes nier met rookspek en uitjes, sla,
aardappelen.
gestoofde vis, aardappelpuree, postelein, griesmeelpudding
met bessensapsaus.
kerrierijst, fruit.
Pierre H. Dubois. Ademhalen. A. A. M. Stols.
's-Gravenhage 1956.
Hoe dwaas is het eigenlijk om bij verzen te gaan zitten peuteren
over wat toch eigenlijk technische kwesties zijn. Er zich over te gaan
opwinden of bepaalde verzen modern zijn of niet modern; of men
rijm mag gebruiken of niet; of bepaalde woorden in de poëzie te veel
gebruikt zijn of nog niet; kortom te gaan zitten uitkienen wat het
beste recept is om een vers mee te schrijven, niet volgens de regels
van de kunst, maar volgens de regels van de mode.
Natuurlijk, men kan bezwaren maken tegen sommige verzen.
Terecht kan men een dichter verwijten, dat hij een epigoon is. Dat hij
dus de gevoelsnuances van tijdgenoten of voorgangers in een nage
noeg eendere vorm giet en dan aanbiedt als de zijne. Men kan hem
verwijten, dat hij flauwe liedjes maakt en dus niet toekomt aan het
terrein waarop de poëzie zicht krachten haar aard behoort te bewegen.
Men kan hem verwijten dat hij er zich met een Jantje van Leiden
afmaakt en dus slechts een vage echo laat horen van wat hij eigen
lijk zeggen wil. En ten slotte kan men een dichter voorhouden dat
hij zich alleen maar verbeeldt een dichter te zijn.
Doch verder moet men niet gaan,
vind ik. Poëzie is een zeer persoonlijk
ding, want die blijft nu eenmaal de
afspiegeling van dat ongenaakbare ter
rein in de mens, dat men het zieleleven
pleegt te noemen. Dat terrein, dat bij
velen braak ligt, bij anderen slechts
onlustgevoelens afstoot, bij weer an
deren de kern van hun bestaan uit
maakt en dat bij dichters zo direct on
der de oppervlakte van het bewustzijn
ligt. dat zij gedwongen zijn en dat is
hun gave om de doorbrekende be
wustwording daarvan vorm te geven.
Zo bezien is het dus ook geen wonder,
dat poëzie wel altijd een zaak zal blij
ven van weinigen voor niet-velen.
Want niet velen nemen de moeite hun
sensaties van lust of onlust, van geluk
of ongeluk, van extase of ellende te
ontleden. De mens is een geestelijke
luiaard, die zich maar liever niet ver
diept in het eigen wezen, laat staan in
dat van anderen. En dat is nu juist wat
verzen van een lezer eisen; dat hij van
ziel tot ziel men vergeve mij dit
grote woord, ik weet geen ander zal
gaan staan met een ander mens, in
casu de schrijver van de te lezen ver
zen. Op dit terrein gevestigd, is poëzie
dus eigenlijk een eenvoudige kwestie
en tevens een onuitputtelijke. Zolang
de mens leeft, zijn er verzen geweest
en zullen er verzen zijn en de vorm en
de woordkeus is een tijdelijke zaak. Dit
zou gemakkelijk te bewijzen zijn, on
danks de bewering van een experimen
teel onderdaan, die alle poëzie dood
verklaard heeft behalve die van hem
en zijn bendgenoten. Kassian, zo'n
nieuw zieltje toch. Waarom ik dit alle
maal zeg? Wel, om de eenvoudige reden
dat ik een bundel poëzie gelezen heb
van een dichter, die ongegeneerd
ouderwets (dit woord dan gebruikt in
experimentele zin, want zelf erken ik
het niet als het om goede verzen gaat)
is en die ik ongegeneerd mooi gevonden
heb. Uit deze verzen is mij een wezen
tegemoet getreden, dat mij boeit en dat
mij op geheel eigen wijze spreekt over
dat terrein, dat ik zojuist het onge
naakbare genoemd heb. Ik heb mij
verdiept in het verblijven van deze
mens op de grens van dag en eeuwig
heid; precies op die grens in evenwicht
op de momenten van het vers. De ver
zen van Dubois spreken bijna alle van
dat ene ogenblik, waarop de dichter
toe zou komen aan wat buiten de da
gelijksheid ligt; een puur geluk, een
waar contact een metafisische zeker
heid. Hij steekt als het ware in ieder
vers zijn hoofd boven de nevel der on
zekerheid uit om het in de laatste re
gels weer terug te trekken binnen zijn
gewone omgeving. Dan beschrijft hij
wat hij even heeft waargenomen en
door zijn woorden heen speelt de moe
dige teleurstelling, omdat hij zich niet
langer boven heeft kunnen houden.
Zichzelf boven heeft kunnen houden,
want de dichter Dubois is een beschei
den mens, die nooit of te nimmer in
zijn verzen iets of iemand de schuld
geeft van de onmaoht, die hem even
wel tot zijn verzen brengt Hij komt ook
nooit toe aan een waarlij'ke verlossing,
want hij is en blijft de dichter, van
het grensgebied. Hij heeft zich geen
wereld buiten deze gebouwd, maar hij
heeft er wel een vermoeden van. Hij
houdt zich niet willens, maar wel we
tens met de voeten op de grond, want
dan is het dat hij zijn tijdelijk contact
met het verlangde kan vinden in sim
pele dingen: de ogen van een hond. een
luisterend kind, de regen, een maan en
de wind. een deur. die in het slot valt.
een hand.
„Ademhalen" heeft Dubois zyn grote
bundel genoemd, die een keuze bevat
uit vroeger werk en voor ongeveer de
helft nieuwe gedichten. Het is niet te
verwonderen als men bij deze titel
denkt aan de regel van de oudere
dichter J. C. Bloem: „Leven is niet veel
meer dan ademhalen". Dat Dubois
zich echter niet op het terrein van
Bloem begeeft, blijkt duidelijk wan
neer men Bloems vers „Ademhalen"
uit „Media Vita" legt naast Dubois'
„Bevrijding". Men zou desnoods enige
menselijke verwantschap tussen Dubois
en Bloem kunnen aanwijzen; ver
wante dichters zijn zij volstrekt niet.
En is er beter bewijs voor de eigenheid
van Dubois' dichterschap?
Clara Eggink.
Bij de foto's:
1) Een „kinderjurkje" van Dior, ge
ïnspireerd op de kinderjurkjes, die u
in uw heel prille jeugd gedragen hebt.
Een donkergrijze, gespikkelde wollen
stof als uitgangspunt, voorts een ronde
halsopening zonder kraag, geen buste,
een rokzoom net onder de knieën, een
onnozel achteroverhoedje, korte witte
handschoentjes, die net tot de pols
knobbel reiken. Het geheel is een
wandeltenue, dat gelijke tred houdt
met de mode, al is het dan ook van
een stijl, die pas bezig is in 'te bur
geren.
2) en 3) Twee voorjaarspakjes van
De Givenchy, die zeker niet tot de
meest futuristische of exotisohe ont
werpen van deze couturier behoren-
Ook al heeft de vrouiw. die ze draagt,
kennelijk haar bakvistijd achter de
rug, toch zit er in beide pakjes iets
dat aan de kleding van de nog niet uit
gegroeide veertienjarige doet denken;
de korte rok, de vlakke boezem, en
vooral de net iets te hoge taille zijn
daar, met de ruime, rechte rok aan
sprakelijk voor. Let ook op de overige
modieuze details; het heel korte jasje,
dat in een van de twee creaties zelfs
tot •bolerolengte werd gereduceerd, de
driekwart mouwen, de van de hals af
staande reverskraag, de duibbele
knoopsluiting in het ene en de brede
ceintuur in het andere ontwerp. De
kleur van beide pakjes is turquoise;
voor het pakje met de brede, hoog ge
plaatste ceintuur diende een wollen
stof met visgTaatdessin in relief; voor
het andere werd een wit gespikkelde
jersey gebruikt.
4) Korte tailleurjasjes, een ver
hoogde taille en een rechte rok, die
ruim om de heupen valt, zijn ook bij
Balenciaga de modekentekenen voor
morgen. U ziet ze hier verenigd in een
niet alledaags ensemible, dat karakte
ristiek is voor de jongste creaties van
de bekende Spaans-Franse modevonst.
Het 'tailleurtije is van turquoise wollen
stof, de blouse, de gestrikte 'taillesjerp,
die boven de taile zit, en de omvang
rijke hoed zijn van negerbruine or
ganza.
M
1. In 1848 trad de jonge arts Semmel
weiss in dienst van het gemeentelijke
ziekenhuis te Wenen, waartoe ook de
grootste kraamkliniek ter wereld behoor
de. De hygiënische toestanden lieten
echter veel te wensen over en de jeugdige
kracht stelde spoedig vast, dat het sterf
tecijfer onder de door de artsen behan
delde vrouwen 15.8 procent bedroeg, in
de vroedvrouwenafdeling daarentegen
maar 3.3 procent. Doch de artsen ver
klaarden echter, dat de kraamvrouwen
koorts een epidemische ziekte was.
2. Na ampele onderzoekingen ontdekte
Semmelweiss. dat de oorzaak gezocht
moest worden in het feit, dat de artsen
direct van de snijtafel naar de kraam
vrouwen gingen en daar zijn beste vriend
gestorven was aan een snede met een
mes, die bij een sectie gebruikt was, was
hij absoluut zeker van zijn zaak. Onmid
dellijk stelde hij een ingrijpend reini
gingsproces verplicht: handwassen in
chloorwater, heldere lakens, witte verf
3. Prompt nam het sterftecijfer onder de
vrouwen af en Semmelweiss kon zijn er
varingen bekend maken. Doch slechts
een enkele arts, professor Michaelis in
Kiel, richtte zijn kliniek in naar de aan
wijzingen van Semmelweiss. Nadat hij
zich van de verbluffende resultaten van
de grotere hygiëne had overtuigd noem
de hij zichzelf een moordenaardie dui
zenden van het leven had beroofd. In
wanhoop maakte hij een einde aan zijn
leven.
4. Maar in Wenen stuitte Semmelweiss
nog altijd op twijfel en tegenkanting en
tenslotte moest hij zelfs de stad verlaten
en naar zijn geboorteplaats Boedapest
terugkeren, waar hij overigens een eigen
kraamkliniek inrichtte. Daar werd het
leed van zijn „verbanning" gedeeltelijk
goed gemaakt door het bezoek van vele
ouders, die hem hun dank betuigden.
5. Maar het gevaarlijke gift, dat hij ont
dekt had, zou tenslotte zijn noodlot
worden. Tijdens een operatie sneed hij
zichzelf en toen hij kort daarop ziek
werd en plotseling de verschrikkelijke
verschijnselen van de kraamvrouwen
koorts bij zich herkende, werd hij gek
van ontzetting.
6. Hij werd naar de dr. Skodas Zenuwen
inrichting in Wenen gebracht, maar toen
hij voor het raam van zijn kamer tralies
zag, wilde hij uit het bed opstaan. Drie
stevige verpleegsters drukten hem echter
in de kussens terug. Hij zou de kamet
niet meer levend verlaten. Kort daarop
blies deze weldoener der mensheid de
laatste adem uit.
Recept: vanillevla met gebakken
appelschijven.
1 liter melk, 40 gr. custardpoeder,
60 gr. suiker, 2 appelen, kaneel,
roomboter.
Schil en boor de appelen, snijd ze in
schijven en bak deze in een koekepan
in roomboter, zoals gebruikelijk bij
bloedworst. Neem de appelschijven uit
de pan. leg ze voorzichtig in een vla-
schaal en bestrooi ze met een meng
sel van wat suiker en kaneel.
Maak van de melk. suiker en custard
poeder een gebonden vla en giet deze
over de appelschijven. De vla kan
warm zowel als koud gegeten worden.
Recept: Gestoofde ris.
500 gr. vis, citroensap, 50 gr.
roomboter.
De roomboter in een vuurvaste
schotel laten smelten. De vismoten
zouten en in de schotel leggen, wat ci
troensap erover sprenkelen en de vis
10 min. in de oven of op het fornuis
zachtjes laten stoven, de moten daar
na keren en verder gaar laten worden
in nog eens 10 minuten. De schotel
garneren met uitgetande schijfjes ci
troen.
Goed voorbeeld doet...
Zeker, haar grootmoeder en ook
haar moeder gebruikten reeds
MAÏZENA DURYEA en z\j volg
de dat goede voorbeeld. Vatidaar
haar lekkere groenten, smakelijke
soepen en smeuïge sausen. En als
haar vriendinnen vragen hoe het
komt dat zij zo lekker kan koken,
dan zegt zij„Goed voorbeeld dóet
goed volgen" en gebruik - zoals
ik - MAÏZENA DURYEA voor
het binden van groenten, soepen
en sausen. Dan zijn mislukkingen
bij voorbaat uitgesloten.
VARIA
Mevrouw Chiarina Serra, van Sardi
nië naar Rome gekomen, zat voor
het eerst in haar leven in een trein
en nog wel in de „Scandanavië-ex-
press". Ze zou met haar vijf kinde
ren naar Frankfort reizen om zich
daar te voegen by haar echtgenoot,
een Italiaanse emigrant, die als kok
in Frankfort werkt. Maar toen de
trein vertrokken was en moeder
appèl hield, bleken twee dochtertjes
zoek: Santa, van 15 jaar, en Imbe-
nia, van 13 jaar
Op een perron van het „Stazione
Termini" in Rome zaten die twee
meisjes in eikaars armen te huilen.
Toen een perronopzichter ze by de
stationschef had gebracht en de
reden van hun verdriet duidelyk
was geworden, belde de chef het
Ministerie van Vervoer op: Zou voor
deze ene keer de ..Scandinavië-
express even opgehouden mogen
worden?"
Het ministerie vond van wel, en
dies kwam de expres in Stimigliano,
een kien stadje ten noorden van
Rome, voor een onveilig sein tot
stilstand Moeder Serra en haar drie
kinderen, die ook al onraad hadden
geroken, werden uit de trein ge
haald. Een sneltrein in de richting
Rome werd tegengehouden om het
viertal mee terug te nemen.
Op het Stazione Termini vond
mevrouw Serra haar beide dochters
terug. Ze waren over het verdriet
heen en aten chocola. Want daar
voor waren zy, kort voor het ver
trek, immers uit de trein gestapt?
Ze wilden nog even vlug chocola
inslaan....
Strenge principes beheersten het doen
en laten van Alfred Hemmings. ryk
geworden in het broodbakkerybedryf
en hij was vast besloten dat zyn
geld niet de oorzaak zou worden van
een losbandig leven voor een zyner
familieleden. In zyn testament be
paalde hy daarom, dat de 350.000
pond die hy naliet, verdeeld moeten
worden onder hard-zwoegende. gelo
vige naamlozen, zyn familie moet
het doen met een handvolen
een zedepreek. Hemmings levensfilo
sofie was: Hard werken is de beste
medicyn tegen ontevredenheid. ..Ik
koester noch de wens noch c'.e be
geerte. dat welke van myn familie
leden ook in staat zal worden ge
steld een leven te gaan leiden van
„uitspattingen en oppervlakki ge
not", zo schreef de 74-jarige, in
maart gestorven, bakker.