Belangwekkende van Gogli expositie siert de Lakenhal-zalen Er zijn thans grote ontsparingen bij de Spaarbanken Van Nuenert tot Auvers-sur-Oise Parijse verkeerspolitie reikte 1300 „blauwe schijven" uit Toch handhaven de inlagen zich oj) een redelijk niveau 96ste jaargang Zaterdag 9 november 1957 Derde blad no. 29287 Uit een miljoenenbezit De Van Gogh-bewonderaar kent de meeste van de schilderijen op deze ex positie aanwezig volkomen. Hij is er al lang reeds mee vertrouwd; de „schok" van eertijds overvalt hem dus niet meer. Schilderijen en tekeningen, die aanvan kelijk nog de zoekende, de tastende, de onvolmaakte kenmerken, tekeningen, eigenlijk meer bedoeld als studies van de worstelende met de proporties zie de Korenmaaier met hoed en sikkel - met als voorbeelden van het sublieme de uit Saint Remy daterende „Vier mannen op de weg", of de „Drie man nen met schop op de schouder", waarin de ganse tragiek van de als lastdieren Eerbied past voor deze mens-belijdenis Vincent van Gogh's werken thans in onze stad: een deel der ver zameling van ir. Van Gogh uit het Stedelijk Museum te Amsterdam naar de „provincie" overgebracht! Dat is de grote winst van deze belangwekkende Van Goghtentoonstelling voor de velen, die zijn werken nog nooit in de hoofdstad zagen. Zij is gistermiddag in de „Grote Pers" van de Lakenhal onder grote belangstelling officieel geopend met toespraken van de heer Van Wessem, van ir. V. W. van Gogh en burgemeester jhr. mr. F. H. van Kinschot, namens het Gemeentebestuur. Voor miljoenen is hier aan schilderijen en tekeningen aanwezig, miljoenen, waarvan Vincent tijdens zijn leven nooit één cent gezien heeft. Bij de zömertentoonstelling „Verstel en zyn tijdgenoten", aldus de heer Van Wessem, ontbrak Van Gogh. Dit gemis is nu vergoed. Spr. belichtte hierna in een schets markante zijden van werk en persoon van de schilder. Gedragen door onbevangenheid en een pantheïstisch ge kleurd religieus levensgevoel, gaf Vincent met voorkeur de nederig arbeidende mens weer. Voor zijn kunst wierp hij alles van zjch af. ook zijn familie, be halve zijn broer Theo. In het begin zien wij een genie zonder talent, maar dat verandert spoedig. In Arles bereikt hij het zenith van de klaarheid. De uitbeel ding van een voor ieder verstaanbare taal heeft hem gedreven. Ir. V. W. van Gogh bracht dank voor de medewerking van de heren Van Wes sem en Sandberg ondervonden, direc teuren van de Lakenhal en het Stede lijk Museum te Amsterdam. Spreker ging uit van de vraag: „Wat geeft deze tentoonstelling ons eigenlijk, wat zoeken we er"? Een antwoord vond hij in de ontleding van de ontroering, zoals hij die eens vernam uit een voor dracht van Sartre: „de ontdekking van facetten waarop men tevoren geen acht had geslagen, de opgeroepen associaties, de impressie van de persoonlijkheid van de kunstenaar, die het beschouwde werk schiep". Vervolgens refereerde hij aan Zola's gezegde: „vu 4 travers un tem perament", om daarop te herinneren aan een uiting van Vincent aan zijn broer Theo: jij leest een boek om eigen ac tiviteiten te stimuleren, ik om te weten wat voor een man een schrijver wel is. De eerste doeken zijn zeer donker, maar niettemin helder, de latere licht en kleurrijk. Deze verschuiving van don ker naar lichter gamma wijst op een bevrijdingsproces van de geest. Om de natuur van het Franse zuiden te schil deren, moet men de kleuren van de re genboog gebruiken. In Vincent's schildering valt de scher pe waarneming op, de zeer nauwkeurige constructie byv. van een weefgetouw, de schildersdrift, het evenwicht der com positie waarmee een verlangen naar rust en harmonie tot uitdrukking is gebracht. Grootse dingen worden op eenvoudige manier afgebeeld. Uit dit contrast con cluderen we: „ze geven altijd iets voor ieder, nooit is het werk krenkend, op de voorgrond staat het menselijke element. Karakteristiek is verder de mens ver beeld middenin zyn arbeid, als een maaier, een spitter. Ook kunnen we uit het gehele oeuvre een sterk verlangen naar familieleven afleiden. Ir. Van Gogh hoopte tenslotte, dat velen de weg naar de Lakenhal zullen vinden. Jhr. Van Kinschot wees op de kracht die van Van Gogh is uitgegaan. Rem brandt en Van Gogh zijn als visite kaartjes die overal ons land represen teren. Deze expositie is, gelukkig, niet de eerste te Leiden. Het jaar 1893 zag reeds tekeningen van hem. Verster bleek al in zijn jeugd met v. Gogh vertrouwd te zyn. Er zijn aanknopingspunten tussen Leiden en Vincent, maar deze tentoon stelling is het culminatiepunt. De burgemeester zinspeelde op een bepaalde scheiding die overal doorheen loopt. Ons respect voor Rembrandt is is ons met de paplepel ingegeven. Met Van Gogh staat het iets anders. Eerst rond 1910 kwam de waardering voor hem naar voren. De helft van ons heeft reeds van jongs af geleerd Van Gogh mooi te vinden, de andere helft, de 19e eeuwers onder ons. hebben dit moeten verwerven en misschien werd dit voor deze zelfs een waardevoller ervaring. lopenden is uitgedrukt. Dat is de Van Gogh, zelf gaande als een lastdier door het leven, voortgestuwd door het „moe ten" van het genie, en zich geconfron teerd wetend met alle menselijk, gron deloos leed. Men ziet ze voor zich en herkent ze alle- Van Goghs leven gaat in alle periodes wijd voor U open: daar zijn de „Aard appeltelers". uit de tijd dat het zwart bruine nog domineerde, het zwart-bruine, dat voor hém reeds „kleur" betekende, uit de tyd ook, dat de boer. die zijn akker bebouwt, of de wever, die weeft, Van Gogh obsedeerden. De „Aardappeleters", ontstaan in het voorjaar van 1885, koppen, gehouden in „aardappelkleur": een meesterstuk van Van Gogh uit zijn eerste tijd. Men speurt zijn groei naar het licht in de Antwerpse periode (invloed van Rubens» en dan Parijs, méér licht en dan Arles: het „licht", dat zijn bekro ning vindt in Saint Remy. gloeiend, ver terend, neergesmeten met palet en duim, met een kunstige vaardigheid, waarin iedere veeg, ieder stip (rood) in het geheel zijn volwaardige betekenis heeft. Fel en gloeiend brandend zijn de kleuren ten laatste niet zoals men ze op de film zag - maar wezenlijker of onwezenlijker al naar de aard en de ge concentreerde intentie: Van Gogh wild en stralend. Van Gogh ook als de „ge kruisigde", waarmee hij zichzelf identi ficeert in „De opwekking van Lazarus" naar een fragment uit een ets van Rembrandt. (Saint Remy). En uit een vorige periode (Arles) een nog even wichtige Van Gogh, van wie de trans parante. lichtende triptiek „De roze boomgaard". „De bloeiende perzikboom" en „De witte boomgaard" stamt, of „De zonnebloemen", „De armstoel van Gau- Poging om te lang parkeren tegen te gaan Maar de Frabseb zullen maatregelen wel ontduiken (Van onze Parijse correspondent) Dertienhonderd boetes van ongeveer een tientje: dat is de financiële buit geweest van het experiment gedurende de eerste dag van de „disque bleu", of wel de blauwe schijf. Het is een kaart, guin" of de „Berceuse" (Madame Rou- lin), met dat primitief aandoende kleurrijke bloemetjesbehang op de achtergrond: een totaal andere Van Gogh dan in zijn laatste periode van alles-meeslepende vervoering. Van laag betrekkelijk tot hoog beweegt zich deze expositie, zo ongeveer 80 stukken uit zijn produktie, met grote zorg in chronologische volgorde opge hangen en onder helder licht schitte rend uitkomend, gelijk men dat aan de nagedachtenis van Van Gogh ver schuldigd is. Wij spreken de vurige hoop uit, dat velen, vooral ook de jongeren, deze Van Goghs zullen bezichtigen. Deze expositie biedt daartoe een unieke gelegenheid! Eerbied voor hem „die zich liet krui sigen, voor de belijdenis van de mens", zoals Julius Meier-Grafe het in zyn prachtig boek „Vincent" zegt, past hier. Eerbied, voor iemand, die zijn tijd vér vooruit was en nu midden in ónze tijd staat. Eerbied voor een der grootste ge nieën. ooit door ons land voortge bracht! H. waarin een kartonnen schijf kan wor den rondgedraaid, die, als bij een klok, aan de rand met cijfers is versierd. De bedoeling van het hele geval is, dat automobilisten, die in de binnenstad of wel de blauwe zone hun wagen willen parkeren, de kaart aan hun voorruit be vestigen, na de schijf eerst op het uur van hun aankomst te hebben vastge steld. Wanneer zij anderhalf uur later dan nog niet zijn vertrokken, mogen zij rekenen op een bon, een berekening, die gisteren dus al in 1300 gevallen is uitgekomen! De opzet van deze nieuwe verkeers- operatie is in het centrum van Parijs het massale parkeren langs de trottoirs wat aan banden te leggen. Over het al gemeen zijn de Parijse straten, zelfs met éénrichtingsverkeer, toch al niet te breed, en met een file auto's langs de kant, blijft er voor het verkeer bijna geen ruimte meer over. De Parijse politie hoopt nu in de blauwe schyf, om zo te zeggen, de pil te hebben gevonden, die deze verkeers- concipatie zal kunnen verdrijven. Een zekere verbetering was er op dit punt gisteren trouwens al wel te bespeu- j ren en vooral de autobussen bewogen I zich zichtbaar vlotter door de binnen- stad. Of die verbetering van blijvende duur zal blijken, moet intussen worden afgewacht. De Parijzenaars zijn meesters I in het ontduiken van overheidsmaat regelen en wij vermoeden zo. dat het I niet zolang kan duren, of ook de blauwe J schijf zal veel van haar doelmatigheid 1 hebben ingeboet. De inventieve franse geest staat daar, geloven wij, wel bijna borg voor. Tijdens zwemwedstrijd overleden Twee koks, behorende tot het Duitse personeel van een internationale trein, welke geregeld militairen van Duitsland naar Hoek van Holland en terug ver voert, gingen 's middags een wedden schap om 100 mark aan. De inzet was wie het vlugst over de Nieuwe Water weg zou kunnen zwemmen- Om vier uur stapten zij zo uit de warme trein in het ijskoude water, de een gekleed ir. zwembroek, de tweede in een hemd. De jongste, een kok van 33 jaar, slaagde erin heen en terug naar Rozenburg te zwemmen, doch toen hij weer in de trein stapte miste hij zijn vriend- Later bleek dat deze een 43-jarige man udt I Hannover, levenloos in het water was aangetroffen. Indonesische ambassadeur: „Nederlandse dagen in Azië zijn geteld" De Indonesische ambassadeur in j Australië, dr. A. Y- Helmi, heeft gis- I teren gezegd, dat de „dagen van het 1 laatste restje Nederlands koloniaal be zit in het gebied van de Stille Oceaan i geteld zijn". In commentaar op de gemeenschap pelijke Australisch-Nederlandse begin- i selverklaring over Nieuw-Guinea zei hij j in een verklaring aan de pers: „Terwijl er voor Australië en Indone sië tijd is. mogelijke fouten in de be- i trekkingen tussen onze twee landen te verbeterenmoeten wij pogen te ver- I mijden, onze problemen van nabuur schap onrealistisch op te lossen op de zelfde wijze als enige Europese landen deden in het geval van de Saar en an deren. welke oplossingen onnodig geleid hebben tot voortdurende ergernis en wrijving tussen buurlanden". VAN GOGHS ,,De Zaaier" van oktober 1888 Wij tekenen hierby aan: Inderdaad, in deze betrekkelijk kleine —de ongeveer 800 tekeningen en schil derijen, welke Van Gogh in zijn korte. 37-jarige leven (1853—1890) produceerde in aanmerking genomen expositie, doch wélk een exquise, volgt men zyn levensgang van donker naar licht. Het leven van Van Gogh is in de laat ste jaren voor de massa, tot wie hij met zijn sterk sociale inslag wilde spreken, zó overdadig door middel van boeken, film en reprodukties, die ook op deze tentoonstelling te verkrijgen zijn, bekend gemaakt, dat wij ons van de plicht ont heven achten, deze hier opnieuw weer te geven. Men krijgt er een hevige indruk van bij het eerste schilderij, de pastorie te Nuenen, over de Antwerpse, de Parijse. periode, die in Arles, Saint-Rémy en Auvers-sur-Oise heen naar het drei gend-onheilspellende „Korenveld met kraaien" toe. waarin men het diep-tra- gisohe einde reeds voorvoelt- Van het eerste schuchtere pogen toe. naar het volmaakte evenwicht men denke aan het klare, harmonisch opge zette Oogst van '88. dat hij in Arles maakte naar de scheppingen, vervaar digd in één roes van niet-aflatende be zetenheid. tenslotte neergeworpen, in een snelheid, die begrijpelijk maakte, dat Van Gogh zó veel produceerde in een periode van zes jaren: het „Velden met de blauwe lucht", hét „Gezicht op Auvers" of het reeds genoemde „Koren veld met kraaien", waarin het kosmi sche. gelijk in de tekening „Huizen, tui nen en bomen" (blauwe waterverf met sporen van zwart krijt") boven alles prevaleert. De Van Gogh, wie het typisch „sen sationele" aankleeft, en de verbazing en de verwondering opriep door zijn zéér eigen visie, het „nog-nimmer-vertoonde" die alle paden der traditie vér achter zich gelaten had en op bovenzinnelijke wijze uitdrukking gaf aan wat hem in- nerlilk bezielde, geladen door een onge loofwaardige -cheppingskracht. waar door het ene schilderij na het andere in razend tempo werd voortgebracht. Heeft rentestand liet hoogtepunt bereikt? (Van onze financiële medewerker) Nu van verschillende zijden op de noodzakelijkheid van grotere besparingen wordt aangedrongen, staan de Spaarbanken uiteraard in het nieuws. Want hoe- Avel er ook door de Overheid wordt gespaard, zy het de laatste tijd zeer weinig en de bedryven in het nationale spaarkapitaal een groot aandeel hebben, vormen toch ook de particuliere besparingen daarvan een zeer belangrijk bedrag en een groot deel hiervan wordt by de spaarbanken belegd. In verband met de sterk gestegen rentestand van de laatste tyd is de mening uitgesproken dat de spaar banken min of meer uit de tijd zijn en allengs door andere besparingsvormen zouden worden verdrongen. Wij hebben dit de vorige week in twij fel getrokken, omdat wij van oordeel zijn dat er een grote categorie particu lieren is die ook ondanks het grotere verschil tussen de spaarbankrente en het rendement van obligaties en aan delen, toch aan de spaarbanken trouw blijft. Met name voor de kleine man, die geen risico's mag lopen wat de con junctuur en de wisselingen van de rente stand betreft, blijft de spaarbank de meest aangewezen belegging. Een feit is intussen dat er bij de spaar banken de laatste tijd z.g. ontsparingen hebben plaats gehad, d.w.z. dat de terugbetalingen de inlagen hebben over troffen. Voor een deel was dit toe te schrijven aan de verminderde neiging om in geld te sparen, omdat men dit voortdurend in koopkracht heeft zien verminderen, voor een ander deel en vooral de laatste maanden en weken hebben de hoog rentende obligaties, met name de 6 Woningbouwlening op de spaarbanken een sterke zuigkracht uit geoefend, waarvan ook de cijfers over oktober weer het bewijs leveren en die van november dat vermoedelijk in nog sterkere mate zullen doen. In oktober werd by de Rijkspostspaarbank en de grote spaarbanken in Amsterdam, Rot terdam. Den Haag en Groningen rond f25 miljoen meer terugbetaald dan in gelegd. Het lijkt ons echter onjuist hieruit te concluderen dat de spaarbanken hun tijd hebben gehad, vooral irfdien zo het mogelijk blijkt de inflatie een halt toe te roepen Het is daarom interessant de spaarcyfers ook eens van de andere kant te bezien en dus niet alleen te let ten op de opvragingen en het bedrag, waarmee deze de inlagen overtreffen, maar ook op deze inlagen zelve, omdat daaruit blijkt dat van een radicale wij ziging in de spaargewoonten van het publiek niet kan worden gesproken. Wij weten wel dat de irflagen bij de spaar banken voor een groot deel betrekking hebben op het z.g. doelsparen. d.w.z. dat men spaart om later dit geld voor een bepaald doel te gebruiken, dit neemt toch niet weg dat er van de gelden, welke bij de spaarbanken worden gede poneerd, toch doorgaans een deel over blijft dat voor de financiering van de nationale kapitaalbehoeften kan worden aangewend. In elk geval blijkt uit de omvang van de inlagen dat de spaarbanken nog altyd een belangryke en nuttige functie in ons volksleven vervullen. En ook kan men er uit zien dat, hoe zeer grotere besparingen op het volks inkomen gewenst mogen zijn, er ook nu altyd nog in redelijke omvang wordt gespaard. Zo is het ons opgevallen dat byv. bij de Rijkspostspaarbank in oktober welis waar ca. f 14 miljoen meer is opge vraagd dan ingelegd, maar dat in die maand de inlagen toch nog f 49 miljoen hebben bedragen. Voor genoemde maand zijn nog niet alle cijfers ter beschikking, maar van enkele grotere spaarbanken zijn de cijfers over oktober bekend. Wij laten de inlagen voor die maand hier onder volgen: okt. 1957 okt. 1956 Rijkspostspaarbank f49 milj. f63.6milj. Spaarbank voor de Stad Amsterdam f 5.1 f 6.9 Nutsspaarbank Groningen f 2.2 f 3.2 ld. 's-Gravenhage f 7.6 f 8.3 .ld. Rotterdam f 6.2 f 8.7 ld. Amersfoort f 25 f 2.2 De inlagen bij de hiergenoemde spaar banken waren in oktober dus wel lager dan in 1956 (met uitzondering van Amersfoort), maar in totaal is er dan toch nog ca. f7512 miljoen ingelegd. Nog duidelijker spreken de cijfers van alle instellingen, aangesloten bij de Ned. Spaarbankbond over de eerste negen maanden van dit jaar, welke f857.4 mil joen hebben bedragen en die van de zelfde periode van 1956 nog met f21 miljoen hebben overtroffen. Neemt men alle spaarbanken tezamen de Rijks postspaarbank, de Algemene Spaarban ken en de Boerenleenbanken dan blijkt dat de totale inlagen gedurende de eerste acht maanden van 1957 f2026 miljoen hebben bedragen tegen f 1946 miljoen in die periode van het vorige jaar. Hier stonden in 1957 f 1630 mil joen en in 1956 f 1503 miljoen opvragin gen tegenover, zodat in de eerst acht maanden van het lopende jaar dus f395 miljoen meer werd ingelegd dan terug betaald tegen f443 miljoen in dat tijd vak van 1956 Als gezegd zullen de cijfers van eind november en die van ultimo 1957 onge twijfeld een verdere ontsparing te zien geven, omdat op 15 november a.s. de storting op de Woningbouwlening moet plaats vinden, maar een feit blijft het dat er ook in deze tijd nog velen zijn, die aan de gewoonte blijven vasthouden periodiek een bedrag naar de spaarbank te brengen. Vooral in de provincie is dat het geval. Het is dan ook opmerkelijk dat bij de Boerenleenbanken de inlagen gedurende de eerste 9 maanden van 1957 nog belangrijk groter zijn geweest dan in die periode van 1956, n.l. f918'. mil joen tegen f784.2 miljoen en dat ook het spaaroverschot i inlagen verminderd met terugbetalingen) dat van de eerste negen maanden van 1956 heeft overtrof fen: het bedroeg namelijk in 1957 f 133.4 miljoen tegen f 122.6 miljoen in 1956 en f 121.4 miljoen in 1955. Hierbij kan wor den opgemerkt dat de Boerenleenbanken doorgaans een wat hogere rente vergoe den dan de gewone spaarbanken en dat niet alleen de boeren, maar ook vele particulieren op het platteland hun geld bij de Boerenleenbanken beleggen. Deze nemen onder de spaarbanken zelfs de grootste plaats in. Uit. augustus be droeg het spaartegoed bij laatstgenoem de instellingen f 2577 miljoen, bij de Algemene Spaarbanken f 2039 miljoen en bij de Rijkspostspaarbank f1962 miljoen. Uit het bovenstaande mag o.i. de con clusie worden getrokken dat de spaar banken in ons nationaal spaarwezen nog altijd een zeer belangrijke econo mische functie vervullen en dat naar onze mening ook zullen blijven doen omdat een groot deel van de spaarders aan zich zelf en aan hun gezin ver plicht is voor zijn spaargelden de minst risicodragende belegging te zoeken. On danks de inflatie van de laatste jaren weegt toch zowel bij de loontrekkers als bij de spaarders het nominale geldbe drag zwaarder dan de koopkracht van het geld en het is daarom de dure plicht van de overheid een zodanig financieel beleid te voeren dat die koopkracht van het geld althans van die zijde zoveel mogelyk wordt gehandhaafd. Voorts zal de overheid in haar fis cale politiek blyk moeten geven dat zij de vorming van persoonlijk bezit als een van de belangrijke steunpun ten van de volkshuishouding be schouwt. Prof. Hellema heeft in een beschouwing over de maatregelen der regering ter bevordering van bezits vorming o.m. geschreven dat de be- zitsvijandige houding, die het beleid van de naoorlogse opeenvolgende ka binetten heeft gekenmerkt, een uiterst belangrijke belemmering is geweest voor het aankweken van de spaarzin. Over het aankweken van die spaarzin valt nog iets te zeggen, hetgeen we in een volgend artikel willen doen. Voor ditmaal moge met het bovenstaande worden volstaan omdat het de aandacht verdient dat er thans gelukkig enkele, zij het nog zwakke symptomen zijn welke de indruk wekken dat de rente stand vooreerst zijn hoogtepunt heeft bereikt. Men moet met dergelijke uit spraken natuurlijk voorzichtig zijn, maar een feit is dat de geldmarkt wat ruimer is geworden en dat ook op de kapitaalmarkt enige ontspanning merk baar is. De 6 obligaties De Bijenkorf noteren reeds 103 r.de 6 rc Woning bouwlening heeft een koers van ca. 102 bereikt en ook de 6 r" obligaties Pegus naderen dat niveau. Eerst als de stor ting op de Woningbouwlening achter de rug is kan men van de kapitaalmarkt een meer betrouwbaar beeld krijgen. De toeneming van de deviezenvoor raad bij de Ned. Bank met f 245 mil joen sinds eind september cn het voor september en oktober hy de E.B.U. verkregen overschot van resp. f 82 en f 84.6 miljoen vormen intussen teza men een wolkje als een mans hand. bezt wenk kgon mat vaal toJidkji^V O* o o O to Cl W&sS'inaatse. wuL tockfiak hei (ekoti o 7^*551 o - A Lilcbe. ovmteekpiaah blijft noq even cjcin ovacsteücptaats \aI oens do0 ijuuj be jout ii4jaS0cii.tcu.ln lixAin wwx opcvt^Hamü.. UovuUiuiLUj «jaj- K+ 0 coauxl op oude Eu topic uisttumoifen Puzzelwoede leidde naar het ziekenhuis Te Venlo is een 26-jarige man het ziekenhuis binnengebracht, nadat hij een te grote dosis slaappillen rot zich genomen had en bewusteloos was ge raakt De oorzaak van deze slapeloos heid was een zeer bijzondere. De man, die een verwoed puzzelaar is en tegen woordig alle gelegenheid krijgt zijn hobby te beoefenen, gunde zich nage noeg geen rust. De vele opgaven waar voor hy zich zag gesteld, namen niet alleen al zijn vrye tyd in beslag, maar beroofden hem ook van een groot ge deelte van zijn nachtrust, daar hij tot diep in de nacht aan het piekeren bleef en daarna de slaap niet meer lang; de natuurlijke weg kon vatten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 5