AUSTRALISCH BOERINNETJE
WINT REIS OM DE WERELD
Nederlandse boeren zeer welkom
in de Amerikaanse staat Vermont
I
600.000 spijkers inslaan voor
200— reisgeld
mmm
Herhaaldelijk boerderijen le
koop tegen redelijke prijzen
VARIA
Mannelijke mededingers met stukken
geslagen
(Bijzondere medewerking)
„Een bezoek aan het Louvre in Parijs, dat is mijn hartewens", zei
de negentien jaar oude Norma Eagleton begin april bij haar vertrek
naar San Francisco. Nu, een bezoek aan het Louvre ligt binnen
Norma's bereik, want onlangs viel haar de onderscheiding te beurt,
gekozen te worden als „Ster-Boerendochter"van de Australische
Staat Nieuw-Zuid-Wales. Die onderscheiding betekende tevens voor
haar een reis om de wereld. Zeven maanden lang is zij in de gelegen
heid om in Amerika, Europa en elders boerenbedrijven, bossen,
droogmakerijen en nog veel meer te zien. Het Parijse Louvre met zijn
meesterwerken der kunst is in haar reisplan opgenomen.
Norma's hartewens wijst er op, dat haar belangstelling veelzijdig
is, ongebruikelijk veelzijdig zelfs voor een plattelandsmeisje uit
Australië. Zij woont thuis bij haar vader in Bob's Farm, een gehuchtje
op een afstand van een kleine 40 km. van het steenkool- en staal-
centrum Newcastle. Haar vader is oesterkweker. Norma is het eerste
meisje, dat ooit de „Grote Prijs" won. Zij sloeg haar zeven manne
lijke mededingers met stukken, hoewel die zeven boerenzoons zowel
theoretisch als praktisch wisten wat het boerenbedrijf is.
DAT Norma de overwinning be
haalde dankt zy niet uitsluitend
aan haar begaafdheid, maar ook
aan haar voortreffelijke karaktereigen
schappen. zy is echt een meisje uit
één stuk, gesneden uit het goede hout.
Zy weet wat vechten is. En in Austra
lië heeft men eerbied voor echte vech
ters als Norma. Jarenlang leverde zy
met heel eenvoudige hulpmiddelen
stryd tegen de omstandigheden. En zy
won.
Norma Eagleton had een moei-
lyke jeugd. Maar zy was uit het
goede hout gesneden en vocht
voor haar toekomst. Norma
slaagde. De kroon op haar stryd
kreeg zy onlangs in de vorm
van een wereldreis.
tuumnaaien en hoedenmaken. En haar
vader vond het vanzelfsprekend, dat
zyn dochter ook voor de moestuin en
het pluimvee zorgde.
Haar broeders trouwden en verlieten
het vaderlijk huis. Vader Eagleton had
hulp nodig in zijn oesterbedryf en
daarom leerde hy Norma het vak. Hy
leerde haar oesterrekken maken, oes
ters te plukken en te sorteren, kortom,
alles wat met de cultuur samenhing.
Norma werd een voortreffelijke kracht.
schien „ster-lid" zou kunnen worden
van de plaatselyke Jonge Boeren Club
Ze begon te werken voor haar proeve
van bekwaamheid in februari. In sep
tember had zy haar taak volbracht
wat betreft het huishoudeiyke deel
Een paar handschoenen, een tafel
kleed, enige kledingstukken en een
paar andere dingen. Norma's werk was
in orde en haar roep als boerin, staats
burgeres en beoefenares van sport en
kunst was zó goed, dat zy inderdaad
gekozen werd tot (plaatselyk) „Ster
lid". Kort nadien viel haar de onder
scheiding te beurt, „ster-lid" voor het
district Newcastle te wordenen
toen ontdekte zy zichzelf eensklaps
als lid van een groep van acht (zeven
jongemannen en Norma), die kandi
daten waren voor de „Ster-Onderschei
ding" van geheel Nieuw-Zuid-Wales.
Deze acht kandidaten gingen geza-
menlyk een studiereis maken naar de
Snowy Mountains, waar reusachtige
hydro-elektrische werken worden uit
gevoerd. De reis kostte f. 200,Nor-
ma had zoveel geld niet. Haar vader
stelde haar toen het bedrag ter be
schikking op voorwaarde, dat zy „enig
extra-werk' 'in de oesterkwekery zou
doen. Dat „enig extra-werk" kwam
neer op het inslaan van 600.000 spy kers
in de oesterrekken. Norma deed het!
Vóór haar vertrek werd zy 480.000 spij
kers de baas, de resterende 120.000 ha
merde zy na haar terugkomst uit de
Snowy Mountains in het hout. En de
laatste spyker was nog maar nauwe-
lyks vertimmerd of Norma hoorde tot
haar grote vreugde, dat zy gekozen
was als „Ster-Boerendochter" van
Nieuw-Zuid-Wales!
De reis
DEGIN april verliet zy per vlieg
tuig Sydney met bestemming San
Francisco, alwaar leden van
Amerikaanse Jonge Boeren Clubs
haar ontvingen en haax voor vyf
maanden onder hun hoede namen
om haar de Verenigde Staten te
tonen. Zy reist samen met twee Aus
tralische boerenzoons, die in andere
Staten de „Grote Prijs" wonnen, te
weten Kevin Cahill (West-Australië)
en Rex Smith (Queensland). Een dezer
dagen komt het drietal in Engeland.
Daar blyven zy drie weken en gaan
dan naar het vasteland van Europa.
Norma's liefde voor de kunst is nog
steeds groot. Zy wil en zal het Louvre
zien. Het Louvre en dan ook bekende
Amerikaanse en Londense musea.
„Waarschijnlyk heb ik niet veel tijd
om zelf te schilderen", zei ze in San
Francisco, ..rnaar ik heb myn schets
boek by me en heus, ik zal niet ver
geten wat ik allemaal te zien kryg!"
Norma schenkt thee voor haar
vader (een oorlogsveteraan uit
19141918) en haar broeder Alan
in de keuken van haar vaders huis.
Zij zorgde voor een even smakelijk
als voedzaam hapje bij de thee.
Haar hoofd zit vol met plannen: het
Witte Huis. Hollywood. Kew Gardens,
Marken en Volendam, Versailles en na-
tuurlyk enige bekende oestergronden
in Amerika en Europa, Teveel om op
te noemen.
Norma zal stellig heel veel zien op
haar wereldreis. En wie Norma kent,
weet, dat zy geen minuut van haar
„Grote Tyd" zal verknoeien.
(NIVANO NADRUK VERBODEN)
600.000 spijkers inslaan om 200,-
reisgeld te verdienen! Norma ging
aan de slag en hanteerde de hamer
totdat de spijkers geslagen en de
l 200,verdiend waren!
GEMAKKELIJK heeft Norma het
vroeger niet gehad. Haar moe-
der stierf, toen zy zes jaar oud
was. Een medelevende buurvrouw, die
een halve kilometer verder woonde,
zorgde zo goed en zo kwaad als het
ging voor het meisje tot dit 12 jaar
was. Toen moest Norma naar de mid
delbare school en verder de verzorging
van haar vader en beide broeders op
zich nemen. De weg naar school was
lang, wel 35 km. Drie jaar lang stond
Norma iedere ochtend om h«lf 6 op.
Eerst deed zy het huishouden. Dan
wandelde zy 3Vz km over moerassig
terrein naar de hoofdweg, waar zy de
schoolbus pakte. Een deel van het jaar
was het al donker, als zy de huisdeur
weer binnenging. Toen zy 15 jaar was.
kreeg zij een diploma. Haar schooltijd
was afgesloten. Al haar tyd moest zy
voortaan wyden aan de zorg voor haar
vader en haar broeders, die met zijn
drieën de oesterkwekery in bedrijf
hielden. Norma moest zichzelf leren
koken, naaien, wassen, stryken; wat
dies meer zy. Zij maakte fouten, stel
lig, maar met enig vallen en opstaan
kwam zij er toch en werd zy een per
fecte huishoudster. Eenmaal zover ge
komen, ging zy zich toeleggen op kos-
Maar zij wilde meer doen! Zy werd
voorzitster van de (plaatselyke) Jonge
Boeren Club. die zy, toen zy twaalf
jaar was, had helpen oprichten. Zy
gaf haar krachten aan sociaal werk in
de streek. Zy deed vry veel aan sport
en al gauw bleek, dat zy vooral met
tennis mooie successen oogstte. Voorts
kreeg zij meer en meer belangstelling
voor de kunst. Daarom liet zyn zich in-
schryven voor cursussen tekenen en
schilderen aan de Middelbaar-Tech
nische School in Newcastle. Eens per
week trok zijn naar Newcastle. Weldra
bleek, dat zy niet alleen belangstelling,
maar ook talent had. Onlangs won
Norma op een tentoonstelling met elf
van haar inzendingen negen eerste en
twee tweede prijzen. Ook spreken in
het openbaar lag Norma goed. Dit bleek
ter gelegenheid van enige door de
Australische Omroep uitgeschreven
wedstryden onder jonge mensen. Nor-
ma kwam als radio-spreekster uit de
bus met enige eerste en tweede pryzen
„Ster-Boerendochter"
DE mensen in de streek van Bob's
Farm begonnen trots te worden
op „hun" Norma. Een „ster
boerendochter", mompelden sommigen.
U moet namelyk weten, dat de Jonge
Boeren Beweging in Nieuw-Zuid-
Wales teken jare een ster-lid" uit
kiest en dat die verkiezing met zich
brengt dat de uitverkorene een grote
buitenlandse reis mag maken. Ver
leden jaar dacht Norma, dat zy mis-
Land en volk
Helaas is emigratie niet eenvoudigwant
(Van onze correspondent in Washington)
Een middagmaal in een Nederlands boerengezin: soep, aardappelen,
gehakt en bietjes, pap toe. Dan staat de boer op, scheurt een blaadje van
de christelijke scheurkalender, pakt zijn bril en zijn Bijbel en leest een
gedeelte van een brief van Paulus. In honderden Nederlandse dorpen zal
dagelijks hetzelfde gebeuren. Het komt niet in de krant. Maar het kleine
dorp Waybridge ligt in de Amerikaanse staat Vermont en er zijn daar
geen andere Nederlanders dan zij, die behoren tot het Friese gezin van
Atze de Jager. Zij staan dus in het middelpunt der belangstelling
niet om heel hartelyk te zyn voor
de pas aangekomen immigranten.
Een mooi laml en
prettige mensen
De familie De Jager is pas een goed
half jaar in Amerika en ongeveer tege
lijk zijn er nog twee Nederlandse ge
zinnen aangekomen in dorpen daar in
de buurt. Vier andere gezinnen en nog
drie vrijgezellen zijn op komst. Zy zijn
heel welkom in Vermont, want men
heeft daar groot gebrek aan bekwame
veeboeren. Alleen in de „County" (het
district» Addison slechts een klein
onderdeel van Vermont zouden naar
schatting wel vyftig Nederlandse ge
zinnen een plaats kunnen vinden. Als
het van de plaatselijke autoriteiten in
Addison-county afhing, dan zou men
het quotum van Nederlandse immi
granten zeker verhogen en dan zou
men minder administratieve rompslomp
nodig achten. Helaas echter is emigra
tie naar Amerika niet eenvoudig. Toch
is het goed, dat zy. die daar in Ne
derland belangstelling voor hebben,
weten dat men in Vermont dringend
behoefte heeft aan goede veeboeren.
Ondergeschikt begin
Ook al had men in Nederland een
eigen bedryf, toch is het gewenst in
Amerika als ondergeschikte te begin
nen. Zo leert men taal en mensen het
beste kennen. Atze de Jager en zijn
negentienjarige zoon Sjoerd hebben in
Richard James een goede baas gevon-.
den. James bezit ongeveer 750 ha. aan
land en zyn vee bestaat uit ongeveer
375 runderen. Zijn bedrijf verschilt in
menig opzicht van een Friese boerderij.
In het begin was Sjoerd nu en dan
bang, dat de tractor op het hellende
terrein om zou kantelen. De weiden
zyn hier en daar steenachtig en be
groeid met bossages. Het vee wordt ge
molken in de stal (machinaal natuur-
lyk) en de kalveren komen meestal
helemaal niet buiten.
Het gezin-De Jager heeft nog geen
auto. Daarom neemt de vrouw van
Richard James elke week de vrouw van
Atze de Jager mee naar Middlebury
om inkopen te doen. De yskast in de
keuken van de De Jagers is groot ge
noeg om voedsel voor een hele week
te kunnen bewaren.
Er komen meestal niet meer dan
dertig mensen in het protestantse
kerkje, waar de De Jagers 's zondags
naartoe gaan, maar die gemeenteleden
doen ook hun uiterste best om de Ne
derlanders te doen inburgeren. De taal
is natuurlyk in het begin een moeilyk-
heid. Dat heeft ook de „Bond van
Vrouwelyke Stemgerechtigden" in
Middlebury begrepen. Men heeft daar
het plan gemaakt om deze winter de
pas aangekomen immigranten gratis les
in het Engels te geven.
Gekoelde melk
Pieter Smits, een andere immigrant,
trof ik aan op een moment, dat het
erg druk was op de boerderij. Het was
half zes 's avonds en melktijd. Toch
konden we wel even praten. Hoe komt
het toch, zo vroeg ik hem, dat de melk
in Amerika zo extra goed smaakt? Pie
ter Smits, een lange boer van ongeveer
35 jaar, was van mening, dat het de
melk veel goed deed, dat zy onmid-
dellyk werd gekoeld. Wy gingen even
de stal in. Een paar koeien werden
daar automatisch gemolken en de melk
ging inderdaad rechtstreeks in een
koelmachine.
Smits, die hierheen is getrokken met
vrouw en vier kinderen, heeft een
mooie plaats getroffen: de boerdery
waar hy werkt, ligt vlak aan het
grote meer. Volgens Smits geven de
koeien (dank zy by-voeding) hier meer
melk dan in Friesland, maar het vet
gehalte is wat lager. Zo'n man als deze
Smits maakt hier inderdaad een goede
kans. Hij is nog jong en na een jaar
of wat kan hy hier zeker een eigen
boerdery kopen. Spoedig zullen zyn
zoons groot genoeg zyn om mee te
helpen in dat bedryf en met zulke
goedkope werkkrachten is hier zeker
succes te bereiken.
Amerika is groot en men zal zich
afvragen, waarom juist in Vermont
de omstandigheden gunstig schijnen
voor immigranten. Om twee rede
nen: men kan hier om te beginnen
gemakkeiyk een plaats vinden als
boerenarbeider. Er is, zoals gezegd,
een tekort aan arbeidskrachten. De
tweede gunstige factor is het feit,
dat hier herhaaldelijk boerderijen te
koop komen tegen een redelyke prijs.
Wie dus wat geld heeft gespaard,
kan zonder veel moeite een plaats
vinden om zich als eigen baas te
vestigen.
Het klinkt allemaal heej aantrek
kelijk, maar de moeilykheid blyft
voorlopig: de zeer beperkte immi
gratie-mogelijkheden die Nederlan
ders hebben, wanneer zy naar Ame
rika willen gaan.
Het gebied, waar deze nieuwe groep
van Nederlandse immigranten zich
thans vestigt, ligt een kleine 300 myl
450 kmten noorden van de stad New
York. Zelfs op een eenvoudige kaart
van Amerika zal men het grote meer
wel kunnen vinden, dat de naam
Champlain draagt. Deze Nederlanders
zoeken zich een nieuw bestaan juist
ten oosten van het zuidelijk deel van
dat meer.
De grootste plaats daar in de buurt
is Middlebury, een centrum van win
tersport
Nederlanders, die bang voor kou en
sneeuw zyn, moeten dus maar niet
naar Vermont gaan. Het is geen uit
zondering, dat de velden drie maanden
per jaar met sneeuw zijn bedekt en de
wind, die over het grote meer komt.
kan behoorlyk koud zijn. Maar men
kan in het algemeen wel zeggen, dat
bet weer er, gedurende de rest van het
jaar, mooier is dan in Nederland. Het
najaar in Vermont is meestal bijzonder
mooi en vooral de ahornbomen (in het
Amerikaans: maples) zyn dan prachtig
van kleur.
De mensen in Vermont zeggen van
zichzelf, dat ze wat stug zUn, maar
dat verhindert hen toch kenneiyk
De Deense visser Wilhelm Damgaard
had er zich 53 jaar van zyn leven
zo zeer aan gewend een pijp in de
mond te hebben, dat hij ook niet
van deze gewoonte afweek, toen hy
dezer dagen overboord tuimelde en
in de Noordzee terecht kwam. Hy
deed zyn mond pas open en nam
de pyp er weer uit. toen zyn mak
kers hem weer op het droge hadden
gebracht.
De 35-jarige Italiaan Sirio TaodhJ
Iheeft op een bromfiets 4500 km. in
11 uur afgelegd. De enige onderbre
kingen van de reis waren die om te
tanken. Zyn uurgemiddelde was
38.78 km. Taodha had gehoopt een
gemiddelde van 50 km. te maken,
maar dat was door ongunstige
weersomstandigheden niet mogelyk.
Het protestantse kerkje in Waybridge
JÜL