PREHISTORISCHE HANDELSNEDERZETTING
WERD NOORSE HOOFDSTAD OSLO
Braiulen, oorlogen en de pest teisterden de stad
T~TJ I llTOitirV'**** e !iHtiy
In speciale kinderdorpen zorgt
Oostenrijk voor zijn wezen
Het Ls met de geschiedenis
van Oslo wonderlR gesteld. Voor
de stad ontstond, lag een groot
stuk van het huidige stads-
oppervlak onder water. Hoewel
Oslo tot de oudste steden van
Europa behoort, zijn 40 zijner
gebouwen en huizen de laatste
dertig Jaar gebouwd. En weet U
een andere hoofdstad te noe-
I men. die binnen ziin grenzen
bossen ter grootte van meer dan
i 300 km2 liet voortbestaan?
HET MODERNE STADHUIS
Christiania
OOK tn ander dan commercieel
opzicht was de zestiende eeuw
een zware tijd- Tot tweemaal toe
werd Oslo in brand gestoken. In 1523
door de Zweden en in 1567 door op
roerige burgers. De godsdiensthervor
ming bracht met zich. dat een aantal
katholieke kerken in verval geraakte
en dat Oslo als geestelijk centrum aan
betekenis Inboette. In 1537 zond koning
Harald van Denemarken een strijd
macht naar Noorwegen om daar het
Katholicisme geheel af te schaffen en
de Lutherse godsdienst definitief in te
voeren Oslo verloor toen zRn middel
eeuws stempel, evenals vele mooie ker
ker. Thans staat er nog slechts één
der kloosterkerken, die Oslo vóór Ha-
rald s expeditie sierden.
Een lichtpunt in de zestiende eeuw
was de ontluiking van de Noorse hout
handel. die tot op de huidige dag is
hliiven bestaan- Nederlandse. Engelse,
Franse en Snaanse schepen ringen Oslo
aandoen om hou' te ha'en. Hierdoor
««-fi i-temationr'e karakter van
Oslo's handel versterkt.
Na de :rote brand van 1567 waren
rr stemmen opgr^lan om Oslo te ver
plaatsen naar A k erehagen onder de
muren van slot Akershus (zoals men
Akersnes was gaan noemen). De bur
gers waren het niet eens met die plan
nen en wisten te bereiken, dat de stad
op de oude plaats werd herbouwd. Een
halve eeuw later teisterden zware
branden tot tweemaal toe (in 1611 en
1624i de herbouwde stad. Toen liet de
koning zich niet meer vermurwen door
de wensen der burgers. Christiaan IV
decreteerde, dat de stad zou worden
herbouwd aan de overzijde van de
Akers-rivier dicht bR slot Akershus-
Zelf ontwierp de koning een rechthoe
kig 6tratennet. een bouwplan volgens
..blokken", dat later zo kenmerkend
voor vele Noordamerikaanse steden
zou worden. Bovendien liet Christiaan
fortificaties aanleggen. Een zware muur
moest de stad tegen aanvallers be
schermen. Het eeuwenoude Oslo werd
door die nieuwbouw tot een voorstadje
van het (toen) moderne Christiania-
Akershuis. Het had een oppervlakte,
die niet veel groter was dan die van
het park om het tegenwoordige ko
ninklijke paleis
De laatste eeuwen
IN den beginne was Christiania
«vergeleken bR andere steden uit
die tijd' een zeer moderne stad-
Stenen huizen van één of twee verdie
pingen golden toen als aantrekkelijke
woningen Vooral de nieuwe huizen met
balkons waren zeer gezocht. Toch lie
pen er door vele der ..moderne" stra
ten sloten of greppels die nu eens droog
waren en dan weer met water gevuld.
Alle huisvuil belandde er in. Zulke
kleinigheden deerden toen de mensen
niet. Zij hadden immers geen begrip
van hygiëne en wisten niet. aan welke
gevai en zij zich blootstelden. Het
spreekt vanzelf, dat besmettelijke ziek
ten in het ..moderne" Christiania vrij
spel hadden Bovendien deden oorlogen
en burgertwisten het hunne om het
leven niet duurzaam aangenaam te
maken Bij dit alles kwam. dat aan de
buitenrand van Christiania wijken ont
stonden. waar de allerarmsten en het
uitschot der stad huisden. In die ste
gen en sloppen heersten ten hemel
schreiende toestanden Ondanks al die
bezwaren en onvolmaaktheden slaagde
Christiania er binnen een eeuw tijd in
om de vroegere welvaart van Oslo te
evenaren.
plachten zR waarschuwingen en beris
pingen toe te schreeuwen aan lawaaie
rige of verdachte voorbijgangers. Ja,
een aantal van die waarschuwingen en
berispingen hadden zij op rijm gezet
en die rijmpjes zongen zij dan om de
burgers tot rust en orde te vermanen.
Regeringscentrum
t N de negentiende eeuw ontwikkelde
I Christiania zich meer en meer tot
handelsstad en regeringscentrum.
Er was een vrR talrijke en welgestelde
koopmansstand ontstaan, die zich wist
te handhaven. De in- en uitvoer nam?»
gestadig toe. Een aantal industriëlf
bedrijven kwamen tot ontplooiing. Er
kwamen goede straten en wegen tot
stand. Christiania's functie als Noors
middelpunt werd in de hand gewerkt
door de opening ener universiteit in
1813 en door de kort nadien plaatsge
vonden hebbende scheiding van Dene
marken en Noorwegen. Christiania
leefde toen niet langer in de schaduw
van Kopenhagen, ook al bestond er
dan een personele unie tussen Noor
wegen en Zweden. De Zweedse koning
was namelijk na de napoleontische
oorlogen tevens koning van Noorwegen
geworden.
Drie keer had Christiania sedert 1621
zijn grenzen ruimer moeten trekken,
alvorens de stad in 1924 zRn driehon
derdjarig bestaan luisterrijk vierde. Het
e«nde van die feestelijkheden betekende
echter tevens de verdwijning van de
p.iam Christiania. want van 1 januari
1925 af herkreeg Christiania zijn oude
naam Oslo. De grond waarop (dus vóór
1624) Oslo stond, was inmiddels reeds
lang bR het stadsgebied van Christia
nia ingelijfd. Het herstel van de oude
naam was een symbolische daad. Oslo's
middeleeuwse faam en roem moesten
voortbestaan in de naam der hoofdstad
van Noorwegen. Zo kon het gebeuren,
dat deze hoofdstad in 1924 zijn drie
honderdjarig en in 1950. dus rrn kwart
eeuw later, zijn negenhonderdjarig be
staan herdacht!
Siad van 450 tó
SEDERT 1 januari 1S48 behoort
Oslo tot de uitgestreklste steden
op aarde- Op die dag werd na
melijk het Akerdistrict bij de stad ge
trokken. Toen maakte de oppervlakte
Ml W* I F
Christiania was <ie naam van 1624 tot 1925
(Bijzondere medewerking)
In het jaar 1950 vierde Oslo op grootse wijze feest ter herdenking
van zijn 900-jarig bestaan. Immer», de Noorse geschiedbronnen leren,
dat omstreeks 1050 dc Noormannenvorst Harald aan dc Oslo-fjord
ter plaatse waar nu Oslo ligt een handelsnederzetting liet houwen.
Inderdaad gaat dc officiële geschiedenis van de Noorse hoofdstad dus
terug tot het jaar 1050.
Hoe is het echter gesteld met de niet-officiële historie der stad?
Vele duizenden jaren geleden vertoonde de streek waar nu Oslo ligt,
een geheel ander aanzien. Ja. het grootste deel van dc (huidige) stad,
het district Akcr»dalcn. lag toen beneden het ree-oppervlak en de
bergen in de buurt (zoals de Frognersctercn, dc Vettakollen en dc
Grcfscnskollen). die nu meer dan 500 meter hoog zijn, waren in het
grijs verleden schicreilandjes, die nauwelijks boven het water uit
staken. Geleidelijk echter steeg het land of daalde de zeespiegel, zodat
het huidige landschapsbeeld ontstond. Een fjord omgeven door bos
sen, velden en daarbij een mooi stuk vlak land. Dc mensen, die in het
Stenen Tijdperk Noorwegen bevolkten, vonden die kust van de fjord
erg gunstig als woonplaats. Prehistorische vondsten hebben uitge
wezen. dat er reeds vóór de dageraad der Noorse historie bij de
Oslo-fjord woningen waren en dat er handel werd gedreven.
De Vikingers
1/ENAL/1 de prehistorische mm-
f- sen hsdden de Vikingen» een open
I—1 oovoor de gunstige ligging van
Oslo Herhaaldelijk kozen zij ..Oslo"
daarom als vertrekhaven voor hun
verre reizen en rooftochten. Eén hun
ne:Harald Slgurdaon. besloot na zRn
terugkeer uit de Middellandse
«waar hij enige Jaren gevochter
geplunderd had om Oslo tot g:
bl.tel en betekenis te brengen. Hij be-
g -n met aan zRn koning Magnus de
Goede «toen heerser over Noorwegen
en Denemarken» de oorlog te verkla
ren Harald kwam zegevierend tevoor
schijn uit de strRd en dwong Magnus
ora het rijk met hem te delen De
nieuwe vorst Uct onmiddellijk Oslo uit
breiden. dat wil zeggen, hij Het bil de
bestaande handelswijk een militaire
wRk bouwen, die dienst moeat doen als
basis In de strijd tegen de Denen. Ha
rald zorgde er voorts voor. dat de
handels- en mark*wijk kon uitgroeien
tot een echt stadje HR liet een ver
sterkt slot bouwen en zorgde voor be-
hoorlRke wegen Ook verrees er een
kerk. want het nieuwe stadje werd
aangewezen als zetel van de bisschop
van Vlken Brokstukken van die eerste
kerk en van de pakhuizen uit Haralds
tRd zRn later bij opgravingen voor de
dag gekomen Men kan dus zeggen, da'
omstreeks 1050 Oslo een écht Noors
stadje ln de m«x!eme zin des woords
was geworden. Dit oude Oslo lag aan
de zuidkant van de BJörvika Baal.
OSLO nam snel ln betekenis toe
Een eeuw na Haralds baanbre
kend werk telde de stad reeds
vier kerken, vier kloosters en een bls-
schoppelRk kasteel. In de loop der
twaalfde eeuw kreeg Oslo ook een
stadspartoon. Sint Halvard geheten.
Die Halvard was boer op het erve
Husebv Eens stiet hR tRdens een voet
tocht op een aantal schavuiten die een
vrouw belaagden- Halvard snelde de
ongelukkige te hulp. doch hR was tegen
de overmacht niet opgewassen en werd
door een pRl dodelijk getroffen. De
schavuiten bonden hem een molensteen
om de hals en wierpen hem ln de
wateren van de Drammensfjord. De
legende wil. dat Haralds lRk ondanks
de molensteen boven kwam drRven.
Later werd Halvard heilig verklaard.
Nog staat hij afgebeeld In Oslo's stads
wapen. met de fatale pRl, de zware
moiens'eon en een gebogen vrouw aan
zlin voeten.
Pr oude Noormannen waren alles
behalve zachtzinnige knapen. Geen
nder dus. dat er veel strRd was ln
en nabR Oslo. Vooral na de dood van
rrn vorst bRvoorbeeld van koning
Sigurd Jorsalfarer ging het soms
rrg bloedig toe. De ln 1161 gestreden
..Slag op het Us" behoort zelfs tot de
vermaardste feiten uit de Noorse ge
schiedenis De kampioenen waren toen
Inge Krokrvgg en Haakon Herdebreld.
Koning Inge sneuvelde en Haakon
won Ruim dertig jaren later was er
opnieuw strRd Toen moest koning
Sverre een oorlog op leven en ''ood
vechten tegen de aanhangers va' bis
schop Nikolas Amesson én tegen de
boeren, die aan weerszRden van de
fjord woonden. ElgenlRk kwam aan die
eeuwen van binnenlandse strRd pas
ren einde na een zeer bloedige slag in
de straten van Oslo. Dat was tegen het
einde der dertiende eeuw.
Oslo's straten waren toen nauw en
krom. Het stadje telde ongeveer 3000
zielen. Stedelingen, boeren, bedelaars.
geestelRken en ook betrekkelRk veel
nrlrlingrn rag men tn de «traten.
Aan de kaden lo«ten en laadden nij
vere handen de schepen. Het begon er
naar uit te zien. dal Noorwegen een
vreedzame toekomst tegemoet ging,
torn de tRd der Viktngers voorbij was.
Bloeiperiode
SLOs gulden tRd viel ongeveer
samen met de regering van ko
ning Haakon V. Haakon Mag-
sson (aldus zRn volle naam» kwam
aan het bewind ln 1299 en overleed in
1319 Haakon's broeder Elrlk was op
permachtig in Tunsberg en de grens
landen. maar niettemin werd Oslo m
die Jaren de echte hoofdstad van Noor
wegen Vóórdien hadden ook vorsten
binnen de stadsmuren geresideerd,
doch de residentie werd Oslo pM Wi
dens Haakon's bewind. De koning be
noemde de deken van de Mnrla-kerk
..voor alle tRden" tot kanselier des
rijks, waardoor Oslo ook de Jure de
belangrijkste Noorse stad werd Haakon
V liet enige nieuwe kerken bOUWCQ «D
breidde de stad aanmerkelijk uit.
Noorwegens eerste industriële onderne
ming. een steenbakkerij, kwam ln be-
drRf en leverde veel bouwstenen voor
het kasteel van Akersnes. 'skoninrs
grootste bouwwerk Slot Akersnes trad
in de loop der Noorse geschiedenis
meer dan eens op dc voorgrond Toen
Os'o in de late middeleeuwen mooilRke
tRden doormaakte, weerstond Akers
nes branden zow el als belegeringen
Oslo s achteruitgang ging samen met
de komst van vreemdelingen binnen
zijn muren. Kort vóór 1300 begaf zioh
namelijk een aantal ondernemende, m
hoofdzaak uit Rostock afkomstige
kooplieden naar de Noorse hoofdstad.
De Duitsers slaagden erin om een deel
van Oslo's handel ln handen te krR-
mrde dank zR het feit. dat zR,
anders dan him Noorse concurrenten.
nanmerkelRke Tiscale voorrechten ge
noten.
In de eerste helft der veertiende
eeuw werd Oslo bovendien geteisterd
door een zware pest-epldcmlr. die tal
van slachtoffers maakte. Narllen be
gon een periode van achteruitgang.
Toen de Hanze in de zestiende eeuw-
minder machtig en invloedrijk werd,
wa« Oslo een verarmde stad met slechts
half zoveel Inwoners als ten tRde van
koning Haakon V.
BH A itrïl
Een deel van de muurschildering in de hoofd hall van het Stadhuis te Oslovervaardigd
door de Noorse schilder Henrik Sörensen.
Het Noorse parlementsgebouw, het Storting.
Ook het zielental de/ bevolking nam
toe. Tegen het einde der zeventiende
eeuw bleek Christiania reeds in een
te nauw vel te steken. Daarom slechtte
men in 1686 de stadswallen. Er ont
stonden nieuwe woonwRken. In 1796
hield men voor de eerste maal een
echte volkstelling. Toen bleken er in
de stad circa 7.500 en in de buitenwij
ken ongeveer 2.500 mensen te wor.en.
Toch. al was Christiania toen dus een
vrR grote stgd, waren zowel het stads
beeld als de leefwijze der bevolking
(naar onze maatstaf) nog primitief. De
hoofdcommissaris van politie (die het
bevel voerde over een korps van acht
man!) moest bRvoorbeeld de burgerij
herhaaldelRk vermanen om geen var
kens los te laten rondlopen ln de stra
ten. De politiemannen waren tevens
brandweergasten. Bovendien hadden
zR tot taak om ieder uur de juiste tRd
luidkeels om te roepen, 's Nachts
der stad de sprong van ruim 16 km2
naar 450 km2. Daardoor ook liggen
thans binnen de stadsgrenzen bossen
met een oppervlakte van 320 km'2! Bo
vendien liggen op het stadsgebied nog
enige meren en percelen akkerland.
Oslo is dus een echte huitenstad! liet
is ook een moderne stad, want 40^ van
alle huizen en gebouwen zRn niet ouder
clan dertig jaar. De oorlog bracht wel
iswaar zware verwoestingen met zich,
doch toen die hersteld waren, was Oslo
weer een der prettigste woonsteden van
Europa geworden. Bovendien is Oslo
een cultureel centrum van grote bete
kenis. Oslo, de plaats waar in pre
historische tRden uiterst primitieve
Europeanen een kleine nederzetting
bouwden, is thans een brandpunt van
kunst, wetenschap, economisch leven
en staatkunde op hoog niveau.
(NTVANO - Nadruk verboden)
7huns worden reeds vijfhonderd kinderen
op deze individuele ivijze verpleegd
(Van onze Weense
correspondent)
Hoe kunnen weeskin
deren behoed worden
voor de koude sfeer van
het ouderwetse gesticht
en hoe kan men hun een
klein gezellig tehuis ge
ven met een eigen fami
liekring en zelfs met een
..moeder" die vol liefde
voor hen zorgt?
Met deze vraag heeft
de Oostenrijkse idealist
Gmeiner zich lang bezig
gehouden en hR vond er
een antwoord op in de
vorm van het „kinder
dorp" van Imst in Tirol,
dat nu al acht jaar be
staat en sindsdien ver
over de grenzen bekend
geworden is.
Ofschoon Oostenrijk
het land is met het laag
ste geboortecRfer. heeft
het door deze instelling
het bewRs gegeven, dat
het tooh een warm klop
pend hart heeft voor
arme kinderen zonder
ouders.
In Imst werden de eer
ste groepjes van acht tot
tien kinderen in afzon-
derlRke huisjes onderge
bracht en als gezin aan
de zorg van een moeder"
toevertrouwd. Op initia
tief van de heer Gmeiner
zRn intussen meer van
dergelRke kinderdorpen
ontstaan: in Altmünster
aan het Traunmeer en in
Lienz. terwRl in Moos-
berg (Karinthië) en in
Driessen aan het Am-
mermeer eveneens soort-
gelRke stichtingen wor
den voorbereid.
Het nieuwste kinder
dorp is thans in Hinter-
brü'hl bR Wenen geopend.
De kosten hiervoor wer
den ook nu weer bestre
den door kleine vrijwil
lige bRdragen uit geheel
Oostenrijk. terwRl grote
industrie-ondernemingen
en kapitaalkrachtige fa
milies de bouwkosten
droegen van enkele huis
jes, die dan de naam van
de donateurs dragen.
Ook de Rotary Club
heeft de kosten voor een
huis op zich genomen.
Op het ogenblik beschikt
de kinderdorp-actie over
56 huizen, waar tezamen
500 kinderen een eigen
gezinsverband en de lief
devolle zorg van een
moeder hebben gevon
den. Men wil zover ko
men. dat duizend wees
kinderen op deze indivi
duele wRze worden ver
pleegd. Het Oostenrijkse
voorbeeld heeft ook in
het buitenland navolging
gevonden. Men wil zover
komen dat duiz°nd wees
kinderen op deze indivi
duele wRze worden ver
pleegd. Het Oostenrijkse
voorbeeld heeft ook in
het buitenland navolging
gevonden, want in Brixen
(Italiaans Zuid-Tirol) en
Bisigny (Frankrijk) won
den eveneens kinderdor
pen gebouwd.
De eerste kinderen, die
ln 1949 werden opgeno
men. zRn zelfstandig ge
worden. Enkelen van hen
dienen reeds in het Oos-
tenrRkse leger. Op 15-ja-
rige leeftRd verlaten zij
het gezinsverband en
worden dan opgenomen
in vakscholen, welke door
dezelfde stichting in het
leven werden geroepen.
Maar ook dan blRven zij
in contact met hun
naaste „familie", met
hun moeder en de dorps
gemeenschap.