Opstandige Zuid-Soedan voelt zich
„gekoloniseerd" door liet noorden
een
Een verbaasde repatriant zag
dankc met een koffer sjouwen
Nog altijd diepgewortelde vrees van de zwarte
Afrikanen voor meer ontivikkelde Arabieren
Dreiging van „tweede Algerije"
Straalvliegtuigen volgend jaar
in Amerika"* burgerluchtvaart
Vooral vrouwen hebben er hele
toer aan zieh aan te passen!
moeten Ieren zelf liet liuis te doen'"
97ste jaargang
Zaterdag 29 maart 1958
Derde blad no. 29404
Een gespleten land in vogelvlucht
(Van onze
Khartoem, maart. Aardrijkskunde zou in
vliegtuigen onderwezen moeten worden. Behaag
lijk lunchend op tweeduizend meter boven de
Soedan, ziet men in één oogopslag de ontmoeting
tussen twee werelden. Bij de koude kip vliegt men
boven een gelige woestijn met kamelen, vrouwen
die water in oude petroleumblikken op het hoofd
dragen en peinzende heren in Arabisch gewaad
aan de oever van de brede Nijl. Bij het sinaas
appeltje toe wordt het landschap ineens vochtig,
welige grasvlakten met ronde negerkralen, olifan
ten, leeuwen en zwarte mannen met speren.
Arabië ontmoet Afrika, uit de twintigste eeuw
van het vliegtuig ziet men het rendez-vous van
de middeleeuwse islam met de pikzwarte pre-
Een schielijke overgang: de rijzige Dinka, misschien christen, vermoedelijk
heiden, die door Juba flaneert, alleen maar dan ook uitsluitend gekleed in een
deukhoed met een spiegeltje in de bol, waarin hij op gezette tyden stralend van
biydschap zijn donker aanschijn bekijkt, moet als goed Soedanees burger stelling
nemen inzake Eisenhower-doctrine of Pact van Bagdad!' De Sjilloeks, wier
instinct tot zelfverfraaiing tot uitslaan der eigen ondertanden noopt slechts hun
vreemde koning draagt al zijn tanden en heeft dochters, die erg nors zyn, omdat
zij bij traditie niet mogen trouwen worden als loyale Arabieren geacht een
kolossale hekel aan Israël te hebben. De Noeër-kryger, die de helft van de dag
aan zijn door koemest geschraagde coiffure besteedt, behoort van verontwaar
diging over te koken over de Franse onderdrukking van Algerije.
Naakte negers en de
wereldpolitiek
Vervelend genoeg voor Khartoem doet
dit alles de Sjilloeks, Noeërs, Dinka's,
Koekoe's, en al die andere Afrikaanse
veehouders, jagers en vissers, hoege
naamd niets. Zij hebben slechts een
eensgezinde hekel aan Khartoem zelf,
aan de meer ontwikkelde noordelingen,
die hen besturen, aan de hele Arabische
Islam met al zijn minaretten. Vooral in
Cost-Afrika betekent het woord Arabier
maar één ding: slavernij! Miljoenen Af
rikanen zijn er een paar honderd jaar
lang rillend van angst de bossen voor in
gevlucht. Die herinnering huivert van
daag in Juba na in een grondeloos wan
trouwen tegen alle bedoelingen van
Khartoem. De zuidelijke provincies, die
net zo weinig bij Khartoem öf Omdoer-
man passen als Nieuw Guinea bij Dja
karta, voelen zich vandaag volstrekt
niet onafhankelijk, maar integendeel
uiterst gekoloniseerd. Zulks tot wan
hoop van de goedbedoelende en bekwa
meren onder de noordelijke administra
teurs. die menen dat de zuiderlingen
hun paar dozijn talen beter voor het
Arabisch kunnen inruilen en, dat hun
snelste evolutie kans binnen het ka
der der Groot-Soedanese onafhankelijk
heid ligt. Er is nauwelijks één zuiderling
die het gelooft! Nog geen twee jaar te
rug kwam het zuiden zo maar in op
stand tegen de regering, er vielen aan
weerszijden honderden doden. Van wer
kelijke verzoening is sindsdien nog geen
sprake. Tevergeefs doen de nationale
partijen moeite in het zuiden meer aan
hang te verwerven. Bij de jongste ver
kiezingen werden er in de 45 zuidelijke
districten 36 zuidelijke kandidaten ge
kozen van de federale en liberale par
tijen. En de verkiezingsvanen zeiden
duidelijk: zelfbestuur, federatie, Ara
bisch een vreemde taal, niets te „Nas-
seren", niets te Arabische liga'en enz.
Tegen federatie
De noordelijken, die, af en toe uit hun
rol vallend, over achterlijke heidenen"
spreken of de schuld (niet altijd geheel
ten onrechte) bij missie of zending zoe
ken, willen niets van federatie weten,
daar zij vrezen, dat dit een eerste stap
naar onafhankelijkneid van het zuiden
of zelfs aansluiting bij Oeganda zou be
tekenen. Mogelijk, maar bij die uit
spraak tuimelt er ineens een nele serie
koloniale apen uit de smetteloos blanke
mouw van de Bandoeng-moraal. De
Noord-Soedanees, die gilt van veront
waardiging over Algerije, vergeet on
voorzichtigheid, dat hij morgen aan de
dag een nauwkeurig evenbeeld van de
reisred acteur)
(V)
historie. Een hartelijke samenkomst is het niet.
Men moet voor de reis naar Juba. de hoofdstad
van de Zuid-Soedan, die aan de Kongo en
Oeganda grenst, een vergunning in Khartoem
halen. Nog steeds zijn de zuidelijke provincies,
waar V/2 miljoen Afrikaanse negers wonen, de
„gesloten districten" uit de Britse tijd, door de
Britten geïsoleerd om de primitieve bevolking te
beschermen tegen exploitatie door Europeanen of
meer ontwikkelde Noord-Soedanezen. De uitwer
king is averechts. Uit de broeikas der Britse pro
tectie geraakten de zwarte naakte Nilo-Hamieten
der Afrikaanse savannes, moerassen en regen
wouden plotseling in de tocht der Arabische onaf
hankelijkheid!
de duur uit leren, dat de scheidslijn
blank-bruin niet de enige bron van het
kwaad der wereld is, dat er natuurlijke
tegenstellingen van .belangengroepen
zijn, die alle Bandoengse vereenvoudi
gingen doorkruisen. Zulke onderlinge
botsingen worden met de dag talrijker.
Het latente conflict in de Soedan is er
één van.
De botsing tussen Arabisch bruin en
Afrikaans zwart is ook elders op dit
grote continent voelbaar. Meer en meer
Afrikaanse nationalisten-leiders laten
Een taxichauffeur
in Stockholm heeft
't niet gemakkelijk
(Van onze correspondent te
Stockholm)
Zweden is niet alleen het land van
de schone vrouwen er zijn ook
knappe mannen. De agenten in
Stockholm bijv. kunnen zo uit een
film zijn wegelopen. Ze zijn niet
kleiner dan 1.80 meter, hebben een
goed figuur en een keurig uniform.
Kleren maken trouioens de man.
Daarom ook zijn er strenge bepalin
gen voor de kleding van taxi-chauf
feurs. Een buitenlander krijgt hier
de indruk door een chauffeur van de
hofhouding te ivorden opgewacht:
donkerblauioe uniform, blanke kno
pen, eenkleurige das, enz. alles
staat in de instructie.
De laatste tijd is het echter voor
gekomen, dat enkele chauffeurs aan
een al te persoonlijke noot de voor
keur gaven. Zo heeft iemand tijdens
de dienst zijn pet afgezet. Een an
der kwam met een geruit hemd en
een derde had zijn das iets te los ge
bonden.
Zij werden ter verantwoording ge
roepen en kregen een geldboete.
Ook de leider van het taxi-bedrijf
komt er niet onderuit. Hij heeft vol
gens het reglement toe te zien dat
het personeel „behoorlijk gekleed
het werk begint en had moeten ver
bieden dat iemand een rode das bij
een blauw pak droeg. Dat gaat toch
niet Wat zou de buitenlander
wel van Stockholm moeten denken
Ook degene, die een chauffeur met
bruin hemd en blauwe puntjesdas in
dienst had, kreeg een boete.
Wij vrezen voor de taxi-chauffeurs
dat zij het nog moeilijker zullen krij
gen nu een 30-tal vrouwelijke agen
ten - ieder vergezeld door een man-
Nieuive manier van instappen: moderne
stationsgebouwen krijgen ..kaden
(Van onze Amerikaanse correspondent)
Het jaar 1959 zal een belangrijke ver
andering brengen in de Amerikaanse
luchtvaart. Omstreeks 1 januari zal de
maatschappij American Airlines straal
vliegtuigen gaan gebruiken in het bin
nenlands verkeer en een vloot van 30
Boeing's 707 is daarvoor in de maak.
Die "vliegtuigen zullen wel op tijd
klaar komen, maar het zal nog enige tijd
duren, voordat een behoorlijk aantal
Amerikaanse burgervliegvelden volledig
zal zijn ingericht voor straal toes teil en.
Op 1 januari 1959 zal eigenlijk alleen
San Francisco over een startbaan be
schikken die aan de modernste eisen
voldoet.
Een baan voor straalvliegtuigen moet
extra lang zijn, willen deze toestellen
met hun maximaal gewicht aan bagage
en passagiers de lucht in komen. Zo lang
sommige banen niet gemoderniseerd
zijn. zullen de toestellen vandaar moe
ten opstijgen met minder gewicht.
Niettemin wordt het plan om in 1959
straalvliegtuigen te gaan gebruiken niet
uitgesteld en men kan verwachten dat
steden als Los Angeles. San Francisco,
New York, Chicago, Boston, Baltimore
en Detroit binnen afzienbare tijd zullen
profiteren van het modernste vliegver
keer. Washington D.C., de Amerikaanse
hoofdstad, zal moeten wachten tot het
nieuwe vliegveld Chantilly gereed is. Na
tional Airport, dat thans het vliegter
rein is voor Washington, heeft geen
ruimte genoeg voor straalvliegtuigen.
Aanvankelijk hadden luchtvaartautori-
nelijke collega - dienst zijn gaan
doen. Het vrouwelijk oog ziet veel
vlugger, dat een knoopsgat is uitge
rafeld, hetgeen voor de taxi-chauf
feurs ook strafbaar is
teiten nogal bezwaar tegen het oorver
scheurende geluid, dat straalmotoren
zouden maken. Het schijnt echter dat
het lawaai van de Boeing's aanmerkelijk
is gedempt.
De langste startbaan van Idlewild. he|
grootste vliegveld van New York. is of
het ogenblik ruim 3 km. lang. Deze baaa
zal in 1959 verlengd worden tot ongeveer
4 km. En dat schijnt voldoende voor vol
ledig geladen Boeing's 707.
De breedte van de baan moet ongeveer
40 meter bedragen.
Wanneer de nieuwe gebouwen van
American Airlines klaar zullen zijn,
zullen de passagiers niet meer van de
begane grond via een aangerolde trap in
het vliegtuig worden geleid.
De instap-manier wordt aanmerkeiyk
gewyzigd en men zal meer het gevoel
hebben zich aan boord te begeven va*
een zeeschip: van de eerste verdiepinf
van het stationsgebouw zullen „loop
planken" (luchtbruggen dus) worden
uitgestoken naar de deuren van het
straalvliegtuig. Een modern stationsge
bouw zal verscheidene uitstekende „ka
den" hebben, waarlangs de vliegtuigen
kunnen parkeren.
De vliegverbindingen in de Ver. Sta
ten worden dus veel sneller. Vliegtijden
worden nog niet bekend gemaakt.
Men hoopt, dat er geen race zal ont
staan, wanneer ook andere maatschap
pijen straalvliegtuigen gaan invoeren,
want „racen" met dit soort toestellen is
heel kostbaar en maakt economische
exploitatie moeilijker.
Leken schatten dat een tocht van de
Stille- naar de Atlantische Oceaan niet
langer dan vier uren zal behoeven te
duren. Dat is ongeveer eens zo snel als
de tijd die men in 1958 voor zulk een
tocht nodig heeft!
Evacués in
verwarring
(Van een speciale medewerker)
Het gebeurde onlangs bij de aankomst van een
Engels charterschip met repatrianten uit Indo
nesië. De debarkatie was in volle gang en bij de
loopplank dromde een plukje kouwelijke evacué's
samen, wachtend op een paar laatkomers van hun
groep, om samen het schip te verlaten. Eén van
hen was een klein, oudachtig mannetje, dat zenuw
achtig stond te trekken aan een grote hutkoffer
die zijn spaarzame bezittingen bevatte. Een boom
van een kadewerker kwam naderbij slenteren,
stak een harige hand uit en zwaaide de loodzware
koffer zonder moeite op zijn schouder om hem de
valreep af te dragen. In stomme verbazing zag de
kleine evacué dit wonder gebeuren een blanke
die koffers sjouwt en hij wist toen niets beters
te doen dan de man een tientje in de hand te
drukken, hetgeen deze echter met een vorstelijk
gebaar van de hand wees
Dit kleine voorval typeert eigenlijk in al zijn
simpelheid het hele repatriantenvraagstuk.
De evacué's uit Indonesië belanden hier in een
samenleving, waar de verhoudingen geheel anders
liggen dan in hun geboorteland. Ontredderd als
zij veelal reeds zijn door de vernederingen en
plagerijen, in Indoriesië ondergaan, worden zij nu
geconfronteerd met een levenspatroon dat velen
van hen in grote verwarring brengt, omdat zij er
de zin niet van begrijpen. Het grootste probleem
van hun aanpassing is dan ook de vraag of het
hun gelukken zal dit alles geestelijk te verwerken.
Vergeleken daarbij zijn de verschillen in klimaat,
in voeding en in de andere dingen des dagelijksen
levens, maar kleinigheden.
Algerijnse tragedie in eigen iand voor
eigen neus kan krijgen, wanneer het
zuiden nog eens in opstand komt en de
onderdrukking minder vlot verloopt.
„Mislukte aanpassing van een bevol
kingsgroep, binnen kunstmatige gren
zen, gedwongen, vereend met een onge
lijksoortige meerderheid men
hoort de afgevaardigden der ex-kolonia
le mogendheden al gniffelen bij zo'n
revanche-kans in een V.N.-debat. Welke
Europeaan gnoof niet toen op de Afro-
Aziatische solidariteitsconferentie in
Cairo waar de gekleurde gedelegeer
den het wereld-monopolie der politieke
moraal voor zich opeisten en blote ran
cunes een bijzonder smal lendedoekjes
van idealisme droegen de Somali's
plotseling hun Ethiopische- mede-afge
vaardigden voor imperialistische rotte
vis scholden
Onvermijdelijke etappe
Op gevaar af de beschuldiging te ho
ren, dat de blanke imperialisten de ge
kleurde broeders tegen elkaar opzetten,
blijf ik geloven dat zulke conflicten in
of tussen jonge, gekleurde staten een
onvermijdelijke en gezonde etappe in
hun ontwikkeling zijn. Zij zullen er op
horen, dat zü weliswaar tuk zyn op on
afhankelijkheid, maar geenszins van
plan daarvoor by de heer Nasser in het
kryt te geraken. Zü willen hun eigen
boontjes doppen en voelen weinig voor
een overheersende Arabische positie in
Afrika. Een verheugend versehynsel,
want er is hier en daar in Afrika nog
ruimte en tyd voor het Westen om de
in Azië gemaakte fouten te voorkomen.
Betekent dit dat men vol leedvermaak
moet hopen op een burgeroorlog in de
Soedan? Natuurlijk niet. Noch de sym
pathieke Noordsoedanezen. die zoveel
matiging aan dc dag hebben gelegd (de
recente verrassende stembuszege van de
pro-Westerse Oemmapartij is daar een
berliieuwd bewijs van), noch de simpele
primitieven uit het zuiden, die bij al
hun eigenaardige gewoonten de natuur
lijk waardigheid en de royale lach van
Afrika bezitten, zou men een hloedige
uiteenzetting toewensen.
Men kan slechts hopen, dat de Noord
soedanezen blijvend en geduldig zullen
beseffen, dat de Soedan geen Arabisch.
Islamietisch land is, maar een Afro-
Arabische, multi-religieuze staat Het
zou een lesje in verdraagzaamheid kun
nen zijn"
59
IPW5*
HET ZWARTE ZUIDEN:
Niet bij pakken
gaan neerzitten
Allen die dagelijks met de Nederlan
ders uit Indonesië te maken hebben, de
contact-ambtenaren van ryk en ge
meenten, de sociale werksters van het
CCKP en de beheerders der zogenaamde
contractpensions, zyn unaniem in hun
lof: ze slaan er zich prima doorheen.
„Nooit vriendelijker en gewilliger men
sen meegemaakt".
De pensionhouders zijn verplicht van
tyd tot tijd ook Hollandse winterkost
als zuurkool, peulvruchten e.d. te geven,
en al zijn de meeste evacué's daar niet
bepaald dol op, klachten worden niet
gehoord. Een- tot driemaal per week
wordt er rijsttafel geserveerd. De ver
standige pensionhouder laat de repa-
triantenvrouwen bij de bereiding daar
van helpen een prima remedie tegen
de lethargie en het heimwee.
Lang echter blijven zij niet bij de
pakken neerzitten. Het pijnlijke gevoel
dat zij „naast het leven" staan en min
of meer genadebrood eten (zo zien na
melijk de meeste ondersteunde repa-
rianten hun nieuwe status) vuurt de
mannen aan om zo snel mogelijk werk
te zoeken. Werk, dat helaas niet meer
zo voor het opscheppen ligt als een
goed jaar geleden. Werk ook, dat voor
de meesten van hen pas bereikbaar is
na een omscholing tot handarbeider,
waarvoor zij in Indonesië als intellec
tuele middenstanders hun neus plachten
op te halen Zodra zij echter inzien, dat
handenarbeid hier voor „vol" wordt 'aan
gezien, en dat er bovendien flink mee
te verdienen is, ontplooien ze een be
wonderenswaardige energie. In de loop
der jaren zijn al honderden repatrianten
in de rykswerkplaats omgeschoold tot
arbeiders en de praktyk bewijst dat zy
uitstekend voldoen. De personeelschef
van een grote metaalindustrie in Am
sterdam vertelde ons dat zy byvoorbeeld
als precisie-bankwerkers zeker evenveel
presteren als hun in Nederland geboren
er. getogen collega's en deze in werk
lust „nog wel eens een lesje kunnen
geven".
De schoolgaande kinderen vormen al
evenmin een probleem: by hen is de
assimilatie meestal in een paar dagen
voltooid.
Veel moeilijker hebben de vrouwen
der repatrianten het. In de gezamen-
„Soms vinden wy de wastafel verstopt, de bedden onopgemaakt en dik stof op
vloeren en meubels," vertelt de hospita van een contractpension. „Maar je kunt
het hen niet kwalyk nemen, want ze weten niet beter. Daarginds, in Indonesië
hebben ze allemaal een baboe, een kokkie en ander personeel gehad om het huis
werk te doen. Hier echter moeten de mensen dat staat in het reglement van
alle contractpensions zélf hun kamer in orde houden, behalve de wekelijkse
grote schoonmaakbeurt. Soms weten ze niet eens waar een stofdoek voor dient
of hoe ze een stofzuiger moeten hanteren. Maar ze zyn erg gewillig en na een
paar weken loopt alles meestal op rolletjes."
lyke contractpensions zyn ongeveer
tienduizend bedden beschikbaar, terwyl I
er naar schatting byna dertienduizend j
nodig zyn. Daarom wil men thans de j
nieuw-aankomende repatrianten voor
een deel direct by particulieren gaan
onderbrengen, die hiervoor woonruimte
beschikbaar hebben gesteld. Maar dat
heeft bezwaren, want in de contract
pensions hebben de vrouwen althans
nog steun aan elkaar bij hun omscha
keling op de zeden en gewoonten in
Nederland.
Die behoefte aan steun en medeleven
van hun lotgenoten is vooral sterk bij
de vrouwen, die zich in een soortgelyke
positie bevinden als de vrouwen van
immigranten in een vreemd land. Hun
marnnen hebben in het algemeen werk
en zyn dus wel gedwongen zich snel
en geruisloos aan te passen. Maar de
vrouwen zitten eenzaam op hun (meest
al kleine) pensionkamertjes en zij bly-
ven er zitten. Overdag is hun ^nige af
leiding het buurpraatje met elkaar,
waarby de gesprekken en gedachten
echter voortdurend in hetzelfde kringe
tje blijven ronddraaien: de herinnering
aan wat men daarginds in Indonesië
achterliet. „Zelfs by prachtig zomer
weer", zo vertelden ons diverse pension
houders, „zyn zy met geen stok naar
buiten te krygen, zy zitten maar te
kniezen en te piekeren en sluiten zich
af voor alle nieuwe invloeden en indruk
ken
Natuurlijk zyn er óók repatrianten
vrouwen die durven breken met het ver
leden en een betrekking of althans
contact zoeken met de Nederlandse sa
menleving. Maar de grootste meerder
heid kan die moed nog niet opbrengen
en probeert zich te isoleren. Geen
wonder dat het onder die omstandig
heden vaak tot heim-excessen, huilbuien
en driftaanvallen komt.
Zoek ze eens op of nodig
ze eens uit
Wat daartegen te doen is? Een func
tionaris van het ministerie van maat-
schappehjk werk gaf ons de volgende
suggestie: „Als alle leden van de vrou
wenverenigingen nu eens een praatje
met een dezer vrouwtjes zouden maken
en ze daarna ook voor een tegenvisite
in hun eigen woning uitnodigen, dan
zou het ys waarschyinlyk al heel gauw
gebroken zyn. Ze willen zo graag eens
hun hart uitstorten en zy hunkeren
naar een beetje sympathie van hun
medevrouwen, maar ze zijn veel te be
scheiden om daartoe zélf het initiatief
te nemen. En de Hollandse huisvrouw
zal van zo'n nadere kennismaking heus
geen spijt hebben, want uit eigen erva
ring weet ik, dat vrywel alle repatrian
ten intelligente, wellevende mensen zyn
en héél wat belangwekkends kunnen,
vertellen over hun mooie geboorteland
en over hun eigen cultuur, die ouder is
dan de onze.
Allerlei misverstanden zouden op die
manier vanzelf worden opgelost. Dat is
ook belangryk met het oog op iets an
ders. Want laat ons niet vergeten dat
al die tienduizenden repatrianten of hun
kinderen zich door huwelyken vermen
gen zullen met een groot deel van onze
in Nederland geboren en getogen jeugd.
Hoe eerder wij dus precies weten wat
wy aan elkaar hebben, hoe beter".
Durfde buren geen
liulp te vragen, want
die keken zo nors
Een weduwe met zes jonge
kinderen, kreeg ergens in de
kop van Noord-Holland een hal
ve duplex-woning toegewezen.
Kort nadat het gezin de wo
ning betrokken had, kwam een
maatschappelijk werkster eens
poolshoogte nemen. Zij vond de
vrouw in alle staten van ivan-
hoop, de kleintjes verkleumd
van de koude in hun bedjes
hoewel het midden op de daq
ivas. De kachel was namelijk
uitgegaan en de jonge moeder
had met de beste teil van de we
reld niet geweten hoe zij hem
weer aan moest maken. Na eni
ge mislukte pogingen met luci
fers en oude kranten had ze -
uit angst brand te stichten - de
ongelijke strijd maar gestaakt.
Op de vraag van de huisbezoek
ster, waarom zij dan niet de
hulp van de buren had ingeroe
pen, biechtte ze onder tranen op
dat ze dat niet gedurfd had
„omdat die mensen altijd zo
nors keken".
De sociale werksters kennen
tientallen van zulke voorbeel
den. Ervaringen die bewijzen
hoe volkomen vreemd de men
sen uit Indonesië veelal staan
tegenover zelfs de simpelste din
gen van alledag. Begrip voor dit
soort moeilijkheden, een beetje
hulpvaardigheid en wat sympa
thie hebben zij even dringend
nodig als materiële steun: een
dankbare taak voor onze vrou
wen en meisjes en een belang
rijke bovendien.