Het voorjaar is er! Tropische planten hebben vochtige lucht nodig j Hannibal geloofde in zijn ster! De Het staat geschreven in de lucht Franse componist had succes met gewijzigde orkestopstelling Als hij deze slag gewonnen had dan zou Rome verloren zijn MAARHIJ MOEST SNEL HANDELEN T' ZATERDAG 12 APRIL WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 2 Kijkjes in de Natuur door Sjouke van der Zee Het is dan zover! Het voorjaar is er! Niet in aantocht, nee, het is er wer kelijk. Het staat geschreven in de lucht, een blauwe voorjaarslucht met grijze wolken, die zwaar van regen op de horizon hangen. Het glanst je tegen van de knoppen aan struiken en bomen, geelbruine aan de wilde krent, paarsbruin aan de elzetakken cn koolzwarte kantige knoppen langs slanke lichtgrijze essenstammen. Hel slanke lichtgrijze essestaanmen. Het klinkt in de zang van de vogels, in vroegte, als onze tuinen nog slapen in het ochtendgrauw. Boven alles uit de wilde stem van de zanglijster, de bruine vogel met de witte, zwaar gestipte borst, de onstuimige zanger, een van de eer ste, die ons goede tijding brengt. Reeds enige weken, ja zelfs begin januari 1.1., was hy op het appèl, maar nu. bij het plotselinge einde van de winter, nu is hij op zyn post en geeft z'n oude glansnummer ten beste. De merel, de zwarte met oranje gele snavel, ontbreekt evenmin op het con cert en niet zodra heeft hij van zyn hoge zitplaats af. een boom of een dakvorst, het aanlichten van de nieu we dag bespeurd, of hy laat zijn zoet vloeiende stem klinken, ter waarschu wing van de andere merels, even zo fraaie dofzwarte en geelgebekte vogels uit, naburige tuinen. Het heggemusje tiereliert er met zijn bescheiden versje doorheen, de mezen vullen de gaatjes in de ochtendsymfonie met korte, zagende toontjes, dat zijn dan de koolmezen, of met de hoge trillertjes, die behoren bij het blauwgemutste pimpeltje, onbeduidende geluidjes voor wie er niet oplet en er overheen hoort, maar vol betekenis voor degene, die de achtergrond kent van al dat opgewonden vogelgedoe. In onze jeugd jaren leerde men ons, dat de vogels zingen voor hun plezier en nog ont komen we niet aan de indruk, dat zo'n fluitende en kwaterende en met z'n vlerken staande spreeuw louter voor z'n genoegen bezig is. Op de school banken leerden we de lieve versjes over de zingende vogeltjes, die alleen maar uit blijdschap met het voorjaar zo gezellig te keer gaan. En waarom zouden we de jonge kinderen niet in een waan laten, die past bij hun leef tijd. Onze oudere jeugd weet echter meer, is tegenwoordig beter ingelicht. Die zangdrift van de vogels (van het man volk onder de vogels!) is geen blijd schap alleen, het is bittere ernst en heeft een duidelijke bedoeling: al zin gende begrenst het mannetje n.l. zijn grondgebied, dat zijn broedgebied gaat worden, waar hij straks met vrouwlief aan de nestbouw begint en waar het kroost wordt grootgebracht. Wie nu als vreemde man en soortgenoot probeert op dat gebied te komen, wordt als in dringer beschouwd en er ook naar behandeld. Of mishandeld, want zo'n stel concurrenten in de gunst der vrou wen kan heel vinnig plukharen, het geen we bij de vechtende merels maar al te goed kunnen zien. Laat ze plukharen, laat ze vechten, dat de veren er af vliegen, het bete kent voor ons, die de lange, grauwe, mistige winter beu zijn, een kentering. De hernieuwde vogelzang is voor ons een bevrijding, die we ieder voorjaar weer ondergaan met een frisheid en een overgave, als of we ze voor het eerst beleefden. Hoe zouden de bewoners van de tro pen toch staan tegenover hun natuur, die vrijwel zichzelf gelijk blijft, over- d»di§; ea rijk gevarieerd. Kennen zij de Jaarlijks terugkerende vreugde, onze vreugde, bij het openbloeien van een verjongde natuur, weten zij, hoe op het winterse hout de fijne zachtbehaarde knoppen langzaam uitschuiven, hoe een struik zich hult in een sluier van het teerste groen? Zouden zij begrijpen, hoe Je op een gure winterdag kunt ver langen naar zo'n uitbottende boom, naar de eerste zang van een lijster? En nu is het voorjaar! Misschien moeten we binnenkort toch weer in onze winterjas kruipen, misschien geeft april nog een witte hoed, maar er zullen geen sneeuwhopen met groe zelige gezichten achterblijven, want de zon blijft klimmen, iedere dag iets hoger en voor de winter is het pleit beslecht. Het wintervoer hangt onaan geroerd in de takken, een enkele mees komt nog wel eens even hakken op de kokosnoot of schommelen aan het pin- dasnoer, maar hij heeft andere zorgen aan z'n hoofd. Onze dribbelspreeuwen hebben zich in paren verspreid, ze zijn schuwer dan ooit en hun jas draagt de violette glanzen van het bruilofts feest. Eén vogel is er nog in onze tuin, die is bljjven „plakken", en van geen weg gaan wil weten. Zeer tot onze vreugde. DE ONBEWAAKTE WEG Bewogen Leven Kentering in Parijse muziekleven door nieuwe koers bij orkest- Lamoureux (Van onze Parijse correspondent) Het Parijse muziekleven, voor zover zich concentreert in de activiteit van de vier grote orkesten en hun (gelijk tijdige) programma's op de zondagmid dagen, heeft zich de laatste tientallen jaren zelden of nooit onderscheiden door vooruitstrevendheid of alleen maar door originaliteit. Men draaide steevast rond in een klein cirkeltje, waar men steeds weer dezelfde parade- circuspaarden rond zag draven, terwijl men ook door de hogeschoolkunst der dresseurs alias de dirigenten lang niet altijd in mateloze bewondering kon worden gebracht. En het argument waarmee deze troosteloze gang van zaken gerechtvaardigd moest worden, varieerde al evenmin. Het publiek zou alleen maar willen horen wat het al kende en zonder publiek kan helaas geen orkest bestaan. Subsidies van de overheid zijn er voor de Franse or kesten namelijk praktisch niet by en hun bestaan hangt dan ook doorlo pend aan de bekende zijden draad. Profiteurs mag men de Parijse orkest leden intussen zeker niet noemen, want hun gemiddeld honorarium per concert bedraagt meestal nog geen tientje Wanneer ze alleen van hun or kestwerk leven moesten het meren deel speelt ook voor de radio, de film of in het amusementsbedrijf dan verdienden die Paryse musici de boter nog niet op het brood en het niet in de pap. In deze (riesle situatie is sinds het be- n van dU seizoen een voorlopig no- bescheiden kentering gekomen. F.en der vier orkesten, Lamoureux, werd onder leiding geplaatst van de (Wit-) Russische dirigent Igor Markewitch, terwijl zich onder voorzitterschap van de componist Georges Auric een comité vormde met het doel de bestaanszeker heid der musici te garanderen. Op die basis werd het mogelijk ook artistiek een iets gedurfder beleid te voeren. De kwaliteit van het orkestspel ging „ho- renderoren" vooruit onder Markewitch vastberaden leiding, doch nóg verheu gender was zo mogelijk, dat het pu blick de concerten trouw bleef. Dit experiment werd dezer dagen be kroond, toen Pierre Boulez, de uiterst progressieve voorman van de „Jonge Turken" der moderne muziek, een nieuw werk. Doubles geheten, bU La moureux dirigeerde, dat hy in op dracht van het orkestcomité had ge schreven. Voorzichtigheidshalve had men zijn stuk aan het eind van het programma geplaatst, doch de bekende uittocht van melomanen, die nu eenmaal be wust doof willen blijven voor alle klan ken van hun eigen tijd, nam veel min der massale vormen aan dan men ge meend had te moeten vrezen. Na af loop was er natuurlyk wat geloei en gefluit van „protestanten", maar die bleven verre in de minderheid bij de rest van het publiek, die de 32-jarige componist vier keer terug lieten komen. In de opdracht voor het werk werd bepaald, dat Boulez een stuk moest schrijven, dat in maximaal drie repe tities zou kunnen worden voorbereid, en uitzonderlijke experimenten kon de componist zich dus niet veroorloven. Niettemin had Boulez een bijzonder stout, doch interessant, stukje uitge haald, door de opstelling der orkestle den radicaal te wijzigen. Hij streefde daarbij naar een „stereofonisch" klankbeeld, een vermenging van de timbres, waardoor de orkestgroepen werden' opgelost en dat bereikt werd door een totale verhuizing. De hoorns zaten op de plaatsen der concertmees ters, de bassen tussen het overige ko per en de andere strijkers waren over het hele podium verspreid. Zonder te willen beweren, dat iedere orkestpar tituur in het vervolg nu stelselmatig volgens Boulez' principe zou moeten worden ingericht, kan zeker wel wor den erkend, dat de componist met de geijkte instrumentale middelen hier een zeldzaam verrassend effect had gesorteerd, waarmee hij nieuwe wegen opende. En het is, als gezegd, bovendien heel verheugend, dat deze proef juist bij Lamourex genomen kon worden voor een forum, dat tot voor kort angstvallig voor ieder nieuwtje behoed scheen te moeten worden. Frank Onnen. want het is een fraaie wintergast. die met zyn soortgenoten, de vinken, weken geleden op de winterdis is neer gestreken en ons sindsdien is trouw- gebleven. Het is de keep, ook wel berg- vink en oranjevink genoemd. Een op vallend gekleurde vogel, die voor zijn prachtige familieleden, de gewone vin ken, niet onderdoet. Zijn hoofdkleuren zijn oranjebruin, zwart en wit. Bruin zijn rug en schouders, wit zijn de stuit ihet. ruggedeelte, waar de staart uit komt) en de buik, zwart zijn kop en mantel, dat is het ruggedeelte vlak achter de kop. Dit zwart is echter nu in het winterkleed een bijzonder ge tint grijs en dit is juist het kenmerk, waardoor deze noordeling zo opvalt. Hij gedraagt zich als een vink, drib belt net zo over de grond, pikt hetzelf de zaad. maar hij slaagt er ook nog in, met snelle vleugelslag voor een vetbol, in de boom gehangen, in de lucht te blijven staan en er de zaden uit te pikken. Of hij een blijvertje zal worden in onze tuin? Ik geloof het niet. Kepen zyn zwervers, doortrekkers, die in Noord-Europa thuis horen, hoewel ze soms in grote troepen en dan vaak met vinken samen door heel Europa heen passagieren. Zodra de onrust ook over hem komt, zal hij z'n koffertje wel pakken en plaats maken voor andere gevleugelde vrienden, waar we al vol verwachting naar uitzien. Het is voorjaar! De vogels roepen het van de daken. Het eerste onweer heeft het ons reeds met zware stem verkondigd. En de eerste radijsjes staan al op tafel! Hannibal had Scipio verslagen. In Rome zelf was men eerst verbaasd» daarna ontsteld. Door deze overwinning had Hannibal bereikt dat Afrika tegen een inval was beschermd! De legioenen bestemd voor de aanval op Carthago zelf waren nu bitter nodig om de indringer in het hoge noorden te verdrijven. In ijlmarsen rukte de consul Sempronius op en verenigde zich weldra met Scipio. Samen hadden ze nu ongeveer de beschikking over 40.000 man. Zij waren ongeveer even sterk in aantal als Hannibal. Het was winter, een slecht jaargetijde voor een grote veldslag. Doch Hannibal wilde zo gauw mogelijk een beslissende overwinning. Als hij dit leger versloeg, maar dan ook totaal, zouden alle stammen in de Po-vlakte naar hem overlopen. Dan zou de weg naar het zuiden voor hem openliggen! Hannibal was geniaal, dapper en slim. Geniale mensen zyn zelden slim. Hij had zich ter dege laten inlichten over de karakters van de consuls die tegenover hem stonden. Sempronius was eer zuchtig, hij wilde vóórdat zijn ambtsperiode verlopen was, met lauweren bekroond naar Rome terugkeren. De andere consul: Scipio, was bedachtzamer. Zijn bedacht zaamheid was reeds by Massilia gebleken. Hannibal wist dat Scipio daar een wijze politiek had gevoerd. Hij had de Carthagers niet aangepakt, zijn leger naar Spanje gestuurd, en zelf was hij naar Italië gegaan om de verdediging te kunnen organiseren. Aangezien Scipio nog altyd niet voldoende van zijn wonden was hersteld, voerde Sempronius het opperbevel. Hannibal treiterde hem door enige dorpen van aan Rome trouw gebleven Kelten te brandschatten. Bovendien arran geerde hij het zo, dat een afdeling Carthaagse ruiterij voor een Romeinse afdeling ruiters of de vlucht sloeg. Door deze maatregelen werd Sempronius tot de 6lag geprikkeld. Waarom zou hy bang zijn voor deze Cartha- ger, die niet meer mensen onder zyn vanen had dan hij? Die in zijn leger, zo deerlijk gehavend by de overtocht over de Alpen, horden Galliërs had opgenomen ter aan vulling? De Romeinse legioenen waren de beste ter wereld en de Romeinse organisatie was perfect. Sempronius had geen huurtroepen, Sempronius had mannen onder zyn vanen die vochten om de eer van het vaderland. En dat vaderland was de land-stad Rome! l Tropische planten, welke in droge kamers gekweekt worden, krijgen vrij wel allemaal gebrek aan vochtige lucht en dat is vooral in centraal verwarmde vertrekken zo Ik heb U er ook al eens meer op gewezen hoe belangrijk het is in zulke gevallen met lauw water te sproeien, doch dikwijls is dat niet vol doende. Als er hard gestookt wordt, is het water zo weer verdampt en de at mosfeer is dan opnieuw zeer droog. Ik heb U ook al eens gewezen op de diepe bordmethode; u neemt een diep bord en vult dat met water en daarin komt dan omgekeerd theeschoteltje en dan zo dat d" bodem juist boven het water uit steekt. Op dat geïmproviseer de eilandje kan de pot gezet worden; die staat dus wel met de voet vlak boven, doch niet in het water. Handige mensen hebben nu echter weer een nieuwe vinding gedaan: de plantendouche; overigens een wonder lijke naam voor een ring van plastic, die om de potrand heen gelegd kan worden. Die rand kan men vullen met water en op die manier zal de atmos feer plaatselijk veel vochtiger worden Vooral de bladeren zullen er direct van profiteren en dat zal de groei zeer ten goede komen. Zo'n plastic ring kan men in verschillende maten bestellen, voor elke bloempot is dus wel een maat in voorraad. Die ring kan men ook vul len met vochtig vcenmos. dat dan ook regelmatig vochtig gehouden moet worden. De plantendouche moet dus speciaal voor planten gebruikt worden, die gro te behoefte hebben aan een vochtig- atmosfeer. De flamingoplant behoort hiertoe in ieder geval. Anthurium scherzerianum is een uitstekende ka merplant. doch dient 's zomers tegen felle zon wel een weinig beschermd te worden. Zij kan ook tamelijk veel wa ter hebben en het is nuttig haar we kelijks in de gioeitijd een weinig opge loste kamerplantenkunstmest te geven. Zo'n plant zal echter ook wel eens ver pot moeten worden Indien zij nu niet bloeit of vol bloemknoppen zit, is het er nu de goede tijd voor. De bloemist kan dat werkelijk het best voor u doen. Vergeet niet dat onder in de pot wat scherven aangebracht moeten worden. G. KROMDIJK Zyn wendingen waren zo onverwacht, zyn aanvallen zo origineel opgebouwd, dat het de consuls in de war bracht zy kregen niet de tdjd zich op een juiste tegenaanval U bezinnen. De ene verrassende aanval volgde op de andere, De enorme frontaanvallen der Romeinen, die het Car. thaagse leger moesten splyten en verpletteren, werden bliksemsnel door flankaanvallen gestuit. Ganse troepen werden door de snelle ruiterij omsingeld en onder de voe: gereden. Geen enkele aanval was willekeurig. Alles vloeide voort uit een systeemdat de Romein niet kende. Door dat systeem werd in een vreselyke slag het Romeinse leger totaal vernietigd. Hannibal de Jonge aan voerder, Jong van Jaren, doch oud van uren, had gezege vierd. Deze geniale veldheer, die niet wist wat weifelen was had het leger van de best georganiseerde staat ter wereld verslagen. Wat waren de gevolgen van deze overwinning by de Trebia? Dat Rome, dat voor kort nog droomde over een militaire wandeling naar Afrika, nu zo in de hoek gedrongen was dat het slechts kon denken aan de ver- dediglng van Italië zélf. ii bali naarl leger slag werd geleverd aan de Trebia, in de laatste maand van het Jaar. Zelden is een veldslag met méér spanning tegemoet gezien. Zelden hing van een veldslag zoveel af. Historici hebben Sempronius ervan beschuldigd dat hy te overijld is te werk gegaan. Is dit verwyt wel juist? Mocht hy niet aannemen dat hy een grote kans had op de overwinning? Zyn leger was even talrijk en de Ro meinse soldaten waren de beste ter wereld. Wat kon hy winnen met wachten? De bondgenoten zouden door dat wachten maar onrustig worden en de weifelende Galliërs zouden Hannibal nog meer gaan steunen, omdat wachten de indruk zou maken van zwakheid! Neen, Rome had evenveel belang by een snelle over winning dan Hannibal. De vyand in de flank van Italië, in een gebied dat vurig verlangde naar een overwinning van Carthago en dat dicht was bevolkt, was reden genoeg om aan te vallen als de krachten over en weer gelyk waren. De slag by de Trebia was een vreselyke. Men kan de beide consuls niet van grote fouten beschuldigen, en men moet de dapperheid der legioenen blijven roemen. Zy waren bereid met hun lichamen een slagboom te vormen opdat de Puniër hun Rijk niet binnen dringen kon. Beide legers waren dapper, dus besliste de strategie. Hannibal, de zoon van Hamilcar Barcas, die van kinds been af in het leger was geweest, die als jongeling reeds de grote waarde der ruitery ontdekte by een slag in het open veld, kon zijn tegenstanders maken en breken. duizenden traden nu de Galliërs in Hannil I dienst. Ze voerden hem paarden toe zoveel hy maar| hebben wilde. En voedsel was er voor het grote lege? in ruime mate. De Romeinse legioenen verslagen! Voor de tweede kee: reeds. En nu met een aantal soldaten dat het aantal Romeinse soldaten niet had overtroffen! De tyding ver oorzaakte een schok! Ontevredenen, en zy die bang waren, dat Hannibi weldra hun bezittingen verwoesten zou en hun leven zoi nemen, (de boeren van het Italiaanse land) verhievei luide hun stem. De senaat werd ervan beschuldigd dat zy tot oorlog gedreven had. Ja, de aanzieniyken voeren] in de regel wèl bij een oorlog. Nieuwe gebieden, nieuw' land te verdelen, nieuwe handel. Nieuwebuit! Maar de boeren zouden de dupe van alles worden, ook al zou op de duur de oorlog gewonnen worden. Wat heeft een boer nog als zyn hoeve is verbrand, zyn zonen gevallen zyn, en zyn oogst verwoest? De boeren van Italië hadden niet meegedaan aan hetze tot oorlog. Nu eisten zy dat de indringer Hannibal •onmiddeliyk uit Italië zou worden gegooid, anders was het met de ganse boerenstand gedaan. De plantendouche met Anthurium 1 oèn werd, in duidelyke oppositie tegen de meerder heid van de senaat in, Flaminius, een vermetel aan voerder uit de Gallische oorlog, tot consul benoemd. In hem had men nog vertrouwen. Hy zou zo gauw mogelyk handelen. En dat moest gebeuren. De Apeny- nenpassen moesten worden bezet. Men moest voorkomen dat Hannibal vroeg in het voorjaar Italië binnenrukte. Dit laatste zou de ondergang zyn van de bevolking ten plattelande. Flaminius heeft zich gehaast. Zo snel hy kon is hy met zyn leger opgerukt naar Noord-Etrurië. zyn collega Ser- vilius stelt zich op by Arimium. De twee grote wegen naar het zuiden zyn stevig in handen der Romeinen. Voor Hannibal zou het onmogelijk zyn de passen over te trekken met zo'n leger tegenover zich. Scipio, inmiddels hersteld, vertrekt naar Spanje, tydens de afwezigheid van Hannibal dit land aan da Carthagers te ontrukken. Als hem dat gelukt, dan zal de weg terug voor Hannibal afgesneden zyn. De grote wegen stevig in handen der Romeinse legi oenen, Spanje op het punt om veroverd te worden door Scipio! Rome kan weer vrjj auemen. Uiteindelijk is die Puniër geen wondermens Het was nog niet eens voorjaar, toen Hannibal op rukte. Hij wist dat hy snel moest handelen en geen enkele slag kon verliezen. Hij rukte niet langs ge baande wegen zyn ondergang tegemoet. Hij forceerde zich een weg door de Ligurische bergen, veel westelijker dus dan men van hem verwachtte en toen hy die bergen door was, trok hy door de lage landen aan de mond van de Arno. Schryvers beweren dat deze tocht nog veel zwaarder is geweest dan de Alpentocht. Het laatste gedeelte van de marsroute ging door moerassig land. Honderden dronken, andere honderden werden doodziek door de moeraskoortsen. Hannibal zelf „verloor door moeras koortsen een oog". Wat betekent dat, dagen achtereen door moerassen trekken? Dat men geen plaats heeft waar men 's nachts zyn hoofd neer kan leggen. De wil van de legeraan voerder en het grote vertrouwen dat men in hem had, waren ook hier de redding. Men onderging alles omdat men het moest. Men ging steeds voorwaarts. Lyken van mensen en dieren tekenden hun weg. Zou Hannibal bereiken wat hy beoogde: achter een der Romeinse legers te komen, om het zodoende „op te kunnen rollen?" Hy zelf geloofde in zyn ster, zelfs toen de moeras koortsen en het vele smeltwater dat onophoudelijk van de bergen naar beneden stroomde, zijn leger teisterden. Zelfs toen de duizenden die hem volgden, beslijkt en doornat, byna omvielen van slaap cn uitputting. Dit was zyn weg, de onbewaakte, die hem de zo vurig begeerde overwinning moest brengen. Als hij deze slag gewonnen had, hoopte hy Rome en zUn bondge noten te kunnen scheiden. En dan zou Rome verloren zyn! REIN BROUWER.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1958 | | pagina 12