Berlijns geweldige uitbreiding 11a 1870 had opmerkelijke gevolgen OP REIS DOOR LATIJNS-AMERIKA 1 De ZATERDAG 2 NOVEMBER WEKELIJKS BIJVOEGSEL PAGINA 4 Eén stad, maar toch tivee werelden(II) Vluchtelingen niet beschouwd als ongewenste vreemdelingen Men leeft in eigen Brede straten door late Bezirk groei Geruchtende tweede industrie op Cuba t:- m 33 (Van een bijzondere medewerker) In 1870 telde Berlijn een paar honderdduizend inwoners; in 1939 waren het er 4.300.000! Uit alle delen van Duitsland zijn ze naar de rijkshoofdstad gekomen en daarom is hier de houding tegenover de vluchtelingen ook anders dan in verschillende streken van West- Duitsland. Daar heeft men soms wel de neiging de vluchtelingen te zien als een min of meer ongewenste vreemdeling; in Berlijn is daar van geen sprake. Uitdrukkingen als: „de echte Berlijner komt uit Breslau" en „Berlijn is de derde Beierse stad" maken wel duidelijk, dat alle Duitse Lander hun contingent hebben geleverd en dat er van een historisch gegroeid Berlijns chauvinisme geen sprake kan zijn. Na 1870 is de stad enorm uitgebreid. Schöneberg was in 1870 nog een dorpscentrum, nu ligt het ver binnen de stadsgrens, vlak naast het oude centrum. Daar stegen bij de eerste uitbreidingen van Berlijn de grondprijzen tot een fantastische hoogte en nog vindt men er de huizen van de boerenmiljonairs, die enorme bedragen ontvingen voor hun gronden en toen grote villa's lieten bouwen overeenkomstig hun nieuwe situatie. Het gevolg van de snelle uitbreiding Is dat de bewoners van de verschillende Berlijnse Bezirke zich nog helemaal niet „Groszberliner" voelen. De Gatower „gaat naar de stad" en bedoelt dan Spandau (zowel Gatow als Spandau zijn delen van Berlijn) en de Spandauer „fahrt nach Berlin" als hij in het centrum gaat winkelen. Er is dus nog een sterk patriottisme en het lukt dan ook veel beter de mensen te betrekken bij het wel en wee van hun eigen Bezirk, dan van Groot- Berlijn. kende Avus-autorenbaan naar Char- lottenburg. Daar staat het Olympisch Stadion dat Hitier voor 16 miljoen mark liet bouwen met het oog op de Olympische Spelen van 1936. Het biedt plaats aan 100.000 mensen; hier ont ving de „Fiihrer" zijn buitenlandse gasten die ter gelegenheid van de spe len naar Berlijn kwamen. Hoe kort Hitiers duizendjarig ryk heeft geduurd, realiseren we ons als we even later door Spandau komen en langs de vroegere kazerne rijden, die nu dient als gevangenis voor Hess. Speer en Baldur ton Schirach. Door Siemensstadt, een industriewijk met 45000 arbeiders rijden we naar Plöt- zensee. Hier staat de gevangenis waar de mensen, die by de aanslag op Hit- Ier in 1944 waren betrokken zyn ge marteld en daarna op gruwelijke wijze ter dood zyn gebracht. Winkelen over de grens Na Plötzensee komt Wedding, „das rote Berlin". By de stemming in 1932 werd 32 op de communisten uitge bracht; in 1954 was het nog 2 d.w.z. minder dan het aantal ingeschreven leden van de communistische party in Wedding. Deze arbeiders hadden te veel gezien van de zegeningen van het communisme. Nog dageiyks komen zü in aanraking met de „paradystoestand" in de Duitse Democratische Republiek. Hier komen n.l. veel mensen uit de Oostsector inkopen doen in de West- berlijnse winkels. Weliswaar moeten zy voor een Westmark 4 Oostmarken geven en moeten ze dus lange tyd spa ren voordat zy zich de luxe kunnen veroorloven, maar zy kunnen dit nog altyd beter doen dan de schrikbarend dure en slechte consumptie-artikelen kopen, die ze in communistisch Berlyn kunnen krijgen. Heel veel winkeliers bestaan hier vrywel van deze handel en het gevolg is. dat, als de autoritei ten in Oost-Berlyn de grens weer eens voor een poosje sluiten, deze winke liers hun wissels en hun belasting voorlopig niet kunnen betalen. Vreemde toestand De Bernauerstrasze geeft wel een typisch aspect van de scheiding te zien. De huizen rechts, de straat en de beide trottoirs liggen in West-Beriyn, de huizen links in de Oostsector. De men sen die aan de linkerkant wonen zyn dus ln Oost-Berlyn als ze in hun huis De Stalin-allee is een van de belangrijkste straten van Oost-Berlijn. Ook hier zijn nieuwe winkelpanden gebouwdmaar het is er bij avond lang niet zo druk en gezellig als op de Westberlijnse Kurfürstendamm. staan zyn ze in West! Een wonderiyke toestand, maar het is wel ideaal by een politierazzia in de Oostsector rus- zyn, maar zo gauw ze buiten de deur tig op straat voor je eigen deur de afloop te kunnen afwachten om weer naar binnen te stappen als het gevaar geweken iel Conga-dans is ontleend aan slavenhandel West-Berlijn krijgt in de Kurfiirstendamm een nieuw centrum. De her bouwde zaken, de vele lichtreclames en het drukke verkeer geven deze straat een aparte sfeer en vormen het bewijs dat West-Berlijn leeft. Oude stadscentrum ligt in het oosten Omdat de uitbreiding zo laat kwam, de bodem hier vrywel vlak was en men ruimte wilde hebben voor parades en andere grootse gebeurtenissen in de nieuwe hoofdstad, kreeg Berlyn vele brede, rechte straten, die van de bui- ten-Bezirke naar het centrum voeren en waarvan het autoverkeer dan ook prachtig kan profiteren, evengoed als het locale bus- en tramverkeer, dat met Untergrund en S-Bahn voor het personenvervoer van de miljoenenstad zorgt. Het oude stadscentrum ligt nu in de oostelyke sector van Berlijnvlak by de sectorengrens en nu de stad in twee delen is gesplitst, verliest dit oude centrum zijn betekenis volkomen, wat ook wel blykt uit het feit, dat daar de toestand nog vrywel dezelfde is als in 1945. De straten zijn vry van puin, maar dit ligt op de open plekken tus sen de winkels en woonhuizen die hier vroeger stonden. Verkeer is er vrywel niet en het geheel is grauw en doods. In het westen ontstaat een nieuw centrum in het gebied rond de W urfiirstendamm en in de Oost sector is de Stalinallee het middel punt. Gaat men hier nu aan beide zijden van de sectorengrens toch opbouwen, dan kan er op den duur een chaotische toestand ontstaan als ieder zijn eigen plannen gaat maken en uitvoeren. Contact op regeringsniveau tus sen Oost en West is er niet. In de Oostsector doet men alles om de scheiding zo scherp mogelijk te maken. Wie in West-Berlijn een telefoonnummer in de Oostsector wil bellen moet dat doen via het Fernamt, d.w.z. over Hannover! Op verkeersgebied bestaat die schei ding ook al. Bus, elektrische tram en Untergrund in West-Berlijn staan on der het westelijk stadsbestuur, in de Oostsector onder de bestuurders van Oost-Berlijn. Alleen met de S-Bahn is het een bijzonder geval. Het S-Bahn- net verbindt de verschillende delen van Berlijn met elkaar met elektrische bo vengrondse spoorweglynen. Omdat deze S-Bahn tot de spoorwegen be hoort en alle spoorlijnen in Oost- Duitsland onder de regering in Pankow staan heeft deze dus ook zeggenschap over het gehele S-Bahn-net van Ber- Rf:e situaties en geeft ons een indruk U|n. Dit kan leiden tot heel wonder- van de wonderlijke gevolgen, die de splitsing van de stad op het leven heeft. Herinneringen Een tocht door Groot-Berlyn roept herinneringen op aan de geschiedenis van Duitsland van de laatste decennia. We rijden over Wannsee over de be- in Cuba s machtigste industrie is suiker. Maar direct daarop volgt een andere? die van „bolas" de geruchten. Eigenlijk is het hele eiland één groot fluisterconcert en vooral in deze dagen komen de fluis- raars ruimschoots aan hun trek. Daar zijn de recente revoltes tegen het regime van sterke man Batista, de overval op en het ontzet van •ijn dochter Elisa, toen zij onlangs van haar Amerikaanse kostschool was weggelopen en daarna de ontvoering in Mexico van de zoon Tan een zijner politieke tegenstanders. Door Batista's mensen natuur lijk, zeiden zijn vijanden. k e 6terke man zelf maakte met deze berichten korte metten. „De binnenlandse agitatie wordt aan gewakkerd uit het naburige Santo Do mingo", zei hy, „en die ontvoering was een bandietenstreek". Het eerste viel moeilyker te bewyzen dan het tweede. Want de betrokken jongeman die overigens weer terecht is woont by zyn gescheiden moeder. En die staat buiten elke politiek. De meeste praatjes over Batista ont spruiten aan na-yver. Hy is dan toch maar weer sinds 1952 ongetwist de baas op Cuba. Het is waar dat hy aan de hoogty van de corruptie een eind heeft gemaakt. Want onder zyn voor gangers San Martin en Prio „vierde" het suikerland op een heel eigen manier democratie. Het vrije woord mocht er dan al triomferen, er raakte voortdurend geld zoek. Een klassieke grap is die over de verdwij ning van rond 120 miljoen uit de schatkist. De in 1949 overleden minis ter van Opvoeding, José Alemén werd hiervoor naderhand verantwoordelyk gesteld. Hij zou het geld met een paar vrienden naar Florida hebben ge bracht. Toen Aleman later gevraagd werd. hoe hy dit had klaargespeeld, moet hy gezegd hebben: „Makkelyk genoeg: in koffers!" Goed, Batista heeft aan dit alles een eind gemaakt en dat ging blijk baar al even gemakkelyk. Met een aantal getrouwen bezette hij het militaire hoofdkwartier Campo Co lumbia midden in de nacht en van daar liet hij rondtelexen dat alle onderofficieren voorlopig hun mili taire commandanten moesten arres teren. Dat had uitwerking, want vóór hy zichzelf in 1933 tot kolonel promoveerde, was Batista ook ser geant geweest en hy hield het con tact met zijn vroegere collega's altyd levendig. De sterke man heeft een arme jeugd gehad en pas in het leger kreeg hij tweehonderd miljoen gulden geschat. Hoe heeft hy dit uit niets kunnen op bouwen? Ongetwyfeld voor een deel, door op handige wyze gebruik te ma ken van het verlenen van bepaalde voorrechten in het handelsverkeer. En daar de Amerikanen grote econo mische belangen, op Cuba hebben, meent men dat veel van zyn geld uit Amerikaanse bron komt. Toch zou het verkeerd zyn de pre sident als de enige ryke man op Cuba te beschouwen. Er zyn Immers ook de suiker-baronnen. en Londen, met Parys, Rio de Janeiro of Frankfort. Soms hangt hy dan vier entwintig uur achter elkaar aan de telefoon Op Cuba bezit deze suikerbaron dertig fabrieken en hy beheerst de halve oogst. Daarnaast wordt zyn aan deel in de suikerhandel op Puerto Rico en op de Philippynen ook nog op een kwart geschat. Naar berekenin gen hebben Lobo's manipulaties met suiker hem tot nu toe een 160 miljoen gulden opgeleverd en zelfs machtige Amerikaanse suikerraffinadeurs in de V.S. moeten genoegen nemen met de prijzen, die hy dicteert. Lobo reist veel en onderweg sluit hij voortdurend overal telefonisch transacties af. Hy ontvangt ongeveer 500 telegrammen per dag. „Toch ben ik het liefste thuis", zegt hij, „want als ik daar in mijn patio (binnenplaats) onder een mangoboom zit, komen mijn beste ideeën". De twee dochters van Julio Lobo moeten van hun pa ook vaak in die patio zitten om daar goed na te denken en hy heeft bovendien de muren van haar kamers vol krantenknipsels geplakt om haar aan ideeën te helpen. Nu wordt er beweerd dat de denk-capaci- teit toeneemt door calcium-gebruik. Het verhaal gaat dan ook, dat de i »-** I t V SS.&*'. v*211I&ÉL."'"J de kans zich te ontwikkelen. Als ser geant-stenograaf zwierf hy tot in alle uithoeken van zyn eiland en dat komt hem nu nog altyd goed van pas. Hy weet wat zyn volk nodig heeft en hy verschafte het scholen, grond en open bare werken. Met dat alles blijft er een vraagteken: het persoonlijk ver mogen van de president wordt op een 24 uur telefoneren Een van hen heet Julio Lobo, van geboorte eigenlijk Venezolaan en 57 jaar oud. In febr. heeft hy ge woonlijk zyn drukste tijd, want dan is de suikeroogst juist binnen en dan sluit Lobo zyn miljoenen-transacties af tussen Cuba en New York, Manilla Op Cuba wordt suiker als riet op muilezels vervoerd. meisjes Lobo op de goede weg zyn, want papa zet haar zo nu en dan.... gemalen eierdoppen voor! Men ziet het: ook hier stof voor „bolas", de „geruchten-industrie". Tabak is het tweede produkt waar op Cuba feitelyk dryft. Suiker is eigenlyk niet Cubaans, want het werd door Columbus geïntroduceerd. Maar tabak is wèl inheems. De sigaar is zelfs een Cubaanse uit vinding. De Spanjaarden uit de tyd van Columbus namen het gebruik da delijk over en de Spaanse dames deden dapper mee. Ook nu nog roken oudere Cubaanse dames nog wel een sigaartje; de sigaretten laten ze liever aan de jonge meisjes over. Als deze in het openbaar optreden, zyn ze toch meestal gechaperonneerd. Hartstochtelijk dansen Nu zyn er verschillende methoden ontwikkeld om daar soms korte tyd onderuit te komen. Dansen is er een van. Rock and roll is hier geen daverend succes, want de be staande dansen dragen al genoeg vu righeid in zich. De originele rumba is een hartstochtelyk stuk, dat vaak sterk aan hofmakery herinnert. Erv dan de elegante „danzón". In het mid den hiervan staan alle paren stil en de dames wuiven behaagziek met haar waaiers. In de oude tyd was dit de enige kans voor jongelui om onafge- luisterd een paar woorden is wisselen. Het chaperonne-systeem is intussen veel minder streng geworden, maar de pauze in de „danzón" is gebleven. Al leen ingewijden weten wanneer en dat heeft iets met een bepaalde noot van de muziek te maken. Een andere populaire dans is de conga, al weten de meesten niet, dat zy die vooral aan de slaven danken. Op Cuba wonen nog steeds veel af stammelingen van deze negers en die werden vroeger met de voeten aaneengeketend hier ter markt ge bracht. Zij konden dan niet meer dan drie kleine stapjes na elkaar doen, om vervolgens met de vierde stag» hun voetenketting weer bij te halen. En dat patroon is nog steeds in de conga bewaard. HANS YKEMA. Na de suiker zijn de „bolas" ge ruchten) de belangrijkste industrie, zoals men graag schertsend zegt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 16