NIVEA
De vraag naar steenkool stijgt
ondanks de olie en kernenergie
Financiële overheidspolitiek moet
een juister inzicht ontvangen
1
r
De ervaring
hij de behandeling
van de A-griep
bevestigt opnieuw
de onmisbaarheid van
Maar de produktie in Limburg
toont nu al een dalende tendens
Opruiming van enkele populaire
misverstanden is noodzakelijk
Rundveefokkerij Alphen a. d. Rijn
96ste jaargang
Vrijdag 18 oktober 1957
Vierde blad no. 29268
Heerlen in conflict met Den Haag
Extra-premie zou werklust doen toenemen
(Speciale berichtgeving)
„Een van de redenen voor het invoeren van een premieregeling is
de verwachting, dat daardoor, mede in 's lands belang, de kolen-
produktie gunstig zal worden beïnvloed", zegt het verslag van de ver
gadering van de Mijnindustrieraad op 31 juli. Die dag besloot de MIR
de „aanwezigheidspremie" meteen vast te stellen, en onze mijnwerkers
zouden nu al f 1,50 (onder de grond) of f 1,(boven de grond) per
dag meer verdienen, als de regering daar geen stokje voor gestoken
had. Het lijkt van belang dit motief van de MIR nader te onderzoeken.
In welke mate zou de kolenproduktie door de aanwezigheidspremie
kunnen worden opgevoerd, en in hoeverre is dat dan in 's lands
belang.
Kolen dringend nodig
Men kan zich namelijk afvragen wat
wat het uitmaakt of de kolen nu in
Nederland of in Duitsland worden ge
produceerd. Wö hebben immers al
vier jaar een gemeenschappelijke
markt voor steenkool in de Europese
Gemeenschap voor kolen en staal? Men
kan ook verder in de toekomst kijken
en de vraag stellen of dat moeilijke
en dure (arbeids- en kapitaal-inten
sieve) delven van steenkool, vele
honderden meters onder de grond,
nog wel zin heeft, nu de olie als ener
giebron haar intrede heeft gedaan
en de kernenergie al om de hoek komt
kijken.
In de wereldenergievoorziening is het
aandeel van de steenkool in de afgelo
pen dertig jaar gedaald tot minder dan
de helft. De meeste energie wordt thans
door olie opgewekt. In West-Europa
echter is de steenkool nog de voornaam
ste bron van energie. Volgens de sta
tistieken van de E.G.K.S. voorzag steen
kool in 1956 voor 2/3 in het totale
energieverbruik van de zes landen der
kolen- en staalgemeenschap. Maar ook
al neemt het aandeel van de olie in de
energievoorziening toe, dit betekent
nog niet. dat de olie de rol van de
steenkool op den duur zou kunnen over
nemen. De behoefte aan energie neemt
namelijk zo snel toe, dat de wereld
alle bronnen steenkool, bruinkool,
aardolie, aardgas en waterkracht
dringend nodig heeft!
En de kernenergie? Niemand ver
wacht dat deze nieuwste energiebron
op korte termijn voordeliger zal zijn
dan steenkool. Op de lange duur zal
de kernenergie ongetwijfeld de voor
naamste bron van energie worden.
Maar voor dc eerstvolgende 20 jaar
wordt geen bijdrage van betekenis
verwacht. Deskundigen achten het
hoogst onwaarschijnlijk, dat om
streeks 1975 de atoomkracht ook maar
evenveel energie zal opleveren als
thans de waterkracht, die slechts voor
7% bijdraagt in de wereldvoorziening
van energie.
Nog steeds stijgend gebruik
Kolen blijven dus belangrijk! Niet
voor de spoorwegen of de scheepvaart.
In het transport heeft de steenkool
vrijwel afgedaan. Maar het verbruik
voor huisbrand en energie zal onge
veer gelijk blijven, en voor de cokesfa-
bricage en elektriciteit verwachten de
experts een sterke toename van de
kolenbehoefte. De totale behoefte aan
steenkool zal volgens deskundige ramin
gen in de komende tien jaar met 20%,
én in de komende 20 jaar met 30% stij
gen.
Blijft de vraag, of het enig verschil
maakt of wij de steenkool uit Duits
land of België, dan wel uit ons eigen
Limburg krijgen. De E.G.K.S. heeft in
1953 een gemeenschappelijke markt voor
kolen tot stand gebracht: de douane
rechten zijn verdwenen, van in- of uit
voervergunningen kan in de kolenge-
meenschap geen sprake meer zijn. Toch
zijn er redenen te over om de produk
tie binnen Nederland zo hoog mogelijk
op te voeren. De buitenlandse kolen
zijn duurder en kosten deviezen. Een
bélangrijk deel van de Nederlandse
steenkoolproduktie verdwijnt in de
cokesfabrieken, en de Limburgse cokes
is zeer gewild in de Franse. Luxem
burgse en Scandinavische staalindus
trie. Jaarlijks wordt voor meer dan
honderd miljoen gulden cokes geëxpor
teerd. De cokesovens voorzien heel Lim
burg en Brabant van gas en leveren
bovendien nog de grondstoffen voor de
Een houwer aan het koolfront
steeds belangrijker chemische bedrijven
van de staatsmijnen.
Ook veiligheidsoverweging
Daar komt nog bij. dat het ook uit
veiligheidsoverwegingen geboden is de
eigen produktie in stand te houden en
op te voeren. Tijdens de Korea-crisis,
toen er plotseling een enorme vraag
naar steenkool ontstond en de import
stagneerde, kon kolendistributie in Ne
derland alleen voorkomen worden door
opvoering (met overwerk) van de eigen
produktie. Vakbondleider Dohmen her
innerde er ons nog aan, hoe hij dat met
de toenmalige minister van den Brink
in orde had gemaakt! „Als het moet,
werkt de hele zaak mee', zei Dohmen.
Thans weinig animo
Maar de laatste tijd is er in de Lim
burgse mijnen geen stemming dat „het
móet". Dit blijkt veel uit het snel toe
nemende aantal „grensgangers". voor
het merendeel jonge, vakbekwame hou
wers. en de produktie der Nederlandse
mijnen bedraagt per ondergrondse ar
beider ongeveer 1500 kg. per dienst, In
augustus kwamen er 80.000 ton kolen
minder uit de Limburgse mijnen dan
in dezelfde maand een jaar geleden.
Natuurlijk: ook de A-griep heeft op
deze produktiedaling invloed gehad.
Maar bij die griep spelen ook psycholo
gische factoren een rol. zo verzekerde
óns Dohmen. Een arbeider blijft eerder
thuis als de ware animo er niet meer is!
Een extra premie zou de werklust
doen terugkeren en een einde maken
aan het ernstige verloop naar Duits
land zo redeneert men in Zuid-
Limburg. De produktie van Neder
landse voornaamste energiebron zou
dus door zo'n premie worden gestimu
leerd. Hierover zijn werkgevers en
werknemers het eens. Welke moge
lijkheden de Nederlandse mijnen in
andere opzichten bieden tot opvoe
ring van de steenkoolproduktie, welke
factoren hierbij nog meer een rol
spelen, zullen wij nader na moeten
gaan.
Minister Hofstra tot werkgevers:
Naar grotere reactiesnelheid overheid
(Speciale berichtgeving)
„Wil de financiële overheidspolitiek het effect hebben, dat
daarvan kan en mag worden verwacht, dan dient ten aanzien van
enkele gezichtspunten een juister inzicht te worden verkregen, dan
thans aanwezig mag worden verondersteld." Zo zeide gistermiddag in
de Rotterdamse Schouwburg de heer H. J. Hofstra, minister van Finan
ciën, op de algemene ledenvergadering van het Verbond van Neder
landse werkgevers. „Met name dienen enkele populaire misverstanden
te worden opgeruimd", zo vervolgde de minister, die daarop vier van
zulke „populaire misverstanden" opsomde, te weten:
dat de lasten op de schatkist kunnen worden afgeschoven zonder dat
dit verdere consequenties voor de samenleving heeft, daarbij denkende
aan prijssubsidies en bestedingsinflatie,
dat wanneer de schatkist lasten betaalt, niemand anders behoeft te
betalen,
dat de overheidsuitgaven een zodanige flexibiliteit, bezitten, dat zij op
korte termijn in zeer aanzienlijke mate kunnen worden verminderd
dat het ongeoorloofd zou zijn kapitaaluitgaven van de overheid - bijv.
aanleg van nieuwe wegen, havens enz. - uit lopende inkomsten te
dekken.
Integendeel, zo liet de minister er op volgen, dit kan bij een bepaalde
stand van de conjunctuur en bij bepaalde verhoudingen op de kapitaal
markt juist wèl passen.
vraagd o.a. ter wille van de periode van
een mogelijke economische terugslag in
de toekomst, waaraan men op dat mo
ment liever niet wil denken.
„Naarmate onze ervaring groeit, wor
den echter de mogelijkheden groter, zo.
dat op den duur deze nieuwe politiek
vertrouwen verdient," zo liet minister
Hofstra er echter op volgen.
heden tot haar verdere harmonische
ontwikkeling. Ook op deze grond dient
de overheid de bestrijding van een voort
gaande waardevermindering van het geld
tot haar primaire doeleinden te rekenen.
Als middelen hiertoe staan de overheid
o.a. ten dienste het klassieke middel van
de geld- en rentepolitiek. waarvoor de
verantwoordelijkheid in eerste instan
tie bij de Ned. Bank berust, en vervol
gens, als nieuw instrument, de finan
ciële overheidspolitiek.
Zijn eigen beleid als het ware analy
serende, merkte minister Hofstra nog
op, dat ten eerste ook voor 1958 slechts
met een zekere voorzichtigheid van over-
heidwege moet worden ingegrepen in het
financieel-economische leven teneinde
niet „door te slaan". Anderzijds mag
echter worden verwacht, dat het voor
gestelde program de nodige ontspan
ning zal brengen, waarna als voornaam
ste probleem overblijft de regeling van
de gemeentelijke financiën, en dat ten
tweede een grotere reaotie-snelheid voor
de overheid nodig is, zowel in deze zin
dat met restrictieve maatregelen reeds
voor de fop van de hoogconjunctuur
moet worden begonnen, als wel dat het
wetgevend en uitvoerend apparaat tot
zo groot mogelijke slagvaardigheid moet
zien te geraken opdat wat nodig blijkt,
ook spoedig kan worden doorgevoerd.
De veronderstelling uitende tenslotte
van een voldoende efficiency in de
overheidsdienst en van een permanente
zorgvuldige begrotingsbewaking, achtte
minister Hofstra tenslotte de offers, die
voor de handhaving en verbetering van
onze economische en sociale „infrastruc
tuur" moet worden gevraagd, ten volle
verantwoord.
Sociale rechtvaardigheid
Bij de beoordeling van de effectiviteit
van de overheidsfinanciën als instrument
tot beinvloeding van de conjuncturele
schommelingen en tot verdediging van
de waardevastheid van het geld, is
noch plaats voor een overdreven scep
ticisme. zo verklaarde minister Hofstra
met nadruk, noch ook voor een overdre
ven optimisme.
In verband hiermede wees hij ten
eerste op de nog jonge leeftijd van het
statistische instrumentarium en de
moeilijkheid om het conjunctuurverloop
te voorspellen, ten -tweede op de ernstige
vertraging, waarmede tal van maatrege
len werken tengevolge van de lange duur
van investeringsplannen, zowel in de
particuliere als in de publieke sector,
-ten derde op de repercussies, die tal van
maatregelen in de sociale sfeer hebben
loonsverhogingen bijvoorbeeld en
de noodzaak om niet slechts op econo
mische doeltreffendheid, doch ook op
sociale rechtvaardigheid te letten, en
ten vierde op de psychologische weer
standen. die de nieuwe methode kan op
roepen met name in de hoogconjunc
tuur, wanneer offers moeten worden ge-
Niet „doorslaan"
In de inleiding van zün vrij acade
misch en docerend theoretisch betoog,
zeide minister Hofstra o.m. dat de toe
nemende gecompliceerdheid van deze
samenleving zowel voor de bedrijfstakken
als voor de individuen mede ook een toe
nemende afhankelijkheid van elkaar
met zich brengt, en daarmede ook een
toenemende verantwoordelijkheid vóór
elkaar, welke een zekere mate van ver
trouwen veronderstelt.
In een maatschappij, die voor haar
transacties zozeer van het geld afhanke
lijk is als de onze, aldus minister Hof
stra, betekent het verlies aan vertrouwen
in de waardevastheid van het geld tevens
een ondermijning van het vertrouwen in
de samenleving zelf en in de mogelijk-
De blaarkoppen maakten de beste indruk
Alphen aan den Rijn wil een agrarisch centrum zijn in een welva
rende agrarische streek. Tot meerdere welvaart kan een met oordeel
en inzicht geleide rundveefokkerij veel bijdragen. Als exponent van
die fokkerij kunnen we hier zien de fokveedag, die gisteren gehouden
werd voor zowel het blaarkop- als het zwartbonte veeslag. Fokveedag
is een wat wijdse benaming: jongveekeuring is wat krap: er waren
jonge dieren tot en met melkvaarzen, dus jonge melkgevende runderen.
Het gemeentebestuur van Alphen deed zich van zijn goede zijde
kennen: de burgemeester opende de dag met een zeer sympathieke
rede en van gemeentewege was het markterrein, midden in het dorp,
keurig in orde gemaakt; een dikke laag zand bedekte de stenen in de
keuringsringen.
De fokkers echter en dat geldt zowel
voor de blaarkop- als voor de zwartbont-
fokkers hadden het wel wat beter kun
nen doen. Als we eerst een paar uiter
lijkheden aanstippen, dan zien we dat
vele jonge dieren onvoldoende voorbe
reid ter keuring kwamen: onbeleerd. zo
dat ze noch individueel, noch in groeps
verband behoorlijk voorgebracht konden
worden. Dan wordt maar aan de staart
gedraaid en dat is helemaal mis en zeer
pijnlijk voor de dieren. Ook de halsters
met dunne touwtjes over de nek lijken
niet zeer doelmatig wel pijnlijk.
En de dieren zelve? Verschillende on
voldoende in toilet: dor en vuil in het
haar, veelal een gevolg van niet te
ruime voeding. Maar er waren toch ook
goede en goed getoiletteerde dieren in
groepen en als iedereen nu maar een
voorbeeld aan deze neemt, dan komt de
zaak wel voor elkaar; er is hier een
goede kern.
Als geheel maakten de blaarkoppen
de beste indruk al waren hier dan
toch ook nog dieren en groepen waar
mede weinig eer werd ingelegd. Alphen
ligt in een fokgebied van blaarkoppen
cn het was dus te verwachten, dat
hiervan goede exemplaren en groepen
aanwen? waren.
JONGE KAMPIOENEN
Zo was het een heel aardige collectie
eersten der diverse kalveren-klassen
waaruit de allerbesten van de dag moes
ten worden aangewezen. Als de aller
beste werd na ampel beraad uitgeroepen
het maart-kalf Trui 14, v. Gustaaf, van
S. C. Rijlaarsdam en als op één na het
beste, het eveneens in maart geboren
kalf Elsje 4, v. Nutor, van Jac. Rijlaars
dam. beiden te Alphen. Heel weinig ver
schil tussen deze twee: Elsje misschien
nog ja zo ruim in haar achterstel, doch
iets los in de schouders; Trui goed even
redig. Twee februari-kalveren van Knaap
v. Alma, resp. van A. C. Wieman en
Joh. Harting, waren maar heel weinig
minder èils ze minder zijn. Behalve
van die van Wieman kon de produktie
der moeders nog wel wat beter, vooral
ook het vetgehalte.
Van de pinken werd kampioene de
zeer goede sterke, goed diepe en goedsoor-
tige Aaltje 21, v. Gustaaf, van G. de
Regt te Alphen (goed vetgehalte van de
moeder) en reserve de iets minder ge
zonken, maar wel mooi gelijnde rood-
blaar An, v. Baron, van Joh. Harting.
En van de melkvaarzen zegevierde de
goede sterke en voldoend diepe Lies, v.
KrUn, van A. C. Wieman, vaars met goed
en mooi uier; reserve werd Truus 11,
v. Heracles, van Jac. Rijlaarsdam, een
niet te edel gelijnde vaars met wel goed
uier.
Met zijn groepje jonge kalfjes werd C.
Voets terecht IA: drie aardige dochters
van Knaap van Alma, lief en uniform
groepje. Met drie van Bernard, kreeg
C. v. Zwieten de 1 B-prijs en met een
drietal van Roland een paar iets arm
gespierd boven werd R. Nap 1 C.
Met ouderen werd A. C. Wieman IA:
drie goede dochters van Knaap v. Alma.
een uniform geheel. De vrij soortige vier
van Gerhit van A. G. v. d. Hulst, wer
den 1B.
Van de beide 1 A-groepen werd die
van A. C. Wieman als de kampioen-
groep aangewezen. Wel succes voor
Knaap dat zyn dochters beide keren de
1A-prys veroverden.
OUDERE DIEREN
De collecties oudere dieren waren
niet zo bijzonder: alleen kreeg nog een
le prijs een knap drietal melkvaarzen
van C. v. Zwieten. En van de bedrijfs
groepen was het vijftal kalveren van
Jac. Rijlaarsdam een heel aardige 1 A-
groep goede kalveren; de 1 B-groep
van A. G. v. d. Hulst is ook wel aar
dig; één was wat arm gespierd boven.
ZWARTBONTEN
Over de zwartbonten is ook heel wat
te vertellen; in doorsnee waren ze niet
zo goed als de blaarkoppen, maar toch
was er een goed groepje allereersten der
kalveren, waaruit als kampioene werd
aangewezen de goed typische Sara 63, v.
Peanster Eduard, van H. S Kroft, ter
wijl reserve werd het april-kalf (Sara is
van maart) Gonnie 3, van dezelfde va
der, van Jac. Stapper Hz., beiden te
Alphen.
Met zijn groep jonge kalfjes van Pean
ster Eduard werd Kroft eerste, met
oudere telgen (kalveren) werden Jac.
Stapper en P. J. den Hertog resp. 1 A en
1 B. Deze stier heeft hief (dus> wel goed
werk geleverd, want het waren wel aar
dige groepjes, vrij goedsoortige dieren.
Die, naar het ons wilde voorkomen, toch
wel wat beter „uitgefokt" hadden kun
nen zyn!
Met zyn bedrijfsgroep van zes kalve
ren, alle met het oranje-lint getooid,
Ex-maarschalk Schömer
tekent hoger beroep aan
De verdediger van de Duitse ex-maar
schalk Alfred Schörner heeft hoger be
roep aangetekend tegen het vonnis van
vier een half jaar gevangenisstraf,
waartoe zijn cliënt is veroordeeld.
Schörner is ten laste gelegd, dat hy
zich in maart 1945, by de uitvoering van
Hitiers z.g. „rampbevelen", aan „moord
en poging tot moord" heeft schuldig ge
maakt, door terechtstellingen te gelas
ten, zonder dat hiervoor voldoende
grond bestond.
werd Kroft ook zeer terecht eerste dier
groepen. De groepen pinken telden als
eersten: ge bedrijfsgroep van W. C. v. d.
Vis en de groep dochters van Aaltjes
Adema, van J. W. Streefkerk. Niet slecht
bedeeld met hun eerste prys!
Kampioene der pinken werd een niet
te best gebaande, wel aardig gelijnde
dochter van Eduard: Dora, van Jac.
Stapper; reserve werd de naar onze
smaak wel zo goede, ja zo diepe Mei
bloem. v. Bleske's Diplomaat, van M.
Vergeer.
En van de melkrassen werden als de
allerbesten aangewezen: Rietje, v.
Gepke's Zijlstra 2, van M. J. v .d. Pouw
(matig vetgehalte van de moeder) en
Bles 50, v. Aaltjes Adema, van H.
Voorby, beiden te Alphen.
President Eisenhower begroe i
Koningin Elizabeth van Engelanc
bij haar aankomst op het vliegvelc
van Washington voor een officiee
bezoek aan de Verenigde Stater
(tele foto).
leder lid
van het gezin
wrijft zich met
NIVEA in
Boekbinder keek
naar de sterren
De politie te Delft heeft een 29-jarige
boekbinder gearresteerd wegens oplich
ting. Deze heeft enige weken geleden de
„Dutch Hollywood Star" opgericht, waar
van hij zelf directeur was. Voor een
contributie van f. 3 per jaar zouden le
den van deze sterrenclub foto's en bio
grafische bijzonderheden van filmster
ren krijgen.
Bij aankomst van Jayne Mansfield in
ons land heeft de boekbinder „namens
zijn club" een bloemstuk ter waarde van
f. 85 aangeboden. In Rotterdam bestelde
hij voor f. 1200 aan foto's van filmster
ren en hij maakte met een fotograaf
taxiritten tot bedragen van f. 150 en
L 180 om foto's van Jayne Mansfield te
maken.
In Amsterdam zou hij een contract
afsluiten voor de uitgave van een film
blad met een oplage van anderhalf
miljoen exemplaren.
E>e Amsterdamse uitgever kwam er
echter tijdig achter dat de zaak niet
gezond was. Allen die aan de boekbin
der hebben geleverd, zoals de bloemist,
de fotograaf en de taxi-ondernemer,
moeten tevergeefs op hun geld wachten.
Bedrijfsleven heeft de
voorkeur
Uit een toespraak, op de vergadering
van het Verbond van Ned. Werkgevers
gehouden door prof. Ch. Glasz, rector-
magnificus van de Economische Hoge
school te Rotterdam, blijkt, dat verleden
jaar 40% van het door deze hogeschool
afgeleverde aantal doctorandi in de
economie een positie heeft gevonden in
het bedrijfsleven, terwijl slechts 22% in
dienst trad van de overheid. Twintig
jaar geleden trok 33% naar het bedrijfs
leven en 34% naar de overheid. De
overigen werden opgenomen door orga
nisaties en verenigingen of gingen het
vrije beroep in.
De groei van het aantal doctorandi,
dat naar het bedrijfsleven gaat, is dus
duidelijk, evenals de afname van het
aantal hunner, dat een werkkring by
de overheid vindt.
Jubileum vereniging
vernis- en verffabrikanfen
DRUKBEZOCHTE RECEPTIE
Temidden 'van een schat van bloem
stukken heeft het dagelyks bestuur van
de 50-jarige vereniging van Vernis- en
Ver ff abri kan ten in Nederland de geluk
wensen in ontvangst genomen van hon
derden autoriteiten, delegaties van be
vriende verenigingen en relaties in het
restaurant van het Kurhaus te Scheve-
ningen. Vele bedrijven en instellingen
deden hun felicitaties vergezeld gaan
door geschenken, w.o. een glazen, voor
dit doel geblazen bokaal van een halve
meter hoogte, een Makkumer -ord.
kristal en een elektrische wandklok op
wielen.
De voorzitter van de VVVF, de heer
H. J. Visser, beantwoordde de vele tot
het bestuur gerichte toespraken.
Dodelijke val van 17 meter
De 62-jarige metselaar L. Beckers nit
Maastricht, is gistermiddag even na
schafttijd, van het in aanbouw zijnde
flatgebouw Sint Gerlach, tuisen Bics-
landerweg en Cannerwg te Maastricht,
gevallen en kort daarna overleden. De
man was 16 meter hoog werkzaam op
een galerij en heeft waarschijnlijk mis
gestapt. Het stoffelijk overschot is over
gebracht naar de rouwkapel van het
ziekenhuis St. Ann ad al.