LEIDSE RECTOR WAARSCHUWT TEGEN
UNIVERSITAIRE NIVEAU-VERLAGING
Beter stuk voor stuk encyclopedisch
incompleet dan regionaal algemeen
Prof. dr. P. A. H. de Boer in Groot Auditorium
Onze krachten zijn te schaars om ons
versnippering te kunnen veroorloven
Onderling overleg als wapen
tegen bedenkelijke tendens
96ste jaargang
Maandag 16 september 1957
Tweede blad no. 29241
Hot rectoraat van de Leidse Universiteit werd heden
middag door prof. dr. P. A. H. de Boer overgedragen
aan prof. dr. S. E. de Jongh tijdens de traditionele
plechtigheid in het Groot Auditorium op deze derde
maandag in september.
In de gebruikelijke rede, waarin hij o.m. een over
zicht gaf van de lotgevallen van de Leidse Academie
in het afgelopen jaar, behandelde de aftredende rector
enkele actuele universitaire problemen, waaronder in
het bijzonder met betrekking tot het wetenschappelijke
niveau der Universiteiten in het algemeen en de wen
selijkheid van een andere college-indeling van het aca
demische jaar ter bevordering van werkelijk-universi-
taire studie.
Prof. De Boer sprak als zijn stellige overtuiging uit,
dat de openbare Universiteiten tot nauwer onderling
overleg moeten komen als wapen tegen de bedenkelijke
Verlies en winst
ontwikkeling van thans naar een regionaal karakter der
universiteiten, waaruit het streven naar algemeenheid
en daardoor een wetenschappelijke niveauverlaging
voortvloeien. Spreker meende dat een universiteit liever
encyclopedisch incompleet moet zijn dan terwille van
het regionale belang de algemeenheid te verhogen ten
koste van het niveau.
Ons volk zal op het punt van hoger onderwijs een
dracht moeten leren, waarbij prestigevragen, regionale
belangen en confessionele verscheidenheid onderge
schikt moeten worden gemaakt aan het wetenschappe
lijk belang.
Zo deze eendracht niet wordt geleerd is de vrees
gerechtvaardigd dat wij onze kostbare intellectuele en
materiële krachten versnipperen en ons internationaal
aanzien verkleinen.
De aftredende rector magnificus ving
e\jn rede aan met een welkomstwoord,
waarin hij de omvang van het Groot
Auditorium als verzamelplaats voor
deze algemeen-universitaire plechtigheid
op sarcastische wijze hekelde.
Voorts herdacht hij de leden van de
academische gemeenschap, die haar in
het afgesloten jaar waren ontvallen,
onder wie de hoogleraren en oud-hoog
leraren Kranenburg, Casimir, Radema
ker, Van Calcar en De Boer, de oud
gasthoogleraar Ugo Callo, leden van de
wetenschappelijke staf en de eredoctor
A. Welcker. Voorts weidde spreker aan
dacht aan verliezen voor de Universi
teit door afscheid.
Anderzijds memoreerde hij de winsten
door te vermelden, dat na de vorige
rectoraatswisseling geruime tijd iedere
vrydag inaugurele oraties werden -uitge
sproken. Ondanks het aantal dezer
ambtsaanvaardingen hielden nog niet
alle in het academisch jaar 1955-1956
lenoemde hoogleraren een traditionele
a. ree-rede, terwijl in het afgelopen jaar
»g vijf nieuwe hoogleraren benoemd
itrden.
Houdt oraties in ere
Het valt niet te hopen, dat de
traditionele oratie in ongebruik raakt
als officiële ambtsaanvaarding. De
hoogleraren verstaan al te weinig van
eikaars vakken en wetenschappelijke
methoden dan dat zy zich zouden ont
trekken aan de stellig moeilijke ver
plichting om in voor ieder begrijpe
lijke taal het vertrouwde vak te be
schrijven en de persoonlijke aanpak te
belichten, evenals de samenhang met
het overige geestelijke gebied te be
lichten.
Uit het feit, dat de lyst van personele
aanwinsten van de universitaire gemeen
schap korter is dan in voorgaande jaren,
blijkt dat er een onderbreking is ge
weest in de groei van deze samenle
ving, een onderbreking, die te wijten is
geweest aan de „personeelsstop"' van
hogerhand. Voor Leiden en Utrecht is
deze thans gelukkig weer opgeheven.
Van universitaire zijde is de overheid
gewezen op de bezorgdheid in deze kring
over de beperking der beschikbaar ge
stelde materiële middelen. De aandacht
die de regering hieraan heeft geschon
ken, heeft deze bezorgdheid verminderd,
weggenomen.
Vervulde
Onbillijk zou zijn, op grond hiervan de
overheid slechts een gebrek aan aan
dacht en begrip voor verlangens toe te
schrijven. Niet alleeen heeft de over
heid in stand gehouden van wat is ont
staan, doch ook vele initiatieven helpen
verwezenlijken. De rector dacht hierbij
aan het nieuwe laboratorium voor Fy
sische Chemie, de uitbreiding van de
tandheelkundige afdeling van het Aca-.
demisch Ziekenhuis, de inrichting van
het Sociologisch Instituut, de aangevan
gen bouw van het Biochemisch Labora
torium, de bijna voltooide bouw van het
Laboratorium voor Zoölogie, de vernieu
wing van het sterrekundig waarne
mingsstation in Hartebeestpoortdam in
Zuid-Afrika, de mensa-vernieuwing, de
Prijtanaeumrestauratie en de bijdragen
via ZWO en TNO.
en onvervulde wensen
Niettemin zijn ontelbare wensen niet
in vervulling gegaan. Spreker noemde
sen enkel voorbeeld uit eigen weten
schapsgebied. Theologie en letteren en
'(jsbegeerte hebben wensen te kennen
■lieven over eigen wetenschappelijke
centra buiten de Universiteitsbibliotheek,
varaan zij voor hun arbeid zo nauw
trbonden zijn. De redelijkheid daarvan
s ooven twijfel verheven.
->e commissie voor de ruimtelijke uit-
ding zette deze wensen voorlopig om
i bouwvolume en tekeningen.. Realisa-
daarvan behoeft het fiat van de
..nister van onderwijs. Begrijpelijker-
Jjjs heeft de minister van financiën
hierover ook het zijne te zeggen. Ook de
gemeente Leiden, die zuinig moet om
springen met bouwgrond, heeft een
«em in het kapittel.
Tergend touwtrekken
Maar zelfs als al die instanties ak
koord gaan, is de universiteit nog niet
aan bouwen toe. De uitvoerende
dienst, de Rijksgebouwendienst, res
sorteert onder volkshuisvesting en
bouwnijverheid, die er aparte ideeën
op na houdt over stedebouwkunde,
urgentie en zelfs over het wezen en
de behoeften van een universiteit.
Het is duidelijk, dat de vele schij
ven, waarover het touw van dit touw
trekken loopt de voortgang van de
verwezenlijking der verlangens lang
zaam, soms tergend langzaam maken.
Dit ervaren de genoemde faculteiten,
evenals de geologie en het Geologisch
Museum. Het kan zelfs gebeuren
zoals het slepende geval van de poli
kliniek van interne geneeskunde aan
toont, dat de minister, die verant
woordelijk is voor de universiteit over
de aanvrage, welke zijn instemming
heeft en met de akkoordverklaring
van zijn grote broer van financiën in
handen, toch het uiteindelijke ja
woord niet kan geven. Spreker was
geneigd om te zeggen: nu niet naar
bed voor ik weet, wie de verantwoor
delijkheid voor het onderwijs draagt...
Theologie en letterkunde zijn facul
teiten zonder dreigemeten. Er is geen
bedrijfsleven, dat zich voor hen interes
seert en geen Amerika, dat ons voor is
in outillage en salariëring, en voor hen
zijn er niet de gevaren van andere fa
culteiten als desertie van medewerkers
en de onvervulbaarheid van vacatures!
Internationaal contact
Met erkentelijkheid maakte de rector
gewag van internationale samenwerking
en uitwisseling op wetenschappelijk en
pedagogisch gebied, hoewel voor over
schatting van korte contacten, die de ge
wone gang van zaken schaden, gewaakt
moet worden. Dit laatste geldt ook
voor studiemogelijkheden van studenten
in het buitenland. Verspilling van tijd
en geld moet nauwlettend onderkend
worden. Desondanks kan het interna
tionaal contact der studerenden nauwe
lijks in waarde worden onderschat. De
studentenactiviteit op dit gebied achtte
prof. De Boer zeer waardevol.
Op dit internationale niveau herin
nerde de aftredende rector voorts aan de
vele congressen, die in alle faculteiten
in de Sleutelstad werden gehouden,
evenals de talloze vertegenwoordigin
gen van de Leidse Universitaire ge
meenschap elders in binnen- en buiten
land.
Studentenactiviteiten
Hoewel prof. De Boer bezwaren tegen
bepaalde acties en reacties van en ver
houdingen in de studentenwereld niet
onvermeld wilde laten zonder deze ver
der te specificeren, kon hy toch onom
wonden ervan getuigen, dat de veelvul
dige aanraking als rector met het stu
dentenleven hem niet neerslachtig heb
ben gemaakt ten aanzien van de ont
wikkeling daarvan. Het was hem dik
wijls een genoegen en een versterking
in zijn geloof in de toekomst, te zien en
te horen hoe de studenten op cultu
reel, intellectueel, sportief en recreatief
terrein toonden wat zij vermogen.
In het bjjzonder noemde spreker in
dit verband het stimulerende medele
ven van de studentenwereld met de
gebeurtenissen in Hongarije. Niet al
leen gaven zij met de hoogleraren
bljjk van hun gevoelens daarover, zy
trachtten zich ook in de diepere oor
zaken en achtergronden van de tijds
problemen door te dringen. Ook voor
daadwerkelijke hulpverlening schrok
ken zij niet terug.
Vrijheid voor
Prinses Beatrix
Sprekende over het studentenle
ven memoreerde de rector de aan
vang van haar Leidse studie door
Prinses Beatrix. Vit allerlei gevoe
lens zou men voor een vorstelijke
studente de waarheid van het ..ad
augusta per angusta" (letterlijk:
naar het verhevene langs smalle pa
den), die voor werkelijke studie
geldt, kunnen verbergen. Het pad
naar de studie moge smal zijn,
breed is de weg die sommigen 't stu
dentenleven binnen leidt. Met vol
doening stelde prof. De Boer vast,
dat Prinses Beatrix in haar eerste
studiejaar de weg naar het studen-
leven, ook als deze in haar geval
niet breed ivas, heeft willen begaan,
en dat het smalle pad der studie
door haar evenmin werd gemeden.
Voor de komende jaren kan de
Universiteit slechts wensen, dat
haar de vrijheid en de rust zullen
worden gelaten die nodig zijn voor
de rijping in het academisch milieu.
Dat zijzelve en het haar wachtende
leven hier blijvend profijt van zou
den ontvangen rechtvaardigt haar
verzoek haar rust te gunnen tijdens
haar studiejaren.
Huisvesting
Bij zijn beschouwing over het Leidsch
Universiteits Fonds memoreerde prof. De
Nieuwe, gouden en
diamanten doctoraten
In het afgelopen academische jaar
verwierven 70 Leidse alumni de
doctorsbul, van wie 17 met lof.
Het merendeel der promoties vond
plaats in de medische en natuur
filosofische faculteiten, namelijk
te zamen 47.
In dit jaar vierden 24 Leidse oud-
alumni hun gouden doctoraat, en
vier zelfs hun diamanten promotie
feest.
de minister naar aanleiding van dit rap
port, uit welke antwoorden wel bleek,
dat de situatie zeer varieert naar ge
lang van faculteiten vakgroep. Spreker
drong naar aanleiding hiervan aan op
de door zijn rectorale voorganger Van
Arkel reeds bepleite strakkere inwen
dige leiding en discipline, waardoor een
door Leiden zozeer gewenste autonomie
nog sterker zou kunnen worden gerecht
vaardigd.
Autonomie-problemen
Zolang het nodig is moet herinnerd
worden aan de Leidse verlangens tot
universitaire autonomie. In een tijd van
vijandelijke druk heeft Leiden zonder
regeringstoezicht autonoom gehandeld.
Zou Leiden in een tijd, waarin zulk een
toezicht wel mogelijk is, niet tot auto
nomie in staat zijn?
Het recht tot zelfbestuur houdt geen
onbeperkte vrijheid in. Het leeuwendeel
der benodigde gelden komt uit 's Lands
kas, ook bij autonomie en dit betekent
uiteraard overheidstoezicht. En boven
dien worden de leden van de senaat,
die bij autonomie een hartig woordje
moeten kunnen meespreken, op weten
schappelijke kwaliteiten uitverkoren en
niet op organisatorische. Zelfs wan
neer zij organisatorische kwaliteiten
blijken te bezitten kunnen zij toch
slechts een zeer beperkt deel van hun
tijd en energie aan het universitaire
bestuur kunnen geven, willen zij hun
eerste taak, die op wetenschappelijk
terrein ligt, niet verwaarlozen.
Prof. dr. S. E. de Jongh ,de Leid
se rector magnificus voor het aca
demische jaar 1957 -1958.
Boer met dankbaarheid het bijeenbren
gen van een ton in bet Van Vollen
hoven Fonds voor de verwezenlijking
van universitaire bouwplannen, in de
eerste plaats die ten aanzien van een
werkelijke „groot" auditorium, dat in
1975 bij het 400-jarig bestaan vrijwel on
ontbeerlijk is. Misschien komt er dan
iets terecht van het Doelenplan, hoewel
het Ministerie van Oorlog tot dusverre
zeer militant blijft en geen duimbreed
wijkt.
■■■■■■■■■■■■■■■■■■BB
Vijftien procent
der Nederlandse
studenten
In het afgelopen jaar waren aan
de Leidse Universiteit 4542 studen
ten ingeschreven. Daarmee geeft
Leiden ongeveer vijftien procent van
de ruim dertigduizend Nederlandse
studenten gelegenheid tot academi
sche vorming.
Naar aantal studenten gerekend
zfjn de Amsterdamse Universiteit,
de Technische Hogeschool te Delft
en de Rijksuniversiteit te Utrecht
„groter" met respectievelijk 6660,
5500 en 5400 studenten.
Het aantal voor de eerste maal
ingeschreven Studenten bedroeg in
het afgelopen jaar 782, ofwel 76
meer dan het voorgaande jaar. Pro
centueel was dit een grotere stij
ging dan bij de genoemde universi
teiten te Amsterdam en Utrecht.
Onder de Leidse studenten be
vonden zich afgelopen jaar circa
250 buitenlanders (niet minder dan
138 medici), van wie 96 uit Indo
nesië en 87 uit de Verenigde Staten.
Niet alleen de academische, ook
de studentenhuisvesting had de aan
dacht van de aftredende rector, die
zich verheugde over de tot stand ko
ming van de paviljoens aan de Pest
huislaan achter het Academisch Zie
kenhuis. waarin 103 studenten een
onderkomen kunnen vinden.
Verheugend is, dat de landelijke stich
ting voor studentenhuisvesting tot
stand kwam, waardoor het na
tionale bedrijfsleven bij kan dragen tot
oplossing van de studentenhuisvestings-
nood. Niet alleen daarvoor moet de
universiteit dankbaar zijn, ook voor het
daardoor ontstane nauwe contact tussen
universiteit en bedrijfsleven op ander
gebied. Een ontmoeting als deze kan het
wederzijds begrip op velerlei terrein
slechts ten goede komen.
Strakkere discipline
De huisvesting van universiteit en stu
denten komt ook ter sprake in het rap
port van de Commissie-Rutten, dat on
danks de weinig elegante introductie
door het Ministerie van O., K. en W. een
gunstig onthaal ontving in universitaire
kring en bij de studentenraad, die voor
constructieve commentariëring zorgde.
Leiden antwoordde snel op de vragen van
i
Prof. dr. P. A. H. de Boer, de af
getreden rector die bij de over
dracht een waarschuwend woord
liet horen ten aanzien van het we
tenschappelijke peil der Nederland
se Universiteiten.
Versnipper krachten niet!
Prof. De Boer vroeg er voorts aandacht voor, dat autonomie tevens de wil
tot overleg met zusterinstellingen inhoudt, opdat duplicaten zoveel mogelijk
worden vermeden, niet alleen uit financieel oogpunt doch tevens op grond van
een op zo hoog mogelijk wetenschappelijk peil staande personeelsvoorziening.
Een dergelijk overleg is reeds ontstaan op professoraal en curatorieel niveau,
en de ervaringen hebben geleerd dat dit nuttig is en voldoende onderwerpen
van interesse biedt.
Contacten naar buiten
Voor het tere onderwerp der taak
verdeling bij onderwijs en wetenschap
pelijk onderzoek is dit college voor in
teruniversitair overleg uiteraard te breed
van samenstelling. Dit onderwerp, voor
de toekomst van de universiteit in ons
land van groot gewicht, zal in de inter
facultaire contacten ter hand moeten
worden genomen en in een regelmatig
contact der universiteiten te Leiden,
Groningen, Utrecht en Amsterdam
(gem.) zijn bedding moeten vinden.
Dit zou tevens een tegenwicht
kunnen scheppen in een bedenkelijke
ontwikkeling van de universiteiten
naar een regionaal karakter. Voor de
student moge deze regionale beschou
wingswijze vergeeflijk zijn, een derge
lijk karakter druist echter in tegen
de universaliteit, die onderwijs en on
derzoek aan de academie behoren te
kenmerken.
Een universiteit moet liever encyclo
pedisch incompleet zijn dan terwille
van het regionale belang de algemeen
heid te verhogen ten koste van het
niveau. Niet alle grote universiteiten
behoeven alle denkbare faculteiten te
bezitten.
Hoewel het zelfs aan een stad zonder
economische hogeschool duidelijk moet
zijn, dat vergroting van het aantal uni
versiteiten on-economisch omspringen
met 's Lands geldelijke, intellectuele en
cultuurtechnische mogelijkheden bete
kent, schijnt het niet overbodiig op te
merken, dat ons land zijn intellect, zijn
geestkracht en zijn materieel vermogen
hard nodig zal hebben om het be
staande enigermate op peil te houden.
Wij leven nu op grote voet in ons kleine
land.
Slechts belang der
wetenschap
Leidende gereformeerden en rooms-
katholieken hebben gemeend, dat
eigen vormen van universitair le
ven voor hen noodzakelijk zijn naast
hun aandeel in het openbare uni
versitaire leven, waarin onderzoek
en onderwijs niet gebonden zijn aan
confessioneel inzicht. Het is in korte
tijd reeds gebleken, dat hun hoger
onderwijsinstellingen niet zonder de
steun van het gehele volk tot uni
versiteit konden uitgroeien.
Wanneer ons volk op het punt van
hoger onderwijs geen eendracht
leert, ivaarbij prestigevragen, locale
en regionale belangen en confes
sionele verscheidenheid onderge
schikt gemaakt worden aan het be
lang van de ontwikkeling der weten
schap, dan is de vrees gerechtvaar
digd dat ivij onze kracht versnippe
ren en ons internationaal aanzien
verkleinen.
Een Leidse universitair belang achtte
de rector ook de ontmoeting met de
stad zelve. In het afgelopen jaar is er
naar gestreefd deze ontmoeting te be
vorderen en verstevigen, en een voort
gaan op die weg achtte hij een beslist
universitair belang. Niet voor niets
spreekt men in Leiden liever van de
Hier rust
Zich min of meer verontschuldi
gend voor de uitvoerigheid van zijn
betoog merkte prof. De Boer tegen
het einde van zijn rede op:
„De lengte van mijn verhaal zal
ook U met waardering doen kennis
nemen van wat my als academicus
als grafschrift werd toegedacht:
Hier rust van al zijn praten
De Boer in Civitate."
^■■■■■■■■■■■■■■■■■■a
Leidse Universiteit dan van de Rijks
universiteit te Leiden
Ook in de verder verspreide kring van
oud-alumni dient de Leidse universiteit
zich door nieuwe vormen van publiciteit
beter te presenteren in haar huidige
werk en leven dan thans het geval is.
Bestuur
Op „eigen erf" terugkerende herinner
de prof. De Boer aan het herstel van
het prosecretariaat en de instelling
van een Praesidium Senatus als nieuwe
aspecten in hét senaatsbestuur. Het
laatstgenoemde zal nog vorm moeten
krijgen, voor de vervulling van eerstge
noemde functie is prof. mr. H. F. W. D.
Fischer bereid gevonden.
De laatste jaren hebben zich geken
merkt door een hechter wordende sa
menwerking van het dagelijks bestuur
met het college van curatoren. Over en
weer is men zeer tevreden over deze
ontwikkeling.
Jaarindeling
Prof. De Boer verdiepte zich voorts in
de college- en vakantie-indeling, zoals
deze langzamerhand gebruikelijk is ge
worden aan de universiteiten. Het aan
tal weken, dat er per jaar college wordt
gegeven bedraagt tegenwoordig nauwe
lijks 25. Overigens moet hieraan worden
toegevoegd, dat instituten, laboratoria
en klinieken hun vakantie niet met de
andere „grootste" helft van het jaar la
ten samenvallen. Voor de professoren en
wetenschappelijke werkers vormt die
andere grootste helft van het jaar bij
uitstek de gelegenheid voor weten
schappelijk onderzoek, dat het hart
van een universitaire loopbaan is en
waar het geven van werkelijk hoger
onderwijs van afhankelijk is.
Het kleine aantal collegeweken per
jaar, gevoegd by de veelheid van vak
ken. veroorzaakt evenwel gedurende
deze 25 weken een dagrooster voor
de consciëntieuze student en voor de
docent, waar de roosters van de mid
delbare scholen gunstig by afsteken.
Spreker schroomde niet, dit een mis
stand te noemen, die met name voor
de student nadelig is.
Brede marge noodzaak
Het studentenleven vraagt een brede
marge in de dagelijkse verplichtingen.
De collegestof vraagt na de behandeling
tijd voor overdenking, voor discussie en
voor bestudering in werkgroep en bi
bliotheek, vraagt ook enige voorberei
ding bovendien, wil men werkelyk pro
fijt hebben van het onderwijs. Wanneer
echter het rooster van de studenten
van ochtend tot avond vol is met col
leges en practica, studeert hij tijdens
het half jaar colleges niet wezenlijk.
Verbeeldt de student zich, in de avond
of nacht of door colleges te verzuimen,
toch student te kunnen zijn, dan vergist
hij zich. Student zijn is immers onvoor
waardelijk afhankelijk van studeren, en
hiervan kan men slechts spreken als
collegelopen gepaard gaat met voorbe
reiding en verwerking.
In theorie zou men voor die elemen
ten van de studie de andere helft van
het jaar kunnen reserveren. Maar in
praktijk betekent het dat men tijdens
het halfjaar colleges niet leert studeren
en dat men derhalve studie in de andere
helft van het jaar ook niet kan ver
wachten. Met de gewone school in ge
dachte betekent dan „geen les" hetzelfde
als „vakantie".
Het euvel van werken, reizen en trek
ken in de schoolvakanties werkt boven
dien door na het verlaten van de school
en het binnentreden van de universiteit
Dit groeit uit tot een gebrek aan gees
telijke discipline.
Sterkere collegespreiding?
De vryheid van de student is een
kostelijk goed. Zy is evenwel niet an
ders dan de vryheid, die nodig is om
hoger onderwijs te kunnen verwerken.
Het academische jaar behoort een
vol jaar te zyn, waarin de vrye tijd is
geïntegreerd. Slechts dan vormt de
studie de jonge mens tot een persoon
lijkheid met een zelfstandige vrije
geest.
Prof. De Boer vroeg zich in dit ver
band af, of het geen aanbeveling zou
verdienen de inschrijving te vervroe
gen tot begin september vóór de rec
toraatsoverdracht en deze dag te be
schouwen als de opening van het
academische collegejaar en voorts de
kerst- en paasvakanties te beperken
tot drie weken. Hier moet dan onvoor
waardelijk aan worden verbonden, dat
er niet meer colleges worden gegeven
dan thans het geval is.
Na deze algemene beschouwingen droeg
prof. dr. P. A. H. de Boer het rectoraat
over aan prof. dr. S. E. de Jongh.
De gebruikelijke receptie in het aca
demiegebouw besloot de rectoraatsover
dracht, die door velen, onder wie leden
van het curatorium, senaatsleden, leden
van de wetenschappelijke staf, vertegen
woordigers van studentenorganisaties en
oud-alumni, werd bijgewoond.
Officiële publikaties
UITBREIDINGSPLAN
De Burgemeester van Lekten brengt ter
openbare kermis, dat met Ingang van 17
september 1957 tot en met 1(5 oktober '57.
ter gemeente-se oretanle, afdeling Open
bare Wenken (Stadhuds, kamer Milvoor
een leder, in ontwerp, ter Inzage aal lig -
een plan van uitbreidiing met betrekking
tot gronden, gelegen tussen de spoorbaan
Leiden-Haarlem en de Boertiaaivelaan na
der aangegeven op de kaart gemerkt KIIK
1633b, (partieel uitbreidingsplan Lelde n-
Houtkwartier-zuddi met bijbehorende be-
bouiwingsixxjrschri'ften, een en ander vast
te stellen met intrekking van een gedeelte
van het uttbreldilngsplan van 6 novemer
1933, sediert gewijzigd, en van een ge
deelte van het partiële uatbrendllngisplan
..Leidien-Boertiaaivelaan", vastgesteld bh
raadsbesluit vam 26 september 1956
LEIDEN. 16 september 1057.
De Burgemeester voornoemd,
P. H. VAN KINSCHOT