LEIDSE RECTOR WAARSCHUWT TEGEN UNIVERSITAIRE NIVEAU-VERLAGING Beter stuk voor stuk encyclopedisch incompleet dan regionaal algemeen Prof. dr. P. A. H. de Boer in Groot Auditorium Onze krachten zijn te schaars om ons versnippering te kunnen veroorloven Onderling overleg als wapen tegen bedenkelijke tendens 96ste jaargang Maandag 16 september 1957 Tweede blad no. 29241 Hot rectoraat van de Leidse Universiteit werd heden middag door prof. dr. P. A. H. de Boer overgedragen aan prof. dr. S. E. de Jongh tijdens de traditionele plechtigheid in het Groot Auditorium op deze derde maandag in september. In de gebruikelijke rede, waarin hij o.m. een over zicht gaf van de lotgevallen van de Leidse Academie in het afgelopen jaar, behandelde de aftredende rector enkele actuele universitaire problemen, waaronder in het bijzonder met betrekking tot het wetenschappelijke niveau der Universiteiten in het algemeen en de wen selijkheid van een andere college-indeling van het aca demische jaar ter bevordering van werkelijk-universi- taire studie. Prof. De Boer sprak als zijn stellige overtuiging uit, dat de openbare Universiteiten tot nauwer onderling overleg moeten komen als wapen tegen de bedenkelijke Verlies en winst ontwikkeling van thans naar een regionaal karakter der universiteiten, waaruit het streven naar algemeenheid en daardoor een wetenschappelijke niveauverlaging voortvloeien. Spreker meende dat een universiteit liever encyclopedisch incompleet moet zijn dan terwille van het regionale belang de algemeenheid te verhogen ten koste van het niveau. Ons volk zal op het punt van hoger onderwijs een dracht moeten leren, waarbij prestigevragen, regionale belangen en confessionele verscheidenheid onderge schikt moeten worden gemaakt aan het wetenschappe lijk belang. Zo deze eendracht niet wordt geleerd is de vrees gerechtvaardigd dat wij onze kostbare intellectuele en materiële krachten versnipperen en ons internationaal aanzien verkleinen. De aftredende rector magnificus ving e\jn rede aan met een welkomstwoord, waarin hij de omvang van het Groot Auditorium als verzamelplaats voor deze algemeen-universitaire plechtigheid op sarcastische wijze hekelde. Voorts herdacht hij de leden van de academische gemeenschap, die haar in het afgesloten jaar waren ontvallen, onder wie de hoogleraren en oud-hoog leraren Kranenburg, Casimir, Radema ker, Van Calcar en De Boer, de oud gasthoogleraar Ugo Callo, leden van de wetenschappelijke staf en de eredoctor A. Welcker. Voorts weidde spreker aan dacht aan verliezen voor de Universi teit door afscheid. Anderzijds memoreerde hij de winsten door te vermelden, dat na de vorige rectoraatswisseling geruime tijd iedere vrydag inaugurele oraties werden -uitge sproken. Ondanks het aantal dezer ambtsaanvaardingen hielden nog niet alle in het academisch jaar 1955-1956 lenoemde hoogleraren een traditionele a. ree-rede, terwijl in het afgelopen jaar »g vijf nieuwe hoogleraren benoemd itrden. Houdt oraties in ere Het valt niet te hopen, dat de traditionele oratie in ongebruik raakt als officiële ambtsaanvaarding. De hoogleraren verstaan al te weinig van eikaars vakken en wetenschappelijke methoden dan dat zy zich zouden ont trekken aan de stellig moeilijke ver plichting om in voor ieder begrijpe lijke taal het vertrouwde vak te be schrijven en de persoonlijke aanpak te belichten, evenals de samenhang met het overige geestelijke gebied te be lichten. Uit het feit, dat de lyst van personele aanwinsten van de universitaire gemeen schap korter is dan in voorgaande jaren, blijkt dat er een onderbreking is ge weest in de groei van deze samenle ving, een onderbreking, die te wijten is geweest aan de „personeelsstop"' van hogerhand. Voor Leiden en Utrecht is deze thans gelukkig weer opgeheven. Van universitaire zijde is de overheid gewezen op de bezorgdheid in deze kring over de beperking der beschikbaar ge stelde materiële middelen. De aandacht die de regering hieraan heeft geschon ken, heeft deze bezorgdheid verminderd, weggenomen. Vervulde Onbillijk zou zijn, op grond hiervan de overheid slechts een gebrek aan aan dacht en begrip voor verlangens toe te schrijven. Niet alleeen heeft de over heid in stand gehouden van wat is ont staan, doch ook vele initiatieven helpen verwezenlijken. De rector dacht hierbij aan het nieuwe laboratorium voor Fy sische Chemie, de uitbreiding van de tandheelkundige afdeling van het Aca-. demisch Ziekenhuis, de inrichting van het Sociologisch Instituut, de aangevan gen bouw van het Biochemisch Labora torium, de bijna voltooide bouw van het Laboratorium voor Zoölogie, de vernieu wing van het sterrekundig waarne mingsstation in Hartebeestpoortdam in Zuid-Afrika, de mensa-vernieuwing, de Prijtanaeumrestauratie en de bijdragen via ZWO en TNO. en onvervulde wensen Niettemin zijn ontelbare wensen niet in vervulling gegaan. Spreker noemde sen enkel voorbeeld uit eigen weten schapsgebied. Theologie en letteren en '(jsbegeerte hebben wensen te kennen ■lieven over eigen wetenschappelijke centra buiten de Universiteitsbibliotheek, varaan zij voor hun arbeid zo nauw trbonden zijn. De redelijkheid daarvan s ooven twijfel verheven. ->e commissie voor de ruimtelijke uit- ding zette deze wensen voorlopig om i bouwvolume en tekeningen.. Realisa- daarvan behoeft het fiat van de ..nister van onderwijs. Begrijpelijker- Jjjs heeft de minister van financiën hierover ook het zijne te zeggen. Ook de gemeente Leiden, die zuinig moet om springen met bouwgrond, heeft een «em in het kapittel. Tergend touwtrekken Maar zelfs als al die instanties ak koord gaan, is de universiteit nog niet aan bouwen toe. De uitvoerende dienst, de Rijksgebouwendienst, res sorteert onder volkshuisvesting en bouwnijverheid, die er aparte ideeën op na houdt over stedebouwkunde, urgentie en zelfs over het wezen en de behoeften van een universiteit. Het is duidelijk, dat de vele schij ven, waarover het touw van dit touw trekken loopt de voortgang van de verwezenlijking der verlangens lang zaam, soms tergend langzaam maken. Dit ervaren de genoemde faculteiten, evenals de geologie en het Geologisch Museum. Het kan zelfs gebeuren zoals het slepende geval van de poli kliniek van interne geneeskunde aan toont, dat de minister, die verant woordelijk is voor de universiteit over de aanvrage, welke zijn instemming heeft en met de akkoordverklaring van zijn grote broer van financiën in handen, toch het uiteindelijke ja woord niet kan geven. Spreker was geneigd om te zeggen: nu niet naar bed voor ik weet, wie de verantwoor delijkheid voor het onderwijs draagt... Theologie en letterkunde zijn facul teiten zonder dreigemeten. Er is geen bedrijfsleven, dat zich voor hen interes seert en geen Amerika, dat ons voor is in outillage en salariëring, en voor hen zijn er niet de gevaren van andere fa culteiten als desertie van medewerkers en de onvervulbaarheid van vacatures! Internationaal contact Met erkentelijkheid maakte de rector gewag van internationale samenwerking en uitwisseling op wetenschappelijk en pedagogisch gebied, hoewel voor over schatting van korte contacten, die de ge wone gang van zaken schaden, gewaakt moet worden. Dit laatste geldt ook voor studiemogelijkheden van studenten in het buitenland. Verspilling van tijd en geld moet nauwlettend onderkend worden. Desondanks kan het interna tionaal contact der studerenden nauwe lijks in waarde worden onderschat. De studentenactiviteit op dit gebied achtte prof. De Boer zeer waardevol. Op dit internationale niveau herin nerde de aftredende rector voorts aan de vele congressen, die in alle faculteiten in de Sleutelstad werden gehouden, evenals de talloze vertegenwoordigin gen van de Leidse Universitaire ge meenschap elders in binnen- en buiten land. Studentenactiviteiten Hoewel prof. De Boer bezwaren tegen bepaalde acties en reacties van en ver houdingen in de studentenwereld niet onvermeld wilde laten zonder deze ver der te specificeren, kon hy toch onom wonden ervan getuigen, dat de veelvul dige aanraking als rector met het stu dentenleven hem niet neerslachtig heb ben gemaakt ten aanzien van de ont wikkeling daarvan. Het was hem dik wijls een genoegen en een versterking in zijn geloof in de toekomst, te zien en te horen hoe de studenten op cultu reel, intellectueel, sportief en recreatief terrein toonden wat zij vermogen. In het bjjzonder noemde spreker in dit verband het stimulerende medele ven van de studentenwereld met de gebeurtenissen in Hongarije. Niet al leen gaven zij met de hoogleraren bljjk van hun gevoelens daarover, zy trachtten zich ook in de diepere oor zaken en achtergronden van de tijds problemen door te dringen. Ook voor daadwerkelijke hulpverlening schrok ken zij niet terug. Vrijheid voor Prinses Beatrix Sprekende over het studentenle ven memoreerde de rector de aan vang van haar Leidse studie door Prinses Beatrix. Vit allerlei gevoe lens zou men voor een vorstelijke studente de waarheid van het ..ad augusta per angusta" (letterlijk: naar het verhevene langs smalle pa den), die voor werkelijke studie geldt, kunnen verbergen. Het pad naar de studie moge smal zijn, breed is de weg die sommigen 't stu dentenleven binnen leidt. Met vol doening stelde prof. De Boer vast, dat Prinses Beatrix in haar eerste studiejaar de weg naar het studen- leven, ook als deze in haar geval niet breed ivas, heeft willen begaan, en dat het smalle pad der studie door haar evenmin werd gemeden. Voor de komende jaren kan de Universiteit slechts wensen, dat haar de vrijheid en de rust zullen worden gelaten die nodig zijn voor de rijping in het academisch milieu. Dat zijzelve en het haar wachtende leven hier blijvend profijt van zou den ontvangen rechtvaardigt haar verzoek haar rust te gunnen tijdens haar studiejaren. Huisvesting Bij zijn beschouwing over het Leidsch Universiteits Fonds memoreerde prof. De Nieuwe, gouden en diamanten doctoraten In het afgelopen academische jaar verwierven 70 Leidse alumni de doctorsbul, van wie 17 met lof. Het merendeel der promoties vond plaats in de medische en natuur filosofische faculteiten, namelijk te zamen 47. In dit jaar vierden 24 Leidse oud- alumni hun gouden doctoraat, en vier zelfs hun diamanten promotie feest. de minister naar aanleiding van dit rap port, uit welke antwoorden wel bleek, dat de situatie zeer varieert naar ge lang van faculteiten vakgroep. Spreker drong naar aanleiding hiervan aan op de door zijn rectorale voorganger Van Arkel reeds bepleite strakkere inwen dige leiding en discipline, waardoor een door Leiden zozeer gewenste autonomie nog sterker zou kunnen worden gerecht vaardigd. Autonomie-problemen Zolang het nodig is moet herinnerd worden aan de Leidse verlangens tot universitaire autonomie. In een tijd van vijandelijke druk heeft Leiden zonder regeringstoezicht autonoom gehandeld. Zou Leiden in een tijd, waarin zulk een toezicht wel mogelijk is, niet tot auto nomie in staat zijn? Het recht tot zelfbestuur houdt geen onbeperkte vrijheid in. Het leeuwendeel der benodigde gelden komt uit 's Lands kas, ook bij autonomie en dit betekent uiteraard overheidstoezicht. En boven dien worden de leden van de senaat, die bij autonomie een hartig woordje moeten kunnen meespreken, op weten schappelijke kwaliteiten uitverkoren en niet op organisatorische. Zelfs wan neer zij organisatorische kwaliteiten blijken te bezitten kunnen zij toch slechts een zeer beperkt deel van hun tijd en energie aan het universitaire bestuur kunnen geven, willen zij hun eerste taak, die op wetenschappelijk terrein ligt, niet verwaarlozen. Prof. dr. S. E. de Jongh ,de Leid se rector magnificus voor het aca demische jaar 1957 -1958. Boer met dankbaarheid het bijeenbren gen van een ton in bet Van Vollen hoven Fonds voor de verwezenlijking van universitaire bouwplannen, in de eerste plaats die ten aanzien van een werkelijke „groot" auditorium, dat in 1975 bij het 400-jarig bestaan vrijwel on ontbeerlijk is. Misschien komt er dan iets terecht van het Doelenplan, hoewel het Ministerie van Oorlog tot dusverre zeer militant blijft en geen duimbreed wijkt. ■■■■■■■■■■■■■■■■■■BB Vijftien procent der Nederlandse studenten In het afgelopen jaar waren aan de Leidse Universiteit 4542 studen ten ingeschreven. Daarmee geeft Leiden ongeveer vijftien procent van de ruim dertigduizend Nederlandse studenten gelegenheid tot academi sche vorming. Naar aantal studenten gerekend zfjn de Amsterdamse Universiteit, de Technische Hogeschool te Delft en de Rijksuniversiteit te Utrecht „groter" met respectievelijk 6660, 5500 en 5400 studenten. Het aantal voor de eerste maal ingeschreven Studenten bedroeg in het afgelopen jaar 782, ofwel 76 meer dan het voorgaande jaar. Pro centueel was dit een grotere stij ging dan bij de genoemde universi teiten te Amsterdam en Utrecht. Onder de Leidse studenten be vonden zich afgelopen jaar circa 250 buitenlanders (niet minder dan 138 medici), van wie 96 uit Indo nesië en 87 uit de Verenigde Staten. Niet alleen de academische, ook de studentenhuisvesting had de aan dacht van de aftredende rector, die zich verheugde over de tot stand ko ming van de paviljoens aan de Pest huislaan achter het Academisch Zie kenhuis. waarin 103 studenten een onderkomen kunnen vinden. Verheugend is, dat de landelijke stich ting voor studentenhuisvesting tot stand kwam, waardoor het na tionale bedrijfsleven bij kan dragen tot oplossing van de studentenhuisvestings- nood. Niet alleen daarvoor moet de universiteit dankbaar zijn, ook voor het daardoor ontstane nauwe contact tussen universiteit en bedrijfsleven op ander gebied. Een ontmoeting als deze kan het wederzijds begrip op velerlei terrein slechts ten goede komen. Strakkere discipline De huisvesting van universiteit en stu denten komt ook ter sprake in het rap port van de Commissie-Rutten, dat on danks de weinig elegante introductie door het Ministerie van O., K. en W. een gunstig onthaal ontving in universitaire kring en bij de studentenraad, die voor constructieve commentariëring zorgde. Leiden antwoordde snel op de vragen van i Prof. dr. P. A. H. de Boer, de af getreden rector die bij de over dracht een waarschuwend woord liet horen ten aanzien van het we tenschappelijke peil der Nederland se Universiteiten. Versnipper krachten niet! Prof. De Boer vroeg er voorts aandacht voor, dat autonomie tevens de wil tot overleg met zusterinstellingen inhoudt, opdat duplicaten zoveel mogelijk worden vermeden, niet alleen uit financieel oogpunt doch tevens op grond van een op zo hoog mogelijk wetenschappelijk peil staande personeelsvoorziening. Een dergelijk overleg is reeds ontstaan op professoraal en curatorieel niveau, en de ervaringen hebben geleerd dat dit nuttig is en voldoende onderwerpen van interesse biedt. Contacten naar buiten Voor het tere onderwerp der taak verdeling bij onderwijs en wetenschap pelijk onderzoek is dit college voor in teruniversitair overleg uiteraard te breed van samenstelling. Dit onderwerp, voor de toekomst van de universiteit in ons land van groot gewicht, zal in de inter facultaire contacten ter hand moeten worden genomen en in een regelmatig contact der universiteiten te Leiden, Groningen, Utrecht en Amsterdam (gem.) zijn bedding moeten vinden. Dit zou tevens een tegenwicht kunnen scheppen in een bedenkelijke ontwikkeling van de universiteiten naar een regionaal karakter. Voor de student moge deze regionale beschou wingswijze vergeeflijk zijn, een derge lijk karakter druist echter in tegen de universaliteit, die onderwijs en on derzoek aan de academie behoren te kenmerken. Een universiteit moet liever encyclo pedisch incompleet zijn dan terwille van het regionale belang de algemeen heid te verhogen ten koste van het niveau. Niet alle grote universiteiten behoeven alle denkbare faculteiten te bezitten. Hoewel het zelfs aan een stad zonder economische hogeschool duidelijk moet zijn, dat vergroting van het aantal uni versiteiten on-economisch omspringen met 's Lands geldelijke, intellectuele en cultuurtechnische mogelijkheden bete kent, schijnt het niet overbodiig op te merken, dat ons land zijn intellect, zijn geestkracht en zijn materieel vermogen hard nodig zal hebben om het be staande enigermate op peil te houden. Wij leven nu op grote voet in ons kleine land. Slechts belang der wetenschap Leidende gereformeerden en rooms- katholieken hebben gemeend, dat eigen vormen van universitair le ven voor hen noodzakelijk zijn naast hun aandeel in het openbare uni versitaire leven, waarin onderzoek en onderwijs niet gebonden zijn aan confessioneel inzicht. Het is in korte tijd reeds gebleken, dat hun hoger onderwijsinstellingen niet zonder de steun van het gehele volk tot uni versiteit konden uitgroeien. Wanneer ons volk op het punt van hoger onderwijs geen eendracht leert, ivaarbij prestigevragen, locale en regionale belangen en confes sionele verscheidenheid onderge schikt gemaakt worden aan het be lang van de ontwikkeling der weten schap, dan is de vrees gerechtvaar digd dat ivij onze kracht versnippe ren en ons internationaal aanzien verkleinen. Een Leidse universitair belang achtte de rector ook de ontmoeting met de stad zelve. In het afgelopen jaar is er naar gestreefd deze ontmoeting te be vorderen en verstevigen, en een voort gaan op die weg achtte hij een beslist universitair belang. Niet voor niets spreekt men in Leiden liever van de Hier rust Zich min of meer verontschuldi gend voor de uitvoerigheid van zijn betoog merkte prof. De Boer tegen het einde van zijn rede op: „De lengte van mijn verhaal zal ook U met waardering doen kennis nemen van wat my als academicus als grafschrift werd toegedacht: Hier rust van al zijn praten De Boer in Civitate." ^■■■■■■■■■■■■■■■■■■a Leidse Universiteit dan van de Rijks universiteit te Leiden Ook in de verder verspreide kring van oud-alumni dient de Leidse universiteit zich door nieuwe vormen van publiciteit beter te presenteren in haar huidige werk en leven dan thans het geval is. Bestuur Op „eigen erf" terugkerende herinner de prof. De Boer aan het herstel van het prosecretariaat en de instelling van een Praesidium Senatus als nieuwe aspecten in hét senaatsbestuur. Het laatstgenoemde zal nog vorm moeten krijgen, voor de vervulling van eerstge noemde functie is prof. mr. H. F. W. D. Fischer bereid gevonden. De laatste jaren hebben zich geken merkt door een hechter wordende sa menwerking van het dagelijks bestuur met het college van curatoren. Over en weer is men zeer tevreden over deze ontwikkeling. Jaarindeling Prof. De Boer verdiepte zich voorts in de college- en vakantie-indeling, zoals deze langzamerhand gebruikelijk is ge worden aan de universiteiten. Het aan tal weken, dat er per jaar college wordt gegeven bedraagt tegenwoordig nauwe lijks 25. Overigens moet hieraan worden toegevoegd, dat instituten, laboratoria en klinieken hun vakantie niet met de andere „grootste" helft van het jaar la ten samenvallen. Voor de professoren en wetenschappelijke werkers vormt die andere grootste helft van het jaar bij uitstek de gelegenheid voor weten schappelijk onderzoek, dat het hart van een universitaire loopbaan is en waar het geven van werkelijk hoger onderwijs van afhankelijk is. Het kleine aantal collegeweken per jaar, gevoegd by de veelheid van vak ken. veroorzaakt evenwel gedurende deze 25 weken een dagrooster voor de consciëntieuze student en voor de docent, waar de roosters van de mid delbare scholen gunstig by afsteken. Spreker schroomde niet, dit een mis stand te noemen, die met name voor de student nadelig is. Brede marge noodzaak Het studentenleven vraagt een brede marge in de dagelijkse verplichtingen. De collegestof vraagt na de behandeling tijd voor overdenking, voor discussie en voor bestudering in werkgroep en bi bliotheek, vraagt ook enige voorberei ding bovendien, wil men werkelyk pro fijt hebben van het onderwijs. Wanneer echter het rooster van de studenten van ochtend tot avond vol is met col leges en practica, studeert hij tijdens het half jaar colleges niet wezenlijk. Verbeeldt de student zich, in de avond of nacht of door colleges te verzuimen, toch student te kunnen zijn, dan vergist hij zich. Student zijn is immers onvoor waardelijk afhankelijk van studeren, en hiervan kan men slechts spreken als collegelopen gepaard gaat met voorbe reiding en verwerking. In theorie zou men voor die elemen ten van de studie de andere helft van het jaar kunnen reserveren. Maar in praktijk betekent het dat men tijdens het halfjaar colleges niet leert studeren en dat men derhalve studie in de andere helft van het jaar ook niet kan ver wachten. Met de gewone school in ge dachte betekent dan „geen les" hetzelfde als „vakantie". Het euvel van werken, reizen en trek ken in de schoolvakanties werkt boven dien door na het verlaten van de school en het binnentreden van de universiteit Dit groeit uit tot een gebrek aan gees telijke discipline. Sterkere collegespreiding? De vryheid van de student is een kostelijk goed. Zy is evenwel niet an ders dan de vryheid, die nodig is om hoger onderwijs te kunnen verwerken. Het academische jaar behoort een vol jaar te zyn, waarin de vrye tijd is geïntegreerd. Slechts dan vormt de studie de jonge mens tot een persoon lijkheid met een zelfstandige vrije geest. Prof. De Boer vroeg zich in dit ver band af, of het geen aanbeveling zou verdienen de inschrijving te vervroe gen tot begin september vóór de rec toraatsoverdracht en deze dag te be schouwen als de opening van het academische collegejaar en voorts de kerst- en paasvakanties te beperken tot drie weken. Hier moet dan onvoor waardelijk aan worden verbonden, dat er niet meer colleges worden gegeven dan thans het geval is. Na deze algemene beschouwingen droeg prof. dr. P. A. H. de Boer het rectoraat over aan prof. dr. S. E. de Jongh. De gebruikelijke receptie in het aca demiegebouw besloot de rectoraatsover dracht, die door velen, onder wie leden van het curatorium, senaatsleden, leden van de wetenschappelijke staf, vertegen woordigers van studentenorganisaties en oud-alumni, werd bijgewoond. Officiële publikaties UITBREIDINGSPLAN De Burgemeester van Lekten brengt ter openbare kermis, dat met Ingang van 17 september 1957 tot en met 1(5 oktober '57. ter gemeente-se oretanle, afdeling Open bare Wenken (Stadhuds, kamer Milvoor een leder, in ontwerp, ter Inzage aal lig - een plan van uitbreidiing met betrekking tot gronden, gelegen tussen de spoorbaan Leiden-Haarlem en de Boertiaaivelaan na der aangegeven op de kaart gemerkt KIIK 1633b, (partieel uitbreidingsplan Lelde n- Houtkwartier-zuddi met bijbehorende be- bouiwingsixxjrschri'ften, een en ander vast te stellen met intrekking van een gedeelte van het uttbreldilngsplan van 6 novemer 1933, sediert gewijzigd, en van een ge deelte van het partiële uatbrendllngisplan ..Leidien-Boertiaaivelaan", vastgesteld bh raadsbesluit vam 26 september 1956 LEIDEN. 16 september 1057. De Burgemeester voornoemd, P. H. VAN KINSCHOT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1957 | | pagina 3