IN KAMER EN TUIN
Theresia Cabarrus zoclit vrijheid
DE EERSTE SNEEUW
ZATERDAG 28 DECEMBER
WEKELIJKS BIJVOEGSEL
PAGINA 2
Bewogen Leven
Met vier minnaars op reis
Kijkjes in de Natuur
Denk aan de vogels
Chloropliytum comosum, een mooie kamerplant
Weldra zou zij koers moeten bepalen
in.
De vuurwagen van de Revolutie kwam nader. Velen hoorden zijn gerammel, doch
weinigen zagen hem duidelijk. Theresia en haar man hadden niet het flauwste
vermoeden dat de Revolutie-wagen reeds was gearriveerd toen hun eerste telg nog maar
enige dagen oud was.
Toen de moeder in het kraambed lag spoedden de afgevaardigden van de Staten
Generaal zich naar Versailles. Om het volk te redden van de ondergang of om de grote
klassestrijd te beginnen? De geesten waren verward. En de lichtzinnigen waren belust
op sensatie. Plotseling was het leven interessant. Elke dag was er iets nieuws. Elke dag
werd er openlijk geageerd tegen de Oostenrijkse, de jonge gemalin van de sullige Lode-
wijk XVI. Elke dag bracht nieuwe verrassingen.
In de salon van Theresia was de revolutie mee voorbereid. Door gematigden, die
niet begrepen wat zij deden. Gematigden kunnen alleen de weg voor de vuurwagen
effenen, zij worden zélf onherroepelijk prooi. Immers, een revolutie kan alleen maar ge
leid worden door feilen, onverdraagzamen.
En in de laatste vlammen worden ook zij verteerd.
Toen de Bastille gesloopt werd onder luide toejuichin
gen van het volk, verheugden zich ook Theresia en haar
man. Dat hoorde zo, zy waren immers van adel. En de
échte, oude adel verheugde zich toen het symbool van
willekeur gesloopt werd, omdatvoorouders van hen
daarin eens waren gekweld. De Bastille was geen gevan
genis geweest voor straatboeven.
Als dan de oude adel zich verheugde, zou dan de
nieuwbakken adel zich niet verheugen? Deze blijdschap
gaf immers cachet. Theresia is de ruïne beklommen aan
de hand van de grote Mirabeau. Zij heeft, zo zegt men,
ook haar steentje van de ruïne af weggekeild, daarbij uit
sprekend het woord: vrijheid.
Theresia was daér, waar iets te beleven viel. Het meest
was er te beleven in de Hof der Lusten, de prachtige
tuinen van het Palais Royale eens eigendom van
Richelieu. Daar accentueerde de stroomversnelling in de
tijd zich op zijn felst. Daar wist men de nieuwste schan
daaltjes, daar interesseerde men zich speciaal voor de Hof
der Liefde.
En toen opeens kwam als een donderslag bij heldere
hemel: de Koning is gevlucht. De Koning is bij Varennes
aangehouden. De Koning wordt gevankelijk naar Parijs
gevoerd.
Toen vielen Theresia en haar man de schellen van de
ogen. Toen zagen zij de naakte waarheid. De Koning was
gevangen genomen. En ze waren, als hun vrienden, nog
altijd koningsgezind. Wat bezielde dat volk nu? Waar
haalden ze in vredesnaam de waanzinnige moed vandaan
de Koning gevangen te nemen!
Van die dag. af verdween de glans van hun leven. Wel
dra kregen ze inwoning van de grauwe angst. Deze
melancholische vrouw werd nu de maltresse van de
gastheer.
In hun huis lagen nog een paar stenen te pronk, die
Theresia indertijd meegenomen had van de ruïnes der
Bastille. Het was of die stenen nu plotseling spraken:
„Had je het werkelijk niet door, toen je ons meenam?"
Zij heeft met eigen ogen gezien hoe de Zwitsers, die
de lijfwacht van de Koning vormden, werden afgemaakt.
Zij heeft gezien dat een vrouw de woestelingen aan
vuurde: Anne Théroigne. zy haatte die vrouw met een
onuitsprekelijke haat. Maar deze vrouw had greep gekre
gen op het volk en zij had alle macht, alle aanzien
verspeeld.
In kranten was ze gehoond om haar losbandig leven.
Door mannen uit het volk. Geen vriend, die haar meer
wreken kon, want al haar vrienden werden naar de hoek
gedreven waar de slagen weldra zouden vallen. Eerst zou
men de Koning vermoorden ten teken dat er een geheel
nieuw tijdperk was aangebroken. Daarna zou men de
aristocraten uitroeien en spoedig daarna zou de kudde
gematigden naar de slachtbank worden geleid.
Het kwam iets anders en sneller dan ze het had ver
wacht. In september 1792 begon de grote massa
moord op geestelijken en aristocraten. Een van de
mensen, die een aanzienlijk aandeel had bij de uitwerking
van de plannen voor deze massamoord, zo hoorde zij later,
was een zekere Tallien.
Men had geprobeerd .schoon schip" te maken. Theresia
en Jean Jacques hadden de storm doorstaan. Hun adel
dom was niet zo erg belangrijk en ze hadden zich de
laatste tijd „gedrukt" gehouden.
Weldra kwamen de dagen waarin ze plannen gingen
smeden om hun naakt bestaan te redden. Voor het eerst
in hun huwelijksleven deden ze iets samen, waren ze het
samen eens.
Zy moesten weg met hun kind. Doch waarheen? De
grote stroom emigranten, merendeels bestaande uit
echte adel, vluchtte naar het oosten. Dat was voor hen
dus te gevaarlek. Naar Spanje, waar hun vader woon
de? Hü zuchtte helaas al maanden in een kerker.
Karei III, zyn schutspatroon was gestorven, toen had
den zy die hem haatten en die in de praktyk van het
zaken doen niet tegen hem opgewassen waren, hem
doen veroordelen. De eerste bankier van het Hof in de
gevangenis, zy konden beter de Spaanse grond niet
gaan betreden.
In het oosten sloten de emigranten zich bij de vyan-
deiyke legers aan. In het noorden en westen waren de
wegen ook vol vluchtelingen. Zuid-Nederland, Engeland,
landen waarvan de emigranten droomden. Zuid-Neder
land behoorde in die dagen nog by Oostenrijk.
Maar Theresia en haar rossige echtvriend durfden
niet te vluchten zonder paspoort. Als ze gesnapt
werden zou dat hun dood zyn.
Toen bewogen ze hemel en aarde om nog aan een pas
poort te komen. Doch de gemeenteraad van ParUs was er
zeer zuinig mee. Eindeiyk, na weken lang wachten kwa
men de paspoorten af. Toen was het de 3e maart gewor
den van 1793.
Haastig namen ze afscheid van de weinige vrienden,
die ze nog hadden, toen pakten ze de noodzakeiyke bullen
by elkaar en daarna startten zy. Hun weg liep naar het
zuiden.
zy gingen naar Bordeaux. Daar woonde een broer van
Theresia: Theodore. Deze was hoofd van een belangryk
handelshuis en had relaties.
Relaties hadden ze nodig, want onmiddellijk na aan
komst wilden ze scheiden. Dan kon ieder zijns weegs gaan.
Jean Jacques wilde naar Martinique.
Wel zeiden is er een mensenpaar door de wereld
gereisd, zó eensgezind pratend over hun scheidings
plannen.
En naarmate ze dichter by Bordeaux kwamen, werd
hun stemming beter, zy hadden het gevoel dat ze daar
eindeiyk de vrüheid zouden vinden. Streng en veelvuldig
was de controle onderweg, doch hun passen waren
in orde.
Theresia wist dat haar eerst* liefde, haar oom Gala-
bert ook In Bordeaux woonde. Hoe zou hü er nu uit
zien? Zou hy weer verliefd op haa* worden als hy haal
zag? Heimeiyk hoopte ze het. Dan zou het leven wat
minder eentonig zyn.
Het leven in Bordeaux werd al spoedig interessant.
Nadat haar ex-ega vertrokken was voelde ze zich
heerlijk vrij. Het bleek al spoedig dat oom Galabert
nog over het zelfde temperament beschikte en spoedig na
hem dienden zich drie andere aristocratische minnaars
aan, waaronder een bloedverwant.
Om de ellendige tijd waarin ze leefde te doden, besloot
ze met haar vier minnaars een reis te maken van enige
weken naar de Pyreneeen. Dat zou stellig interessant zyn.
Onderweg ontbrak het haar niet aan belangstelling. Ter-
wille van haar bleef het om haar gewapende vrede. Doch
op een nacht gelukte het een zekere de Lamothe zich te
bevryaen uit de keten van slapende bewakers de ande
ren hadden gevoeld dat de sympathie van Theresia spe
ciaal naar hém uitging en Theresia, die nog wakker
was, te bereiken. Hun gepraat deed de anderen ontwaken.
Toen was het met de gewapende vrede afgelopen. En
Theresia, de woede der anderen ziende, zond hen met een
vriendelijke glimlach naar huis.
Enige maanden reisden ze met haar nieuwe vriend, ge
nietend van de natuur en het leven. Toen werd het
tyd voor de Lamothe om onder te duiken. Hy dook
onderin het leger.
Toen Theresia thuis kwam vond ze daar een woedende
broer, die haar de deur wees. Een nog woedender oom
had geen woord meer voor haar over.
Gelukkig was ze niet onbemiddeld. Ze huurde een
ruime woning, installeerde zich daar, bygestaan door
drie bedienden en wachtte daarna met haar zoon de
komende gebeurtenissen af. Dat die gebeurtenissen
veel-bewogen zouden zyn snapten velen nog niet. Zeker
niet de vrouwen van de Gironde-clubs, die er behagen
in schepten om met geweertjes te spelen. Weldra zou
den in Parys de Jacobynen toeslaan. Dat betekende de
vernietiging van de Girondynen in de hoofdstad. Dat
betekende tevens dat Parijs de baas wilde spelen over
de provincies. Bordeaux was ook een stad! Bordeaux
liet niet met zich spotten!
Weldra zou blyken wat de provinciën vermochten
tegen het geweld van de Terreur uit de hoofdstad.
Weldra zou burgeres Cabarrus koers moeten bepalen.
REIN BROUWER.
ONZE vaste gewoonte, in de herfst
vooral flink wat oude verdorde
planten te laten staan, heeft ons
nu, in december, bij de eerste zware
sneeuwval, al veel profyt opgeleverd.
Allereerst, doordat die oversneeuwde
stengels en rankende slierten als bij
toverslag veranderen in iets heel by-
zonders, waar we met verwondering
naar staan te kyken.
Het is werkelijk wonderbaarlyk, wat
sneeuw kan uitrichten op de armelyk-
ste en meest vergeten plekjes, waar we
gewoonlijk volkomen aan voorbij gaan.
Een scheef gezakt hekje, waar de tim
merman al maanden lang aan te pas
had moeten komen, is nu ineens on
herkenbaar geworden, vergeten paal
tjes die we nog zouden stukzagen,
staan er met een koket wit mutsje op,
tegen elkaar geleund en het meest
alledaagse dat er bestaat, namelyk
kippegaas, heeft na een paar uren
sneeuwval de allure gekregen van een
stukje filigrainwerk, waar een edelsmid
zyn naam onder zou willen zetten. Als
dan, ter voltooiing van het kunstwerk,
een bytende winteradem erover heen
is gegleden, komen we helemaal ogen
te kort. Dan pas komen we aan de
weet, hoe mooi in de winter de bomen
zyn met hun broze netwerk van wit-
beparelde en fyn beknopte takken, een
mengeling van tinten grys en bruin,
dat maar een nuance verschilt van het
blauwende grys van de winterlucht
zelf.
EEN tweede en belangryker winst
punt van dat sparen der verdorde
herfstplanten is echter het profyt,
dat de wintervogels ervan hebben, nu
ze eerst recht zyn aangewezen op alles
wat er aan vruchten en zaden nog
voorhanden is.
Had U ooit kunnen vermoeden, dat
die vogels in de verdroogde schermen
van de achillea (het veredelde boeren-
wormkruid) nog voedsel zouden vin
den? Nu zitten er vinken te balanceren
op de stokoude stengels, die doorbui
gen tot op de grond en geluidloos hun
sneeuwmuts afgooien by het terug
veren, als de vogels plotseling afzetten
en wegvliegen. Het lykt er wel op, of
de diertjes met kennelijk plezier maar
een beetje in de zon op en neer zitten
te wippen. Van deze natuurlijke wip
naar het strooigoed op de voederplaats,
is maar een gevleugeld sprongetje.
Prachtig zyn de vinkenmannen nu te
gen de sneeuwachtergrond met hun
roodbruin en mosgroen en het wit van
hun kantige vleugelvlekken. De wind
blaast hun de veertjes haast van hun
kopje, maar ze zetten zich parmantig
schrap op hun korte pootjes.
Ook de solidago, (de Canadese gul
den roede; „stoffertje" zeggen wy er
tegen) heeft zyn bloemtuilen behou
den. gelig bruin, echt aftands, maar
blykbaar nog vol verrassing, want een
stel dikke mussen zit er in te peuteren
en als ze dat niet doen, dan gaan ze
schommelen.
OP de besneeuwde straten moeten
we nu eens letten op een winter
vogel, die al maanden lang tot
het stadsbeeld behoorde, maar zo on
opvallend door zijn camouflagekleuren
bruin en grysgrauw, dat we in de mis
tige morgenuren soms bijna over hem
heen reden. By na! want de helemaal
niet schuwe vogel wist altyd nog
„kriep-kriep" juist voor het rywiel weg
te glippen en zo snel, alsof hy zelf op
wieltjes ging. Keken we dan bezorgd
achterom, dan was hy ook alweer ver
dwenen, d.w.z. één geworden met de
straat of het plein, even grauw en grys.
Het is de kuifleeuwerik. Niet onze
akkerleeuwerik, die onvermoeibaar zin
gende vogel boven het korenveld, want
die zit al geruime tyd in zuidelyke
warme streken. De kuifleeuwerik of de
winterleeuwerik, de straatleeuwerik,
ziehier drie van de vele namen, waar
mee hy is gezegend, waaronder niet
steeds heel fraaie, als gevolg van de
omstandigheid, dat het dier voor zyn
karige winterkost veelal op het straat-
vuil is aangewezen.
Dat de paardemest daarby. vooral
zyn belangstelling heeft, is niet vreemd
want daarin blyven vaak haverkorrels
achter, die hem heel goed door de
winterellende heen helpen.
Want ellende wordt het voor de
vogels en niet het minst, als zij hun
heil moeten zoeken op een styfbe-
vroren grond en op beijzelde takken.
Een besneeuwde tuin mag dan voor
de mens een wonderland zijn, voor
de dieren is het dat allerminst. Ge
lukkig zijn er de zaadwinkels, waar
we vetbollen en vetstaven kunnen
kopen en velerlei ander voer, waar
mee we onze gasten kunnen helpen.
In ruil daarvoor blyven zy in onze
nabyheid en vrolijken de al korter en
donkerder wordende winterdagen wat
op. Dit geldt natuurlijk allereerst voor
de duikelende mezen, maar er is meer
interessant wintergoed. We kunnen
zelfs de grote appelvink op het winter-
voer krygen en ook een enkele pest
vogel heeft zich al vertoond. En ten
slotte dat gryze verschynseltje op de
hardbevroren sneeuw, de „bescheiden"
kuifleeuwerik, die zelfs aan de meest
kleurloze winterdag nog wel wat kleur
weet te geven. Al is het dan ook een
bedroefd beetje.
SJOUKE VAN DER ZEE.
Naschrift: Een lezer vraagt me, of
een winterroodborst hetzelfde is als
een winterkoning. Neen, het zyn ver
schillende vogels, die niet op elkaar
lyken. Ik heb van beide een tekening
en een beschryving gegeven.
En voor een andere lezer: een oud
merelnest kunt U nu wel laten zitten
(mogelyke slaapplaats) maar voor het
volgend broedseizoen moet U het be
slist verwijderen. En broedvogels heb
ben van zomerhitte geen last!
r. d. Z.
Is dat nu werkelijk al 25 jaar geleden?
INDERDAAD IS HET DAT
Vele Leidenaren stellen hun
kunstbezit tijdelijk ter beschikking
van het gemeentemuseum „De La
kenhal", alwaar door de Leidse
Kunstvereniging een tentoonstel-
lig wordt georganiseerd ten bate
van het Leidse Crisiscomité. Tij
dens de openingsplechtigheid
wordt het woord gevoerd door mr.
Slagter, voorzitter van genoemde
vereniging en ir. Fehmers, secreta
ris van het plaatselijk Crisiscomité.
Een mooi» bont* bladplant,i eanuoudig t» kweken.
Een moeiilyk te onthouden naam
voor de amateur-tuinder en ik geloof
dat tie huisvrouw er helemaal geen
raad mee weet. Toc'h is het een alge
meen bekende plant, die veel ge
kweekt wordt en met succes. Aan de
lange bloemstengels worden eerst
kleine witte bloempjes gevormd en
nadien komen allemaal complete
jonge plantjes tot ontwikkeling. Al
leen daórom ontving dit plantje van
de huisvrouw allerlei namen, die stuk
voor stuk op zich zelf niet zo mal zijn,
doch die er todh niet in gaan. U moet
het dus voorlopig nog maar by deze
moeilijke naam hoonden. Deze geel-
bonite plant moet niet in een normaal
verwarmde kamer gekweekt worden;
ze groeit er wel. dooh het gaat alle
maal te weelderig; de plant groeit uit
elkaar; de bladeren worden te slap en
dan knikken ze om en is de eigenlyke
sierw aarde verloren en dat moet men
toch zién te voorkomen. In een matig
verwarmd vertrek zyn er by zond er
mooie plan tien van, te kweken; pro
beert U het maar' eens. De bloemist
heeft voldoende van deze planten in
voorraad; hy zal u d'us wel aan een
exemplaar kunnen helpen en anders
kijkt u maar eens om u heen. Bij fa
milie en bij vrienden zal wel zo'n
plant gekweekt worden.
Die kleine jonge plantjes kunt u
van de lange kale bloemstengels afne
men en elk plantje kan dan afzonder
lijk vertier gekweekt worden. In een
potje met zanderige grond zal men er
niet veel moeite mee hebben en als
het dan eenmaal goed aan de groei
is. zal men moeten verpotten en krijgt
ze een grotere bloempot.
Verpotten moet u alleen maar in
het vroege voorjaar of in de zomer
maanden doen, doch bij voorkeur niet
in deze tyd van het jaar. Gebruik
voor het verpotten beslist voedzame
bloemistengromd en zorg voor enkele
potscherfjes, die onder op de bodem
van de pot aangebracht kunnen wor
den.
In de zomermaanden moet u voor
vry veel water zorgen; in de winter
kan dat iets minder zijn, dooh zorg
wel. dat het gietwater op kamertem
peratuur wordt gebracht. Dat koele
leidingwater is voor hem niet goed.
In de groeityti moet de plant ook wel
wekelyks een weinig bemest worden.
Voor dit doel kunt u heel goed ge
bruik maken van de bekende kam er-
plantenkunstmest; per liter water
kunt u dan één theelepeltje oplossen
en dat is voldoende voor ongeveer
üwintijg kamerplanten.
G. KROMDUK.
Zware uitslaande brand in de
wasserij „De Valk" aan de Aloè-
laan. Het gehele uit het midden
der negentiende eeuw daterende
gebouwencomplex (wasserij, wo
ning en timmerfabriek) ivordt een
prooi der vlammen. De Onder
commandant van de Brandweer
wordt tijdens de blussingswerk-
zaamheden licht gewond.
Onder auspiciën van de Maat
schappij voor Toonkunst geven het
Residentie Orkest, het Toonkunst
koor en de solisten Suze Luger, Jo
Vincent, Willem Ravelli en Louis
van Tulder, het geheel onder lei
ding van Richard Boer, in de
Stadszaal een geslaagde uitvoering
van het Requiem van Verdi.
De heer S. van Gijn, Chef van
het Station Leiden der Nederlandse
Spoorwegen verlaat de dienst met
pensioen en zal worden opgevolgd
door de heer H. van Druten, sta
tionschef te Zaandam.
Ongetwijfeld herinneren vele le
zers zich nog de tijd, dat in de
Rembrandtstraat de Leidse Coöp.
Keuken" was gevestigd. Wij zijn in
staat het menu te vermelden van
28 december 1932, dus van precies
25 jaar geleden. Het zag er voor die
dag als volgt uit: Koninginnesoep,
Stamppot van zuurkool met knak
worst of gehakt met gestoofde bie
ten, Abrikozengébak. Wellicht zijn
er lezers, die de tarieven uit die
dagen nog eens willen horen. Hier
volgen ze: Diners uitzending
f. 0.57 met soep of toespijs plus be-
zorgloon. Diners (restaurant) f 0.90
met soep of toespijs!
K at wijk organiseert in samen
werking met de Vereniging „Ne
derlands Fabrikaat" een groots op
gezette winkelweek, welke wordt
geopend door burgemeester mr. W.
J. Woldringh van der Hoop. Men
verheugt zich te Katwijk over de
uitstekende verbindingen met Den
Haag en Leiden, dit is in het be
lang van de badgasten en dus ook
van Katwijk, doch men ziet liever
geen bestelauto's van Haagse en
Leidse zaken binnen de gemeente,
aldus één der sprekers tijdens de
openingsplechtigheid!
TeZoeterwoude herdenkt de
heer H. Smeets, secretaris van die
gemeente, zijn koperen ambtsjubi
leum.
Plotseling overlijden op 59-jari-
ge leeftijd te 's-Gravenhage van
Graaf van Lynden van Sanden-
burg, vice-president van de Raad
van State.
De regering overweegt de Sta-
ten-Gen'eraal voor te stellen over
te gaan tot invoering van een zgn.
Coupon-Belasting
Ter gelegenheid van het 75-jarig
bestaan van de Rijksveldwacht,
worden door Koningin Wilhelmina
aan diverse functionarissen van dit
korps onderschotétngwi verleend.